In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.
Politiek is geen instituut van vrijblijvendheid – open brief aan Utrechtse Wethouder Everhardt
Een volgende gastbijdrage van architect Ad van der Stok over het Utrechtse CentrumPlan. Dossier
Als politici zichzelf serieus nemen, dan zijn hun beloftes niet vrijblijvend en mogen we ze er aan houden. Blijken ze onuitvoerbaar, dan hoeft dat geen probleem te zijn, zolang dat ruiterlijk wordt toegegeven en wordt uitgelegd. Rondom het miljarden kostende Utrechtse Centrumplan gaat dat anders.
De beloftes uit het referendum in 2002 en het Masterplan van 2003 worden bij lange na niet waargemaakt. Maar volgens Burgemeester & Wethouders, in ieder geval tot 2009 bij monde van wethouder Janssen, stonden die beloftes nog fier overeind. Dus terwijl het regent, spiegelt B&W zon voor en zegt daarmee de waterdichtheid van de plannen niet zo relevant te vinden. ‘Wethouder, u had zon beloofd maar nu regent het, wat gaan we daaraan doen?’ ‘Best raadslid, waar heeft u het over? Volgens mijn papieren schijnt de zon.’
De politieke werkelijkheid verschilt hemelsbreed van de plannen en dat zou B&W ronduit moeten toegeven. Niet om recht te doen aan de geschiedenis, maar om discussie mogelijk te maken die nu door die officiële werkelijkheid gefrustreerd wordt. Pas wanneer B&W de werkelijkheid van de plannen onder ogen ziet, kan er met de raad gesproken worden over welke verbeteringen nog mogelijk zijn. Daarom onderstaande brief aan verantwoordelijk wethouder Victor Everhardt, over of hij de zon nog ziet schijnen en wat hij tegen de regen denkt te gaan doen:
‘Centrumplan Utrecht nauwelijks democratisch te sturen’
Na het publiceren van een minidocumentaire en een interview met Vincent van Rossem, is dit een derde gastbijdrage van architect Ad van der Stok over het Utrechtse Centrumplan. Met medewerking van Dimitri Tokmetzis.
Utrecht verbouwt stilletjes z’n centrum voor enkele miljarden euro’s. Althans, intimi volgen het aandachtig, maar het grote publiek merkt het vooral aan de bouwhekken. Dat was anders in 2002. Bij het referendum over de plannen gaf tweederde van de stad z’n mening over de door politici voorgespiegelde toekomst van het stationsgebied. Sindsdien weet het grote publiek dat er iets gebeurt, maar niet echt wat. Negen jaar later zijn de plannen ingrijpend veranderd en lijken politici het overzicht verloren te zijn. Bovendien lijkt ’t project zich bijna continu onder de radar van de serieuze journalistiek te bewegen, misschien wel omdat het te ingewikkeld is.
Aan dat gebrek aan overzicht poogde ik een eind te maken, door als architect journalistiek te bedrijven en in een minidocumentaire de uit hoeken en gaten tevoorschijn komende informatie op een toegankelijke manier voor het voetlicht te brengen. Dat leidde tot discussie, net als het interview met architectuurhistoricus Vincent van Rossem. Alvorens politici uit te nodigen mee te praten, een tweede interview, met hoogleraar planologie Tejo Spit van de Universiteit Utrecht.
Dat kan! Sargasso is een collectief van bloggers en we verwelkomen graag nieuw blogtalent. We plaatsen ook regelmatig gastbijdragen. Lees hier meer over bloggen voor Sargasso of over het inzenden van een gastbijdrage.
Quote du Jour | Beschaafd zonder overhemd
Hans hield van de zon en trok zijn overhemd uit om in zijn blote bast te zonnebaden. En níemand op dat terras nam er aanstoot aan. Hans bleef beschaafd, ook zonder overhemd.
Els Borst haalde herinneringen op aan D66-partijgenoot Hans van Mierlo, gisteren tijdens de herdenkingsbijeenkomst in de Rode Hoed te Amsterdam. Lekker mondain terrasgedrag en ietsjes elitair. HAFMO wist natuurlijk ook wel, zonder daar uiteraard bij stil te hoeven staan, dat niet iedereen het zich (qua uitstraling, of alleen al uit het oogpunt van lichamelijke esthetiek) kon permitteren zijn bronstig gedrag na te bootsen. Typisch D66 ook wel.
Vincent van Rossem over Utrechts Centrumplan
Na het publiceren van een minidocumentaire, is dit interview een tweede gastbijdrage van architect Ad van der Stok over het Utrechtse Centrumplan.
De minidocumentaire over het Utrechtse Centrumplan, Beloftes die schuld maken, is sinds afgelopen vrijdag op Sargasso te zien. Hierin wordt geanalyseerd hoe de Utrechtse politiek de uitkomst van het referendum uit 2002 naast zich neerlegt en de doelstellingen van deze grootschalige binnenstedelijke verbouwing uit het oog verliest.
Terwijl er veel aandacht is voor deelproblemen van deelprojecten als het Muziekpaleis en de nieuwe bibliotheek, laat Utrecht het belangrijkste probleem ongemoeid: de ruimtelijke opzet van Hoog Catharijne met een boven- en onderwereld. Terwijl de sociale onveiligheid die dat tot gevolg had, de aanleiding vormde van deze miljarden kostende binnenstedelijke verbouwing.
Vincent van Rossem, Architectuurhistoricus en hoogleraar Monumenten en Stedenbouwkundige vraagstukken aan de Universiteit van Amsterdam bekeek de documentaire. In onderstaand interview reageert hij.
Documentaire:
Interview:
Wat is na het zien van de documentaire uw eerste reactie?
Altijd weer dezelfde ellende…
Wat verwacht u van de kwaliteit van de architectuur en stedenbouw in het gebied als straks de bouwkranen verdwenen zijn? Mogen we de verbetering verwachten die de gemeente ons voorgespiegeld?
Mijn verwachting is dat het niet beter zal worden.
Gebroken beloftes en ruimtelijke problemen in Utrechts Centrumplan
Dit is een gastbijdrage van Ad van der Stok, architect en onderzoeker
De gemeente Utrecht lijkt nauwelijks grip te hebben op de verbouwing van het stationsgebied, de grootste en misschien wel duurste binnenstedelijke verbouwing van Nederland. Dat toont onderstaande mini-documentaire, waarin de ontwikkelingen sinds het referendum in 2002 bekeken worden. De destijds gemaakte politieke beloftes en de achterliggende doelstellingen zijn grotendeels terzijde geschoven.
Utrecht sprak zich in 2002 duidelijk uit voor een open en groene variant. De huidige ruimtelijke opzet van Hoog Catharijne veroorzaakte sociale onveiligheid en die moest aangepakt worden. Uit de analyse blijkt echter dat de huidige opzet gewoon gehandhaafd blijft. Hoog Catharijne ontspringt de dans en wordt vooral groter. De begane grond blijft een schemergebied vol stallingen. Van een populair onderdeel van de plannen, het herstellen van de historische singel, blijft weinig over.
Complexe ruimtelijke ontwikkelingen zoals dit centrumplan hebben een looptijd van vele jaren en dan blijkt het niet makkelijk het eigenlijke doel voor ogen te houden. Daarbij spelen drie factoren een complicerende rol.
De gemeenteraad zou controle moeten uitoefenen, maar zij wordt zelden bevolkt door mensen die, bijvoorbeeld door studie of ervaring, verstand hebben van complexe ruimtelijke projecten. Dat zelfde geldt overigens ook vaak voor wethouders ruimtelijke ordening. Lees hier het C.V. van de vorig jaar toegetreden D66-wethouder Victor Everhardt en constateer dat daarin niets in te vinden is dat hem ook maar enige houvast geeft in het beoordelen van een zo complex stedenbouwkundig project als het stationsgebied waar hij op het moment verantwoordelijk voor is.
Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
Quote du Jour | Kabinetsverkiezingen
“We kennen in dit land maar één type verkiezing en dat is van de vertegenwoordigde organen, of het nou gemeenteraad is of Tweede Kamer. Als je zegt ‘ik wil wel lijsttrekker zijn’, dan doe je dat voor de Kamer en niet voor het premierschap. We kennen geen gekozen premier. En ik vind het in ieder geval politiek merkwaardig en ook wel aanvechtbaar om te zeggen ‘ik ga op de lijst staan, maar wil helemaal niet in de Tweede Kamer, want ik ga alleen voor het premierschap’. Het zou mijn keus niet zijn.”
Waardig sterven?
“Wow, zegt een van de nieuwe verpleeghulpen als ze de kroegbaas verzorgt, zie ik daar een tattoo? Het gezicht van de kroegbaas verstrakt. Zeer tegen zijn zin zwijgt hij, starend naar de vagelijk zichtbare cijfers die in zijn onderarm staan gebrand”
De auteur van En in het uur van onze dood werkte 5 jaar in verschillende instellingen. Haar ervaringen heeft ze opgeschreven in een compact en lekker weglezend boek. Korte hoofdstukjes, die allen de titel dragen van één oudere. Die hoofdstukindeling maakt al direct duidelijk wie er bij Stegeman centraal behoort te staan in de ouderenzorg: de oudere. Uit eigen ervaring wist ik al dat het in minimaal één Nederlandse instelling niet best was gesteld met onze ouderenzorg. Die instelling was geen uitzondering op de regel. De oplossing volgens de auteur: “Alle managers zouden iedere ochtend voor het aanzetten van de computer rustig en met aandacht een oudere moeten verzorgen. Maar ze zijn niet geschoold, zult u zeggen. Welnu, dat geldt ook voor menige zorgmedewerker”
Stegeman ziet weinig heil in managementkreten als ‘een kwaliteitslag maken’ of ‘de klant centraal stellen’. In plaats daarvan pleit ze in haar voorwoord voor: “Dienstbaarheid. Liefdevolle zorg in een huiselijke, familiare omgeving: dat is alles.” Gelukkig is het boek niet een lange tirade over wat er mis is in de ouderenzorg. Natuurlijk krijgt de lezer schokkende zaken voorgeschoteld. Diefstal, aanranding, dood door verwaarlozing: het zijn niet de lolligste thema’s. De auteur beschrijft de ouderen als mensen van vlees en bloed, niet als case studies. Die aandacht voor de grappige, , knorrige of aandoenlijke oudere maakt het boek boeiend. Ook laat de schrijfster zien dat persoonlijke aandacht wérkt. De demente vrouw Post krijgt bijvoorbeeld iedere dag haar koffie voorgeschoteld, maar drinkt nooit wat. Ze drinkt pas als haar man de koffie inschenkt, hij zet de koffie namelijk voor haar linkerhand. Mevrouw Post is linkshandig. Persoonlijke aandacht kan levens redden, maar persoonlijke aandacht maakt de laatste levensdagen van ouderen vooral een stuk aangenamer.
Cohen is een koning, geen leider
Zondag 16 januari vindt onder de warme vleugels van PvdA-leider Job Cohen een manifestatie in Amsterdam plaats: Een nieuw jaar, een ander Nederland , niet toevallig bijna dezelfde titel als het initiatief van oudgedienden Leo Platvoet (GL), Adri Duivesteijn (PvdA) en Tiny Kox (SP). ‘We grijpen het nieuwe jaar aan om te laten zien dat een ander Nederland mogelijk is.’ Het grote probleem van Job Cohen (en de hele PvdA) is, dat het hele ‘Cohen-verhaal’ een bedeesde indruk maakt. Job Cohen is een koning, maar geen leider. Niet van een progressief kader, niet van de oppositie, niet van de PvdA. Het stemt mij droevig.
Ik was nog niet zo lang geleden verheugd toen Job Cohen aanstalten maakte om het land weer gestalte te geven na de jaren van de stuurloze, kleffe, behoudzieke Zeeuwse onderkoning Balkenende. Ik juichte zelfs. Nederland kon nu best eens Groot Amsterdam worden; Van Schiermonnikoog in de kop tot Mariadorp down there zouden we ons niet meer hoeven schamen, maar hadden we eindelijk een bedachtzaam en ruimdenkend potentieel staatshoofd.
Al snel werd duidelijk dat er één groot probleem was. Job Cohen wist zich als burgemeester omringd met souffleurs, jakhalzen en vossen: de leider hoefde maar even zijn oren links en rechts te luisteren leggen en hij wist weer een beetje meer. Zodra hij ‘naar buiten’ moest met zijn betoog (publiekelijk, in de media), waren de ergste kreukels al uit de lakens gestreken. En zoveel media-optredens waren er toch niet. Voor een burgemeester is dat niet zo’n issue: het gaat om besturen, vergaderingen bijwonen, de stad vertegenwoordigen. Als Amsterdam sliep, klikte Job Cohen tevreden zijn notarislamp, op het mahoniehouten kabinet in zijn ambtswoning, uit. Dat zou een Mark Rutte nooit lukken. Wij moeten zo’n betweter, achterneef van Wiegel, hier niet als burgemeester. En elke CDA’er zou door hoofdstedelingen de tent uit worden geblazen. Niet dat Cohen bij iedereen populair was, maar hij paste op de stad, zoals een koning op een met grachten omzoomd kasteel past. Zijn stadsdelen waren zijn kasteeltuinen.
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.