serie

Vaste Gasten

Net als je even inkakt, prikken onze Vaste Gasten je weer wakker met hun scherpe pen.


Foto: daisy.images (cc)

Goed volk | Legenden van het Alhambra

ACHTERGROND - Spanje is een land met een roerige geschiedenis. Zoals in de geschiedenis, met name na de Middeleeuwen, Frankrijk en Italië de nodige overeenkomsten in historische patronen vertonen, zo geldt dit ook voor Spanje en Griekenland. Zo waren beide landen in de twintigste eeuw verwikkeld in een bloedige burgeroorlog en zijn beide landen meerdere eeuwen bezet geweest door een islamitische macht: Griekenland door de Ottomanen en Spanje door de Moren.

Volksverhalen

In beide landen leverde dat verhalen op: sagen en legenden, doorverteld, zoals in de meeste landen, op lange winteravonden bij knapperend haardvuur en een goed glas. Er waren professionele vertellers, bijvoorbeeld in Griekenland de rapsoden, die door hun wijze van vertellen dichtbij het originele verhaal bleven, maar het doorsnee volk vertelde en fantaseerde er naar aanleiding van een historisch feit lustig op los.

Onderzoek heeft uitgewezen dat verhalen doorgaans al binnen een generatie gecorrumpeerd raken. Herinneringen vervagen en verhalen worden spannender gemaakt en uitgebreid. Zie het nog steeds aansprekende voorbeeld van het liedje van Annie M.G. Schmidt: ‘Hendrik Haan uit Koog aan de Zaan heeft de kraan open laten staan’.

Onderstaand een door mijn zoon tijdens veldwerk vorig jaar gemaakte foto van de ruïne van het twaalfde-eeuwse Moorse kasteel ‘Castillo de la Encomienda’, Aliaga, Aragón, een foto die een goed beeld geeft van het desolate landschap waarin dit soort verhalen ontstonden.

Foto: daisy.images (cc)

Goed volk | Iemand naar de andere wereld helpen

ACHTERGROND - ‘Iemand naar de andere wereld helpen’, kent u die uitdrukking? Wij hebben bepaald geen positieve connotatie met deze zegswijze, behalve als je deze letterlijk neemt en zo is de uitdrukking oorspronkelijk misschien wel bedoeld.

Vrijwel elke cultuur, ook de christelijke, kent een kosmologie (in de mythologische of religieuze zin) die meestal neerkomt op een drieslag onderwereld – aarde – bovenwereld. We mogen gerust van een archetypisch motief spreken. Nu gaat het in deze blog niet om een vergelijking van al deze kosmologieën – dat zou een heel boekwerk vergen – maar om de vraag hoe je na je dood op aarde van de ene naar de andere wereld komt. Dat schijnt namelijk niet vanzelf te gaan, gegeven een of meerdere obstakels die de ziel op zijn weg tegenkomt.

Rituelen

Om de ziel te helpen bij de oversteek zijn vele rituelen bedacht en schriftelijk vastgelegd. Zo hebben de Tibetanen hun ‘dodenboek‘ evenals de oude Egyptenaren. Ook de christenen kennen liturgische gebeden en gezangen om de overledenen bij te staan in hun reis naar het hiernamaals: “In paradisum deducant te angeli” (Ten paradijze geleiden u de engelen). En stel je voor dat je blijft steken in het ‘Niflheim‘ in plaats van naar het Walhalla te gaan!

Foto: daisy.images (cc)

Goed volk | De Duivelsbijbel

ACHTERGROND - In de Zweedse Koninklijke Bibliotheek in Stockholm berust een middeleeuws manuscript van de Bijbel uit ongeveer 1230, de Codex Gigas. Wat in eerste instantie opvalt is het formaat: het in een houten band gebonden boek meet 92 bij 50 centimeter, is 22 centimeter dik en weegt 75 kilo.

Toch is dit niet zo bijzonder als het lijkt. Boeken van dit formaat werden in de Middeleeuwen wel meer gemaakt, vooral als koorboeken die men in kloosters gebruikte voor de mis en de officie’s. Opgesteld in het midden van het halfronde koor konden alle monniken en monialen meelezen uit één boek, wat wel zo praktisch was. Het rijk geïllustreerde manuscript bevat de gehele Bijbel in een Vetus Latina vertaling alsmede de nodige andere stof, waaronder de Antiquitates Judaicae van Flavius Josephus en, godbetere, een aantal magische formules.

Van de oorspronkelijke 640 pagina’s zijn er zestien om onduidelijke reden verwijderd. Volgens deskundigen bevatten deze ontbrekende pagina’s wellicht de Regula Benedicti, de kloosterregel van de Benedictijnen. Volgens een overlevering zijn de pagina’s verloren gegaan bij een brand, maar daarover straks meer.


Geschiedenis

Het manuscript staat bekend onder de naam Codex Gigas (reusachtige codex) maar heeft als bijnaam de ‘Bijbel van Satan’ of de ‘Duivelsbijbel’, naar aanleiding van een prominente afbeelding van de duivel op folio 290 recto van ongeveer 50 centimeter hoog.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Ricky roast Hollywood

COLUMN - Afgelopen zondag werd Hollywood gegrild door Ricky Gervais. Met een serie genadeloze grappen veegde meneer de komiek de vloer aan met een wereld die uit zijn voegen barst van de ijdelheid en zelfvoldaanheid. Tom Hanks die niet weet waar hij moet kijken. Martin Scoresese die met zijn gigantische wenkbrauwen vertelt dat het inderdaad waar is: hij is te klein voor de meeste achtbanen. Wie geniet daar niet van! Martin Koolhoven in ieder geval wel. Die legde een dag later in de De Wereld Draait Door aan Matthäus von Neukirche de grappen uit. ‘Dit is zó goed’, zei hij over de grap dat het In Memoriam dit jaar niet doorging wegens te weinig diversiteit, ‘omdat het gewoon waar is.’

It’s funny, because it’s true.

Het was de vijfde keer dat Ricky Gervais The Golden Globes presenteerde. En de vijfde keer dat hij het zo deed. De hoofdreden dat Gervais dit mag doen: dit willen de mensen zien. En dan niet zozeer de mensen in de zaal, hij doet het voor ons, de sterfelijken. Wij smullen ervan als de groten der aarde op hun nummertje worden gezet, retweeten dat het een aard heeft en prijzen Gervais dat hij de ballen heeft om dat stelletje zelfgenoegzame pricks eens te zeggen waar het op staat. Oftewel: dankzij Ricky Gervais valt er nog wat te genieten aan The Golden Globes. Het is dus zakelijk gezien slim.

Foto: daisy.images (cc)

Goed volk | Folklore in ‘A Midsummer Night’s Dream’

COLUMN - Wij hadden ergens in de bovenbouw van de middelbare school een pas afgestudeerde en hoogst appetijtelijk uitziende docente Engels die dol was op de toneelstukken van William Shakespeare. Zij is helaas zelf onderdeel geworden van een ‘Shakespearean drama’ doordat zij verliefd werd op de aimabele maar reeds gehuwde en ruim vijftien jaar oudere leraar natuurkunde, en wij hebben haar na dat ene jaar ook niet meer teruggezien.

Dat was jammer, want zij draaide in de klas tijdens het literatuuruur regelmatig grammofoonplaten met uitvoeringen van toneelstukken van Shakespeare en dat vond ik verdraaid interessant. Enerzijds vanwege de taal, want het Engels uit de Tudor-periode bleek verrassend makkelijk te volgen op de nodige onbekende woorden na en natuurlijk had ik de tekst uit de bekende goedkope ‘Spring Book’ editie van ‘The complete works of’ (tien gulden, hardback) aangeschaft en voor m’n neus, maar vooral omdat in Shakespeare’s stukken met regelmaat figuren uit de klassieke mythologie voorkomen alsmede uit de folk-lore, zoals heksen (Macbeth!), kabouters, feeën en dergelijk gesnor. Mijn latere passie voor mythologie, volkscultuur en folklore was toen al sluimerende. Vanwege mijn interesse in Shakespeare had ik uiteraard een streepje voor, maar het niveau van de docent natuurkunde heb ik nooit gehaald.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Mensen met M.

COLUMN - In een sfeervol ingericht landhuis ontving Margriet van der Linden haar gasten Thierry Baudet en Angela de Jong. Gezellig! Ooit had ik Margriet van der Linden hoog zitten, maar dat is eigenlijk alweer behoorlijk lang geleden.

Denkt u dat er ook maar één kritische vraag is gesteld in Mensen met M? Ik heb ‘m niet kunnen ontdekken. ‘Ben je een buitenmens?’ Dat soort vragen kreeg Thierry voor z’n kiezen. Precies die vraag vond Thierry overigens al te ver gaan. ‘Je probeert me van een label te voorzien’, zei hij. Vond ie niet fijn. Hij was een individu. Wist hij sinds de scheiding van zijn ouders. Misschien kon daar eens een sociologische studie naar gedaan worden: of kinderen van gescheiden ouders zich meer bewust waren van hun individualiteit. ‘Heb je daarom zo’n wantrouwen voor het begrip thuis’, probeerde Margriet. Ik vermoed dat deze vraag knipoogde naar de door Baudet graag gebruikte term oikofobie, de door zijn mentor Roger Scruton gemunte tegenhanger van xenofobie. Oikos betekent ‘huis’ in het Grieks. Thierry zei dat hij wist dat je thuis zomaar kon verdwijnen. Het voorzetje werd vakkundig ingekopt.

Toen het over de (gescheiden) ouders van Thierry ging en hoe zij reageerden op zijn stap richting de politiek, terwijl hij daar naar eigen zegge helemaal niet thuishoort, vertelde de belangrijkste intellectueel van ons land dat zijn moeder haar abonnement op de NRC had opgezegd omdat ze de vele leugens die over haar zoon werden verteld niet meer aankon. Dan zou je zeggen: vraag even welke leugens een gerespecteerd journalistiek orgaan als het NRC zoal verspreidde. Maar neen, Margriet deed geen enkele moeite haar collega’s te verdedigen. De boodschap: NRC = Lügenpresse was overduidelijk.

Foto: daisy.images (cc)

Goed volk | Santa Claus, Last of the Wild Men

ACHTERGROND - Het is mijn vaste overtuiging dat de meeste religieuze cultuuruitingen (wat je ook onder ‘religieus’ mag verstaan) vanaf pakweg de Steentijd te maken hebben met vruchtbaarheidsriten en de jaarlijkse cyclus van de seizoenen. Initiatieriten, vaak verbonden aan vruchtbaarheidsriten, zijn een goede tweede, maar dit terzijde. Je komt deze eerstgenoemde opvatting al tegen bij James Frazer (1854-1941), de Schotse antropoloog, mytholoog en auteur van het monumentale werk The Golden Bough (vanaf 1890).

Deze vruchtbaarheidsriten bestaan nog steeds, niet alleen bij geïsoleerde volkeren die als het ware nog in het stenen tijdperk leven, maar komen in gekuiste en gesymboliseerde vorm nog steeds overal ter wereld voor. Een fraai voorbeeld zijn de door mij al diverse malen aangehaalde ‘heidense sinterklaasfeesten‘ op de Waddeneilanden met het Amelandse ‘Sunneklaas’ als de beruchtste.

De vruchtbaarheidsriten vonden plaats in het kwartaal tussen pakweg het wintersolstitium (Midwinter, Yule) en de lente-equinox (Zonnewende, Ostara). Deze periode wordt vaak opgerekt tot het halfjaar tussen wat de Kelten noemden de feesten van Samhain op 1 november en Beltane op 1 mei. Het ligt er namelijk maar aan waar men de klemtonen legt.

Na de kerstening werden deze grenzen vaak aangegeven met de feesten van Sint-Maarten op 11 november en het Pinksterfeest op de vijftigste dag na Pasen (in 2020 is dat op 31 mei, Gregoriaanse kalender) met het Kallemooi op Schiermonnikoog als ‘heidens Pinksterfeest’. In engere zin zijn dat de data van Kerstmis (25 december) en Maria Lichtmisop 2 februari. Voor het vervolg van deze blog is het van belang er op te wijzen dat zowel het Sinterklaasfeest als de kersttijd in dezelfde periode vallen waardoor er gelijkenissen optreden met gekerstende of heidense fenomenen in dit tijdvak.

Foto: daisy.images (cc)

Een Russische Sinterklaas en andere Sinterklazen

ACHTERGROND - Volgens Godfried Bomans behoort Sinterklaas na 5 december “gewoon weer tot het bejaardenprobleem”, maar zo gemakkelijk kom je niet van Sinterklaas af. Zo heeft hij van origine maar liefst drie feestdagen: zijn geboorte in de havenstad Patara (15 maart), zijn sterfdag (6 december) en de overbrenging (translatio) van zijn relieken van het Byzantijnse Myra in het huidige Turkije naar het Zuid-Italiaanse Bari op 9 mei.

De sinterklaastraditie is waarschijnlijk de meest complexe kerkelijke en volkstraditie (vaak is er nauwelijks verschil) die er bestaat. In feite bestaan er niet alleen diverse verschijningsvormen van Sinterklaas, maar er is ook een heel scala aan hulpen: naast onze Zwarte Piet zijn er bijvoorbeeld de in ons land inmiddels ook bekende Krampus uit de Alpenlanden, Knecht Rupprecht uit Duitsland, Père Fouettard uit Noord-Frankrijk, Wallonië en een aparte versie uit de Elzas onder de naam Hans Trapp, en zo zou ik nog even door kunnen gaan.

Maar ook Sinterklaas zelf kent verschillende verschijningen.

Om in eigen land te blijven: pakweg honderd jaar geleden kende de Veluwe een zwarte Sinterklaas en het Friese plaatsje Grouw kent nog steeds een Sinterklaas die Sint Piter genoemd wordt en wiens feestdag op 21 februari wordt gevierd. Met andere woorden: het onderscheid tussen Sint en Piet is niet altijd even duidelijk.

Tekening: via Via Sint en Pietengilde.nl die het overnam uit ‘Friese volksgebruiken weerspiegeld in Europese Folklore’ (Gesto, 1970) door D.J Van der Ven.

Foto: daisy.images (cc)

Goed volk | Pierepauwen op Vlieland (2)

ACHTERGROND - In het eerste deel van de blog over het buiten Vlieland welhaast onbekende Pierepauwen beschreef ik een poging tot een etymologie van de term. Ik concludeerde dat de herkomst en betekenis van het woord in feite onbekend zijn. Ik wil hier nog aan toevoegen dat het begrip Vlielands kan zijn, een dialect dat lijkt op het Tessels. (De Vlielanders spreken geen Fries.) De laatste spreker van het Vlielands is echter in 1993 overleden. Ten tweede zal het fenomeen niet altijd Pierepauwen zijn genoemd, zeker niet in de Late Middeleeuwen, als het toen al op Vlieland voorkwam.

Hierna gaf ik een korte inleiding op het fenomeen Pierepauwen en besprak ik de meest uitgebreide secundaire bron, het boek van D.J. van der Ven, Friese volksgebruiken weerspiegeld in Europese folklore (1970). Van der Ven wijdt weliswaar twee pagina’s aan Pierepauwen, maar gaat daarna over op het fenomeen van de witte rouwsymboliek, waarbij duidelijk wordt welke kant hij op wil. Ik ga nu eerst over tot de bespreking van vier andere secundaire bronnen, in chronologische volgorde. Primaire bronnen (contemporaine brieven, akten, rekeningen, dagboeken, kaarten, foto’s en vele andere soorten archiefstukken) zijn tot op heden over het fenomeen niet bekend, want niet betekent dat ze niet kunnen bestaan.

Foto: daisy.images (cc)

Goed volk | Pierepauwen op Vlieland (1)

COLUMN - Er bestaan in het Nederlands en zijn dialecten en ongetwijfeld ook in andere talen zogenaamde ‘onzinwoorden’, ook wel pseudowoorden genoemd. Dit zijn woorden, beter te omschrijven als een aaneenschakeling van klanken, die geen enkele semantische betekenis hebben. In de moderne muziek wordt er bijvoorbeeld gebruik van gemaakt en wat te denken van het gedicht ‘Oote oote boe‘ van Jan Hanlo?

De brabbeltaal van baby’s is weer iets anders. Voor hen schijnen de klanken wel degelijk een semantische betekenis te hebben, maar aangezien hun proces van taalverwerving nog op gang moet komen is dit voorlopig het beste wat ze te bieden hebben.

Er bestaan ook varianten zoals klankschilderingen of klanknabootsingen (onomatopeeën) en die komen veel in de volkscultuur voor, zie bijvoorbeeld vanaf p. 191 .

Pierewaaien en pierepauwen

Bij een onzinwoord of onomatopee kan een deel van het woord een semantische betekenis hebben, maar het andere gedeelte niet en bestaat als pure klankaanvulling op het andere gedeelte van het woord, bijvoorbeeld omdat er gevoelsmatig iets ontbreekt aan het eerste gedeelte, om het ‘basiswoord’ beter te onthouden, omdat het zo beter toepasbaar is in liedjes (rijm), omdat het zo beter bekt, of wat dan ook. Ik heb het idee, maar het blijft een aanname, dat dit bij het woord pierepauwen ook het geval is. Omdat het begrip ‘pierepauwen’ niet in een online-woordenboek voorkomt, ben ik uitgegaan van een woord wat er op lijkt: pierewaaien.

Foto: daisy.images (cc)

Goed volk | De middeleeuwse ruïnes van Visby (2)

COLUMN - Vorige keer heb ik het gehad over de geschiedenis van het Zweedse eiland Gotland, de stad Visby en zijn kerkruïnes. Twee kerken vielen daarbij qua ontwerp uit de toon. Ik heb er één besproken, de Sankt Lars. Die was gebouwd op het grondplan van een Grieks kruis terwijl de overige kerken gebouwd zijn op de plattegrond van een Latijns kruis, zoals je van gotische kerken kan verwachten. Deze tweede blog gaat over de andere kerk met een afwijkend patroon, de kerk gewijd aan de Helge And (Heilige Geest), gebouwd op het grondplan van een octogoon (achthoek).

De symboliek van het octogoon

Eerst iets over de spelling van het woord, want die leidt nog wel eens tot misverstanden. Het begrip is afgeleid van het Griekse woord voor acht: októ. In het Nederlands spelt men dan ook consequent octogoon men een ‘o’ in de tweede lettergreep. De Duitsers doen dit ook: Oktogon, net als de Fransen (octogone) maar de Engelsen hebben het over een octagon met een ‘a’ in de tweede lettergreep. Zij gaan uit van de letterlijke vertaling van het Grieks voor achthoek: oktágonon. In het Latijn heet een achthoek in het verlengde van het Grieks een octangulum.

Foto: daisy.images (cc)

Goed volk | De middeleeuwse ruïnes van Visby (1)

COLUMN - Samen met Ávila, Carcassonne en San Gimignano behoort het Zweedse Visby op het eiland Gotland tot het verplichte excursielijstje van elke mediëvist. Het stadje wordt wel genoemd ‘stad der ruïnes’ (op een eiland dat ‘het eiland van de honderd kerken’ wordt genoemd) en dat is wellicht, naast de stadsomwalling, wellicht het interessantste historische aspect van de stad. Deze telt namelijk een dozijn ruïnes van Middeleeuwse kerken, drie meegerekend waarvan slechts fundamenten over zijn.

Hun ruïneuze aard is het resultaat van de vernietiging van de stad in 1398 door Teutoonse ridders, een oorlog tussen Denemarken en Lübeck in de eerste helft van de zestiende eeuw waarbij Visby van vier zijden in brand werd gestoken, een stadsbrand op 29 april 1611 en sloop van twee kerken om de ommuring van de stad te herstellen. Na de Reformatie werden de resterende kerken gesloten, op de kathedraal na.

Tempeliers

Interieur van de Sankt Lars (foto Bas Kamps)

Interieur van de Sankt Lars (foto Bas Kamps)

Door de grote terugval van de stad in deze periode was er geen reden de kerken op te bouwen of te vervangen, zelfs niet als reformatorische godshuizen. De geschiedenis van de achtennegentig middeleeuwse kerken van Gotland is beschreven in het boek van Eva Sjöstrand: Angels and Dragons (2017, Engelse vertaling van het Zweedse origineel).

Vorige Volgende