Het Engels trekt aan ons allemaal
ANALYSE - Het was fijn dat Bas Heijne zaterdag in de NRC pleitte voor een zakelijk debat over het hoger onderwijs. Helaas zag hij, net als veel andere deelnemers aan de discussie, daarbij één ding over het hoofd: dat de hang naar het Engels niet slechts een rare modegril is van ijdele bestuurders, of een teken dat de universiteit met de rug naar de samenleving staat. Het is minstens evenzeer een teken hoe de universiteit gevoelig is voor dezelfde zaken als wij allemaal.
Het Engels heeft op vrijwel alle Nederlanders een bijna onweerstaanbare aantrekkingskracht – dat geldt trouwens voor vrijwel iedereen in de westerse wereld. Het is zeker niet alleen een taal voor de elite. Er is bijvoorbeeld geen politicus die zo vaak in het Engels twittert als Geert Wilders (PVV), terwijl die zich er juist op laat voorstaan op te komen voor ‘het volk’. Geboren Nederlanders met een Engelse voornaam als Kevin of Ashley hebben bovengemiddeld vaak ouders met een lagere opleiding. Populaire tv-series hebben vaak Engelse namen, ook als ze bijvoorbeeld uit Scandinavië komen. Populaire thrillers en andere boeken zijn bovengemiddeld vaak vertaald uit het Engels: zelfs wie die taal niet vlot leest, wil kennelijk wel het liefst boeken lezen die erin geschreven zijn. Zelfs het feit dat zowel Groot-Brittanië als de Verenigde Staten zich politiek recentelijk isoleren, lijkt geen verandering te brengen in die fascinatie.