Kunst op Zondag stoeit met de muzen

In de bossen van het Friese Oranjewoud ligt Museum Belvédère. In de ‘zomer van Jeanne’ staan hier de Parijse jaren van Jeanne Bieruma Oosting centraal. Kunst op Zondag bezocht ‘stoeien met de muzen’ en stond oog in oog met de serie Chairs uit 1931. Een serie litho’s die alleen in 1934 in ons land te zien was en toen als vrouw onvriendelijk werd beoordeeld. Deze zomer zijn de musea in Nederland klaar voor het hele oeuvre van Oosting. Tot en met 21 augustus 2022 kun je zelf stoeien met de muzen in het paradys. [caption id="attachment_339121" align="aligncenter" width="450"] Zaalimpressie, Stoeien met de muzen © Jeanne Bieruma Oosting © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Zomer van Jeanne 2022 is de zomer van schilder Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994). Biograaf Jolande Withuis gaf met haar biografie van de kunstenaar het startsein voor een museale zomer voor deze vergeten schilder. Tijdens haar lange leven vond de ene criticus Oosting’s werk te mannelijk, de andere jury beoordeelde het juist typisch vrouwelijk. Oosting had zelf lak aan dit soort typeringen. Zij ging gewoon haar gang, ze schilderde bijna haar hele leven omdat ze niet anders kon én niet anders wilde. Haar Parijse werk (1929-1940) is heel koel in ons land ontvangen. [caption id="attachment_339120" align="aligncenter" width="450"] Stoeien met de muzen © Jeanne Oosting, in Museum Belvédère © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Chairs nu te zien Toen de serie Chairs in 1934 hier te zien was, werd het beoordeeld als vrouwonvriendelijk. Uitgever, dichter-schrijver Valentin Bresle sprak waarschuwende woorden als een verzamelaar de litho’s wilde kopen: “Onder de ‘viriele’ kracht van Oostings stevige lijnen ging een vrouw schuil, met een ‘delicate ziel en een frank en vrij hart’. Met haar vertoon van artistieke kundigheid kon zij zich wel enige ‘stoutmoedigheid’ permitteren, hoopte hij.” (p. 31 Stoeien met de muzen, Susan van den Berg (2022)). Grafiekportfolio’s als Chairs werden in die tijd gekocht door verzamelaars die de platen in de beslotenheid van hun eigen huis bekeken. Nu is het zover, de musea zijn er nu blijkbaar klaar voor om de tien litho’s van Chairs (vlees/lichamen) met het publiek te delen. Museum Belvédère heeft vier kabinetten ingericht met deze serie en nog ander werk van Oosting. [caption id="attachment_339118" align="aligncenter" width="450"] Stoeien met de muzen © Jeanne_Oosting , in Oranjewoud © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Slaapkamerscènes In Parijs, toen het mekka van de moderne kunst, kwam Jeanne in aanraking met een antiburgerlijke sfeer. In de Franse hoofdstad moest je als kunstenaar zijn, daar vond je inspiratie. Jeanne had na alle beperkingen die ze in Nederland had ervaren een grote honger naar vrijheid. In Parijs was de vrije seksualiteit, ook voor vrouwen, een onderdeel van het kunstenaars leven als bohemien. De jonge Oosting liet zich in haar zoektocht naar het echte leven, niet beperken door de regels in haar geboortemilieu. Jeanne Oosting zocht de vrouwen op in hun slaap- en hotelkamers en tekende ze naakt of halfnaakt. Alle tien werken zijn 39 bij 29 centimeter, uitgevoerd in zwarte lijnen met elk één andere steunkleur. [caption id="attachment_339122" align="aligncenter" width="450"] Abel Lenstra (1956) © Jeanne Oosting © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Jeanne Oosting in Friesland Een tweede thema in deze expositie zijn de Friese werken van Oosting, zoals sfeerbeelden uit de haven van Lemmer. Het zijn voorbeelden van vroeg werk zoals de olieverfschilderijen van de haven van Lemmer (1916) en vissersboten in Lemmer (1920). In 1925 schildert ze Rinsma State, het landhuis van haar familie in het Friese Driesum. De jonge Jeanne logeerde hier regelmatig. Het doek ‘Friese begrafenis’ (zonder jaartal) laat een donker interieur van een kerk zien met centraal in het werk de kist bedekt met een rode doek met daarop witte bloemen. In 1956 schildert Oosting de Friese voetballer Abel Lenstra in actie met de bal. Daarnaast zal ze na terugkomst uit Parijs (1940) regelmatig een Fries tafereel als thema nemen voor een tekening, litho, aquarel of schilderij. Landgoed Lauswolt en het interieur van het laatste huis waar haar moeder woonde, zie je steeds weer terug. [caption id="attachment_339124" align="aligncenter" width="450"] Museum Belvédère in het Friese Oranjewoud © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Jeanne Bieruma Oosting, Stoeien met de muzen is nog tot en met 21 augustus 2022 te zien in Museum Belvédère. Conservator Susan van den Berg en biograaf Jolande Withuis hebben samen een informatieve en lezenswaardige catalogus gemaakt. Deze 62-pagina tellende publicatie met veel afbeeldingen is voor  € 15 te koop in de museumwinkel en hier online. [caption id="attachment_339117" align="aligncenter" width="450"] Arcadia_Friesland, Wilma in het Paradys © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Combineer de muzen met het Paradys Oranjewoud is onderdeel van de Friese Wouden. Het museum ligt op het terrein van het kunstproject Paradys. Voor Arcadia Friesland heeft artistiek leider Hans den Hartog Jager 15 internationale topkunstenaars uitgenodigd om nieuw werk te maken. De artiesten moesten zich laten inspireren door de omgeving en de rijke geschiedenis van Oranjewoud. Voor de rest was alles mogelijk: van kritisch commentaar op de buitenwereld en de macht die deze plek heeft geschapen tot pogingen om een plek als Oranjewoud nog mooier, nog paradijselijker te maken. In Paradys vind je werk van Marianna Simnett, Charles Avery, Mercedes Azpilicueta, Diana Scherer, Erik van Lieshout, Augustas Serapinas, Isa van Lier, Louis Le Roy, Kasper Bosmans,  CATPC / Athanas Kindendie, Jakob Kudsk Steensen, Alexandra Pirici, Em’kal Eyongakpa, Gregor Schneider en Alicja Kwade. [caption id="attachment_339123" align="aligncenter" width="450"] Eén van haar vele tekenboekjes van Jeanne Oosting © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Lees hier ook Kunst op Zondag verkent Arcadia Friesland Jeanne Bieruma in Museum STAAL in Almen. De zomer van Jeanne begint in Zutphen.   © foto’s en tekst Wilma Lankhorst © gebruik van de foto’s met dank aan en met goedkeuring van de genoemde musea en kunstenaars.

Door: Foto: Impressie van 'Stoeien met de muzen © Jeanne Oosting in Oranjewoud © foto Wilma Lankhorst.
Foto: Detail uit het Fivelgoër en Oldambtster landrecht landrecht copyright ok. Gecheckt 04-10-2022

Kunst op Zondag | Friese Vikingen

In het Fries Museum in Leeuwarden is momenteel een expositie over het Noord-Nederlands kustgebied in de Vroege Middeleeuwen, “Wij Vikingen”. De boodschap is simpel samen te vatten: de Noormannen hebben in de negende eeuw behoorlijk huis gehouden in de Lage Landen, maar er waren mensen in wat nu Friesland en Groningen heet die zich bij de plunderaars aansloten en meededen. Friese Vikingen dus.

Het bewijs voor die stelling valt archeologisch moeilijk te leveren. Je kunt natuurlijk het skelet van een slachtoffer tonen, maar de dode zal je niet melden wie hem heeft vermoord. Het bewijs dat er Friese Vikingen waren, zal moeten komen uit de geschreven bronnen. Die vermelden echter alleen dát de Noormannen tekeer zijn gegaan op deze of gene plaats. Of het Noren of Denen waren, staat er niet bij. Laat staan dat erbij staat of het Friezen waren, dus mensen uit het gebied van Vlaanderen tot Noord-Duitsland. Gelukkig bieden de Friese rechtsteksten aanwijzingen en nog gelukkiger is dat het Fries Museum de manuscripten ook toont.

Het slachtoffer van een Vikingaanval op Zutphen (882)

Middeleeuws recht

Een van de cruciale passages komt uit het Fivelgoër en Oldambtster landrecht, dat ooit heeft gegolden in wat nu de provincie Groningen is. Hieronder de passage die u ziet op de foto boven dit stukje.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Een Friese Sinterklaas

ACHTERGROND - Wie dacht dat wij op 6 december 2018 weer voor een jaar verlost waren van de goedheiligman en zijn wel of juist niet discutabele begeleiders, heeft het helaas mis. Nu zijn Friezen nogal eigenzinnig, een vaststelling die zo cliché is dat het niet of nauwelijks nog opgevat kan worden als een belediging of compliment, maar het feit dat er precies in het midden van deze provincie een dorpje ligt dat jaarlijks op 21 februari Sinterklaasavond viert, is een opvallende illustratie.

Nu ligt de zaak, zoals te verwachten, minder eenvoudig dan het op het eerste gezicht lijkt. In de eerste plaats gaat het hier om een syncretisme van twee feestdagen: de verjaardag van Sinterklaas en de naamdag van Petrus (22 februari), één van de bekendste discipelen van Jezus van Nazareth, in Nederlandstalige streken beter bekend onder de naam Sint-Pieter. Zijn feestdag wordt vanouds gezien als het begin van de lente, dus wie hier alweer vruchtbaarheidsriten ruikt, ruikt niet verkeerd. Hiernaast is deze feestdag niet alleen zuivere folklore maar deels ook ‘invented tradition’, althans in Ons Dorp. Aan het einde van de negentiende eeuw was de viering van de feestdag ingezakt en de leidster van de plaatselijke Nutsbewaarschool (kleuterschool), juf Riek Jansen (1879-1969), besloot met de nodige aanpassingen het feest rond 1900 nieuw leven in te blazen.

Foto: camping-987707_1280_pixabay

Een echt deeleconomie

COLUMN - Vorig weekend gingen we op bezoek bij vrienden op een camping in Friesland. De gastheer en -vrouw reden met ons mee. Onderweg belde zij alvast met de receptie om te vragen hoe ze ons als gasten moest aanmelden. Ik begreep het daarop volgende gesprek niet helemaal. Blijkbaar hing dat aanmeldproces af van wie er op dat moment zat, de ene was heel streng en de ander heel makkelijk. Nou kon ik me nog voorstellen dat er heel wat personeelsverloop is op zo’n camping, maar niet dat zo’n proces telkens anders kon gaan.

Bij aankomst werd het duidelijk; het waren de camping-gangers zelf die de receptie bemanden. Om de beurt namen ze een week voor hun rekening. Ook de wc’s werden in roosterdiensten door de mensen zelf schoongemaakt. En brandschoon mag ik wel zeggen. De opgehangen lijsten waren netjes ingevuld met naam en tijdstip, heel professioneel. Even later zag ik een vrouw met een schepnetje het zwembad onder handen nemen. Het hele park zag er prachtig aangeharkt uit.

Dit leek wel een echte deeleconomie. Er is geen centrale beheerder; ze doen alles zelf. De grond is in eigendom van allen, het sta-geld per jaar maar 800 euro. Dat je nog naar beneden kan werken in het voorjaar, als er werkzaterdagen zijn waarop onderhoud wordt gepleegd. De caravans kunnen in de winter gewoon blijven staan.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: De eerste pagina van het Oera Linda Boek (Tresoar, Leeuwarden) copyright ok. Gecheckt 01-03-2022

Het Oera Linda Boek

ACHTERGROND - Omdat de goede Hans Overduin, die u elke week trakteert op een verhaal over volkscultuur, op vakantie is, neem ik het vandaag over. En omdat ik een pseudo-Hans ben, doe ik een stukje pseudo-geschiedenis: het Oera Linda Boek.

Ons verhaal begint in 1867, toen een onderwijzer uit Harlingen, Jan Frederik Jansen, de Friese archivaris Eelco Verwijs attendeerde op de familiestukken van Cornelis over de Linden, een timmerman uit Den Helder. Verwijs reisde de Zuiderzee over om Over de Linden te spreken en was enthousiast, want deze tekst beschreef de alleroudste geschiedenis van de Friezen. De Grieken hadden een Ilias, de Indiërs een Mahabharata, de Ieren de gedichten van Ossian en de Duitsers een Nibelungenlied – en de Friezen hadden nu het Oera Linda Boek. Je zou verwachten dat Verwijs door roeien en ruiten zou gaan om het uit te geven, maar hij deed niets en droeg het over aan Johan Winkler (een later beroemd geworden dialectoloog). Die vond het maar verdacht en zijn oordeel is verrassend actueel: een oudheidkundige vondst zonder geldige provenance kan een vervalsing zijn en verdient geen aandacht. Hierbij had het kunnen blijven. Helaas bleef het er niet bij. Er zou nog een dode vallen door het Oera Linda Boek.

Foto: --Tico-- (cc)

Nooit meer kievitseieren rapen

COLUMN - Opnieuw moet een stokoude traditie het veld ruimen. Een traditie die zelfs ouder is dan de Elfstedentocht. Het kievitseieren rapen oftewel ljipaaisykjen in het Fries. Het rapen van de eieren is niet echt bevorderlijk voor het voortbestaan van deze zeldzame weidevogel. De kievit heeft het door de intensivering van de landbouw, het verdwijnen van broedgebieden door verstedelijking en het eetgedrag van de Fransen, die maar al te graag een malse kievit naar binnen slurpen, al moeilijk genoeg. En staat in veel Europese landen op de lijst van bedreigde diersoorten. Daar komt nog eens bij dat uit de vroeg in het jaar gelegde kievitseieren vaak wat grotere en zwaardere jongeren komen met een hogere overlevingskans. Laten de eierrapers nu net deze eieren uit het nest jatten. Het zou verboden moeten worden.

Dat is dan ook precies wat de Raad van State onlangs deed: een verbod uitvaardigen op het rapen van kievitseieren in Friesland. Dit tot groot verdriet van de Bond Friese Vogelwachten (BFVW), die zich juist sterk maakt voor het handhaven van de cultuurhistorische traditie van het eierrapen. In de rest van ons land is het rapen al heel lang via artikel 12 van de Flora- en Faunawet verboden. In 2013 kreeg de BFVW van de provincie Friesland nog ontheffing van dit verbod, waardoor het rapen van ruim zesduizend eieren tussen 1 maart en 1 april werd toegestaan voor een periode van drie jaar.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Y♥YNTL (cc)

Niet Athene of Rome, maar Friesland is de bakermat van de moderne beschaving

De geschiedenis van de donkere middeleeuwen is aan herijking toe. Volgens de Britse historicus Michael Pye is niet de Middellandse Zee, maar de Noordzee de kraamkamer van onze moderne wereld. Het waren vooral de Friezen die gedurende de achtste en negende eeuw de economische touwtjes stevig in handen hadden.

Door buitenstaanders vaak omschreven als zompige provincialen, die als vissen in het water leefden en vrijwel uitsluitend per boot reisden, maar in werkelijkheid heer en meester in de wijnhandel, textiel en mode. Magna Frisia strekte zich langs de Noordzeekust uit van het Vlaamse Zwin tot de Duitse Wezer. Zelfs in het oosten van Engeland en het Noorse Kaupang zijn restanten van de Friese beschaving gevonden.

De Friezen herontdekten de vaarroutes over de Noordzee, stichtten steden die al opbloeiden toen het Romeinse Rijk in verval raakte en dreven overal waar ze kwamen handel. Het waren de Friezen die een in onbruik geraakt ruilmiddel nieuw leven inbliezen: muntgeld, zilveren deniers.

Het gebruik van muntgeld als betaalmiddel bracht boekhoudkundige technieken als kredietverschaffing en aandelen met zich mee. Ook een op feiten en bewijs gebaseerde rechtspraak deed zijn intrede om handelsconflicten te beslechten. Omdat de Friese handelaren vaak van huis waren en hun vrouwen dan thuis de boel bestierden stonden de Friezen volgens Pye aan de wieg van het feminisme.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Elfstedentocht: cijfers, feiten en weetjes

DATA - Helaas, het leek zo hoopvol, maar toch geen zestiende elfstedentocht dit jaar. De dooi zet nu definitief door.
15 jaar wachten maakte iedereen onrustig. Ook deze redactie. Dus waren we aan het datavergaren geslagen. Woensdagavond was de neiging dan ook groot om alle bitjes in het wak bij Balk te kieperen.
Maar dat is zonde van al het werk. Dus bij deze alsnog allerlei interessante zaken over de elfstedentochten op een rij.

De oudst bekende melding over iemand die alle elf steden schaatsend af ging op één dag stamt uit 1763. Wij beperken ons tot de edities vanaf 1909.

Laten we beginnen met de route van ongeveer 200 kilometer:

Uiteraard zijn hier varianten op. Door slechte kwaliteit van het ijs op sommige plaatsen zijn er regelmatig omleidingsroutes geweest, bijvoorbeeld over het IJsselmeer.

De rijders
Vanaf 1909 was het een wedstrijd, ook al mocht het niet zo heten in het eerste jaar.
De eindstreep halen was ook voor wedstrijdrijders vaak een hele opgave. Maar “gekwalificeerd” de eindstreep halen nog meer.
Afhankelijk van het jaar moest je binnen 2 uur na de eerste tijd binnen komen of later binnen 1/5 van de eerste tijd. In onderstaand overzicht zijn die regels toegepast (met terugwerkende kracht voor de eerste paar edities):

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | Op de bres voor het Fries

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage over het Simke Kloostermanhûs door Hanny Wentink.

Aan de doorgaande weg van Leeuwarden naar Buitenpost ligt ter hoogte van het plaatsje Twijzel het huis waar de Friese schrijfster Simke Kloosterman woonde. Het is waarschijnlijk het kleinste literaire museum in Friesland. Simke Kloosterman was de eerste vrouw die een volledige, Friese roman schreef en maakte zich met ‘Jongfryske Mienskip’(geuzennaam: Jongfriezen) sterk voor het behoud en de ontwikkeling van de Friese taal en literatuur.


Wie was Simke Kloosterman?
Simke Kloosterman werd op 25 november 1876 geboren als enig kind van de Friese dichter Jan Ritskes Kloosterman en diens vrouw Trijntje Jans Beintema. Ze kreeg – heel vooruitstrevend in die tijd – een gedegen opleiding. Na de Hofschool in Leeuwarden volgde ze particulier voortgezet onderwijs in Groningen. Haar opleiding voltooide ze op kostschool in Wijk bij Duurstede.

Simke Kloosterman bleef haar hele leven ongehuwd. Het fortuin van haar vader, erfgenaam uit een rijk boerengeslacht, zorgde ervoor dat zij haar leven kon wijden aan het schrijverschap. Schrijver Douwe Kalma (oprichter van de Jongfriezen en korte tijd haar verloofde) en kunstenaar Ids Wiersma kon ze tot haar beste vrienden rekenen.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Volgende