serie

Hulspas weet het

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Wetenschapsjournalist Marcel Hulspas gaat in op de wetenschap: de fraudes, de al te menselijke rivaliteiten, het manipuleren van de pers en de prachtige ontdekkingen.


Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | XTC – straks voor iedereen

COLUMN - Alle tieners zeggen ja tegen MDMA, zo rapten Lil’ Kleine en Ronnie Flex een jaar geleden, tot grote verontwaardiging van de mainstream media (zoals dat tegenwoordig heet). Maar terwijl de meeste rapteksten over het algemeen zwaar overdreven zijn (geld, drank, geile bitches) was deze dichterlijke regel zeer accuraat. XTC (met daarin MDMA, methyleendioxymetamfetamine) is al vele jaren een heel populaire partydrug met een opmerkelijk euforisch effect en, bij matig gebruik, betrekkelijk milde bijwerkingen. En niet alleen de jeugd heeft XTC ontdekt – de wetenschap is eindelijk ook op het goede spoor.

Je zou het niet zeggen, maar XTC is een van de oudste psychedelica. Het werd al in 1912 ontdekt en gepatenteerd door medewerkers van het chemische concern Merck. Maar een directe toepassing werd toen niet gevonden. Wikipedia vermeldt dat de stof een halve eeuw later ‘herontdekt’ zou zijn door de farmacoloog Alexander Shulgin, maar dat is een beetje vals. De stof is nooit echt weggeweest.

Onderzoekers werkten al die tijd aan varianten op de gepatenteerde stof en vonden daarbij vaak verrassende toepassingen. Een zusje van XTC, benzedrine, was een veelgebruikt dopingmiddel tijdens de Olympische Spelen in Berlijn in 1936. Dat zette de Duitse arts Fritz Hauschild aan het denken. Hij ontwikkelde een variant die hij ‘pervitine’ doopte en die daarna zeer populair werd in het Derde Rijk. De stof onderdrukte vermoeidheid, slaap en honger en was dus, zo vertelde Hauschild, bij uitstrek geschikt voor vermoeide arbeiders, frontsoldaten én de Arische huisvrouw.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Geld is het ideale cadeau

COLUMN - Het geheim van de Sint is dat hij kan luisteren. Of beter, lezen. Hij verzint niks, knutselt niks, probeert niet origineel te zijn, maar koopt vrijwel altijd gewoon wat er op het verlanglijstje staat. En de kinderen zijn hem daar innig dankbaar voor. Geen gekke verrassingen, geen teleurstellingen. Je krijgt waar je om hebt gevraagd.

Volwassenen vinden dat meestal niks. Vragen wat iemand wil hebben, geldt als een zwaktebod. De gever wil helemaal niet horen wat het feestvarken wil hebben. Veel liever gaat hij of zij er prat op dat ze die persoon heel goed kennen, weten wat zijn of haar smaak is, en dat ze in staat zijn om spontaan iets kiezen dat de ander hart-stik-ke leuk vindt. Het is een betreurenswaardige illusie. Jaarlijks worden naar schatting (van American Express) de helft tot een derde van de cadeautjes weer ingeruild.

Psychologen hebben die illusie inmiddels van vele kanten onderzocht. Daarbij is gebleken dat we veel te gemakkelijk denken dat we ‘weten’ wat een ander denkt (en dus wenst). We zijn ook slecht in het inschatten van andermans voor- en afkeuren; we overschatten de mate waarin anderen dergelijke non-verbale signalen geven en we zijn bovendien weten we volstrekt niet hoe verschillende vormen van geven door de ander worden gewaardeerd. Zo denken we vrijwel allemaal dat een ontvanger een spontaan uitgezocht cadeau leuker zal vinden dan een cadeau dat de ontvanger had gesuggereerd. Maar dat is niet waar (zoals Sinterklaas wel weet). Een eerder gesuggereerd cadeau wordt net zo goed, zo niet méér gewaardeerd dan een onverwacht ‘spontaan’ cadeau.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Alzheimer: wachten op nieuwe breinen

COLUMN - Krasse knarren, heten ze. (Met dank aan Koot en Bie.) Van die oudjes die tot op heel hoge leeftijd nog bij de pinken zijn. Prima brein, denk je dan. Niks mis daarboven. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Een recente Amerikaanse studie (van Rezvanian et.al.) laat zien dat dergelijke hersenen afgeladen kunnen zijn met de vettige ‘plaques’ waarvan een patholoog onmiddellijk zou zeggen: Alzheimer, en flink ook! Maar aan de eigenaar van dat plakkende brein valt dan dus niks te merken.

De onderzoekers bekeken het brein van acht 90-plussers die nog opmerkelijk goed scoorden op cognitieve tests, vergelijkbaar met de resultaten tussen de 50 en de 60 jaar. Daarvan zijn er niet veel. En bij een aantal van hen was er inderdaad (zoals je zou verwachten) sprake van weinig tot geen plaques en eiwitdraden, twee zaken die vaak optreden op hoge leeftijd en altijd geassocieerd worden met Alzheimer. Maar zijn zij ook de oorzaak? Onder die acht excellente bejaarde breinen waren er namelijk ook een paar die juist fikse hoeveelheden van dergelijke vervuiling in het brein hadden – maar aan hun cognitieve vermogens viel dus niks te merken. Blijkbaar zegt dat soort aanslag niet alles over Alzheimer. Of helemaal niks. Kortom, laat de discussie maar beginnen. Of beter: opnieuw beginnen en waarschijnlijk weer verdwijnen. Want deze resultaten zijn allesbehalve nieuw.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | De dokter wanhoopt nooit

COLUMN - Het is een ijzeren medische wet: de dokter blijft altijd optimistisch. Die wil altijd verder gaan. Die heeft altijd wel een andere aanpak, een experimenteel middel… maar opgeven, nee. Opgeven is het voorrecht van de patiënt. Pas als dié de handdoek in de ring gooit, mag de dokter berusten in het onvermijdelijke. Tot die tijd, blijft hij geloven in een goede afloop.

Een ultiem voorbeeld van deze onverwoestbare geestesgesteldheid was de uitspraak van de Utrechtse hoogleraar René Bernards nu drieënhalf jaar geleden in De wereld draait door dat ‘de meeste vormen van kanker’ over give or take twintig jaar chronische ziekte zouden zijn. De wetenschap had kanker zo’n beetje ontrafeld, vertelde hij (ongetwijfeld tot verbazing van veel collega’s) en het initiatief lag nu bij de industrie om al die kennis om te zetten in nieuwe therapieën. Het klonk fantastisch – en daarom zat hij daar ook.

Zijn woorden gingen vervolgens het land door als betrof het een zeer gewaagde uitspraak. En een keiharde belofte, want afkomstig uit de mond van een veelbelovende wetenschapper. Maar het hoeft geen betoog dat een dergelijke voorspelling nauwelijks iets voorstelt. Veel vormen van kanker waren drie jaar geleden al gedurende geruime tijd onder controle te houden. En als doktoren daar steeds beter in slagen (en mede gezien het feit dat verreweg de meeste kankerpatiënten, wanneer de diagnose wordt gesteld al een gezegende leeftijd hebben bereikt) wordt de kans dat een andere doodsoorzaak de kanker vóór zal zijn, niet denkbeeldig. Maar wat kan de farmaceutische industrie ons nog bieden? Is ze überhaupt op de goede weg?

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Kansloze wetenschap

COLUMN - Nee, het is niet een beetje. De frisdrankindustrie oefent niet een béétje invloed uit op het wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van toegevoegde suiker. Zodra de wetenschap zich ermee mag bemoeien, neemt ze het onderzoek gewoon over. Het gaat niet om een beetje bijsturen, in de hoop dat de uitkomsten wat gunstiger zijn. Dat is het beeld dat wetenschappers graag geven: dat hun commerciële opdrachtgevers van alles proberen te regelen, maar uiteindelijk slechts beperkte invloed hebben op de uitkomsten, Dat ze op zo’n moment gewikkeld zijn in een dapper gevecht tegen de industrie. Niks van waar. De wetenschapper staat kansloos. En collaboreert.

Dat is de enige conclusie die je kunt afleiden uit een Amerikaans onderzoek dat vorige week verscheen in de Annals of internal Medicine. De onderzoekers vergaarden vijftien jaar aan onderzoek naar de schadelijke effecten van suikers in frisdranken, en kwamen tot de ontluisterende conclusie dat álle (26) onderzoeken waarbij de industrie een vinger in de pap had, of waarbij een onderzoeker banden had met de frisdrankindustrie, géén effect had gevonden. Terwijl álle (op een na) onderzoeken waarbij wél een negatief effect werd gevonden juist níét door de industrie werd gesubsidieerd.

‘Deze industrie,’ schrijven de onderzoekers, ‘lijkt de uitkomsten van het huidige onderzoek te manipuleren.’ Dat mag gerust de understatement van het jaar worden genoemd. Een harder bewijs (afgezien van camerabeelden die bedrog aantonen) is nauwelijks denkbaar.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Een lot uit de kosmische loterij

COLUMN - Zo’n anderhalf miljard euro heeft de eerste detectie van zwaartekrachtgolven gekost. En volgens vrijwel iedereen die er een mening over heeft, was elke euro daarvan welbesteed. Astronomen hebben nu een nieuw ‘venster op de kosmos’ (die metafoor kwam ontelbare malen voorbij) en kunnen nu nóg dieper doordringen in de Oerknal. En dat is dringend noodzakelijk.

Niet omdat zoiets nieuwe onverwachte praktische toepassingen gaat opleveren (uitvinders hebben de komende eeuw meer dan voldoende aan de ontdekkingen van de vorige eeuw), maar om een steeds nijpender probleem op te lossen. Nijpend voor astronomen – maar daarom niet minder dramatisch. Sinds een aantal jaren begrijpen ze namelijk niks meer van het heelal.

Twee onoplosbare problemen

Twee problemen blijken onoplosbaar. Ten eerste (in niet-chronologische volgorde) is daar het fenomeen dat de uitdijing van het heelal niet langzaam vertraagt, zoals je zou verwachten (ten gevolge van de aantrekkingskracht van de kosmos) maar juist versnelt. Iets ‘duwt’ de expansie naar grotere snelheden. Dat probleem is mathematisch snel op te lossen door een enorme dark energy in de vergelijking te stoppen die deze stuwkracht kan leveren. Simpel en mathematisch doeltreffend – maar in fysisch opzicht is zo’n ingreep natuurlijk heel lelijk.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Een schril contrast met oeverloos geklets

COLUMN - Ze zullen zich wel lullig gevoeld hebben, die Europese gentechnologen, daar in Vancouver. Wandelend te midden van collega’s die veel meer mogen dan zij. Collega’s vol doldrieste plannen, waar zij niet aan mogen denken. Dankzij de recent ontdekte (en met een Nobelprijs bekroonde) crispr-techniek kan het ‘zoek-en-vervang’ van genen sinds kort nog veel vlugger dan ooit voor mogelijk werd gehouden. De wildste ideeën zoemden rond, tijdens die internationale bijeenkomst. Maar ondertussen mogen Europese onderzoekers op dit vlak veel minder dan hun Amerikaanse vakbroeders (om over de cowboys in andere landen maar te zwijgen). Ze willen vooral dolgraag meespelen op het terrein van de kiembaangentherapie: dat zijn ingrepen in het DNA van eicellen of de embryo’s, zodat niet alleen het kind genetisch verandert, maar óók zijn nageslacht. Op die manier kun je ziekten voor eens en altijd verwijderen.

Dat kan zo niet langer, vinden ze natuurlijk, en om te voorkomen dat er een onoverbrugbare kloof ontstaat tussen de Europese genwetenschap en die wetenschap elders, deden de Europese embryologen en vruchtbaarheidsdeskundigen vanuit Vancouver een oproep om de Europese regels te verruimen. Een ‘alles mag’ vinden ze niet nodig, enige ethische controle moet er zijn, maar met een vergunningstelsel, gekoppeld aan complete transparantie komen ze al een heel eind. De NRC van zaterdag, waarin deze oproep werd gepubliceerd, meende echter dat er sprake is van (nog) een ander schril contrast:

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Wetenschap voor homohaters

COLUMN - Het meest interessant aan de anti-homo-flyer die afgelopen weekend in Amsterdam-West werd verspreid, is natuurlijk dat de makers ervan niet alleen de wetenschap maar ook drie godsdiensten gebruiken om homoseksualiteit te veroordelen. Christendom, Jodendom én islam veroordelen homoseksualiteit, zo moeten drie citaten (uit Romeinen, Leviticus en de Koran) duidelijk maken. Zoiets is nogal verwarrend. Wie zat hier achter? Waarschijnlijk gaat het om aanhangers van de Turkse creationist Harun Yahya, zo ontdekte de volkskrant. Dat is een vriend van Erdogan met zijn eigen zender, waarop hij vrede predikt en Darwin aanvalt. Yayha (ook een fel tegenstander van homo’s) kopieert graag het bekende Amerikaanse creationistische foldermateriaal – en daar heeft die flyer uit Amsterdam-West veel van weg.  En hij schrijft ze ook braafjes over. Dat merk je aan de wetenschappelijke data in de flyer: 29 procent van de kinderen die door homostellen worden opgevoed, worden misbruikt. Homo’s hebben 50 procent meer kans op een depressie en twee keer zo’n grote kans om zelfmoord te plegen.

Die laatste twee cijfers die de flyer noemt, zijn weinig opmerkelijk. Ik geloof ze graag. Homoseksualiteit wordt voor het overgrote deel van de homo’s op aarde als een zware beproeving ervaren, dus dan liggen depressiviteit en suïcidale neigingen op de loer. Maar dat ’29 procent wordt misbruikt’ is uiteraard een opvallend gegeven. Het risico misbruikt te worden ligt dan ongeveer een factor vijftig hoger dan bij andere adoptieouders. De flyer geeft geen bron, maar een korte speurtocht leidt al snel naar een van de vele studies van de Amerikaanse psycholoog Paul Cameron en zijn zoon Kirk (P. Cameron and K. Cameron, Homosexual Parents, Adolescence, 31; 1996).

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Het waren honderd mooie jaren

COLUMN - We worden niet ouder dan 115. Een enkeling mag door dat plafond schieten, maar dat zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen. Dat beweert Jan Vijg van het Albert Einstein College of Medicine. Vijg analyseerde enorme hoeveelheden gegevens over leven en sterven in de westerse wereld, en constateerde dat de gemiddelde leeftijd waarop mensen sterven nog steeds langzaam omhoog kruipt, maar dat er ook duidelijk een limiet in zicht komt. Die ligt dus rond de 115 jaar. Meer mogen we van het leven niet verwachten. En alhoewel er hier en daar knorrige reacties te horen waren, is zijn publicatie (in Nature) over het algemeen met stemmige berusting ontvangen. Het zat erin. Hoe gezond we ook leven, op een gegeven moment stapelen de afvalstoffen en de genetische fouten zich in de cel zó hoog op, dat de gebruikelijke schoonmaakploegen het werk niet meer aankunnen. En dan wordt het tijd om plaats te maken, zoals Montaigne zei.

Als Vijg gelijk heeft, dan betekent dat het einde van een opmerkelijk economisch tijdperk. Het tijdperk waarin we steeds ouder werden én welvarender. Want dát, zegt econoom Robert Gordon van de Princeton University, was het geheim van de economische groei van de afgelopen honderd jaar. In zijn dit jaar verschenen (en zeer geprezen) boek The Rise and Fall of American Growth beschrijft Gordon de hoogte- en dieptepunten van de Amerikaanse economie, en hij constateert dat de periode 1870-1970 een ‘special century’ was. Een periode die gekarakteriseerd werd door een ongekende economische groei, aangejaagd door een aantal cruciale uitvindingen, en een bijbehorende verbetering van de menselijke levensstandaard.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Schrap voor Trump

COLUMN - Net als alle minderheden in de Verenigde Staten vinden ook wetenschappers dat Trump de verkiezingen niet mag winnen. De man weet niks van wetenschap (and proud of it), maar heeft er wel een mening over, en is ook nog onbetrouwbaar – en als wetenschappers ergens van houden dan is het een president die graag slim wil lijken, die zich niet met de inhoud bemoeit en die bij zijn financiële beloftes blijft – ook al gaat hij (of zij) van start met een bezuiniging. Not Donald. Zijn opmerkingen over wetenschap schieten van hot naar her, en betreffen óók de inhoud.

Neem zijn standpunt over NASA. Die club staat in de Verenigde Staten voor twee dingen: vergane glorie en bezuinigen. Waar ooit de miljoenen moeiteloos richting NASA stroomden, moet de organisatie nu alle zeilen bijzetten om haar magere onderzoeksprogramma overeind te houden. De huidige NASA-strategie is dat de plannen (een reis naar Mars; de speurtocht naar buitenaards leven) niet alleen wetenschappelijk van de eerste orde zijn, maar dat deze de jeugd inspireren tot een carrière in de wetenschap en techniek. En dat is goed voor Amerika. Trump heeft helemaal niks met ruimteonderzoek, maar echoot de belofte NASA: ‘A strong space program,’ vertelde hij eens, ‘will encourage our children to seek STEM [bèta-onderwijs, mh] and will bring millions of jobs and trillions of dollars in investment to this country.’

Dat billions en trillions heeft hij zelf verzonnen. Een opmerking over geld zonder deze woordjes is voor hem oninteressant. Tegelijkertijd echoot hij net zo makkelijk het brede Amerikaanse sentiment dat ruimtevaart alleen maar geld kost dat veel beter ergens anders voor gebruikt kan worden: ‘I love NASA, I love what it represents, I love what it stands for. (…) Right now we have bigger problems.… We’ve got to fix our potholes.’

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Het onaanvaardbare brein

COLUMN - Burgers houden van versleten discussies. Onderwerpen waarover alles al gezegd is. Die klinken vertrouwd, en je kunt allemaal meedoen want je kunt met een gerust hart allerlei frasen herhalen die al die voorgaande keren ook redelijk slim klonken. Zo discussieerden we de afgelopen week weer heftig over een aantal maffe voedingsadviezen. Verder was er natuurlijk het nieuwe boek van Dick ‘wij zijn ons brein’ Swaab. Het ligt hier naast me. Ik ga er niet aan beginnen.

Zijn wij ons brein? Ja uiteraard. Het is het brein dat denkt, duh. Dáár gebeurt het. Dick heeft volkomen gelijk. Maar kunnen we ons denken verklaren met behulp van ons brein, met behulp van neuronen, stoffen, neurochemie? Dick zegt van wel. Want het gebeurt immers dáár. Maar in feite is dat een fundamenteel andere vraag. De hele discussie bestaat bij de gratie van het feit dat wij die twee vragen door elkaar halen. Want zoals het antwoord op de eerste vraag een resounding yes moet zijn, zo is het antwoord op de tweede vraag een categorisch nee. Uit een scheikundige formule komt nooit een gedachte. Beide fenomenen (de chemie en de gedachte) zijn nauw met elkaar verbonden (neemt u maar eens een hijs van een joint), maar het een verkláren uit het ander is onmogelijk. Wat Dick ook belooft.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Damesliefde

COLUMN - ‘Je lijkt wel een feminist.’ Ik sloeg een beetje achterover van die reactie. En vooral van de lichte verbazing die ik erin hoorde. Aanleiding was een recensie van mijn hand in De Volkskrant van De oorlog tegen vrouwen, van de Britse documentairemaakster Sue Lloyd-Roberts. Het boek is een vlammende aanklacht tegen al het onrecht dat vrouwen wordt aangedaan, van besnijdenis en vrouwenhandel tot uithuwelijken en groepsverkrachting (waarbij het slachtoffer de schuld krijgt).

Ik schreef er een vurig stuk over, met als centrale vraag: hoe zijn mannen daartoe toch in staat? Hoe kan een groep mannen (niet zo lang geleden, in India) een meisje oppikken met een busje, haar gruwelijk verkrachten, verminken, en dan voor dood achterlaten aan de kant van de weg? Lloyd-Roberts besteedt daar geen aandacht aan. Het gaat haar om de aanklacht.

Maar waarom gebeurt dit al sinds de grijze oudheid, in vrijwel alle culturen? Wat bezielt de man? En dan is er die reactie ‘je lijkt wel een feminist’. Alsof je een vrouw moet zijn, geïnteresseerd moet zijn in vrouwenrechten, om hierover verontwaardigd te raken. Zó diep zit blijkbaar het wij versus zij.

Lloyd-Roberts boek heeft de ondertitel: En de moed om terug te vechten. Ze wil uiteraard graag aandacht besteden aan vrouwen die weigeren om zich bij de mannelijke overheersing neer te leggen. De voorbeelden zijn schaars. Niet alleen bij Homo sapiens, ook in de dierenwereld.

Vorige Volgende