Kunst op Zondag | Gebaar

We maakten in onze muzikale dagsluiter een gebaar dat maar gedeeltelijk positief werd ontvangen. Misschien dat beeldende gebaren beter worden genoten. Gelukkig kan ik dit schrijven, dus is het niet aan dovemansoren gericht. Es hört doch jeder nur, was er versteht. Deze tot wandtegeltjeswijsheid verheven uitspraak van Goethe mag door velen worden gepraktiseerd, het moet niet betekenen dat overheid en publieke organisaties het VN-verdrag handicap aan de laars lappen. Dus ja, de publieke omroepen mogen het nieuws wel vaker door een de doventolk laten presenteren. En 30 uurtjes gebarentaal-ondersteuning voor bezoek aan bijvoorbeeld huisarts, notaris, ouderavonden, trouwerij en begrafenis, kan door aanvragen worden uitgebreid, maar dat is administratieve rompslomp die verminderd kan worden door die uren op, pakweg, het dubbele te stellen. U ziet het al aankomen: deze Kunst op Zondag gaat verder in gebarentaal.

Closing Time | Nogmaals gebaren

Om de dag af te sluiten waarmee het ook begonnen is: gebarentaal.  Best lastig om te leren. Maar een liedje uitbeelden, leuk spelletje op feestjes, kan misschien een alternatief zijn. Eigenlijk is het en soort ‘mime-maar-ook-weer-niet-helemaal’ en werkt alleen als de ‘interpreteur’ goed is.

In het Britse televisieprogramma ‘Fast en Loose’ (2011) verzorgde acteur en comedian David Armand in elke aflevering een zgn. ‘interpretative dance’. En natuurlijk, het heeft uiteindelijk helemaal niets met de echte gebarentaal te maken.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: butupa (cc)

De aanslag en de gebarentaal

COLUMN - Wat is Nederland toch een achterlijk land.

Terecht plaatste de webredactie van Onze Taal gisterenochtend een kritisch stukje over de zogenaamde ‘erkenning’ van het Limburgs die minister Ollongren dit weekeinde uitriep. Dat is een erkenning van niets, een verkiezingsstunt, een puur symbolisch gebaar, terwijl er twintig jaar geleden ook al zo’n erkenning is geweest, ook al een symbolisch gebaar. Waarom de Limburgers het slikken is mij een raadsel.

Maar dan maakt de overheid tenminste nog een symbolisch gebaar richting de Limburgers, zoals het een paar maanden geleden een gebaar maakte naar de sprekers van het Nedersaksisch. Om erkenning van de Nederlandse Gebarentaal wordt al veel langer gevraagd. In 1997 (ne-gen-tien-ze-ven-en-ne-gen-tig) was er al een commissie die op die erkenning aandrong.

Kluitje

De inwoners van de provincie Utrecht die gisteren afhankelijk waren van de gebarentaal kregen niets mee van het gebeurde. Ik ben het nagegaan: geen enkele tv-uitzending werd door een gebarentaaltolk vertaald. Natuurlijk konden mensen via geschreven bronnen het nieuws tot zich nemen. Maar in ieder geval voor een deel van de Dove gemeenschap is het Nederlands een tweede taal.

Het verschil tussen het Limburgs of het Nedersaksisch aan de ene kant en het Nederlands aan de andere kant is veel kleiner dan de afstand tot de gebarentaal, een taal met een heel andere woordenschat en grammatica.  Als een groep sprekers van een ‘autochtone’ taal steun verdient, zijn het de gebruikers van die gebarentaal.

Foto: Niels Beune (cc)

Gebarentaal ligt onder vuur

OPINIE - Gebarentaal was essentieel voor de emancipatie van dove mensen. Maar gebarentaal ligt onder vuur. Onterecht, constateert sociologe Anja Hiddinga.

Dat er in Nederland dove mensen wonen is de afgelopen decennia steeds zichtbaarder geworden. Wij kijken niet meer op van doven in de media, in bioscoopfilms of van gebarentaaltolken in TV programma’s. Cursussen gebarentaal zijn in trek, de tolkenopleiding gebarentaal aan de Hogeschool Utrecht loopt vol en het is in de mode om – horende – pasgeborenen ‘babygebaren’ te leren.

Maar terwijl serieuze aandacht van de horende wereld voor gebarentaal en gebarentaalgebruikers groeit, wordt nu door sommige experts het belang van gebarentaal in de opvoeding van jonge dove kinderen ter discussie gesteld. Deze kinderen, van wie de jongste generatie voor meer dan 90 procent een elektronische binnenoorprothese (CI) heeft, zouden geen baat meer hebben bij gebarentaal. Sterker nog, het gebruik van gebarentaal zou hen in de weg zitten bij het verwerven van de gesproken taal.

Wetenschappelijke publicaties met deze strekking roepen in kringen van taalkundigen en pedagogen veel kritische vragen op over de methodiek en conclusies van het onderzoek. Maar terwijl discussies daarover in de vakliteratuur volop gaande zijn, verschijnen inmiddels berichten in de media met een bepaalde strekking: de rol van gebarentaal in het leven van jonge dove kinderen in Nederland lijkt te zijn uitgespeeld.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Closing Time | Gebaar

De gedachten zijn vrij. Of is dat meer een gebaar?

Meer na de ‘lees verder…’


Ook popmuziek kent covers door ‘sign language interpreters’. En ja, dan blijkt tolken ook een kwestie van interpretatie. Vergelijk deze twee ‘covers’.
“TRY” Musical performance by PINK ASL Interpretation by Amber G

en
“Try” by Pink in ASL

Foto: foto: daBinsi (http://www.flickr.com/photos/dabinsi/)

De derde landstaal

De provincies in het noorden en het oosten van het land laten het er niet bij zitten. Nadat een verzoek tot erkenning van het Nedersaksisch vorige maand door minister Spies werd afgewezen, is men nu een handtekeningenactie begonnen om de minister tot andere gedachten te brengen.

Zo’n erkenning is vooral een politieke kwestie. Wetenschappelijke (dat wil zeggen: taalkundige) argumenten ervoor of ertegen zijn er eigenlijk niet. Het Nedersaksisch is een min of meer samenhangende groep dialecten die verwantschap vertonen met de ‘Platduitse’ dialecten aan de andere kant van de grens. Ze verschillen van het standaard-Nederlands, maar of die verschillen groot genoeg zijn om van een taal te spreken, dat is een willekeurige kwestie.

Het geharrewar gaat dan ook vooral over geld. De provincies willen de erkenning omdat ze hopen op die manier meer geld uit Europa te krijgen. De minister wil de erkenning niet omdat deze ook allerlei (financiële) verplichtingen voor het Koninkrijk der Nederlanden met zich meebrengt. Daarnaast is het voor de provincies vooral ook een prestigekwestie: door te laten zien dat ze een ‘eigen taal’ hebben, kunnen ze beter verdedigen dat er een eigen bestuurslaag moet zijn, de provincie. Daarnaast heeft de erkenning ongetwijfeld voor sommige sprekers een emotionele waarde: de overheid kan er een gebaar mee maken naar een immaterieel erfgoed dat langzaam maar zeker aan het verdwijnen is.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

De strijd voor het behoud van gebarentaal

Intieme technologie  kan emanciperend werken. Maar lang niet altijd. De opkomst van het cochleair implantaat heeft bijvoorbeeld de verspreiding van gebarentaal geen goed gedaan, volgens socioloog Stuart Blume in deze nieuwe aflevering van Intieme Technologie.

Vanuit technisch oogpunt is een cochleair implantaat een prachtig staaltje van technologie. Het implantaat bestaat uit een elektrode die via een operatie wordt ingebracht in het binnenoor (slakkenhuis of cochlea), een microfoon (die eruitziet als een gehoorapparaat) en een ontvanger. Hiermee kunnen doven bij wie een gewoon gehoorapparaat niet werkt, toch op een bepaalde manier horen. Ik heb geen cochleair implantaat, noch iemand anders in mijn familie. Toch heeft deze technologie twintig jaar geleden een belangrijke rol in mijn leven gekregen.

Wondertechnologie

Dit begon in mei 1989, toen bij mijn zoon Jascha, die toen 18 maanden oud was, werd vastgesteld dat hij doof was. De schok en de zorgen die dit nieuws teweegbracht, zullen niet verschillen van wat alle ouders voelen als ze horen dat er iets met hun kind aan de hand is. We begonnen gebarentaal te leren, maar eigenlijk bleven we stiekem hopen dat alles weer in orde zou komen dankzij de medische wetenschap. Wanhopig op zoek in de medische literatuur, kwam ik op het spoor van het cochleaire implantaat. Het was toen net ontwikkeld in Australië, en in Nederland waren nog maar net de eerste implantatieoperaties uitgevoerd. Een krantenkop suggereerde dat het hier om een soort wondertechnologie ging. We besloten een KNO-arts te raadplegen, om te horen of dit iets voor Jascha was. Hij vertelde ons dat dit in de toekomst misschien kinderen als Jascha kon helpen. Maar nu nog niet. Ik besloot de ontwikkelingen nauwlettend te volgen en (niet minder belangrijk) uit te vinden waar de operaties werden gedaan.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

WW: Lucy de menselijke chimpansee

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.

Al eerder refereerde ik naar een aflevering van de briljante wekelijkse podcast van This American Life. Maar de aflevering van deze week verdient wederom alle aandacht. In ’the parent trap’, de uitzending van deze week, twee verhalen over ouders die hun kinderen (onbedoeld) voor lastige situaties plaatsen. Het tweede verhaal ‘The opposite of Tarzan’ werd gemaakt door WNYC’s Radiolab en beschrijft het leven van Lucy, één van de menselijkste dieren ooit.


(Lucy from Radiolab on Vimeo).

Nu zijn er meerdere verhalen over mensapen, opgevoed door mensen die bijzonder menselijk gedrag vertonen. Vaak gaat het hier om circusdieren, die -getooid met malle hoedjes en kleren- zo menselijk mogelijk moeten doen om de kost te verdienen. Bij Lucy Temerlin lag het anders. Haar menselijke opvoeding was het resultaat van de nieuwsgierigheid van de psychotherapeut Maurice K. Temerlin. Hij was benieuwd hoe menselijk een mensaap zou kunnen worden en besloot de daad bij het woord te voegen: hij adopteerde in 1964 samen met zijn vrouw de pasgeboren chimpansee Lucy en voedden haar op alsof het hun dochter was. Ze werd niet alleen geliefd als een dochter, maar ook behandeld als een klein mens. En mede doordat Lucy nooit contact had met andere mensapen groeide ze op als een menselijk kind.

Zo droeg ze jurkjes, at met mes en vork aan tafel en las ze tijdschriften. Misschien nog belangwekkender is dat Lucy gebarentaal aangeleerd kreeg door primatoloog Roger Fouts. Uiteindelijk leerde Lucy zo’n tweehonderd gebaren. En er waren tekenen dat het hier niet ging om pure na-aperij, maar om daadwerkelijk taalgebruik. Zo beschreef Lucy een watermeloen als “drink fruit”. Ook loog ze tegen haar ‘vader’: toen ze ooit de vloer bevuilde schoof ze de schuld in de schoenen van Fouts’ student Sue.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.