Hoe democratisch is Nederland?

Nederland staat onveranderlijk hoog genoteerd in de lijst van democratische landen van het het Amerikaanse Freedom House. Op grond van het jaarlijkse overzicht van politieke rechten en burgerlijke vrijheden mogen we ons gelukkig prijzen hier te wonen en en niet in Wit-Rusland of Noord-Korea. Maar democratie is behalve een bestuursvorm ook een ideaal om aan te werken. En dus valt er in Nederland ook nog wel wat te doen. Aan de informatievoorziening bijvoorbeeld, de basis van een democratische besluitvorming.
Nederland loopt niet voorop als het om openbaarheid van overheidsinformatie gaat. In de documentaire Woberator zegt GroenLinks Tweede Kamerlid Mariko Peters dat Nederland afglijdt naar een besloten bestuurscultuur. De recente Wikileaks onthullingen laten zien dat ook Tweede Kamerleden niet altijd goed geïnformeerd worden. Zo blijken de Verenigde Staten door Defensie beter geïnformeerd te zijn over de regeringsplannen met de JSF dan ons eigen parlement.
Volgende week promoveert Guido Enthoven in Tilburg op een proefschrift over de informatievoorziening van de Tweede Kamer. Hij constateert op grond van zijn onderzoek dat de regering het parlement slecht informeert. Er is sprake van een grote asymmetrie in de informatie tussen enerzijds de regering die een enorm ambtenarenapparaat achter zich heeft en anderzijds de Tweede Kamer. De zogenaamde Oekaze-Kok verbiedt directe communicatie tussen ambtenaren en Tweede Kamerleden. Het grootste probleem is echter de ongelijkheid in de informatievoorziening. Leden van de oppositie zijn altijd minder geïnformeerd dan leden van fracties die tot de regeringscoalitie behoren. Via de eigen ministers kunnen parlementariërs van de coalitie namelijk wel toegang krijgen tot informatie die dankzij de Oekaze-Kok niet beschikbaar is voor de oppositie. Zo wordt het principe van de gelijkheid van informatie, voorwaarde voor een eerlijk debat, met voeten getreden. En dat is geen gering smetje op het de democratisch blazoen van de Nederlandse overheid.
Bij haar afscheid noemde Femke Halsema de filosoof Popper. Hij had ooit “optimisme een plicht” genoemd. Halsema maakte geen opgewekte indruk, zodat het citaat een beetje leek op een uitwijkactie om haar teleurstelling mee te verbloemen. Maar de formulering bleef bij mij hangen.
Is Assange een journalist? Wie ja zegt, zal zorg hebben over zijn arrestatie. Is Rutger Castricum een journalist? Wie ja zegt, maakt slecht onderscheid tussen nieuwsgierigheid en botte provocatie. Is geheimhouding nuttig en nodig? Is goede smaak en fatsoen nuttig en nodig? Mogen politici en journalisten elkaar gunsten verlenen? Wat moeten we vinden van lekken?
De aandacht gaat uit naar Julian Assange, het gezicht van WikiLeaks. Naar zijn onmogelijke leven, zijn mogelijke misstanden en het feit dat iedereen hem dood wil. De aandacht gaat uit naar de VS die zich arrogant en geniepig zou gedragen. De aandacht gaat uit naar individuele documenten met sappige details over politieke en publieke figuren of conflicten.