Een Turks accent is nadeliger dan een Turkse naam

Mensen beoordelen hun medemensen voortdurend, en zo’n beetje op ieder mogelijke dimensie: hoe iemand eruit ziet, hoe hij zich gedraagt, hoe hij zich presenteert. En ook hoe die persoon klinkt. Mensen hoeven een ander meestal maar heel kort te zien of te horen om er een oordeel over te hebben. Dat heeft ongetwijfeld voordelen: je moet soms snel kunnen beoordelen of iemand te vertrouwen is. Maar het leidt natuurlijk ook tot ongewenste effecten, zoals discriminatie. Discriminatie op basis van accent wordt de laatste tijd wel onderzocht. Vaak gaat het daarbij nog om autochtone accenten (hoe beoordelen we iemand met een Limburgs accent?), maar minstens even interessant zijn natuurlijk vreemde accenten. Zoals nu onderzocht in een nieuw artikel van een Moira Van Puyvelde en een aantal collega’s. Zij lieten verschillende groepen mensen luisteren naar hetzelfde tekstje: We zijn nu in de Verbindingsstraat. Je neemt de eerste straat rechts, de Sportpleinstraat. Dan loop je voor bij het sportplein en je neemt de eerste straat links. Dat is de Guido Gezellelaan. Je loopt tot het einde en aan de brasserie ga je naar links. Dan ben je in de Noordstraat en dan zie je de supermarkt aan de linkerkant De truc was: verschillende groepen hoorden dit verhaal in verschillende contexten. De ene groep werd verteld dat ze de persoon, bijvoorbeeld Maarten Dhondt, hoorden en anderen werd over precies dezelfde opname verteld dat hij was ingesproken door Mert Doğan (de onderzoekers hadden er zorg voor gedragen dat die namen ongeveer hetzelfde klonken.) Een ander verschil was dat sommige van de opnamen met een Turks accent waren opgenomen en andere niet, al klonk er wel dezelfde persoon. (Sommige mensen hoorden hier ook nog een versie van in ‘informeel Nederlands’, wat ongeveer betekende: met ge in plaats van je. Dat leg ik even terzijde.) De namen bleken niet veel verschil te maken. Dat kwam weliswaar enigszins tot verrassing van de onderzoekers, maar ze wijzen erop dat discrimineren op een ‘Turkse’ naam misschien wel te zeer officieel taboe is. Discrimineren op accent is dat kennelijk minder: mensen evalueerden dezelfde spreker vrij consequent wat minder als hij een Turks accent gebruikte. Dat het hier specifiek een Turks accent (of Turkse namen) betrof werd de luisteraars overigens niet verteld. Omdat we weten dat veel mensen weinig verschil maken op dit vlak ging het misschien over een algemeen ‘buitenlands’ accent. De onderzoekers wijzen er overigens terecht op dat het niet meteen duidelijk is wat een experiment zoals zij hebben gedaan, in een laboratorium, zegt over hoe zaken eraan toegaan in het leven buiten het laboratorium. Zoals met alle vormen van discriminatie is het in ieder geval iets om op te letten. Degene die discrimineert doet natuurlijk haar gesprekspartner onrecht, maar net zo goed zichzelf: ze laat zich leiden door zaken die er niet veel toe doen.

Door: Foto: Header afbeelding © Marc van Oostendorp
Foto: Fibonacci Blue (cc)

Meldpunt Internetdiscriminatie wordt bijna niet meer gevonden

ANALYSE - door Ewoud Butter, verscheen eerder bij Republiek Allochtonië.

Het aantal meldingen van internetdiscriminatie in Nederland was nimmer zo laag als in 2022. Het Meldpunt internetdiscriminatie (MiND) wordt haast niet meer gevonden. Dat blijkt uit de onlangs gepubliceerde rapportage Discriminatiecijfers 2022.
Bij andere registrerende instellingen als anti-discriminatievoorzieningen (ADV’s), politie en het College voor de Rechten van de Mens is sinds 2015 wel sprake van een lichte stijging. Net als in voorgaande jaren het geval was, ging het bij verreweg de meeste meldingen om discriminatie op grond van herkomst of huidskleur.

Ter inleiding

‘Discriminatiecijfers in 2022’ is samengesteld door Art.1 in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de politie, in samenwerking met Discriminatie.nl (de landelijke vereniging van antidiscriminatievoorzieningen). In de rapportage worden, net als in voorgaande jaren, de cijfers van de politie en de anti-discriminatievoorzieningen (ADV’s) samen gepresenteerd. Daarnaast worden ook de gegevens betrokken van andere organisaties die discriminatiemeldingen registreren, zoals het College voor de Rechten van de Mens, het Meldpunt Internet Discriminatie (MiND), de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman.
De cijfers in het rapport geven het aantal meldingen van discriminatie in 2022 weer, maar zeggen niet veel over de mate waarin discriminatie wordt ervaren.

Ervaren discriminatie

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Hof verbiedt etnisch profileren Marechaussee

Vandaag verbood het gerechtshof in Den Haag ondubbelzinnig het gebruik van etniciteit bij grenscontroles. Het maakte korte metten met het argument van de Marechaussee dat in principe niet op huidskleur of ras wordt geselecteerd, maar dat ze wel relevant kunnen zijn, want “als alleen de huidskleur anders zou zijn geweest, zou geen selectie hebben plaatsgevonden.”

De uitspraak is niet alleen relevant voor grenscontroles, maar voor alle overheidsdiensten.

Foto: Danilo Urbina (cc)

Quasi oprechte ‘maar-mensen’

COLUMN - Je spreekt niet van een ‘explosie’ als je écht vindt dat trans zijn oké is

Er verschijnen tegenwoordig veel artikelen waarin de zorgverlening aan en de positie van trans mensen ter discussie worden gesteld. Ze worden steevast geïntroduceerd met een plichtpleging: ‘Niet dat er iets mis is met trans mensen, maar…’. Het is de obligate knieval, die als vrijbrief dient om precies dat te doen wat je zegt niet te doen: discrimineren.

Want vervolgens leggen de maar-mensen uit dat er sprake is van een zorgwekkende trend. Er zou een ‘explosie’ zijn van trans mensen, vooral van pubermeisjes die zich jongen voelen, en mensen zouden ‘te makkelijk’ in transitie mogen gaan. Vooral de notie dat iemand niet langer verplicht een pakket van ingrepen hoeft te doorlopen voordat ze hun geslachtsaanduiding op hun identiteitsbewijs kunnen veranderen, roept protest op.

Wat opvalt: het zijn vooral gendervaste mensen die zulke bezwaren aanvoeren. Het doet me denken aan mannen die vrouwen haarfijn uiteggen hoe zij zich dienen te gedragen om ‘succesvol’ te zijn, of heteroseksuele mensen die uiteenzetten wat homoseksuelen niet moeten doen indien ze ‘aanvaard’ willen worden.

‘Vragen stellen’, noemden deze maar-mensen het. Dat verklaart niet waarom kranten zulke stukken met enige gretigheid afdrukken. Je spreekt niet van een ‘explosie’ als je écht vindt dat trans zijn oké is. Mij lijkt het conditionele acceptatie. ‘Ze’ moeten eerst aan ‘onze’ voorwaarden voldoen, anders is de boot aan.

Foto: emmapatsie (cc)

Evenwicht in de uitingsvrijheid

OPINIE - ‘We moeten opnieuw nadenken over een evenwicht tussen vrije meningsuiting en regels die de ergste schade van menselijke ongerijmdheid kunnen beperken’, schrijft Ian Buruma in een opiniebijdrage in de NRC. Hij waarschuwt voor nieuwe aanzetten tot censuur op ongewenste meningen. Zoals in Zuid-Korea waar een bepaalde opvatting over de geschiedenis bij wet strafbaar is gesteld. Ik zou er het voorbeeld van Bosnië-Hercegovina aan toe kunnen voegen, waar Valentin Inzko, de Hoge Vertegenwoordiger van de bestandspartijen uit de burgeroorlog, het ontkennen van genocide strafbaar heeft gesteld. Maar dan stuit ik meteen op een probleem. De grens moet liggen bij aanzetten tot geweld, zegt Buruma. En daar ligt nu precies het motief van Inzko voor zijn censuurmaatregel. De interpretatie die de Bosnische Serviërs geven aan de geschiedenis van de burgeroorlog roept volgens hem nieuw geweld op. En vanuit zijn rol om het vredesakkoord van Dayton overeind te houden zag hij geen andere mogelijkheid dan een verbod op ongewenste lezingen van de geschiedenis.

Holocaust

Moeten we de grens toch wat eerder trekken misschien? ‘Slechte argumenten en verzinsels moeten door betere argumenten en meer nauwkeurigheid worden weerlegd. Dat is althans de ideale basis voor de vrijheid van meningsuiting,’ schrijft Buruma. ‘Maar het zou naïef zijn om de risico’s van opzettelijke leugens en funeste propaganda te bagatelliseren.’ Overeenkomstig de ruime Amerikaanse opvattingen van free speech wijst hij dan op de gevaren van oproepen tot geweld. Daar moet volgens hem de grens worden getrokken. In Europa is dat niet het enige criterium voor de strafbaarheid van een geschiedenisopvatting. De holocaustontkenning wordt ook in Nederland bijvoorbeeld gezien als een strafbare vorm van discriminatie van Joden.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Quote du jour | dubbele standaard

QUOTE - Nee. Nee! Niet in de wetenschap, toch? Dat bolwerk, wat zeg ik, bastion van rede en neutraliteit, waar alleen iemands kwaliteit van belang is? Een dubbele standaard ten opzichte van (bijvoorbeeld, in dit geval) vrouwen, die kan daar toch niet bestaan?! Een dikke beurs krijg je toch omdat je goed bent, wat zeg ik, excellent zelfs, en heeft toch niets te maken met je geslacht?

Doordat de criteria voor de Starting Grant niet goed gedefinieerd zijn, concentreren panelleden zich bovendien op verschillende dingen, schrijven de onderzoekers. Onafhankelijkheid, bijvoorbeeld, gaat voor sommige panelleden vooral om een duidelijke afstand ten opzichte van eerdere begeleiders (fysiek of in het onderzoek). Volgens een geïnterviewd panellid zouden vrouwen vaker geneigd zijn om samen te werken met mensen die ze al kennen, terwijl mannen meer ambitie zouden hebben om zelf een onderzoek te beginnen.

Door de aanname dat vrouwen minder onafhankelijk zijn dan mannen worden ze strenger beoordeeld op dit vlak, schrijven de onderzoekers. Zo ontstaat een dubbele standaard. Volgens sommige panelleden lijkt het geen probleem voor een mannelijke kandidaat om veel publicaties te hebben met een begeleider als co-auteur, terwijl vrouwen om die reden wel negatiever beoordeeld worden. Hetzelfde geldt voor mobiliteit. “Sommige mannen blijven altijd bij dezelfde universiteit, maar iedereen vindt dat ze wel een goed CV hebben”, zei een panellid. “Tegelijkertijd wordt het wel genoemd als een vrouw niet naar het buitenland is geweest tijdens haar PhD of erna.”

Foto: Protest bij de sloop van de Tweebosbuurt, 19 april 2021 - foto: Gwen van Eijk

Is het Rotterdamse sloopbeleid racistisch?

Gisteren ontstond er in de Rotterdamse gemeenteraad een verhitte discussie over de vraag of de sloop van de Tweebosbuurt ‘racistische politiek’ is. Het was een goed maar jammer voorbeeld van hoe de politiek-maatschappelijke discussie over racisme vaak spaak loopt op mensen die zich gekwetst voelen door de beschuldiging van racisme.

De discussie in de raad ging over een discriminatoir element in een beleidsinstrument, niet over individuele racistische overtuigingen of vooroordelen van politici. Het zou helpen als politici niet in de eerste plaats focussen op wat een beschuldiging van racisme over hen zelf zegt (hoewel ze daar zeker op zouden moeten reflecteren), maar op de vraag in hoeverre beleid racistisch kan uitwerken en wat ze daaraan kunnen doen. Het is mogelijk om racistisch beleid te bedenken en uit te voeren zonder daar racistische of kwaadaardige ideeën bij te hebben. Onwetendheid en bij sommige partijen ook onverschilligheid over de mogelijke gevolgen spelen een grote rol.

Controversieel sloopbesluit

Waar ging het in de raad over? De aanleiding voor de discussie was de tv-uitzending van Opstandelingen van 3 juni, waarin het ging over ‘sloopstad Rotterdam’. In de uitzending volgt Sophie Hilbrand het verzet tegen sloop in verschillende Rotterdamse wijken, met speciale aandacht voor het verzet tegen de sloop van de Tweebosbuurt.

Foto: Fibonacci Blue (cc)

Agendering moslimdiscriminatie en moslimhaat blijft bittere noodzaak

De aanpak van moslimdiscriminatie en moslimhaat zal de komende jaren meer politieke prioriteit moeten krijgen. Dat geldt in het bijzonder voor discriminatie op de arbeidsmarkt, waar veel moslims met grove en subtiele vormen van uitsluiting te maken hebben. Die conclusie trekken Ewoud Butter, Roemer van Oordt en Ineke van der Valk, de auteurs van de Vierde Monitor Moslimdiscriminatie die 9 mei is verschenen. In deze monitor hebben de onderzoekers speciaal aandacht besteed aan discriminatie van moslims op de arbeidsmarkt.

Het gaat  bij moslimdiscriminatie om alledaagse vormen van uitsluiting en discriminatie, bijvoorbeeld in de vorm van bevooroordeelde vragen en opmerkingen, om stigmatiserende berichten in de media, maar ook om openlijke discriminatie op grond van geloof, om hatespeech, gewelddadige of bedreigende voorvallen gericht tegen islamitische gebedshuizen en scholen en om voorstellen en uitspraken van politieke partijen die haaks staan op de grondwettelijke vrijheden van moslims. Het draagt allemaal bij aan een politiekmaatschappelijk klimaat waardoor grote groepen moslims zich onveilig voelen. Zij worden erdoor beperkt in de vrijheid om zichzelf te kunnen zijn.

Ervaren discriminatie

Uit eerder onderzoek naar ervaren discriminatie, onder andere van het SCP, blijkt dat relatief veel moslims discriminatie op grond van hun geloof ervaren. Dat geldt voor ongeveer twee derde van de Marokkaanse Nederlanders en de helft van de Turkse Nederlanders. Discriminatie vindt plaats in de openbare ruimte, op school, op de arbeidsmarkt en het internet, maar ook in de media en politiek.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Alexandervn_85 (cc)

Stopt de overheid nu zelf ook met het discrimineren van huurders?

De discriminatie door verhuurders is “zeer alarmerend”, aldus minister Ollongren in reactie op landelijk onderzoek. Maar de overheid maakt zich ook zelf schuldig aan discriminatie van huurders door de inzet van de Rotterdamwet en de Leefbaarometer.

Uit een landelijk onderzoek in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) naar discriminatie bij woningverhuur blijkt dat woningzoekers met een buitenlands klinkende naam vaker afgewezen voor een huurhuis dan woningzoekers met een Nederlandse naam, en dat makelaars en bemiddelaars vaak meewerken aan het verzoek om bepaalde groepen uit te sluiten voor een huurwoning. Het onderzoek bevestigt de uitkomsten van eerdere onderzoeken op kleinere schaal (bijv. van de Groene Amsterdammer in 2018, van Radar in 2019, en onderzoeken in Rotterdam, Utrecht, Amsterdam en Den Haag in 2020 en dit jaar).

“Zeer alarmerend”

Minister Ollongren kondigde direct aan dat de aanpak van discriminatie door verhuurders wordt geïntensiveerd, want:

Dat vind ik zeer alarmerend. Discriminatie is niet toegestaan en wordt niet getolereerd. Dat geldt zowel voor de verhuurbemiddelaars als voor de verhuurder die zijn woning openbaar aanbiedt.

Fijn dat de ogen van de minister geopend zijn, maar gaat de minister dan nu ook eindelijk het eigen beleid kritisch onder de loep nemen? Al jaren verstrekt de minister via de omstreden Rotterdamwet aan gemeenten een wettelijke basis om huurders te discrimineren op basis van hun inkomen, en indirect hun afkomst, met het doel om de leefbaarheid in zogenaamde achterstandswijken te verbeteren. En ook het aanwijzen van de gebieden waar deze discriminerende wet mag worden ingezet is gebaseerd op een discriminerend instrument, de Leefbaarometer.

Foto: risingthermals (cc)

Waarom identiteitspolitiek noodzakelijk blijft

ESSAY - van Katrien Schaubroeck (Universitair hoofddocent Universiteit Antwerpen)

Identiteitspolitiek is een scheldwoord geworden. Iets waar je liever niet aan doet, want dan krijg je een hoop rotzooi over je heen. Niets dat zo polariseert als een mening over identiteit. Maar zogenaamde identiteitsstrijden zijn in oorsprong gevechten tegen onderdrukking. Vanuit moreel opzicht is het dan ook merkwaardig dat daar zo veel ophef over is ontstaan.

De Zwarte feministen van het Combahee River Collective

Dat de term identiteitspolitiek een stevige ‘bad rap’ heeft gekregen komt doordat publieke intellectuelen zoals Francis FukuyamaGreg Lukianoff en Jonathan Haidt en dichter bij huis mensen als Sid Lukkassen zich de term identiteitspolitiek toegeëigend hebben om er hun cultuurkritiek op te bouwen.

Maar als we teruggaan naar de geboorte van het begrip, moeten we kijken naar het Combahee River Collective, een collectief van Zwarte feministen dat in de jaren zeventig actief was in Boston. In de missieverklaring van het collectief, gepubliceerd in 1977, lezen we dit:

“This focusing upon our own oppression is embodied in the concept of identity politics. We believe that the most profound and potentially most radical politics come directly out of our own identity, as opposed to working to end somebody else’s oppression.”

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Volgende