Kunst & Kunstenaarschap

Met enige regelmaat heb ik op dit weblog mijn onbegrip over kunst gedebiteerd: over specifieke films of toneelstukken of kunstsubsidie. Een ding fascineert me bijzonder aan kunst: kunstenaarschap. Wie is een kunstenaar? Wie is de kunstenaar die hoort bij welk kunstwerk? In schilder- of beeldhouwkunst lijkt het heel simpel: er is een schilder die verft een beeltenis op een stuk papier, er is een beeldhouwer die slaat een beeld uit een stuk steen. Die kan vervolgens zijn naam zetten in de hoek van het schilderij of op het beeld. Dat is natuurlijk niet helemaal waar: veel schilders, zeker in de middeleeuwen en de vroeg-moderne tijd hadden leerlingen in dienst die veel van het schilder- en beeldhouwwerk deden. En lange tijd bleven werken ongesigneerd. Voor sommige werken is het daarom gissen wie de schilder is: het heeft de pennenstreken van een grote meester, maar is het werk niet van een van zijn leerlingen? Maar voor toneel en muziek is de zaak complexer: een componist en een toneelschrijver zijn zeker kunstenaars. Net als een schilder en een beeldhouwer componeren zijn een kunstwerk. Maar een acteur en een musicus zijn ook een kunstenaar. Zelfs als zij een werk van een ander uitvoeren dan zijn het kunstenaars: in de uitvoering leggen ze een deel van hun kunstenaarschap. Door een zin net zo uit te spreken, door de manier van spelen, door de juist toon te raken, toont een musicus of een acteur zich kunstenaar. En toch: een musicus wordt gedirigeerd, een acteur wordt geregisseerd. Ze zijn slechts schaakstukken in het spel van een ander, die zich dan weer grotendeels aan het spelplan moet houden van een derde. En toch zijn zij allemaal kunstenaar: de toneelschrijver-componist, de regisseur-dirigent en de acteur-musicus. Maar vergelijk het eens met een gebouw. Dat is ook soms een kunstwerk. Daarbij is de architect een kunstenaar. Maar de opzichter die de rol speelt van de dirigent of de regisseur niet. En zeker de werklieden die het gebouw in elkaar zetten niet. Maar zij hebben de rol van acteurs en musici. Leggen zij niet ook niet een deel van hun ziel en zaligheid in hun werk? Kunnen zij niet trots zijn op hun werk? En als deze vergelijking te ver gaat: waarom is de lichtman of -vrouw bij een toneelstuk geen kunstenaar, maar de acteurs wel? Ze volgen toch allemaal de instructies van de regisseur? Waarom zijn sommigen wel kunstenaar en andere niet? Hoe kan je dat bepalen?

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Closing Time | dodenherdenking

De stilte waarmee vanavond het leed wordt herdacht dat we vandaag moeten zien te voorkomen, wordt vooraf gegaan door de ‘Taptoe’. Ik heb bewondering voor de trompettisten die in elk weertype dat muziekje er zuiver uit moeten zien te blazen. Bij een beetje guur windje is dat een knappe prestatie (en ja, het kan ook erger…).

Maar gezien de herkomt van her riedeltje is het merkwaardig dat het een dodenherdenking aankondigt. Bij zulke treurnis is een of ander rouwliedje meer op zijn plaats. Neem bijvoorbeeld de hartverscheurende trompet die ‘Strange Fruit’ inleidt.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.