OPINIE - Het gerechtshof in Arnhem besloot dinsdag dat het Openbaar Ministerie (OM) toch onderzoek moet doen naar oud-topambtenaar Joris Demmink. Pijnlijk voor het OM, want die had eerder gezegd dat er onvoldoende bewijs was voor strafrechtelijk onderzoek.
Joris Demmink was van 2002 tot 2012 secretaris-generaal van het ministerie van Veiligheid en Justitie, en werkte al op het ministerie sinds 1982. Al sinds 1999 duiken er regelmatig geruchten in verschillende media op dat Demmink seksueel contact zou hebben met minderjarige jongens. In een justitieel onderzoek met de codenaam Rolodex naar een pedofielennetwerk werd naar verluid zijn naam genoemd. Maar na het onderzoek werd niemand veroordeeld.
Niettemin volgden de jaren erna verschillende geruchten en beschuldigingen aan het adres van Demmink. Sinds 2013 spitst de affaire zich toe op vermeend misbruik van twee Turkse jongens, tijdens een dienstreis in 1996. Demmink zei dat hij sinds 1986 niet in Turkije is geweest en het OM ging niet over tot strafrechtelijk onderzoek, omdat er geen bewijs zou zijn dat Demmink in 1996 in Turkije was. (NRC Handelsblad heeft een goed overzicht van alle gebeurtenissen in de Demmink-affaire sinds 1999.)
Ondertussen loopt er een civiele zaak tegen Demmink, aangespannen door de stichting De Roestige Spijker, om een Amerikaanse documentaire verspreid te krijgen (die staat overigens al op Youtube). In die zaak worden getuigen onder ede gehoord over vermeend misbruik in de jaren ’80. Onder de getuigen zijn ook twee agenten die betrokken waren bij de Rolodex-zaak.