Een andere kijk op het hoger onderwijs

Ook studentenbonden hebben hun achterban vandaag opgeroepen voor een landelijke staking en demonstratie in Den Haag. Maar zijn de problemen in het hoger onderwijs eigenlijk wel vergelijkbaar met die in de rest van de Nederlandse onderwijssector? Hein Vrolijk vindt dat meer geld voor het hoger onderwijs niet de beste oplossing is. Natuurlijk weten ook de universiteiten en hogescholen wel raad met het extra geld dat de regering ongetwijfeld zal vrijmaken, de snelste manier  – vooral met het oog op de naderende verkiezingen – om de ontevredenheid in het onderwijsveld enigszins weg te nemen. Maar meer geld is niet beste oplossing. Alleen al omdat zij helemaal geen financiële problemen kennen, mede dankzij de instroom van buitenlandse studenten (zoals hier valt te lezen). Die enorme instroom heeft wel gezorgd tot een toenemende werkdruk maar om minimaal twee redenen leidt meer geld niet tot minder werkdruk. Meer geld werkt averechts Om te beginnen heeft niemand de universiteiten gedwongen om meer studenten uit het buitenland te accepteren. Integendeel, zij hebben zelf driftig geïnvesteerd in deze nieuwe inkomstenbron - waardoor hun overhead-kosten behoorlijk zijn gestegen. Wel moet worden gezegd dat zij vanuit de politiek zijn opgezadeld met allerlei perverse prikkels die schaalvergroting zo aantrekkelijk maken. De hoogte van hun Rijksbijdrage is namelijk grotendeels gebaseerd op het aantal studenten die zijn ingeschreven voor de officiële studieduur: meestal drie jaar voor de bachelors en één jaar voor de masters. Bovendien worden ze beloond naar “het aantal voltooide bachelors en masters, waarvoor een diploma is verleend”, zeker om te vermijden dat luie of domme studenten zonder diploma de universiteit verlaten. Er is dus een dubbele prikkel om zoveel mogelijk studenten aan te trekken en vervolgens zo snel mogelijk naar de eindstreep te brengen, evt. met een genade-zesje voor de scriptie.

Door: Foto: IISG (cc)

Quote du Jour | Effecten van het leenstelsel

De wereld voor de student zonder ouders die kunnen of willen bijdragen aan de studie van hun kinderen ziet er heel anders uit. Met de invoering van het leenstelsel in 2015 is ook de terugbetalingstermijn uitgebreid. Een student mag de lening nu in 35 jaar terugbetalen, in plaats van in 15 jaar. Voor een student die de studie helemaal zelf financiert en met 25 jaar begint met terugbetalen, wil dat zeggen dat men met een bescheiden salaris bijna het hele werkzame leven terugbetaalt.

Wie na de studie aan de slag wil als leraar of verpleegkundige zal ieder jaar weer worden geconfronteerd met een weging van het inkomen door de overheid waarbij een eventuele salarisverhoging dan keurig afgeroomd wordt door een verhoogde afbetaling.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Andrew Schwegler (cc)

Studieschuld onder gepensioneerden in de VS

ACHTERGROND - Een neefje van mij emigreerde begin jaren tachtig, hij was toen 10 jaar, naar Nieuw-Zeeland. Jaren later, bij een familiediner waar ook mijn tante uit Nieuw-Zeeland was, vertelde ze dat haar kinderen hun studie volledig zelf moesten betalen. Dat in tegenstelling tot wij (verwende) Nederlanders die de studie gratis kregen.

Ik ben er van overtuigd dat meebetalen aan een studie goed is voor de betrokkenheid en het gevoel van “eigenaarschap”. Ik denk dan ook dat met het leenstelsel het rendement omhoog zal gaan. De meest platte vergelijking in dit opzicht: sinds we op de stations moeten betalen voor toiletgebruik, zien deze er een stuk fatsoenlijker uit. De tijd dat het gratis en vies was, zijn we al lang vergeten.

Maar een andere vergelijking zit ook in m’n hoofd. In het programma “Een dubbeltje op z’n kant”, helpt Annemarie van Gaal gezinnen die diep in de schulden zitten. Steevast hebben deze mensen geen zicht op inkomsten en uitgaven. Annemarie van Gaal stimuleert ze om inzicht te krijgen, en veelal moet er ook extra gewerkt gaan worden om inkomsten te verhogen. In de finale van het programma presenteert ze dan een begroting. Als je een paar honderd euro per maand kunt overhouden, dan ben je over x jaar van die y euro schuld af. Als je 30.000 euro schuld hebt, en slechte enkele tientjes per maand kunt overhouden, dan is het de vraag of je ooit nog van zo’n schuld afkomt. Let maar eens op: in sommige afleveringen wagen ze zich niet aan voorspellingen. Altijd duurt het lang, erg lang, en of het uiteindelijk ook lukt, zullen we nooit horen vermoed ik.

Zou dit in het nieuwe leenstelsel ook tot problemen gaan leiden? De aflossingsvoorwaarden zijn gunstig, en de termijnen lang. Maar juist als je makkelijk aan het geld kan komen, is er wellicht weinig besef dat dat na studie niet meer zo makkelijk gaat. Wordt een “leven lang leren” dan een “leven lang interen”? Dat zou kunnen, maar er is wel een maximale termijn: na 35 jaar wordt de schuld kwijtgescholden, dus de kans dat je na je pensioen nog studieschuld hebt lijkt klein.

Foto: Jos van Zetten (cc)

Sociale rechten krijgen een prijs

ANALYSE - Sociale rechten zoals zorg en onderwijs worden in toenemende mate ingericht als producten waarvoor een prijs moet worden betaald, waardoor de meervermogenden ook meer sociale rechten kunnen krijgen. Dat is geen goede ontwikkeling, vindt Sjoerd Verest.

Het akkoord over het sociaal leenstelsel was nog nauwelijks gesloten, of Minister Schippers van Volksgezondheid maakte bekend een nieuwe zorgpolis te willen introduceren waarbij een lagere premie wordt betaald, maar de keuzevrijheid van patiënten over de arts of zorginstelling komt te vervallen. Het zijn twee absurde plannen die dezelfde zorgwekkende ontwikkeling in het sociale domein weergeven. Niet-economische gebieden worden in toenemende mate met een marktrationaliteit omgeven. Het recht op onderwijs en zorg krijgen zodoende een prijs.

Het verderfelijke van deze plannen gaat niet eens over de manier waarop de maatregelen zijn ingevuld. Daar zullen ongetwijfeld positieve uitkomsten voor bepaalde mensen in zitten. Niet-vermogende studenten zullen er door de hogere aanvullende beurs vast en zeker op vooruit gaan. Daarnaast zullen door de goedkopere zorgpolis hoogstwaarschijnlijk veel niet-zorgbehoevenden van een lagere premie genieten en kunnen uit de pan rijzende zorgkosten er allicht door verminderd worden.

Wat de plannen vooral verwerpelijk maakt, is dat een economische rationaliteit de domeinen zorg en onderwijs gaat overheersen. Zorg en onderwijs worden er in toenemende mate door beschouwd als markten waar economische motieven de boventoon voeren en niet meer als voorzieningen waar ieder mens recht op heeft en die het algemeen nut dienen. De zorg wordt door het mogelijk maken van een nieuwe budgetpolis bijvoorbeeld nog meer als een product gezien dat door een consument moet worden ingekocht. Samen met de restitutie- en naturapolis en de verschillende aanvullende verzekeringen wordt het zorglandschap daardoor als een markt waarop de consument een economische en rationale keuze maakt uit verschillende producten en daarmee uit andere rechten.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Leenstelsel door Eerste Kamer

Trouw:

Mensen die dit najaar beginnen met studeren, krijgen geen basisbeurs. Ze moeten het geld voor hun studie lenen. De Eerste Kamer heeft vanavond ingestemd met het wetsvoorstel voor een sociaal leenstelsel.

Ik denk dat dit om meerdere redenen een allesbehalve geweldig idee is. Dit is er alvast één:

‘Met het afschaffen van de basisbeurs worden studenten al snel met een extra schuld van 12.000 euro opgezadeld. De private schuld van Nederland neemt daarmee jaarlijks met zo’n 1,2 miljard euro toe’, vreest FNV Jong.

Foto: Les Hamilton (cc)

Leenstelsel zou zomaar tot hogere hypotheken kunnen leiden

De afgelopen dagen kon je op Twitter lezen hoe heel Nederland zich zorgen maakte om de jonge generatie studenten. Zij krijgen dankzij het akkoord over het leenstelsel voortaan geen studiebeurs meer, maar moeten gaan lenen. En dat vinden wij erg. Nou ja, vooral dat ze dan geen hypotheek meer zouden kunnen krijgen, want dan hebben ‘wij’ er ook last van. En dat kan niet de bedoeling zijn. Het is een beetje vergelijkbare verontwaardiging als over de verhoging van het woningforfait ten gevolge van de huurverhogingen wat mij betreft.

Los daarvan was ook voor mij (uiteraard) de eerste reflex dat dit invloed gaat hebben op de woningmarkt. Immers was ooit de stelregel dat je de maximale hypotheek moet verlagen met ongeveer 3,5 keer de studieschuld. Dit was echter gebaseerd op een berekening met rentetarieven die voor consumptief krediet gelden. De maandelijkse last van de studieschuld kwamen in die berekening op zo’n 2% uit van de totale lening.

Sinds april vorig jaar is dit bijgesteld, de maandlast wordt nu bepaald op zo’n 0,75% van de lening. Dat betekent dat je sindsdien ongeveer 1,5 maal de studielening van de maximale hypotheeksom af moet trekken. Een gemiddelde studieschuld is op dit moment bij afstuderen zo’n 14.500 euro, waardoor de afstudeerder dus zo’n 20.000 minder hypotheek kan krijgen. Overigens gaat die stelregel uit van een betaaltermijn korter dan de toegestane 15 jaar, waarom is mij niet geheel duidelijk.

Foto: Elger van der Wel (cc)

Leenstelsel

OPINIE - Ach, de Hofvijver. Het moeten de kikkers zijn die de politici inspireren, want onze politici kwaken wat af. Neem de opmerking van minister Bussemaker van Onderwijs dat iedereen er door de invoering van het leenstelsel op vooruitgaat, ook de studenten. De opbrengst van het leenstelsel, een miljard, wordt namelijk geïnvesteerd in het onderwijs.

Bussemaker heeft dus feitelijk niets gezegd. Het gaat er immers om waarin dat miljard wordt geïnvesteerd. En juist daar wringt de schoen. Ik probeer al een uur te bedenken welke door het ministerie genomen maatregelen nou echt als verbetering van het hoger onderwijs kunnen worden gekwalificeerd en ik kan er precies nul noemen. Ik denk daarom dat de kans precies 100% is dat dat miljard zal worden verspild aan het zoveelste project waarmee het onderwijs verder wordt gesloopt.

Mag ik een voorstel doen dat wél werkt? Gebruik het geld om studentenhuizen te bouwen, zo dicht mogelijk bij de universiteiten en hogescholen. Waarom? Ik citeer uit een eerder stukje:

De efficiëntste manier om te studeren is, heel simpel, dat je ’s morgens naar de leeszaal gaat, met een paar medestudenten rond een tafel gaat zitten, en je buigt over hetzelfde onderwerp. Drie kwartier lezen, rekenen, schrijven en wat dies meer zij, en dan samen koffie halen en de stof bespreken. Als de tijd wordt genomen voor een redelijke lunch en een wat uitgebreider avondeten in de mensa, staat niets de perfecte flow in de weg, zodat je met plezier bezig bent van vroeg in de ochtend tot laat in de avond.

De groepsgrootte is eens onderzocht: ergens tussen de vijf en acht mensen. Bij een grotere groep gaan haantjes-de-voorsten de gesprekken domineren, waardoor minder assertieve studenten onvoldoende aan bod komen. Als de groep kleiner is, ontstaan er minder vragen en neemt de kans toe dat niet alle complicaties van de stof worden doorzien.

De enige voorwaarden waaraan moet zijn voldaan, zijn natuurlijk dat de leeszaal vroeg open is en dat het mogelijk is laat op de avond nog naar huis te gaan. Om die reden was het in de jaren zestig en zeventig beleid om studenten zoveel mogelijk op een campus te concentreren en daar ook supermarkten, wasserettes en mensa’s in te richten.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

‘Hulde voor het leenstelsel!’

Columnist Ewald Engelen ziet het nieuwe leenstelsel wel zitten:

we krijgen een sociaal leenstelsel. Hiermee wordt in één klap aan twee sociale kwaden een einde gemaakt. Ten eerste de omgekeerde solidariteit tussen arm en laagopgeleid aan de ene kant en geprivilegieerd en hoogopgeleid aan de andere. Net als bij kunst en cultuur vallen de deelverzamelingen van gebruikers en betalers in het hoger onderwijs niet samen. Universiteiten worden net als De Nederlandse Opera en het Concert­gebouworkest uit de algemene middelen betaald. Oftewel, alle belastingplichtige Nederlanders betalen mee aan de zwaar gesubsidieerde kaartjes van opera en orkest. Maar als je in Stopera of Concertgebouw rondloopt, zie je meteen dat de bezoekers geen dwarsdoorsnede van Nederland zijn: oud, wit en veel broches, brogues en corduroy. Datzelfde geldt voor het hoger onderwijs. We betalen allemaal, maar het is vooral de gegoede middenklasse die ervan geniet.

Quote du jour | Tijdbom

In het nieuwe sociale leenstelsel zal het uitgeleende bedrag oplopen. Niet alleen stijgt de schuld per student van gemiddeld 15- naar 21 duizend euro – ook mag er twintig jaar langer over worden gedaan om het terug te betalen. Wie nu afstudeert betaalt in 2049 de laatste termijn af.

Er kan vergif op worden ingenomen dat er voor die tijd een minister op OCW komt die de debiteurenportefeuille in cash zal omzetten. Als gedeeltelijke kwijtschelding niet meer mag, kunnen de leningen worden geprivatiseerd. Met een fikse discount worden ze aan beleggers gesleten.

In de VS, waar de uitstaande studieschuld al 1 biljoen dollar (720 miljard euro) bedraagt, zijn deze herverpakte leningen een geliefd product van speculanten die er mooie derivaten op verzinnen. Net als de subprimes (hypotheekleningen) van 2007 worden ze daar al een tijdbom onder de financiële markten genoemd.

Ook hier zal ooit die tijdbom tikken.

Minder studenten door leenstelsel

Uit Trouw:

Een op de tien huidige studenten zou waarschijnlijk niet meer gaan studeren als de studiefinanciering een lening wordt. […]

Een klein jaar geleden concludeerde ook het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) dat het studiegedrag gaat veranderen als het leenstelsel wordt ingevoerd. Toen bleek dat studenten bij het afschaffen van de basisbeurs zouden afzien van extra’s zoals een tweede master, een buitenlands studiejaar of extra stages.

Wat je in ieder geval zult zien, is dat de ‘kansloze’ studies (Romaanse Talen, Kunstgeschiedenis, etc.) worden geconfronteerd met dramatisch minder studenten. Vanuit economisch oogpunt is dat natuurlijk gunstig. Maar je kunt mij niet wijsmaken dat dit opgeteld niet tot een enorme culturele verarming van de samenleving gaat leiden. (Ook al interesseert de Blauwe Periode van Picasso mij persoonlijk helemaal niets, het zou toch doodzonde zijn als in de praktijk niemand meer de kans krijgt hier zich een tijdje mee bezig te houden).

Volgende