VPRO’s ‘Naar bed’ verdient alle prijzen

De serie heet Naar bed. Ik ontdekte hem pas deze week, terwijl het verdorie al ’t tweede seizoen is dat de VPRO deze uitzendt. Het concept is doodsimpel: stellen stappen in bed, kijken de camera aan als ze eenmaal onder de lakens liggen en vertellen over hun relatie en de geschiedenis daarvan. Door de opstelling lijkt het alsof ze rechtstreeks tegen het publiek praten. En die setting – hun slaapkamer – zorgt meteen voor een grote mate van intimiteit. Ze vertellen hoe ze elkaar hebben leren kennen, ze verhalen over hun gekibbel, over hun seksleven, over hun verwachtingen, hun hoop, hun teleurstellingen, hun ambities. Over hun angsten, hun zorgen, hun opluchting. Over hun liefde voor elkaar, en over hun onderlinge verschillen. Natuurlijk is het geregisseerd – er is in de opnames gesneden, dat zie je soms ook, en de stellen zijn waarschijnlijk zorgvuldig uitgekozen. Maar wat we te zien krijgen is een prachtige parade van zeldzaam openhartige gesprekken, waarin lastige vragen en soms zelfs een confrontatie niet worden gemeden. Het is frappant hoeveel je onderwijl aan het lichaam van al die mensen kunt aflezen. Het paar dat in een conflict verzeild is geraakt, laat hun onmetelijke afstand onwillekeurig keihard zien: ze kijken elkaar al die tijd dat ze in beeld zijn nooit recht in de ogen, en de een ligt met een afgewende schouder naast de ander. Een tweede stel bespreekt onderwijl een meningsverschil, terwijl ze elkaar liefdevol blijven aankijken en soms naar elkaars hand grijpen: ze bevestigen fysiek hun band, al pratende over hun conflict. Een derde stel kibbelt zich een slag in de rondte, maar verzucht dat ze ‘versmolten’ zijn. Je gelooft dat dan subiet. Het allermooiste: we zien een parade van verschil. Oude stellen, jonge stellen. Homokoppels, lesbische koppels, heterokoppels. Mensen met een monogame – of serieel monogame – relatie, en ook mensen die daar niet aan hechten. Mensen die al jarenlang gedrieën een liefdesrelatie hebben. Mensen met totaal verschillende achtergronden, soms ook binnen hun relatie. Jonge mensen die bij de ouders van de één inwonen. Stellen met een groot leeftijdsverschil. Mensen wier liefdesrelatie is veranderd omdat een van hen intussen gehandicapt is geraakt en de ander zich vooral mantelzorger is gaan voelen. Het is zeer intiem en hoogstpersoonlijk – maar juist daardoor radicaal. Zelden zie je mensen die zo kalm, zo open, zo bereid en zo ontvankelijk voor elkaar hun verschillen en hun intieme gedachten publiekelijk durven bloot te leggen. Sommigen doen dat giechelend, sommigen aarzelend, anderen trots. Maar allemaal doen ze het op een manier die maakt dat je ontroerd naar ze kijkt. Deze serie verdient alle prijzen die je maar kunt bedenken, en zou het liefst op primetime moeten worden uitgezonden. Vrijwel elk gesprek is goud waard en allemaal leren ze ons meer over relaties, de liefde, verbondenheid en verschil dan de gemiddelde talkshow. Deze column van Karin Spaink verscheen eerder in Het Parool. VPRO's Naar bed was vier weken lang, iedere maandag tot en met donderdag te zien om 21.50 u. op NPO 3.

Foto: Greg Pietersma (cc)

Kunst op Zondag | Parafernalia

Eind augustus werd door veilinghuis Zwiggelaar Auctions de privéverzameling van Tjeerd Deelstra geveild. De voormalige TU-docent en bouwkundige, oprichter van Urban (The International Institute for the Urban Environment), had van alles en nog wat over ‘tegenkunst’ (van vnl. Fluxus en Provo)  verzameld en wilde daar op zijn oude dag nu eens van af.

Het pronkstuk van zijn  verzameling is ‘Tjeerd Deelstra’s tripbook’. In 1974 bezocht hij Fluxus-kunstenaars tijdens een reis door Amerika en Japan. Hij kocht een zwart notitieboekje en vroeg de kunstenaars iets aan dat boekje toe te voegen. Tjeerd Deelstra kwam thuis met een boekje volgepropt met “teennagels, niet-geïdentificeerde vloeistoffen op een gezouten vis, een batterij, plastic vlieg, tak, metalen vork en oordopjes”. Om slechts een deel van de inhoud te vermelden.

Tjeerd Deelstra’s tripbook – 1974.
Tjeerd Deelstra's tripbook Parafernalia

Zo kreeg hij een baardhaar van Geoff Hendricks (1931 – 2018), bekend als de ‘wolkensmid’ omdat hij wolkenluchten verwerkte in zijn schilderijen, objecten, installaties en performances. In Deelstra’s boekje zit ook een door Hendricks geschonken postzegel (This is not a Cloud). Meer over Geoff Henricks in deze In Memoriam.

Verder bevatte dit ´Gesamtkunstwerk´ wat schaamhaar van celliste Charlotte Moorman en wat eelt van Fluxus-oprichter George Maciunas van wie we hier de compositie ‘Piano piece No. 13’ vertoonden (uitgevoerd door Sonic Youth).

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Van de wetenschap naar de politiek

Vanaf 1 september ga ik werken voor De Helling, het wetenschappelijk bureau van GroenLinks. Ik ga electoraal onderzoek doen. Het is een hele stap vanuit de wetenschap over te gaan naar de politiek. Of niet? Want ik ga van politieke wetenschappelijk onderzoek naar politieke partijen over naar een wetenschappelijk bureau van een politieke partij.

Ik heb nooit alleen maar voor de wetenschap gekozen. Professor Otjes klinkt misschien leuk, maar wetenschappers hebben de wereld slechts bestudeerd, en we moeten de wereld juist veranderen. Ik heb daarom tijdens mijn hele promotietraject allerlei dingen voor GroenLinks gedaan. En als iemand mij vroeg wat ik daarna wou doen, dan droomde ik van een baan bij het wetenschappelijk bureau van GroenLinks: mee te denken over de koers van GroenLinks dat lijkt me echt prachtig. Sinds ik een paar maanden geleden voor deze functie benaderd werd, ben ik bijzonder enthousiast over een transfer van de wetenschap naar de politiek. Maar nu gaat het daadwerkelijk gebeuren. Ik moet er nog even aan wennen.

Ik ben ook nog niet helemaal klaar met de wetenschap: ik heb nog een aantal artikelen in voorbereiding. Mijn co-auteur Tom “kwantitatief onderzoek is niet hetzelfde als veel schrijven” Louwerse heeft er nog steeds de littekens van. Dit is zo’n bijzondere mogelijkheid: dan draait de wetenschap maar langzamer. Maar ben ik dan nog wel “objectief”? Is het wel te verantwoorden om over te gaan van wetenschappelijk onderzoek naar politiek gedreven onderzoek? Ik ben nog steeds dezelfde persoon met dezelfde politieke voorkeuren. Als ik in mijn eerdere werk objectief was, dan zal ik het hierna ook nog zijn. Daarnaast, het wetenschappelijk bureau gaat uit van een constructief-kritische houding ten opzichte van de koers van de partij. En sterker nog, het werk dat ik bij GroenLinks ga doen vereist dat ik objectief ben: een kiezersonderzoeker moet objectieve data geven over kiezers. Juist gekleurde informatie kan een partij de verkeerde kant op leiden. Een ja-knikker zal ik nooit worden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

StB trekt aan d’r uiers: Melkfeeks

Hieronder volgt een gastbijdrage van StB die met wederzijds welbevinden is overgenomen van PropriaCures

De ideale schoondochter wordt met uitsterven bedreigd. Chantal Janzen bleek een gemeen secreet, Natasje Froger gaat van deur tot deur om bijstandstrekkers energie tegen oliecrisisprijzen te verkopen en de negerimitaties van Wendy van Dijk beginnen na de eerste kennismaking al te vervelen, waarschijnlijk eerder als je vader Winston Bogarde is. Het wordt dringen voor de moeders van Nederland, want eigenlijk is er maar één echte kandidaat die nog niet ontmaskerd is: Yvon Jaspers.

Het zet je aan het denken wat er precies verwacht wordt van zo’n ideale schoondochter. Als zoon ga je voor het hoogst haalbare: een mooi meisje, lief, eerlijk, tieten als overrijpe zeppelins en vooral geen moeilijke eter. Hoe anders is dit voor de moeder. Die wil een meisje dat geen concurrentie is. Iemand die hem koestert en bemoedert, maar altijd nummer twee blijft. Een overblijfmoeder, bij wie de verleiding al snel plaats maakt voor gezelligheid. De ideale schoondochter is dus bij voorkeur iemand met een volkomen gebrek aan persoonlijkheid. Yvon Jaspers voldoet ruimschoots aan deze norm.
Ze maakt furore met haar imago als provinciemeisje, maar woont tegen de grachtengordel aan. Ze is niet noemenswaardig knap, maar ook niet hinderlijk lelijk. Het is een vrouw die het ongetwijfeld met iedereen kan vinden. Die, als je haar vraagt wie van Nick & Simon ze leuker vindt, zegt: ‘ik vind ze allebei even leuk.’ Haar grote gave bestaat eruit dat ze zo invoelend is. Een talent dat niet veel meer omhelst dan het vijfenveertig graden draaien van het hoofd tijdens het luisteren en dan om de zoveel seconden ijverig knikken. Yvon Jaspers bestaat bij de gratie dat ze voor niemand een bedreiging vormt.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.