Burgerlijke ongehoorzaamheid is belangrijk voor democratie
OPINIE - door Mathijs van der Sande
De burger wordt ongehoorzamer en tegelijkertijd neemt het onbegrip voor deze ongehoorzame burger toe. Dit laatste is onterecht, meent Mathijs van de Sande. Een pleidooi voor een herwaardering van de burgerlijke ongehoorzaamheid.
De burger wordt steeds ongehoorzamer. Een greep uit het nieuws van het afgelopen jaar kan dit eenvoudig illustreren. De klimaatactivisten van Code Rood riepen op tot blokkade- en bezettingsacties. Dierenrechtenactivisten knipten hekken open bij de Oostvaardersplassen.
De uitgeprocedeerde asielzoekers van de actiegroep We Are Here kraakten panden – om in te kunnen wonen, maar ook om te protesteren tegen het Nederlandse migratiebeleid. Studenten bezetten universiteitsgebouwen uit protest tegen het bezuinigingsbeleid. En het extreemrechtse Identitair Verzet bezette het dak van een moskee in aanbouw.
De gebruikte actiemethoden mogen van elkaar verschillen – om van de achterliggende motivaties nog maar te zwijgen – maar wat deze voorbeelden met elkaar gemeen hebben is dat men, door de wet te breken, probeert het democratische besluitvormingsproces of de rechtspraak van buitenaf te beïnvloeden.
Onbegrip voor ongehoorzame burger neemt toe
Dergelijke daden van ongehoorzaamheid leiden niet zelden tot discussie over hun democratische legitimiteit: dienen burgers zich niet gewoon bij de gangbare politieke en juridische procedures neer te leggen? Speelt de ongehoorzame burger niet te veel voor eigen rechter?