De Europese Unie is er om een oorlog te voorkomen niet om er een te voeren. Maar hoe lang kan men dat standpunt nog verdedigen?
De Oostenrijkse minister van Defensie Mario Kunasek (FPÖ) maakte deze week duidelijk dat er wat zijn land betreft geen sprake kan zijn van de vorming van een Europees leger met één commando en één uniform. Samenwerking op defensiegebied wijst hij niet af. Tijdens het Oosterijks voorzitterschap van de EU is daar het afgelopen halfjaar ook aan gewerkt met de overeenstemming over een fonds van 13 miljard. Maar met het idee van één gezamenlijk leger zoals dat door de Franse president Macron is geopperd kan Oostenrijk niet instemmen. Macron zei begin november: “We kunnen de Europeanen niet beschermen als we geen echt Europees leger oprichten. Ten aanzien van Rusland dat aan onze grenzen staat en toont dat het bedreigend kan zijn hebben we een Europa nodig dat zich alleen kan verdedigen, zonder steeds volledig afhankelijk van de Verenigde Staten te zijn.” De Duitse Bondskanselier Merkel wijst een Europees leger ook niet direct af. "Nationalismus und Egoismus dürfen nie wieder eine Chance in Europa haben" zei zij in een rede voor het Europees Parlement met verwijzing naar een van de oorspronkelijke motieven voor de Europese samenwerking.
Met dergelijke uitspraken is de gezamenlijke Europese defensiepolitiek voor de komende Europese verkiezingscampagne op de agenda gezet. Het idee van een EU-krijgsmacht wordt gevoed door de onzekerheid of de VS onder Trump de veiligheid van Europa wel zullen blijven garanderen zoals ze dat sinds de Tweede Wereldoorlog hebben gedaan. Kan Europa nog wel op de NAVO vertrouwen, als ook het Verenigd Koninkrijk zijn handen aftrekt van het continent? Een complicatie voor de Europese samenwerking is dat EU en NAVO elkaar niet dekken. Naast Zweden, Finland, Ierland en Malta is ook Oostenrijk geen lid van de NAVO.