In de aanloop naar de verkiezingen van 6 juni voor het Europees Parlement, ontvouwt Jona Lendering in elf deeltjes de Europese historische canon. Vandaag deel zeven over het tijdperk van de revoluties, zeg maar de achttiende eeuw.
Het museum
Periode: 1734
De Capitolijnse Musea in Rome gelden als het oudste museum ter wereld, al waren er natuurlijk altijd rijke mensen met mooie verzamelingen, die ze graag aan anderen toonden. De collectie op het Capitool, waar het Romeinse stadhuis staat, gaat terug tot 1471, toen paus Sixtus IV een paar bronzen beelden schonk aan de stad. Daar kwam sindsdien een enorme collectie standbeelden en inscripties bij.
[caption id="attachment_350637" align="aligncenter" width="233"] De Capitolijnse Musea[/caption]
Wat in 1734 nieuw was, was dat de stad het museum open stelde voor het publiek. Kunst was niet langer iets van de eigenaren, maar werd het gemeenschappelijk bezit van de mensheid. Het museum bestond ooit uit één vleugel naast het raadhuis, daar kwam al snel een tweede vleugel bij; in de twintigste eeuw annexeerde het museum een aangrenzend paleis en de laatste uitbreiding is een ondergrondse corridor onder het stadhuis. Het beroemdste stuk op het Capitool is de middeleeuwse wolvin.
Agrarische Revolutie
Periode: c.1735
[caption id="attachment_350638" align="aligncenter" width="217"] De agronoom Jethro Tull, via Wikimedia.[/caption]
Stel u voor dat u een middeleeuwse boer bent die wat meer geld wil verdienen. Dan zou u een extra stuk land in gebruik kunnen nemen en een extra trekdier kunnen aanschaffen om het te ploegen. Probleem: dat dier consumeert de extra oogst weer weg. Anders gezegd: de landbouw zat in allerlei negatieve feedbackcirkels, die ervoor zorgden dat economische groei moeizaam verliep. De Agrarische Revolutie veranderde dat. Deels doordat men het belang herkende van enkele nieuwe gewassen, zoals de uit Amerika afkomstige aardappel. (Ons woord “patat” is afgeleid van het Nahuatl-woord potatl.) ’s Anderendeels door rustig experimenteren en reflectie op de bestaande vakliteratuur, waardoor bijvoorbeeld de Romeinse auteur Columella ineens aan populariteit won.
De agronomen, zoals deze landbouwwetenschappers heten, zorgden voor aanzienlijk hogere opbrengsten, waardoor een gelijke opbrengst mogelijk was met minder boeren. Europa was losgebroken uit de negatieve feedbackcirkels. De vrijgekomen arbeidskrachten zouden al snel emplooi vinden in de ambachtelijke sector en in de eerste fabrieken.
Aardbeving van Lissabon
Periode: 1755
[caption id="attachment_350639" align="aligncenter" width="355"] Reconstructie van de aardbeving en vloedgolf van Lissabon, via Wikimedia.[/caption]
Op 1 november 1755, als rooms-katholieken Allerheiligen vieren, werd de Portugese hoofdstad Lissabon getroffen door een enorme, alverwoestende aardbeving. Onmiddellijk daarna volgden drie vloedgolven. Zelfs tweeduizend kilometer verderop, in Venetië, was de schok te voelen. Giacomo Casanova, die daar in de gevangenis zat, hoopte op een nieuwe aardbeving, dichter bij huis, die hem een kans zou bieden op bevrijding. Hij zou dat misschien niet hebben gedacht als hij had geweten dat zo’n vijftigduizend mensen om het leven waren gekomen in de kuststrook tussen Lissabon en Rabat.
De intellectuele schok deed nauwelijks onder voor de seismische. Heel Europa dacht erover na. In Pruisen publiceerde Immanuel Kant over de fysische oorzaak van de gebeurtenis. Meer religieus ingestelde denkers wezen erop dat het was gebeurd op een christelijke feestdag, wat een bewijs leek voor Gods woede. In Zwitserland benutte de filosoof Voltaire de gebeurtenis dan weer als argument tegen de optimistische aanname dat een welwillende Schepper de mensheid had geplaatst in de beste van alle mogelijke werelden. De vernietiging van Lissabon was al met al een venijnige contrapunt bij het optimisme van de Verlichting.
Eerste Industriële Revolutie
Periode: Vanaf 1776
[caption id="attachment_350640" align="aligncenter" width="438"] Stoomlocomotief[/caption]
Stel u, na het gedachtenexperiment van de Agrarische Revolutie, eens voor dat u een middeleeuwse ambachtsman bent die wat meer wil verdienen. U zou bijvoorbeeld willen dat u uw spinnenwiel kon automatiseren zodat u uw energie kunt besteden aan andere activiteiten. U kunt dan een paard in een tredmolen zetten. Probleem: dat dier consumeert de extra opbrengst weg. Anders gezegd: ook hier waren negatieve feedbackcirkels die de economische groei beperkten. De oplossing was, vanzelfsprekend, een energiebron die niet te herleiden was tot voedsel. De Romeinen kenden al de watermolen, na de Kruistochten leerde Europa ook de windmolen kennen, en vanaf 1776 was er de toepassing van stoom.
Snel daarna volgden verschillende uitvindingen, zoals de spinmachine die kon worden aangesloten op de stoommachine. De schietspoel en met mechanische weefgetouw vereenvoudigden het weven. En omdat half Europa elkaar tussen 1792 en 1815 aan het afslachten was in ze zogeheten Coalitieoorlogen, was er enorme vraag naar militaire uniformen. Investeren in de textielindustrie was dus lonend, maar feitelijk was de moderne economie, getypeerd door zelfversterkende economische groei, al rond 1785 ontstaan. De leefomstandigheden van de fabrieksarbeiders verslechterden even snel als de economie groeide. Na het midden van de negentiende eeuw veranderde dat, en ondertussen was het dankzij de stoomtrein en de stoomboot mogelijk geworden een wereldreis te maken in tachtig dagen.
De revolutie van het Westen
Periode: Vanaf 1776
[caption id="attachment_350641" align="aligncenter" width="483"] 14 juli 1790: Parijs bedankt Lodewijk XVI, via Wikimedia.[/caption]
Eén van de criteria die ik gebruik om deze Europese canon samen te stellen, is dat het om echt Europese gebeurtenissen moet gaan. De Revolutie van het Westen is een beetje een twijfelgeval omdat ze in 1776 begon in de Verenigde Staten. Daar brak men de banden met de Britse monarchie. De reflecties over de ideale staatsvorm van de Verlichtingsfilosofen waren ingehaald door de praktijk.
Enkele jaren later sloeg de vlam ook in Nederland in de pan, maar door een Pruisische interventie in 1787 kon stadhouder Willem V aan de macht blijven. De Nederlandse patriotten vluchtten naar Frankrijk, waar de revolutie begon in 1789. Koning Lodewijk XVI stond niet onsympathiek tegenover de vernieuwingen – de eerste verjaardag van de bestorming van de Bastille was een eerbetoon aan de vorst – maar la révolution dévore ses propres enfants. Het zou nog enige tijd duren voor het stof was neergedwarreld.
Dit artikel verscheen eerder bij Mainzer Beobacher.