De heele meer is zeven uuren in zyn omtrek en wy woonen aan een laan die drie uren lang is, beplant met hooge boomen…
In het hart van de Beemster staat de voormalige hervormde pastorie. Ooit woonde hier Elisabeth Wolff, ze was getrouwd met een dominee. Hun huwelijk was een verstandskwestie. Thuis in Vlissingen werd Betje niet gestimuleerd in haar literaire ambities, maar Abraham Wolff was een liefhebber van de letteren. Hij kon haar bevrijden door een huwelijk met haar te sluiten.
Bij binnenkomst valt meteen de grote geografische kaart van de Beemster op. De geschiedenis van het woonhuis begint in 1614, vlak nadat de Beemster is ingepolderd. In de loop der jaren is de woning herbouwd en verbouwd, aangepast aan de smaak en eisen van de tijd. De begane grond heeft drie mooie kamers, een opkamer en een gezellige woonkeuken. De inrichting van het huis is niet in één bepaalde stijl. De kamers vertegenwoordigen de verschillende tijdperken dat het huis als woonhuis in gebruik was. Deze zomer worden de ruimtes in het museum opgefleurd met allerlei kledingstukken en accessoires, want er is een tijdelijke tentoonstelling over textiel. Liefhebbers van oude lapjes kunnen hun hart ophalen. Op de grote zolder is een kort filmpje te zien van een modeshow van ondergoed. Je kunt ook een blik werpen in het spekhok, waar vroeger ‘burgerhart’ werd bewaard, de gedroogde zuiderzeeharing.Aan de achterkant van de zolder is de belangrijkste ruimte van het museum: de voormalige werkkamer van Betje Wolff. Al snel nadat ze in Middenbeemster arriveerde liet ze een kamer op zolder aftimmeren en ze noemde deze ruimte ‘Kipperust’. De werkruimte is in 1959 grondig gerestaureerd. De bibliotheek is er ook onder gebracht en bevat veel werken die de schrijfster ook in haar bezit moet hebben gehad. Met één druk op de knop kun je horen hoe de vriendschap tussen Betje Wolff en Aagje Deken tot stand kwam, een vermakelijke geschiedenis. Kipperust is een schrijfruimte die alle Sargasten graag zouden willen hebben: licht, stil en uitzicht op de boomgaard.