Uitdagingen, kansen, kwaliteitsimpulsen. Waar Balkenende kampioen ‘vage gemeenplaatsen’ was, zal Rutte hem overtreffen als meester in verhullend taalgebruik. Het lijkt allemaal glashelder, ferm, daadkrachtig. Het leidt helemaal nergens toe.
Meest recente voorbeeld: de kwaliteitsimpuls voor de AWBZ. Prachtig plan, goed geformuleerd. Maar eigenlijk had er moeten staan: we weten het ook niet, dus we doen maar wat.
Het kabinet wil de pgb’s aanpakken. Teveel mensen maken gebruik van de persoonsgebonden budgetten. Ooit geïntroduceerd als het wondermiddel om meer mensen keuzevrijheid te geven èn de zorgkosten omlaag te krijgen. Maar het blijkt “een belangrijke oorzaak van de overschrijdingen in de AWBZ”, aldus het kabinet.
Om de pgb’s betaalbaar te houden, worden die alleen nog beschikbaar gestel voor mensen die eigenlijk in een zorginstelling horen, maar die ervoor kiezen de zorg zelf in te kopen. De mensen die niet aan dat criterium voldoen kunnen zorg in natura (bijvoorbeeld thuiszorg) krijgen. Een deel van langdurige zorg, bijvoorbeeld begeleiding, wordt overgeheveld naar de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). Verder gaat het kabinet fraude met pgb’s hard aanpakken.
Wie naar de geschiedenis van de AWBZ kijkt, voelt op zijn klompen aan dat deze zoveelste aanpassing niet zal helpen. Een overzicht.
In 1968 wordt de AWBZ ingevoerd. Bedoeld om langdurige zorg en kosten die niet onder het ziekenfonds vallen te verzekeren.
In 1980 wordt het kruiswerk (o.a. verplegende verzorging aan huis, zuigelingenconsult) overgeheveld naar de AWBZ.
In 1989 worden ook de psychische zorg, hulpmiddelen, sociaalpedagogische zorg, gezinszorg en de regionale instellingen voor beschermd wonen bij de AWBZ onder gebracht.
In 1992 wordt farmaceutische hulp, audiologische hulp, erfelijkheidsonderzoek en revalidatiezorg aan de AWBZ toegevoegd.
In 1997 wordt alles, behalve de psychiatrische zorg, weer terug gekieperd naar de ziekenfondswet. Kort na die schoonmaakactie worden bejaardenzorg, gezinszorg en kruiswerk weer teruggetakeld naar de AWBZ. Nu onder de noemer thuiszorg.
Vanaf 1998 wordt toegewerkt naar de nieuwe AWBZ. Vanaf 2003 kan zorg ingekocht worden op onderdelen. Van verpleging tot activerende begeleiding. Van thuiszorg tot ondersteunende begeleiding. Het PGB (persoonsgebonden budget) wordt ingevoerd. Zorg op maat moet zowel de cliënt tevreden stellen, als de kosten overzichtelijker en beheersbaarder maken.
In 2007 is het mis. De AWBZ blijkt veel te duur. Er moet weer wat uit. Als eerste wordt de thuiszorg overgeheveld naar de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning).
Vanaf 2009 worden bepaalde vormen van ondersteunende en activerende begeleiding ook naar de WMO verhuisd. De AWBZ zou toch weer meer echte zorg moeten bekostigen: verpleeghulp, revalidatie, etc. Als mensen die zorg met meer welzijn opgetuigd wensen te zien, dan betalen ze dat zelf maar. Kunnen ze dat niet, dan mogen ze een beroep op de WMO doen.