D66-voorstel gaat niet ver genoeg
LONGREAD - Wat mij het meest bevalt aan het D66-voorstel om studenten voortaan een basisbeurs van 300 euro per maand te geven: zij kunnen niet langer aanspraak maken op huur- en zorgtoeslag. Deze inkomenstoeslagen waren ooit bedoeld voor burgers die voor langere tijd – of voor altijd – te weinig verdienen om de gangbare huren en zorgpremies te kunnen betalen. Het lage inkomen van studenten daarentegen is slechts tijdelijk, en wordt na het afstuderen meestal meer dan evenredig gecompenseerd door een bovenmodaal inkomen.
Maar deze correctie is niet de kern van hun voorstel. Voor de rest van de bevolking wil D66 eveneens meer geld in de portemonnee in ruil voor afschaffen van allerlei inkomenstoeslagen. Bij de hogere inkomens in de vorm van een belastingkorting, bij de lagere inkomens door hen een soort basisinkomen van 300 euro per persoon te geven – wat bij studenten een basisbeurs heet. Ze zijn nog niet zo ver gegaan als Milton Friedman, de Amerikaanse econoom die door links zo’n beetje als de uitvinder van het verfoeide neoliberalisme wordt beschouwd. Al in 1962 bepleitte hij een negatieve inkomensbelasting, wat betekent dat de lage inkomens geen belasting hoeven te betalen maar een bedrag van de Belastingdienst krijgen, voldoende om van te leven (dus meer dan 300 euro per maand). Zodra je meer gaat verdienen worden de rollen omgedraaid en moet je geld aan de Belastingdienst betalen, wat wij inkomstenbelasting noemen. In het D66-voorstel daarentegen krijgen de rijkere burgers eveneens een extraatje in de vorm van belastingkorting. Zo’n overbodig cadeautje willen ook Rutger Bregman en andere voorstanders van het universele basisinkomen uitdelen. Zoals de huidige AOW eveneens terecht komt bij miljonairs en andere vermogende mensen die dit basisinkomen-voor-ouderen helemaal niet nodig hebben.