Wat Bregman heeft weggelaten

Na De meeste mensen deugen, ligt nu Morele ambitie in de schappen, het boek waarin Bregman je vertelt dat je dan waarschijnlijk wel deugt, maar dat je morele ambitie zeer waarschijnlijk ondermaats is. En dat je flinke morele ambitie nodig hebt om verschil te maken in de wereld. Deugen alleen is niet langer voldoende. Morele ambitie Ik heb het gelezen. Het boek zit vol met mooie verhalen over mensen die keihard hun best doen en deden om goed te doen in de wereld, mensen met echte 'morele ambitie'. Tussen deze voorbeelden door deelt Bregman cijfers en analyses over hoe verandering wel en niet teweeg wordt gebracht. Hij wil inspireren en activeren. Zijn voornaamste boodschap: we hebben heel veel moreel ambitieuze mensen nodig, mensen zoals jij en ik, die zich inzetten om de grootste problemen van onze tijd op te lossen. Mensen die de handen uit de mouwen steken. En dat kan op allerlei verschillende manieren, we hebben bijvoorbeeld ook (introverte) dossiervreters nodig. Goed nieuws is dat je helemaal niet moreel ambitieus geboren hoeft te worden; je kunt ook gewoon door iemand anders worden geïnspireerd of 'besmet'. Je wordt in ieder geval door Bregman aangesproken om toch eens wat ambitieuzer te worden en om zo veel mogelijk bij te dragen aan het oplossen van de grote problemen in de wereld. En nogmaals, een beetje deugen is niet genoeg. Het is ook zaak om je carrière met morele ambitie vorm te geven en om te kiezen voor de acties die zo veel mogelijk bijdragen. Want niet alles is even effectief. Daarom moet je soms tactische of strategische keuzes maken. Het is duidelijk dat Bregman zijn best heeft gedaan om veel voorbeelden aan te halen en om alles mooi aan elkaar te knopen. Het leest lekker door, ik heb het boek in één ruk uitgelezen. Al scheelt het dat veel van de inhoud mij al bekend was en ik daardoor weinig verwerkingstijd nodig had. Deze review heb ik al even vlot geschreven, waarna ik het een maand heb laten liggen. Ik vermoed dat Bregman en zijn proeflezers deze kritiek namelijk al wel zagen aankomen en dat ze hun keuzes om bepaalde dingen weg te laten vrij bewust hebben gemaakt, met als doel zo veel mogelijk mensen ertoe aan te zetten om zich effectiever te gaan inzetten voor de goede zaak. Beetje raar om het daar dan niet mee eens te zijn, toch? Ik kan er wel wat van vinden, maar weet ik wat het meest effectief is? En is mijn commentaar effectief? Dat is maar zeer de vraag. Bij dezen publiceer ik mijn stuk alsnog. Wat mij betreft zijn de volgende punten namelijk zeker meer verdieping waard. Effectief altruïsme met een sausje Bregman noemt zijn concept 'morele ambitie'. Maar mijns inziens gaat zijn boek gewoon over het al bestaande concept van 'effectief altruïsme' (EA). Ik vermoed dat Bregman met zijn nieuwe terminologie een breder publiek beoogt aan te spreken dan dat de stroming van EA dusver bereikt. Maar veel, zo niet alle, van de redenaties die hij beschrijft ken ik al van die stroming. Ook een aanzienlijk deel van de voorbeelden wordt daar vaker aangehaald. Bregman noemt EA pas halverwege het boek, om er drie luttele pagina's aan te besteden (daar over later meer). Verder blijft hij consequent spreken van morele ambitie, maar het lijkt erop dat hij precies hetzelfde bedoelt. Misschien met één of ander sausje, maar ik heb het niet weten te ontdekken. (Ik hoop dat ik Bregmans ambitie om een breed publiek aan te spreken niet saboteer met deze grote openbaring.) Zelf schreef ik vorig jaar op Sargasso over Effectief altruïsme en vrijwel alle 'basics' die ik in dat artikel beschrijf, komen ook in Morele ambitie aan bod. Dit geldt vooral voor de tekst onder het kopje 'Effectief altruïsme in het kort', maar de rest wordt ook aangestipt in Morele ambitie. In dit artikel ga ik daarom niet in op alle inhoudelijke punten (over zo veel mogelijk goed doen in de wereld), maar enkel op de dingen die me specifiek opvielen en bij bleven. Dat zijn de die waar ik het niet zo mee eens ben, zeg maar. Wil je een beeld krijgen van de EA-inhoud van het boek, ofwel van wat effectief altruïsme inhoudt, lees dan bijvoorbeeld mijn eerdere artikel, of ga naar één van de bronnen die ik in dat artikel heb gelinkt. Meer dan deugen Bregmans toegevoegde waarde ten opzichte van eerder gepubliceerde 'EA-boeken', artikelen en andere zaken zal vooral zijn dat hij een groot publiek weet te bereiken. Dat deed hij eerder al met zijn vorige boek De meeste mensen deugen, wat een bestseller werd. Morele ambitie is een leuk vervolg op De meeste mensen deugen. De boodschap die in De meeste mensen deugen al doorschemerde, is dat de meeste mensen wel het goede willen doen, maar dat ondanks al die goede intenties nog van alles te verbeteren valt in de wereld. Dat was tenminste mijn conclusie en misschien ook wel die van Bregman. Misschien heeft de kleine minderheid van de mensen, zij die niet willen deugen, wel de meeste macht in handen en deinen de meeste goedbedoelende mensen maar gewoon met de stroom mee. Zoiets beschrijft Bregman inderdaad in Morele ambitie. En daarom hebben we meer mensen nodig die meer doen dan 'goed bedoelen' en die tegen de stroom in durven gaan om verandering teweeg te brengen. Daar ben ik het roerend mee eens. Het boek Morele ambitie geeft een goede introductie op wat je morele ambitie kunt noemen, of zo veel mogelijk goed doen in de wereld. Nuancering Maar toch, in het begin van het boek vond ik een aantal punten en voorbeelden niet genuanceerd genoeg. In de meeste gevallen werd daar later in het boek op teruggekomen en werd de nuance alsnog toegevoegd. Dus mocht je dit tijdens het lezen tegenkomen: het wordt beter. Bij een aantal punten vind ik dat Bregman harde uitspraken doet en de nuancering vervolgens niet goed genoeg uitwerkt. Hij komt er ook later in het boek niet expliciet op terugkomt. Misschien is dat voldoende voor zijn doel en doelgroep. Ik vermoed dat zijn doel is het informeren en tot actie aanzetten van bijvoorbeeld slecht doordachte ('niet ambitieuze') idealisten en mensen met veel geld, of gewoon iedereen die nog nooit van EA heeft gehoord. Harde uitspraken doen kan natuurlijk een tactiek zijn om deze mensen aan te spreken. Toch vind ik het een gemiste kans om juist wel meer nuancering en diepgang aan te brengen, als je dan toch een heel boek de ruimte hebt. Maar goed, niet iedereen is zo hopeloos genuanceerd als wij bij Sargasso. En niet iedereen zal zich zo aangesproken voelen door felle woorden als ik. De voetafdruk van idealisten Bregman is (expres) fel op linkse idealisten die (te) veel moeite doen om hun voetafdruk te verkleinen. Hij noemt deze groep mensen moreel maar niet ambitieus. Hij beschrijft dat wat zij nastreven, namelijk geen negatieve impact hebben, qua impact gelijk zou staan aan helemaal niet hebben bestaan. Niet erg ambitieus dus. Ouch. En ook: dat klopt natuurlijk niet. Het is misschien een leuke oneliner voor in je campagne, maar je negatieve impact (voetafdruk) beperken staat niet gelijk aan je positieve impact (handafdruk!) beperken. Ja, soms zouden idealistische mensen wellicht beter andere keuzes kunnen maken waarbij een klein beetje negatieve impact een grotere positieve impact mogelijk maakt. Ik denk dat ik er zelf in theorie goed aan zou doen om dat beter te analyseren - sterker nog, dit lijkt mij typisch iets om (EA-)community-breed te bespreken en analyseren, zodat we hier gezamenlijk lessen uit kunnen trekken. En misschien gebeurt dit al wel! Maar daar hoor je Bregman niet over. Hij is gewoon kritisch. In het gehele boek schrijft hij weinig over het concept van een negatieve voetafdruk. Positieve dingen worden opgehemeld en negatieve bijeffecten worden slechts benoemd in een bijzin. Ergens in het boek wordt benoemd dat je soms coalities moet smeden en compromissen moet sluiten en dat je het hebben van negatieve bijeffecten niet altijd kunt voorkomen. Ook wordt benoemd dat je een positief rimpeleffect kunt hebben. Zelf denk ik dat je niet precies kunt weten hoe dit werkt en welke rimpels je veroorzaakt. Dat betekent dat je ook niet zo hard kunt stellen dat 'linkse idealisten' vrijwel geen impact hebben. Bregman en EA-gedachtegoed zouden wellicht stellen dat je je het beste kan focussen op de dingen waarvan je wel (met een bepaalde zekerheid) weet dat ze effectief zijn, en dat meer positieve rimpels dan vanzelf volgen. Dat klinkt logisch. Maar dat schrijft Bregman dan weer niet (in deze context tenminste). Technologische ontwikkeling Het hoofdstuk over technologie vond ik wat vreemd. Bregman doet zijn best je te overtuigen van hoeveel goeds technologie de mensheid heeft gebracht en dat er nog veel meer mogelijk is als er meer geld en talent op wordt ingezet. Mij lijkt dat je weinig mensen hoeft te overtuigen van het goeds dat technologie kan doen. Daarom snap ik niet dat hij daar zo'n groot punt van maakt. Bregman heeft het vooral over de toegevoegde waarde voor ziektebestrijding en de energietransitie, waar de meeste mensen het toch over eens lijken te zijn. Ook lijkt mij duidelijk dat we daar technologische winst te boeken hebben. Ook stelt hij dat er meer wordt geprotesteerd tegen milieuvervuiling dan dat wordt gedemonstreerd voor goede technologieën. Hij noemt de eerste demonstraties terecht, maar toch is hij kritisch. We moeten in linkse kringen namelijk positiever staan tegenover technologie en weten waar we vóór zijn, niet enkel waar we tegen zijn. Dit nuanceert hij dan heel even door een belastingontduikende miljardair die zichzelf de ruimte in schiet (om een gat in zijn ziel te vullen) te noemen. Hij noemt focussen op dit soort uitwassen 'een beperkte blik', en gaat daarna direct verder met technologie ophemelen. Maar de mensen die hij bekritiseert vinden focussen op technologische vooruitgang juist een beperkte blik. Keer op keer blijkt dat veel bedrijven en overheden lak hebben aan milieuvervuiling omdat winstgevendheid en zogenaamde economische groei belangrijker worden geacht. Veel mensen lijken weinig weet of aandacht te hebben voor alle vervuiling en uitbuiting die gepaard gaan met de ontwikkeling en productie van technologische snufjes. Ook controverse over de energietransitie bestaat wel degelijk: zo is de productie van zonnepanelen en windmolens niet vrij van milieuvervuiling en uitbuiting. Dus ja, dit dient zeer zeker geagendeerd te worden. Ook komt vertrouwen op technologische vooruitgang met risico's. Als we vertrouwen dat onze problemen worden opgelost door knappe technische koppen, dan kunnen we dat bewust en onbewust als smoes gebruiken om zelf achterover te leunen en niet te hoeven werken aan het verkleinen van onze voetafdruk. Dit is natuurlijk niet wat Bregman voorstaat, maar het is wel degelijk een relevant mechanisme. Misschien is Bregmans idee dat we met genoeg morele ambitie achteraf alle ontstane vervuiling wel weer kunnen oplossen. Of dat sommige mensen zich heel effectief storten op vervuiling door technologie verminderen of vervuiling achteraf opruimen. Maar ook dat benoemt hij ook weer niet expliciet. Het is logisch dat Bregman steeds wereldverbeterende technologieën bedoelt, maar toch lijkt hij een beetje alle technologie op één hoop te gooien en zo ook alle effecten daarvan. Wellicht had het onderscheid duidelijker gemaakt kunnen worden tussen nuttige technologieën die de samenleving dienen en meer nutteloze technologieën die vooral het grootkapitaal dienen. Hij zal dit wel ergens benoemen, maar je zou het bijna vergeten tijdens het lezen. Zijn voornaamste punt is, denk ik, dat in sommige technologische ontwikkelingen te weinig geld en tijd wordt gestoken, en dat zou goed kunnen kloppen. Ook blijft hij benadrukken dat wij mensen zélf alle vooruitgang moeten boeken, vooruitgang wordt alleen geboekt door mensen die actie ondernemen. In een later hoofdstuk benoemt Bregman de schaduwzijden van technologie wel even kort, wat mij betreft dus te kort. Eerste kennismaking met effectief altruïsme In het stuk waar hij zijn eerste kennismaking met EA beschrijft, benoemt hij zijn eigen kritiek van destijds op de beweging. Volgens mij komt dit overeen met kritiek die EA veelvuldig krijgt (ik ben hier zelf al over begonnen te schrijven). Zijn uitsmijter: EA'ers (effectief altruïsten) leken zich destijds wel heel makkelijk neer te leggen bij het bestaande, extreem ongelijke systeem. Als je zo rijk bent om een flink deel van je inkomen te doneren, moet je je afvragen waarom je zo rijk bent en anderen niet. Dat heeft te maken met een oneerlijk (financieel/handels-) systeem. Bregman verweet EA dat ze geen masterplan hadden voor het veranderen van dit systeem. In de volgende paragraaf beschrijft hij dat hij EA'ers met hun ambitie toch inspirerend bleef vinden en dat sommigen toch best tegen kritiek kunnen. Ook geven ze nu zelf toe dat het achteraf gezien fout was ze in hun eerdere aanpak te weinig rekening hielden met systeemverandering (zie mijn artikel, zoek naar 'earning to give'), en doen ze inmiddels toch ook wel systeem-veranderende dingen. Bregman besteedt zo drie pagina's van zijn boek aan EA: eerst zijn felle kritiek van jaren geleden, daarna schrijft hij dat ze toch wel ambitieus zijn en goede dingen doen en toch wel tegen kritiek kunnen. Ik vind dit nogal kort voor een beweging die dezelfde overtuigingen aanhangt als Bregman zelf. EA krijgt wel erg weinig credits op deze manier, en wordt mogelijk toch vooral in een slecht daglicht gezet. De nuancering na de kritiek is te kort en te zwak in verhouding tot de kritiek. Systeemverandering en geld Bovendien gaat Bregman te kort in op de door hem aangestipte grote kwesties: systeemverandering en geld. Na bovenstaande schakelt hij snel over naar zijn inzicht dat geld nodig is. Hij erkent dat de kloof tussen arm en rijk ongemakkelijk is. Maar er zijn wel degelijk filantropen (geweest) die belangrijke bijdrages hebben geleverd (aan systeemverandering?). Geld en morele ambitie kunnen elkaar goed gebruiken, is de conclusie. Dat je geld goed kunt gebruiken, is nogal voor de hand liggend. Bregman begint terecht over het extreem ongelijke systeem, om er vervolgens veel te makkelijk weer overheen te stappen zonder tot een goede conclusie te komen. Is hij het nu toch met de eerdere EA-werkwijzen eens en heeft het masterplan voor systeemverandering dan toch geen prioriteit? Onduidelijk. Een rode draad in het boek vormen verzetsbewegingen zoals streven naar afschaffing van de slavernij (abolitionisme), de burgerrechtenbeweging en de vrouwenrechtenbeweging. Deze bewegingen hebben natuurlijk heel wat systeemverandering teweeggebracht. Wat dat betreft zit het onderwerp van systeemverandering wel verweven in het boek, maar naar mijn idee wordt het niet zo expliciet benoemd als in het stuk over de kritiek op EA. Mogelijk heb ik het over het hoofd gezien, maar het stoort me toch. Wel benoemt Bregman dat de gedachte 'maar er is systeemverandering nodig' geen excuus moet zijn om helemaal niets te doen. Daar ben ik het volledig mee eens. Het systeem verandert niet vanzelf, maar dat gebeurt alleen als mensen voor die verandering zorgen. De voornaamste boodschap van het boek is dat je met morele ambitie aan oplossingen kunt werken. Dat idee zal ook werken voor het aanpakken van foute systemen. Durfinvesteerder Nog even over geld gesproken: een recensie in Trouw (achter betaalmuur) waarschuwde al over het aangehaalde voorbeeld van Peter Thiel. Thiel wordt alleen aangehaald in hoofdstuk 3, maar het is niet heel duidelijk waarom hij een goed voorbeeld zou zijn en waarvoor dan eigenlijk. Hij is de oprichter van Paypal en verder is hij durfinvesteerder, die rijk is geworden door te investeren in de techgiganten die we vandaag de dag kennen. Is het dat hij investeert in start-ups en goede ontwikkelingen waar andere partijen nog niet in durven investeren? Dat hij het woord 'cult' leuk vindt en beweert dat ambitieuze cults veel voor elkaar kunnen krijgen? Dat lijkt mij persoonlijk niet genoeg reden om hem zo specifiek te benoemen in het boek. Hij is een opvallend geval tussen alle helden. Zeker omdat hij zo sterk gelinkt wordt aan techgiganten die vooral voor hun eigen gewin lijken te gaan (en daarbij bijvoorbeeld maling hebben aan rechten als privacy). Het lijkt een vreemde keuze om hem zo uit te lichten. Tot slot Al met al is het boek een goede introductie op effectief altruïsme (EA) - ik bedoel natuurlijk morele ambitie - en de redenaties en argumenten daarachter, compleet met vele mooie voorbeelden van weldoeners en bewegingen. Ik denk dat Bregman met zijn nieuwe Morele ambitie-cult andere mensen probeert aan te spreken dan EA dusver doet. Als lezers bijvoorbeeld een vriendelijker gevoel overhouden aan het boek dan aan EA, is dat winst voor EA. En ik denk dat Bregman inderdaad veel mensen kan aanspreken met het boek. Her en der vind ik Bregmans punten te kort door de bocht (voor de iets meer ingelezen idealist) en is hij kritisch waarna hij niet diep genoeg op het onderwerp van zijn kritiek in gaat. Hij zal de boodschap en diepgang wel hebben afgestemd op zijn doelgroep, maar ik vind het toch een gemiste kans. Ook krijgt EA te weinig credits. Het boek geeft vooral veel mooie voorbeelden en weinig concrete handvaten om voor jezelf te bepalen wat je wil doen met je nieuw ontdekte morele ambitie. Maar Bregman wil ook activeren, daarom wordt je in de epiloog aangespoord om je te melden bij The School for Moral Ambition op www.moreleambitie.nl en om je eigen 'Moral Ambition Circle' te beginnen. Misschien dat je daar kan ontdekken welke aanpak voor jou mogelijk en passend is. Al met al geeft het boek een goede introductie, maar de meer (EA-)ingelezen idealist of activist kan waarschijnlijk beter een ander boek kopen.

Door: Foto: Johannes Plenio, via Pexels.
Foto: Mikael Blomkvist, via Pexels.

Maximaal goed doen met effectief altruïsme

ACHTERGROND - Als iets groter wordt, groeit ook de kritiek. Zo ook met het gedachtegoed van effectief altruïsme, een beweging van mensen die zo veel mogelijk goed willen doen in de wereld. Deze beweging bestaat en ontwikkelt zich al meer dan tien jaar, maar de externe kritiek is vaak een variant op dat effectief altruïsme een robotachtige manier van leven vereist of promoot. Daarmee wordt de beweging al snel afgekeurd. Lekker overzichtelijk.

Maar zo zwart/wit is het mijns inziens niet en het zou zonde zijn als het daarop werd afgekeurd. Ik ben zelf geïnteresseerd in goed doen in de wereld en daarom ook in effectief altruïsme, wat ik al meer dan vijf jaar ken en waar ik af en toe iets over lees en over praat met anderen. Afgelopen november was ik op een conferentie voor geïnteresseerden in Rotterdam, EAGxRotterdam.

Onlangs las ik meerdere artikelen waarin effectief altruïsme vrij kort door de bocht wordt afgekeurd. Daarom leek het me de moeite waard om mijn eigen genuanceerdere verkenning op te schrijven voor Sargasso. In dit eerste artikel ga ik in op het gedachtegoed en op de vraag of het een kwestie van het hoofd versus het hart is. De meeste links leiden naar Engelstalige websites.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Twee hoeraatjes voor ons meer-partijen systeem.

COLUMN - Het Amerikaanse kiessysteem biedt een epische en overzichtelijke strijd tussen twee polen. Die simpelheid levert een motivatie voor politieke betrokkenheid, maar kan ook leiden tot een destructieve polarisatie. In een tijd van sociale media waarin het steeds makkelijker wordt om je eigen informatie te selecteren, wordt deze zwakte steeds belangrijker.

Enkele maanden lang waren de Amerikaanse verkiezingen een dagelijkse soapserie waaraan ik lichtelijk verslaafd was. Eén van de redenen van mijn fascinatie is het feit dat het Amerikaanse systeem maar twee partijen heeft. Er is een duidelijke tegenstander, en als je je voorstander bent van één van de partijen wordt het al snel een spannende bezigheid, net als een voetbalwedstrijd interessanter wordt als je één van de teams ondersteunt.

Psychologisch onderzoek wijst uit dat het bestaan van zulke in-groepen en out-groepen sterke effecten heeft. Aan de ene kant stimuleert het altruïsme binnen de in-groep, die daardoor productiever samenwerkt. Aan de andere kant is het doel van dat altruïsme om de andere partij kapot maken. Biologen en antropologen betitelen dit tweesnijdende zwaard als “parochiaal altruïsme”: aardig zijn voor je groepsgenoten gaat hand in hand met vijandschap tegenover de anderen. Sommige theoretici argumenteren zelfs dat de evolutie van altruïsme gedeeltelijk gedreven wordt door het bestaan van conflicten tussen groepen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Vrijwillig vrijgevig?

COLUMN - December staat voor de deur, een maand vol uitwisseling van cadeaus en uitingen van naastenliefde. Nederland is een vrijgevig land, met een 7e plaats op de “world giving index” die landen classificeert naar de hoeveelheid vrijwilligerswerk en de hoogte van donaties aan goede doelen. Toch is niet al die vrijgevigheid wat het lijkt, want geven voelt soms ook als een onwelkome plicht.

Verschillende studies tonen aan dat veel mensen liever situaties vermijden waarin hen wordt gevraagd om aan goede doelen te geven. Zo nemen meer mensen de zij-uitgang van de supermarkt als er bij de hoofduitgang mensen staan te collecteren. Ook blijken er minder mensen thuis te zijn als een collecte van tevoren wordt aangekondigd.

In het laboratorium doen sommige deelnemers liever niet mee aan experimenten waarin ze 10 euro kunnen verdelen tussen zichzelf en iemand anders. Eén derde van de proefpersonen is zelfs bereid geld te betalen om zo’n situatie te vermijden. In plaats van de 10 euro op te strijken gaan ze liever met 9 euro naar huis, als dat betekent dat ze geen expliciete verdelingskeuze hoeven te maken. Ook andere oppervlakkige ‘excuses’ om niet te hoeven geven worden dankbaar aangegrepen, zoals wanneer de verantwoordelijkheid voor een egoïstische keus met iemand anders kan worden gedeeld.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Bestaat pure naastenliefde?

COLUMN - Kerst is de tijd waarin we stilstaan bij het belang van naastenliefde. Hoewel oncontroversieel als ideaal, bestaat er een eeuwenlang wetenschappelijke discussie over het bestaan van pure naastenliefde of altruïsme, de bezorgdheid om het belang van een andere, niet verwante persoon. Voor de meeste, op het oog altruïstische gedragingen kan namelijk altijd wel een ‘zelfzuchtige’ reden worden gevonden, naar het beroemde dictum “Scratch an altruist and watch a hypocrite bleed”. Nieuwe meetmethoden in het laboratorium en in de neurologie werpen nieuw licht op deze eeuwenoude vraag.

Stel een vriendin geeft een groot bedrag aan een goed doel. Doet zij dat puur uit medeleven met de ontvangers van het geld, probeert ze indruk te maken op haar vrienden, of heeft ze graag een goed gevoel over zichzelf met de feestdagen?

In het laboratorium kunnen de redenen voor vrijgevigheid uit elkaar worden getrokken. Eén van de belangrijkste meetmethoden voor vrijgevigheid in de gedragseconomie vormt het gedrag in het “dictatorspel”. In het dictatorspel krijgt een deelnemer, de “dictator”, geld van de experimentator, dat zij moet verdelen tussen zichzelf en een andere onbekende deelnemer (of een goed doel). De verdeling wordt daadwerkelijk geïmplementeerd, zodat vrijgevigheid ook daadwerkelijk geld kost.

Hoe simpel het ook is, wetenschappers hebben al veel geleerd van variaties op dit spelletje. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de meeste mensen bereid zijn gemiddeld 28% van het geld weg te geven, dat vrouwen en oude mensen vrijgeviger zijn, en dat mensen liever iets geven aan een persoon die in nood is buiten zijn eigen schuld.

Foto: Brett Davies (cc)

Vriendschap: altruïsme of egoïsme?

COLUMN - Een bekende Utrechtse volkszanger caféhouder en politicus is, zoals bekend, al jaren geleden teleurgesteld geraakt in vriendschap; het is volgens hem niets meer dan een illusie of een droom. Hij is bepaald niet de enige die een dergelijke teleurstelling verwoord heeft; denk bijvoorbeeld aan Voskuils Bij nader inzien, dat uiteindelijk hetzelfde zegt, maar daar iets meer woorden voor nodig heeft.
Eigenbelang

Het gesignaleerde probleem zal voor een ieder herkenbaar zijn: vriendschap (dat wil zeggen: stil en ongedwongen alles voor een ander doen), dat klinkt leuk, maar kan uiteindelijk niet op tegen de fundamenteel egoïstische krachten in ons. Als puntje bij paaltje komt, kiezen wij allemaal toch voor het eigen genot, het eigen voordeel, het eigen geluk.

Met andere woorden, vriendschap heeft slechts een instrumentele waarde – als het bijdraagt aan ons geluk, prima, maar als dat geluk op een andere manier bereikt kan worden, laten we onze vrienden direct vallen. We kunnen natuurlijk zeggen: dat is dan helemaal geen vriendschap, want echte vrienden cijferen juist zichzelf weg ten bate van de ander. Ware vriendschap zou zich dan kenmerken door altruïsme, waarbij we de belangen van de vriend dus zwaarder laten wegen dan ons eigenbelang.

Maar bestaat zoiets eigenlijk wel? Zijn wij werkelijk in staat om het goed van de ander te verkiezen boven ons eigen goed? Velen zijn hier sceptisch of zelf cynisch over, en zien zogenaamd altruïsme als niets anders dan beter of slechter verholen eigenbelang. Ik geef aan giro 555, maar toch vooral om mij goed over mezelf te voelen (en om daar op filosofische avonden goede sier mee te kunnen maken), en ik help mijn vriend met het verplaatsen van z’n koelkast opdat hij daarna niet kan weigeren mij te helpen verhuizen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

7 wegen naar de apocalyps | 6 humanisme

weekendlogo123.jpgVan 5 september t/m 17 oktober kijkt Ippekrites de koffie dik aangaande zaken die ons voortbestaan bedreigen, daarbij terzijde getekend door Crachàt. Verwacht geen erudiete citaten of intelligente links, maar slechts wilde speculaties die haast aan science-fiction grenzen. Dat alles echter wel gebaseerd op wat Ippekrites tot nu toe over het onderwerp tot zich heeft genomen. Nogal serieuze kost dus, maar als je wilt lachen kijk je maar naar “Mock the week”. In deze zesde aflevering gaat het over een absoluut onverdachte oorzaak voor een mogelijke apocalyps.

Ach ja, het humanisme. Een levensbeschouwing waarin het menselijk individu de centrale rol speelt en niet een niet-bestaande god. Een visie waarin de ontplooiingsmogelijkheden van de mens voorop staan, waarin de overheid er is om gelijke kansen te garanderen, waarin zorg voor elkaar de norm is. Het humanisme levert daartoe een stelsel van waarden en normen om het intermenselijk verkeer in goede banen te leiden, zo veel zelfs dat sommigen weer naar de tijd van oog-om-oog-en-tanden-uit-je-bek terug verlangen. Hoe het ook zij, het is in elk geval van de ratten dat religieuze fundamentalisten het humanisme durven te verketteren omdat het geen normen en waarden zou hebben.

Bij het humanisme hoort een afkeer van doden die zo ver gaat dat zelfs de dieren niet zo maar op barbaarse wijze geslacht mogen worden (zij worden eerst verdoofd voor zij op barbaarse wijze geslacht worden). In een humanistische samenleving hoort de doodstraf dan ook niet thuis. Op dit punt wringt de humanistische visie met ons ingeboren verlangen naar wraking. Slachtoffers of nabestaanden van een geweldsmisdrijf blijven vaak met heel wat onverwerkte emoties zitten, zeker als de daders er met een beperkte celstraf afkomen en niet geplaagd door enige wroeging protesterend op televisie verschijnen omdat hun luizenleventje in de gevangenis wegens bezuinigingen wordt ingeperkt.