Neuro-mythen: Nee beste leraar, een kind heeft geen breinknoppen
ACHTERGROND - Slechts de helft van de Nederlandse leraren weet dat de hersenen niet zullen krimpen als leerlingen minder dan zes tot acht glazen water drinken op een dag. Ook vele andere ‘neuro-mythen’ zijn hardnekkig in het onderwijs, zo blijkt uit onderzoek van het LEARN! Instituut aan de VU. Dit kan tot problemen leiden als leraren onjuiste informatie gebruiken in de klas.
Wie niet bekend is met het BrainGym-programma op Britse scholen kan ik aanraden het boek Bad Science van Ben Goldacre te lezen. Pas wel op dat je niet van je stoel valt. Wetenschappelijke onderbouwing van de gymoefeningen die het brein ten goede zouden komen, is ver te zoeken. Zo beweert het programma dat kinderen ‘breinknoppen’ vlak onder hun ribben kunnen indrukken, om hun visuele systeem te focussen op lezen en schrijven. Ook moet véél water gedronken worden. Op zich niks mis mee, ware het niet dat het even in de mond gehouden moet worden zodat het ‘direct door het brein geabsorbeerd kan worden.’ BrainGym wordt gesubsidieerd door de Britse overheid.
Om dit soort praktijken te voorkomen is het belangrijk dat leraren (en beleidsmedewerkers) pseudowetenschap van echte feiten onderscheiden. Maar kunnen ze dit?
Neuro-mythen
Het recente VU-onderzoek bracht in kaart in welke mate Nederlandse en Britse leraren in het basis- en voortgezet onderwijs in ‘neuro-mythen’ geloven. De leraren waren geselecteerd op interesse in het gebruiken van neuro-kennis in het onderwijs – de risicogroep voor verkeerde toepassing.