De straat als museum

De Amsterdamse straten worden momenteel opgefleurd met gigantische foto-exposities. Sinds enkele weken is op de Westermarkt al de tentoonstelling Spirit of the wild (wilde dieren foto's) van Steve Bloom te zien en sinds afgelopen weekend worden de foto's van naakte mensen die de Amerikaanse kunstenaar Spencer Tunick op 3 juni j.l. maakte in Amsterdam, op grote schermen getoond op onder andere de Nassaukade en de Leliegracht. Tunick weet voor zijn projecten wereldwijd steeds grote aantallen mensen op te trommmelen die voor dag en dauw voor hem willen poseren zonder kleren. In Amsterdam maakte hij onder andere foto's van naakten in de open parkeergarage Q-parking in de Marnixstraat en fietsende blote mensen over de grachten. Het is eenzelfde soort beeldsensatie die onlangs in de film Het Parfum te zien was en het is de vraag of Tunick zijn inspiratie uit het gelijknamige boek van Patrick Süskind heeft gehaald. Het legt hem in ieder geval geen windeieren qua publiciteit. Een andere fotograaf die gebruik maakt van de openbare ruimte om te exposeren, is de Franse straatkunstenaar JR. Met zijn eerste project Portrait of a Generation wist hij de aandacht op zich te vestigen. Met zijn camera trok hij de Parijse banlieux in om daar portretten te maken van hun bewoners, met een groothoeklens, recht in het gezicht. Hij was geïnteresseerd in de menselijke kant van wat ook wel de nachtmerrie van de samenleving wordt genoemd, waarbij slechts een klein deel zorgt voor de overlast in dat soort achterstandswijken. De geschoten portretten blies hij vervolgens op in het kopieerapparaat tot enkele meters en gewapend met kwast en lijm bracht hij de mensen uit de banlieux naar de binnenstad en plakte ze illegaal op prominente plaatsen zoals bijvoorbeeld op het Gemeentehuis of het Fotografiemuseum. Zo wist hij een hoop mensen die niet of nauwelijks in een museum komen, te bereiken met zijn werk. Voor het eerst is zijn werk nu te zien in Nederland.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het kleine college van fotojournalist Eddy van Wessel

Eddy van Wessel Wanneer je met hooggespannen verwachten naar het Fotofestival Naarden gaat, kan dat nog eens op een teleurstelling uitlopen. Het tweejaarlijkse festival in de vestingsstad begon bescheiden in 1989 en groeide in de loop der jaren uit tot een belangrijk evenement op fotografisch gebied. Dit jaar was de titel van het geheel Emoticon dat onder leiding van de nieuwe hoofdcurator Marga Rotteveel (coördinator fotografie aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag) werd opgedeeld in vijf thema’s: Paradijs, in Memorian, Angst, Beautiful Freak en Buy Me. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik wegens tijdgebrek niet de hele tentoonstelling kon bekijken en daarom ging ik al vrij snel naar de Grote Kerk, dat het middelpunt van het festival vormt. Twee jaar geleden kwam ik nog ogen tekort voor alle indrukken die ik opdeed op deze locatie, maar nu bood het thema Paradijs, slechts clichématige beelden van bounty-eilanden en prachtige meisjes. Nu is dat wel vermakelijk om naar te kijken, maar als bezoeker van een fototentoonstelling verwacht je nu eenmaal meer dan beelden die je overal al kan zien. En zo belandde ik bij een zeer interessant gastcollege van fotograaf Eddy van Wessel die in ongeveer een uur tijd zijn beweegredenen als fotograaf en enkele technieken die hij toepast in zijn werk, uit de doeken deed.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Internet de opvolger van LSD

LearyHet is een broeiend hete zondagmiddag. Ik sta in de rij voor het Whitney Museum of American Art op Madison Avenue, NYC. Achter mij staan vier meisjes met wapperende zomerjurkjes en bloemen in hun haar. Hun verschijning legitimeert het onderwerp van de tentoonstelling die ik wil bezoeken: Summer of Love, Art of the Psychedelic Era. Veertig jaar na die legendarische zomer, kleden tieners zich nog steeds naar het stijlbeeld van toen. Het is een mooie illustratie van de invloed dat het langharig tuig op de wereld heeft gehad.

Gewapend met de gratis audiotour stap ik de in oranje geschilderde zaal binnen. De psychedelische muziek die door mijn witte oordopjes klinkt, is fascinerend mooi. Jimi Hendrix, The Fugs, Janis Joplin, Santana, Country Joe & the Fish en het legendarische kwartet uit Liverpool, geniale artiesten die één ding gemeen hadden: ze putten hun inspiratie uit LSD.

EssoDe synthetische drug loopt als een rode draad door de tentoonstelling heen. Ik zie grootmoeders in een trip, kunstwerken die verbeelden dat LSD de benzine was waar hippies op draaiden, luister naar het White Album en stap ruimtes in die mijn evenwichtsorgaan danig op de proef stellen. Maar ik raak bovenal onder de indruk van de wilskracht van de hippies om op te komen voor hun idealen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De ontheemde jaren van Max Beckmann

Max Beckmann

Ik ontwaakte en bevond me in Nederland te midden in een wereld van drift – Max Beckmann.

Hij moet het behoorlijk moeilijk hebben gehad; Max Beckmann werd gedwongen zijn geliefde Duitsland te verlaten nadat Hitler en de zijnen zijn werk als entartet hadden bestempeld. Hij was liever naar Parijs of naar New York gegaan, maar het lot bepaalde dat hij naar Amsterdam ging en daar gedurende de periode 1937-1947 een leven in ballingschap moest leiden. Op het eerste oog lijkt Beckmann totaal niet gespeend van enige ijdelheid omdat zijn eigen beeltenis vaak tot onderwerp van zijn schilderijen is gekozen, maar bij nadere bestudering blijkt dat Beckmann in grote onzekerheid verkeerde dankzij het gebrek aan erkenning. In Nederland was zijn status als kunstenaar namelijk vele malen kleiner dan in Duitsland en dat was een bittere pil die hij moest slikken. In zijn werk ging hij op zoek naar zijn status als kunstenaar en zien we hem vaak afgebeeld als de sombere, norse man die ons doordringend aankijkt. Het gebrek aan erkenning en de onmacht tegen de oorlog zouden gedurende de tien jaar die hij hier verbleef voortdurend terugkerende aspecten van zijn werk zijn.

In het van Gogh museum in Amsterdam is nu een tentoonstelling gewijd aan de jaren die Beckmann in Amsterdam heeft doorgebracht en wordt een klein inkijkje gegeven in het leven dat Beckmann daarna leidde in New York. Het vertrek naar New York moet een bevrijding zijn geweest voor de gekwelde schilder die maar niet weg kon komen uit Amsterdam vanwege de oorlog. De nors kijkende schilder is veranderd in een zelfverzekerde persoon die vol levenslust de wereld in kijkt. Toch was zijn periode in Amsterdam een zeer vruchtbare. In zijn atelier aan het Rokin 116 schilderde hij ongeveer een derde van zijn hele oeuvre bestaande uit portretten en symbolische werken waarin hij de dreiging van de nazi’s of zijn gevoel van onvrijheid als gevolg van zijn ballingschap weergaf.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De anti-oorlogspamfletten van James Nachtwey

James Nachtwey Ik wil dat mijn werk deel gaat uitmaken van onze visuele geschiedenis, binnentreedt in ons collectieve geweten. – James Nachtwey

Iedereen heeft ooit wel eens een foto van James Nachtwey gezien; of het nu in de krant, op internet of op het journaal is, bewust of onbewust, er is geen ontkomen mogelijk aan de beelden van ’s werelds bekendste oorlogsfotograaf. Nachtwey (New York, 1948) wordt geroemd om zijn vakmanschap, zijn scherpe oog en zijn doorzettingsvermogen en heeft daardoor al heel wat prestigieuze prijzen in de wacht gesleept waaronder de World Press Photo in 1992 en 1994.

Ik kwam voor het eerst in aanraking met werk van Nachtwey tijdens de World Press Photo tentoonstelling in 1996 of 1997. De foto, Afghanistan, 1996 toont duidelijk Nachtwey’s gevoel voor kadrering; bovenin in het midden komt de loop van een tank het beeld in waarop twee jongens zitten waarvan alleen de vier bungelende benen zichtbaar zijn, op de grond terugkerend als schaduw. Op de achtergrond is een aan puin geschoten Kabul zichtbaar waarlangs een man schijnbaar achteloos voorbij loopt. Het is de kracht van Nachtwey om zijn beelden te kunnen verankeren in het geheugen van de toeschouwer.

Onder de titel Testimony (1990 -2006) is in Foam een overzichtstentoonstelling te zien uit het oeuvre van Nachtwey. Nachtwey studeerde kunstgeschiedenis en politicologie, maar raakte na zijn afstuderen steeds meer geïnteresseerd in de fotografie door de beelden uit Vietnam en de burgerrechtenbeweging. In de fotografie is hij volledig autodidact, hij experimenteerde met verschillende technieken en vond op die manier zijn weg naar het gebruik van de 35 mm lens waardoor hij genoodzaakt wordt dicht op zijn onderwerp te zitten, hetgeen hem al vaak gevaar voor eigen leven opleverde. Vanaf 1980 begon hij als freelance fotograaf en sindsdien reisde hij de hele wereld over om verslag te doen van de verschillende brandhaarden in de wereld.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Intersections – David Goldblatt

Goldblatt David Goldblatt (1930, Randfontein) is één van de pioniers van de Zuid-Afrikaanse fotografie. Vanaf 1948 begon hij de gevolgen van de apartheid te fotograferen, een systeem dat al eerder bestond, maar vanaf dat jaar officieel werd ingevoerd. Het woord werd als eerste gebruikt in een toespraak van Jan Smuts in 1919, de toenmalige premier van Zuid-Afrika, maar het werkelijke systeem werd ingevoerd door Hendrik Verwoerd (premier van 1958-1966), die het liever beschreef als goed nabuurschap nadat hij onder vuur lag door de internationale kritiek. Goede buren had hij echter weinig gemaakt; in 1960 werd hij beschoten en in 1966 werd hij doodgestoken door een klerk van Mozambikaanse afkomst.

Goldblatt die de chroniquer van de apartheid mag worden genoemd fotografeerde zijn onderwerpen altijd in zwart/wit. Deze voorkeur heeft echter niets te maken met het contrasterende effect dat Goldblatt in zijn foto’s naar voren wilde brengen, maar meer met een volgens hem gebrek aan techniek die bij het ontwikkelen van de kleurfoto’s kon worden toegepast. Pas eind jaren ’90 begon hij te experimenteren met kleur vanaf het moment dat de digitale fotografie in opkomst kwam. Intersections in Huis Marseille biedt een overzicht van deze nieuwe ingeslagen weg van Goldblatt. Middels deze zogenaamde kruispunten laat hij de tegenkrachten van waarden, ideeën, standpunten, plaatsen en mensen zien die de Zuid-Afrikaanse maatschappij vormen. Volgens Goldblatt heeft de gewelddadige geschiedenis van het land en de politieke en sociale structuur het landschap in de loop der jaren veranderd. Dit komt naar voren in het contrast tussen de zwarte thuislanden en de witte suburbs die gebouwd worden als dorpjes in Toscane, compleet afgezonderd en omheind tegen mogelijke gevaren van buitenaf.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het jongensboek van Robert Capa

Robert Capa Het Joods Historisch Museum in Amsterdam is na een grondige verbouwing sinds 23 februari heropend. Belangrijke pijler van deze verbouwing was het creëren van een nieuw prentenkabinet waar de tijdelijke exposities plaats kunnen vinden en het inrichten van een zaal waar de permanente nieuwe expositie Geschiedenis 1900-heden getoond wordt. Wonderlijke samenloop van omstandigheden is dat deze heropening ongepland samen valt met het 75 jarig bestaan van het museum en om dat jubileum te vieren, heeft men twee exposities samengesteld met werk van de Hongaars-Joodse fotografische grootheden Robert Capa en Eva Besnyö. Het werk van beide fotografen verschilt enorm, maar de keuze om ze naast elkaar te zetten is niet zo vreemd. Capa (1913-1954) en Besnyö (1910-2003) waren buurkinderen en groeiden samen op in Boedapest en het was op instigatie van Besnyö dat Capa er uiteindelijk definitief voor koos om fotograaf te worden door een baan bij het Berlijnse agentschap Dephot te accepteren. Besnyö kwam uiteindelijk in Nederland terecht, terwijl Capa een kosmopoliet werd die de wereld bereisde om de grote oorlogen vast te leggen voor het publiek.

Zijn eerste opdracht ontstond in 1932; de vaste fotografen van Dephot hadden opdrachten elders en Capa kreeg de kans om een lezing van Trotski in Kopenhagen, de betekenis van de Russische revolutie te bezoeken. Het bezoek was verrassend, Trotski was al een soort balling in eigen land geworden en werd omgeven door veiligheidsmensen. Bovendien had hij er een hekel aan om gefotografeerd te worden, dus Capa smokkelde een kleine Leica mee in zijn binnenzak en registreerde een bevlogen Trotski op het spreekgestoelte. Het waren de eerste schreden van Capa als fotograaf die zouden leiden tot een glorieuze levenswandel, maar ook tot een tragische dood.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De kalme bodem waaruit het Stedelijk put

Cultureel redacteur Het Stedelijk Museum in Amsterdam heeft wat goed te maken; de tijd dat het museum bekend stond als de grote vooruitloper op het gebied van de moderne kunst is sinds het overlijden van oud Directeur Sandberg langzaam aan steeds kleiner geworden. Onder Gijs van Tuyl’s voorganger Rudi Fuchs was de vernieuwing ver te zoeken en leken aankopen van David Salle en Markus Lüpertz eerder voort te komen uit de persoonlijke voorkeur van de directeur dan een weergave te zijn van de tijdsgeest. Het Stedelijk trok zich de kritiek over het gevoerde beleid sterk aan en beloofde beterschap door meer aandacht te schenken aan nieuw talent.

Onder de titel Onder de oppervlakte presenteert het Stedelijk nu het beleid van Gijs van Tuyl die sinds twee jaar de scepter zwaait in het museum. De aanwinsten in de jaren 2005 en 2006 worden getoond in een overzichtstentoonstelling waarbij de bezoeker zelfs een dvd kan bekijken waarop van Tuyl zijn aankopen toelicht. Hij geeft daarbij aan dat een museumdirecteur met geleide hartstocht het werk uitzoekt, in tegenstelling tot de verzamelaar die zijn emoties de vrije hand kan geven. Het resultaat is een tentoonstelling (en een beleid) waar weinig lef uit spreekt, maar die wel belangrijke vertolkers uit de kunstwereld laat zien, ook al bestaat die voor het grootste deel uit vijftigers.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Plaats delict Amsterdam

Vandaag plaatsen we op Sargasso een gastbijdrage van Esther Vreeland zij beschrijft haar bezoek aan de tentoonstelling met Amsterdamse politiefoto’s in het fotografie museum FOAM.

plaats-delict.jpg Foto’s uit het politiearchief 1965-1985

Toen ik klein was hadden wij thuis een boek met de intrigerende titel: “criminal investigations 1930-1960”. Daarin werden verschillende manieren van moord en doodslag uit de doeken gedaan. Met plaatjes. De engelse woorden begreep ik natuurlijk nog niet, maar ik kon urenlang gefascineerd staren naar de oude zwart wit foto’s van rommelige kamers en donkere stegen met in een hoek een ongemakkelijk gedrapeerd menselijk lichaam.

Diezelfde macabere fascinatie maakte zich van mij meester tijdens het bekijken van de foto’s op de tentoonstelling “Plaats delict Amsterdam” in fotografie museum FOAM. Met dien verstande dat het hier, in tegenstelling tot het boek uit mijn herinnering, beelden betreft met een grote artistieke waarde. In het persbericht van FOAM omschrijft men het zo: “Alle geselecteerde beelden zijn verontrustend of onaangenaam, maar ze bezitten tegelijkertijd een onheilspellende, mysterieuze schoonheid”. Inderdaad, fascinerend.

Oorspronkelijk werden de foto’s gemaakt voor een select professioneel publiek. Ze dienden als bewijslast voor criminele feiten, als situatieschets en ter verduidelijking van het Plaats Delict in de rechtbank. Vóór 1970 was de fotografie voor het Amsterdams politiekorps bijzaak, uitgevoerd door rechercheurs zonder professionele opleiding. Na 1970 kwamen er voor het eerst burgers, professionele fotografen, bij het korps. Dit verklaart de opvallende, vaak haarscherpe, heldere foto’s en sterke fotografische composities uit die tijd.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Mensen van de 20e eeuw – een retrospectief van August Sander

Cultureel redacteur De Duitse fotograaf August Sander (1876-1964) stelde zich vanaf 1915 één doel voor ogen; het in beeld brengen van de sociale lagen zoals die zich in zijn tijd manifesteerden. Hiertoe onderscheidde hij de volgende, volgens hem belangrijkste groepen mensen; de boeren, de handwerklieden, de vrouwen, de standen, de kunstenaars, de mensen in de grote steden en de laatste mensen. Hij ging daartoe veelal op zoek naar mensen uit de buurt van zijn woonplaats Keulen. Grofweg zijn de foto’s die worden getoond tijdens de tentoonstelling Mensen van de 20e eeuw in Foam Amsterdam op te delen in een drietal periodes; medio jaren dertig, vlak na de Tweede Wereldoorlog en medio jaren vijftig. Het is een omvangrijk project geworden waarbij Sander de tijd nam om ‘zijn mensen’ te fotograferen. Zonder enige vooringenomenheid en met liefde voor het geportretteerde, worden de foto’s van Sander gepresenteerd. Het project geeft daarmee een belangrijk sociologisch, historisch en inzichtelijk beeld van een tijdsspanne van dertig jaar in de vorige eeuw.

Wat direct opvalt bij het bekijken van de foto’s in de eerste zaal, is dat veel beroepen de grandeur van weleer kwijt zijn geraakt. August Sander In elke categorie zijn de beoefenaars van bepaalde functies zeer gesoigneerd en is het duidelijk dat men zijn/haar waardigheid vaak ontleende uit het beroep. Hierbij heeft Sander echter wel een kans gemist bij twee van de zeven categorieën; de afbeeldingen van de boeren zijn voornamelijk gericht op de zogenaamde herenboeren, een groep die maar ten dele representatief is voor het geheel. Slechts een enkele foto toont het diep doorgroefde gezicht van het zware leven op het platteland. De vrouwen zijn veelal gefotografeerd aan de zijde van mannen die belangrijke functies bekleedden. Alleen de foto van de secretaresse bij een radiostation toont een zelfbewuste vrouw als een soort van suffragette zoals die in die tijd in opkomst waren.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Vorige Volgende