Goed volk | De middeleeuwse ruïnes van Visby (1)

Foto: © Sargasso logo Goed volk
Serie: ,

COLUMN - Samen met Ávila, Carcassonne en San Gimignano behoort het Zweedse Visby op het eiland Gotland tot het verplichte excursielijstje van elke mediëvist. Het stadje wordt wel genoemd ‘stad der ruïnes’ (op een eiland dat ‘het eiland van de honderd kerken’ wordt genoemd) en dat is wellicht, naast de stadsomwalling, wellicht het interessantste historische aspect van de stad. Deze telt namelijk een dozijn ruïnes van Middeleeuwse kerken, drie meegerekend waarvan slechts fundamenten over zijn.

Hun ruïneuze aard is het resultaat van de vernietiging van de stad in 1398 door Teutoonse ridders, een oorlog tussen Denemarken en Lübeck in de eerste helft van de zestiende eeuw waarbij Visby van vier zijden in brand werd gestoken, een stadsbrand op 29 april 1611 en sloop van twee kerken om de ommuring van de stad te herstellen. Na de Reformatie werden de resterende kerken gesloten, op de kathedraal na.

Tempeliers

Interieur van de Sankt Lars (foto Bas Kamps)

Interieur van de Sankt Lars (foto Bas Kamps)

Door de grote terugval van de stad in deze periode was er geen reden de kerken op te bouwen of te vervangen, zelfs niet als reformatorische godshuizen. De geschiedenis van de achtennegentig middeleeuwse kerken van Gotland is beschreven in het boek van Eva Sjöstrand: Angels and Dragons (2017, Engelse vertaling van het Zweedse origineel).

De meeste kerken in Visby zijn gebouwd in de dertiende eeuw en hebben als plattegrond het Latijnse kruis, zoals de meeste middeleeuwse kerken. Er zijn er echter twee die buiten de boot vallen, één gebouwd op het plan van een Grieks kruis en één op basis van een octogoon, een achthoek. Dat riekt naar Byzantium, maar als dat waar is, hoe komt deze bouwwijze dan in het noordelijke Visby terecht en waarom bouwde men in deze stijl?

Ik dacht in mijn geestdrift direct aan de Tempeliers, maar die bouwden ronde kerken – zie de Temple Church in Londen. Maar hoe zit het dan wel in elkaar? Een speurtocht naar de geschiedenis van twee geheimzinnige kerken in twee delen, maar eerst iets over het middeleeuwse Gotland en de stad Visby om het ‘issue’ in perspectief te plaatsen.

Guten en Vikingen

De geschiedenis van Gotland en Visby is iets om bij stil te staan, aangezien deze interessante historie bij de meeste lezers zo goed als onbekend zal zijn. Het eiland Gotland (ruim 3.000 vierkante kilometer) dankt zijn naam aan de Guten, een Noordgermaanse stam die aan het einde van het eerste halve millennium n.Chr. naar het huidige Gotland emigreerde. De naam van de stam is dan ook etymologisch verwant aan ‘Goten‘. Deze kolonisatie en de rest van Gotlands geschiedenis tot de kerstening is te lezen in de Gutasaga, opgeschreven in de dertiende eeuw en slechts bewaard in één handschrift, de ‘Codex Holm. B 64’ uit circa 1350 die bewaard wordt in de Nationale Bibliotheek in Stockholm, tesamen met de Gutalag, het middeleeuwse wetboek van Gotland.

De Guten domineerden de handel in de Baltische Zee tot de opkomst van de Hanze, halverwege de veertiende eeuw. Dat ook de Vikingen in Gotland zijn geweest bewijzen bijvoorbeeld de vondst van de ‘Mästermyr kist‘ en de ‘Spillingsskatten‘ uit de negende eeuw, een zilverschat van onder andere ruim 14.000 munten waarvan een overgroot deel uit islamitische landen afkomstig was en een gedeelte uit Byzantium, hetgeen het nodige zegt over de reikwijdte van de handelscontacten uit die tijd. Een Viking-‘cirkelkruis’, dat verdacht veel lijkt op een Ierse hoogkruis, op de weg naar Boge bewijst dat de Vikingen ook in hun nadagen (de Vikingen werden tussen 1000 en 1100 gekerstend) nog actief waren op Gotland.

Het middeleeuws Visby

De stadsmuur van Visby (foto Bas Kamps)

De stadsmuur van Visby (foto Bas Kamps)

Visby is veruit de grootste stad op Gotland, werd gesticht in de 10e eeuw en was diezelfde eeuw al een handelscentrum (de varjag, een soort voorloper van de Hanze) vanwege zijn centrale ligging en natuurlijke haven. De naam komt van het Oudnoordse vis dat slaat op een heidense offerplaats, en by, ‘dorp’. In de genoemde Gutasaga wordt de stad ‘Wi’ genoemd hetgeen ‘heilige plaats’ of ‘plaats van aanbidding’ betekent.

Van de vroegste geschiedenis van Visby is erg weinig bekend. In de twaalfde eeuw werd begonnen met de bouw van de kathedraal, gewijd aan Maria, die uiteindelijk in 1225 officieel in gebruik werd genomen en als enige middeleeuwse kerk van Visby nog intact is. De bewuste kerken die nu tot ruïne zijn vervallen werden alle gebouwd in de dertiende en veertiende eeuw. In de twaalfde eeuw werd eveneens een begin gemaakt met de ommuring van de stad die rond 1300 zijn huidige hoogte kreeg en nog voor een groot deel intact is.

Hanze

Reconstructie van de haven van Visby

Reconstructie van de haven van Visby

Visby begon pas echt te floreren toen het in de veertiende eeuw deel ging uitmaken van de Duitse Hanze, die bestond van 1356 tot rond 1600. Een Hanze of Hanza (‘groep’, ‘schare’ of ‘gevolg’, van het Oudhoogduitse ‘Hansa’) was een samenwerkingsverband van handelaren en steden. Door samenwerking, in eerste instantie vrij informeel, probeerden ze hun handel te beschermen en uit te breiden.

Gotland was aanvankelijk het noordelijke centrum waar handel met lokale handelaren werd gedreven door kooplieden uit Denemarken, Lübeck en later Westfalen. Vanuit Gotland werd ook handel gedreven met Engeland, Vlaanderen en Novgorod, dat al in 1190 een Duitse vestiging had (de Peterhof); de Duitsers voerden ruim honderd jaar onder de Gotlandse vlag naar Novgorod, waar de handelaren uit Visby een handelspost hadden gesticht, de Gotenhof. Via Novgorad liepen de contacten door naar Byzantium.

Ondergang

Lang duurde de voorspoed echter niet. Catastrofaal voor Gotland was de inname in 1361 door de Deense koning Waldemar Atterdag, waarbij 1.800 Gotlanders sneuvelden voor de poorten van Visby, een gebeurtenis die momenteel jaarlijks wordt herdacht in de ‘Medeltidsveckan’ (Middeleeuwse Week) in augustus. Waldemar sloopte een deel van de muren, zette drie enorme biervaten neer en beloofde zijn soldaten tegen te houden bij het plunderen van de stad als de bewoners de vaten zouden vullen met goud en zilver. Dit gebeurde, door het strippen van de kerken van hun kostbaarheden. Overigens bracht Waldemars verovering van Visby hem wel in oorlog met de Hanze.

Hierna ging het bergafwaarts met Visby, met name door invallen van piraten in 1391, 1394 en 1398 die de Baltische Zee onveilig maakten. De piraten, de Victualiënbroeders genoemd, werden in eerste instantie in 1394 verdreven door ridders van de Teutoonse Orde waarbij en passant het grootste deel van Visby inclusief zijn kerken werd verwoest. In 1409 garandeerde de grootmeester van de orde, Ulrich von Jungingen, de vrede door het eiland te verkopen aan koningin Margaretha I van Denemarken. Het eiland werd nu beurtelings onderdeel van Zweden en van Denemarken tot het in 1645 bij de vrede van Brömsebro definitief aan Zweden kwam. In 1470 werd Visby door de Hanze-liga uit het handelsverbond gezet.

Latijnse en Griekse kruisen

De Sankt Lars in Visby

Na een zo gevarieerde voorgeschiedenis kan het niet verbazen dat de architectuur van Visby niet typisch Zweeds is. De bekende houten kerken, die al 600 jaar vóór IKEA in Zweden werden geconstrueerd, hebben nooit in Gotland gestaan. De architectuur richtte zich op met name Duitsland en de kerkgebouwen op de plattegrond van een Latijns kruis: een schip met aan één korte zijde een halfrond koor en op tweederde een dwarsschip. Op twee na voldoen alle kerkruïnes van Visby aan dit patroon. Eerst iets over het patroon van het Griekse Kruis en de centraalbouw.

Een kerk op basis van een Grieks kruis is (anders dan de lengtebouw van het Latijnse kruis) een centraalbouw. Dit bouwwerk is symmetrisch rond een denkbeeldige verticale as gebouwd dat hierdoor verticaliteit als hoofdkenmerk heeft. Bovendien heeft deze bouwwijze een groot ruimtelijk effect tot gevolg doordat de binnenruimte zo is ingedeeld dat het lijkt alsof ze één geheel vormt, wat duidelijk waarneembaar en te ervaren is in de enorme Agia Sophia van Constantinopel, inmiddels door de Turken gedegradeerd tot museum nadat het eerst moskee was geweest.

Kerken die volgens de centraalbouw zijn opgezet, komen voor in verschillende vormen: de plattegrond kan cirkelvormig, vierkant, kruisvormig of veelhoekig zijn. Hieraan kunnen, vooral in latere tijden, asymmetrische aanbouwen zijn toegevoegd. De centraalbouw vindt in Europa zijn oorsprong in de klassieke architectuur van met name de Romeinen, waarin tempels vaak een cirkelvormige plattegrond hadden, zoals het Pantheon in Rome of het mausoleum van Galerius in Thessaloniki, de huidige Rotunda, na een Turkse moskee te zijn geweest inmiddels een museum.

In de Byzantijnse architectuur, die uit de Romeinse is voortgekomen, is de centraalbouw steeds van belang gebleven. Het huidige grondpatroon van de Grieks-Orthodoxe kerken is echter niet uit de ronde centraalbouw voortgekomen, maar doordat aan de basilica een dubbeltransept (kruisvorm) werd toegevoegd met vier gelijke armen waardoor de kruisplattegrond ontstond.

Sint Lars

Interieur van de Sankt Lars (foto Bas Kamps)

In de gotiek kwam de centraalbouw bijna niet meer voor. Een belangrijke uitzondering is de Liebfrauenkirche in Trier uit 1230. Opvallend is dat deze kerk gewijd is aan twee heiligen: Maria maar ook Sint Laurentius, evenals onze kerk in Visby, de Sankt Lars oftewel Sint Laurentius. Hoewel de overeenkomst opvallend is, heb ik geen link kunnen ontdekken tussen de Liebfrauenkirche van Trier en de Sankt Lars van Visby.

Vraag blijft waar de Griekse-kruisvorm van de Sankt Lars vandaan komt. Deze kerk is gesitueerd in het centrum van Visby en de constructie begon tussen 1225 en 1250 hoewel het koor kan dateren uit de twaalfde eeuw. Soms werd de kerk ook de Sint Anna genoemd naar de apocriefe moeder van Maria. De kerk werd gebouwd als gevolg van de stijging van de bevolking van Visby in die tijd.

Kruisvaarders

Exterieur van de Sankt Lars (foto Bas Kamps)

De inspiratie voor de Griekse-kruisvorm van de plattegrond van deze kerk wordt over het algemeen gezocht bij de terugkerende kruisvaarders van de Vierde Kruistocht (1202-1204) waarbij tot eeuwig durende schande Constantinopel werd veroverd en geplunderd, en waarbij overwegend ridders en andere vechtjassen uit Frankrijk (Blois, Champagne, Amiens, Saint-Pol en Bourgondië) deelnamen. Maar dat is niet het complete verhaal.

Aan de kruistocht deden ook Varjagen mee, Vikingen of Noormannen die vanuit Scandinavië naar het oosten trokken, om handel te drijven, om te dienen als huursoldaat of om zich aldaar te vestigen. Het is dus zeer wel mogelijk dat een Varjaag vanuit Visby op kruistocht was gegaan, de tocht en de gevechten had overleefd en in Visby de inspiratie had aangereikt voor het plan voor deze nieuw te bouwen kerk die hem aan Constantinopel deed denken. Maar het blijft niet meer dan een logische veronderstelling.

De kerk werd gesloten na de Reformatie en verviel daarna tot de huidige ruïne.

[Volgende keer in deel 2 over het principe en de symboliek van de octogoon en de mysterieuze Helge And (Heilige Geest) kerk van Visby. Met dank aan Bas Kamps voor het ruimhartig ter beschikking stellen voor deze blog van zijn dit jaar gemaakte foto’s van Visby.]

Reacties zijn uitgeschakeld