Arbeidsethos: niet bij werk alleen
GC heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag de maandelijkse bijdrage van, P.J. Cokema.
Het is beroerd gesteld met de Nederlandse arbeidsethos. We willen niet werken. Nou vooruit, een klein beetje nog wel, maar het moet niet te gek worden. En waarom willen we niet werken? Omdat we het veel te goed hebben.
Dat is, zo meldt Elsevier, de conclusie van sociologen Ferry Kosten en Rudi Wielers, die twee stellingen over de oorzaken van een veranderend arbeidsethos, toetsten aan het bruto nationaal product en een wereldwijd onderzoek naar opvattingen over werk.
Onder sociologen heerst verdeeldheid over de hedendaagse arbeidsethos in vooral welvarende landen. Eén groep stelt dat de arbeidsethos er niet minder om is, maar dat werk niet langer als zaligmakend wordt ervaren voor portemonnee en behoud van baan. De kwaliteit van het werk is belangrijker geworden. Leuke collega’s en zelfontplooiing zijn de leidende drijfveren.
Een andere groep meent dat vrije tijd, familie en vrienden belangrijker worden gevonden dan werk. Volgens Kosten en Wielers is dat laatste waar.
Nu kan er over de invulling van het begrip arbeidsethos verschillend worden gedacht. Heb je een hoge arbeidsmoraal als je alleen maar hard en veel werkt? Of getuigt het ook van een uitstekende werkhouding, als je in korte tijd de hoogste kwaliteit levert?
Wat je er ook over denkt, de overheid wil dat we harder en langer gaan werken. De vergrijzing wordt er met de haren bijgesleept om mensen te motiveren tot minstens hun 67e levensjaar te blijven werken. En in deze bezuinigingstijden zullen op veel plekken minder mensen dezelfde hoeveelheid werk moeten gaan doen.