Mexicaanse bendes: veel meer dan drugs alleen
Vorig weekend was ik voor een serie reportages in de Centraal-Mexicaanse deelstaat Michoacán. Ik bezocht er het plaatsje Cherán, schitterend gelegen tussen de bergen. Maar Cherán is geen toeristenplaatsje. Afgelopen april gooiden de bewoners de burgemeester en de lokale politie de stad uit en besloten een comité van zelfbestuur op te richten. Dit omdat de bosrijke omgeving van Cherán de laatste jaren op grote schaal wordt vernietigd door de lokale criminele groep La Familia Michoacana. Deze wat bizarre, quasi-religieuze drugsbende heeft zich recentelijk toegelegd op de illegale houtkap, met alle gevolgen van dien.
De gemeente Cherán is 270 vierkante kilometer groot, ongeveer zo groot als Bonaire. 80 procent van alle bossen in de omgeving zijn sinds 2008 door La Familiaweggekapt. In een gemeenschap als Cherán, waar het bos van levensbelang is, heeft dat dramatische gevolgen: bodemerosie brengt de watervoorziening in gevaar, flora en fauna worden vernietigd en doordat de houtkappers niet ongewapend op pad gaan, zijn er sinds april zo’n tien doden gevallen in gevechten met woedende bewoners van Cherám.
Outbranching
Behalve door middel van houtkap terroriseert La Familia de gemeenschap al langer, vooral door ontvoeringen (met gemiddeld 15.000 euro losgeld een lucratieve bezigheid) en door lokale bedrijfjes af te persen. De Cheranos beschuldigen de burgemeester en politie ervan door La Familia te zijn omgekocht en de bad guys ruim baan te geven. Nu wordt alle toegang tot Cherán streng gecontroleerd door gemaskerde locals die geïmproviseerde controleposten op de toegangswegen hebben opgezet. Met van de politie in beslag genomen wapens patrouilleren de Cheranos de omliggende heuvels, waakzaam voor indringers die willen blijven kappen.