Zoekresultaten voor

'stikstof'

Foto: Rene Salemink (cc)

Denemarken wil CO2-belasting gaan heffen bij boeren

De eerste reis die Marjolein Faber na haar aantreden als minister van Asiel en Migratie maakte was naar Denemarken. Daar hoopte ze het voorbeeld te vinden voor het ‘strengste asielbeleid ooit’ dat het nieuwe kabinet had aangekondigd. Eerder hadden Wilders en Eerdmans zich al positief uitgelaten over de Deens aanpak. Het is nog steeds afwachten of Fabers bezoek iets gaat opleveren. Femke Wiersma, haar BBB-collega op Landbouw die een oplossing moet vinden voor de stikstofproblemen van de boeren is nog niet in Denemarken geweest. Dat is jammer want de Deense regering heeft zonder  tractordemonstraties van boze boeren een akkoord bereikt dat haar wellicht de weg kan wijzen naar een voor boer en burger acceptabele doorbraak in de eindeloos voortdurende Nederlandse crisis in de agrarische sector.

Het succes van het Deense akkoord is af te leiden uit het feit dat het breed wordt gedragen door centrum-linkse en rechtse partijen, organisaties voor natuurbehoud, vakbonden en boerenorganisaties. De inzet is dan ook breed. Het gaat over veel meer dan stikstofdeposities en PAS-melders. De gehele Deense natuur, de landbouw, de waterkwaliteit en de klimaatopwarming zijn er in betrokken. Het akkoord voorziet in een omzetting van 15% van de landbouwgrond in bos, het fors terugdringen van de stikstofuitstoot en een CO2 belasting voor boeren. Die belasting wordt geheven op de uitstoot van methaan. Men speekt ook wel van een koeienbelasting. Vanaf 2030 betalen boeren iets meer dan 16 euro per ton CO2-equivalent. In 2035 gaat het bedrag omhoog naar ruim 40 euro. De CO2-belasting voor boeren is een wereldprimeur.

Foto: Retha Ferguson Studio, via Pexels.

Is er plek voor de wetenschappelijke expert in de democratie?

ESSAY - door Lucas Dijker (University College Dublin)

Coronavirus, stikstofcrisis, kunstmatige intelligentie – onze samenleving staat bol van complexe problemen die alleen experts kunnen begrijpen. Toch verwachten wij in een liberale democratie dat burgers direct of via hun gekozen vertegenwoordigers deelnemen aan de besluitvorming over dit soort zaken. In een democratie ligt de uiteindelijke politieke macht immers bij het volk. Maar wanneer besluitvorming steeds afhankelijker wordt van wetenschappelijke experts, wat blijft er dan over van de democratie?

In veel opzichten staan wetenschap en democratie lijnrecht tegenover elkaar: democratische besluitvorming gebeurt door te stemmen, terwijl wetenschappers niet stemmen over wat waar is. De wetenschap zegt, of probeert te zeggen, wat de feiten zijn. Zoals filosofe Hannah Arendt schreef: feiten staan los van “overeenstemming, discussie, mening of instemming.” Het democratisch debat daarentegen draait juist om instemming, onenigheid en verschillende meningen.

Twee uitersten

De liberale democratie is min of meer een geïnstitutionaliseerd besluitvormingsproces waarin burgers op basis van gelijkheid collectief beslissen, met respect voor grondwettelijk beschermde individuele rechten. Maar omdat wij deze besluitvorming ook toepassen op complexe vraagstukken, zijn wij vaak afhankelijk van deskundigen.

Als de democratie zo sterk afhankelijk wordt van experts, riskeert zij een technocratie te worden – een elitaire vorm van epistocratie waarin alleen experts publieke besluiten nemen.

Foto: Schermafbeelding OOG TV, reportage 15 oktober 2019.

Boerenstaatsgreep (2)

ESSAY - Deel 2 – Een gastbijdrage van Valentijn Wösten (*), eerder verschenen op zijn website. Deel 1 verscheen hier.

De boerenstaatsgreep is compleet. We hebben toegelaten dat een clubje radicale boeren het LNV-ministerie hebben kunnen veroveren, die nu hun kans grijpen om daar het werk van de afgelopen 5 jaar kort en klein te slaan. Sloopwerk, zonder enig idee over een serieus alternatief. Ze zullen wel even raar hebben staan kijken dat ditmaal geen tractor nodig was om de deur te forceren. Sommigen noemen dit democratie.

Buitengebied = boerendomein

In Nederland hebben we twee werelden, die langs elkaar heen schuren; de stad en het buitengebied. Het buitengebied, dat is hoofdzakelijk agrarische grond, met ook nog wat natuur. Boerenpolitiek ziet het hele buitengebied als boerendomein, waar niet-agrarische activiteiten enkel worden geduld zolang ze geen geluid maken. Natuur is in de visie van boerenpolitiek potentiële landbouwgrond. En, voor zover onbruikbaar, dan geldt de eis dat ze erg geen last van mogen hebben. Natuur levert niks op, en is hooguit goed voor de jacht.

Op deze plaats zijn in de afgelopen jaren al veel artikelen gepubliceerd waarin is gewaarschuwd dat we ons in deze jaren geen naïviteit kunnen permitteren over boerenpolitiek. Voor de duidelijkheid gezegd: boerenpolitiek is scherp te onderscheiden van de boeren zelf. Boerenpolitiek is waarschijnlijk nauwelijks representatief voor de boerensector. De hardste schreeuwers zetten de toon. Zoals ook in voetbalstadions de relschoppers vaak de toon zetten, het merendeel van het publiek daar niet van gediend is maar zich machteloos waant. In boerenpolitiek gaat het iets beheerster, maar het sociale mechanisme is identiek.

Foto: Schermafbeelding OOG TV, reportage 15 oktober 2019.

De boerenstaatsgreep

ESSAY - Deel 1 – Een gastbijdrage van Valentijn Wösten (*), eerder verschenen op zijn website. Deel 2 volgt hier.
.
De boerenstaatsgreep is compleet. We hebben toegelaten dat een clubje radicale boeren het LNV-ministerie hebben kunnen veroveren, die nu hun kans grijpen om daar het werk van de afgelopen 5 jaar kort en klein te slaan. Sloopwerk, zonder enig idee over een serieus alternatief. Ze zullen wel even raar hebben staan kijken dat ditmaal geen tractor nodig was om de deur te forceren. Sommigen noemen dit democratie.

Het draait allemaal om het NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied). Dit is / was bedoeld als het vlaggenschip voor hervorming van de agrarische sector en de vele opgaven voor het buitengebied, waaronder niet in de laatste plaats urgente natuurzorg. Inzet is dat elke provincie een eigen gebiedsplan opstelt, waarin de vele opgaven bij elkaar moesten komen. Niet alleen stikstof, maar ook schoon water, pesticiden, klimaatbeleid en met inbegrip van rendabele bedrijfsontwikkeling.

Vlaggenschip

Dit vlaggenschip is / was in aanbouw. Alle provincies hebben in 2022 een concept gebiedsplan in moeten leveren, zie bijvoorbeeld de Overijsselse versie. Hier zit jaren werk in waarbij landelijk duizenden mensen zijn betrokken. We waren op pad richting de definitieve plannen. Van de bijbehorende geldpot van ca. 24 miljard was eerder al aangekondigd dat die ontmanteld zou worden. Nu is ook gezegd dat deze gebiedsplannen met het oud papier worden meegegeven als het aan de boerenbewindslieden op LNV ligt. Duizenden mensen en alle provinciebesturen voor aap gezet.

Foto: Monument for the unknown bureaucrat - Duncan Stephen Luc Coekaerts (cc)

Niet lui maar immoreel: hoe politici de ambtenarij framen

ONDERZOEK - door Jessy Hendriks, Koen Damhuis, Sjors Overman, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees

Kritiek van politici op de ambtenarij is van alle tijden. Maar de inhoud van die kritiek is aan verandering onderhevig. Publieke dienstverleners worden niet zozeer meer neergezet als lui, ministeries als inefficiënt en de overheid als traag. Vandaag de dag bekritiseren volksvertegenwoordigers ambtenaren vooral om hun morele opvattingen, hun (on)partijdigheid en hun (on)betrouwbaarheid. Dat is een significante omslag met mogelijk grote gevolgen voor de loyaliteit van ambtenaren, de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever en uiteindelijk het functioneren van de publieke sector.

Bijna een halve eeuw geleden bedachten Amerikaanse onderzoekers de term “bureaucracy bashing” om kritiek op de ambtenarij te beschrijven. De wetenschappelijke aandacht voor dit fenomeen groeide in de jaren tachtig, toen prominente politici als Thatcher en Reagan zich geregeld negatief uitlieten over de publieke sector en ambtenaren. Zij schilderden hen af als inefficiënt, lui en overbodig. Sinds die tijd lijkt kritiek op de overheid en haar medewerkers echter te verschuiven. Termen als luiheid en inefficiëntie staan niet langer centraal. In plaats daarvan wordt publieke dienstverleners (ideologische) vooringenomenheid of onbetrouwbaarheid verweten. Zo hebben politici het over ‘linkse leraren’, een ‘discriminerende belastingdienst’ of een ‘vooringenomen OM’. Wij hebben als een van de eersten systematisch onderzoek gedaan naar de wijze waarop politici over de ambtenarij spreken, zowel in negatieve zin als in positieve zin.

Foto: Jan Ubels (cc)

Ambtenaren: zwaar weer op komst?

Hoewel mensen met een ambtenarenachtergrond het Hoofdlijnenakkoord in elkaar hebben gezet en een topambtenaar zelfs met de leiding van het nieuwe kabinet is belast, ziet het Hoofdlijnenakkoord er voor de ambtenaren niet erg positief uit. Er wordt voor de dekking van het Hoofdlijnenakkoord een forse bezuiniging op de ambtelijke dienst aangekondigd alsmede -voor 2026- een bevriezing van de ambtenarensalarissen. Een kritische beschouwing van voormalig topambtenaar Roel Bekker.

Is er slecht weer op komst voor de ambtelijke dienst? Of valt het wel mee en is er ruimte voor een goede aanpak?

Allereerst: de afslanking. Op zichzelf is die begrijpelijk. De overheid is sinds 2018 geëxplodeerd, van 113.500 ambtenaren (fte’s) naar een kleine 148.000, dus met 30% ! Het Hoofdlijnenakkoord heeft het over 22% groei, maar dat is exclusief 2023 toen er nog eens bijna 10.000 ambtenaren bij kwamen. En dat in een krappe arbeidsmarkt.

Het is niet helemaal duidelijk waardoor deze enorme groei is veroorzaakt. Gewezen wordt op corona, maar die is voorbij. Of op de noodzaak van maatwerk. Maar die zit vooral in de uitvoering, terwijl relatief de sterkste groei heeft plaatsgevonden bij het beleid. Opvallend is dat de groei bij alle departementen voorkomt. Dus het zijn niet toevallige beleidsopgaven als stikstof die ineens voor meer werk zorgen. Is het de ondersteuning, de overhead? Dat ook niet, want die is al jarenlang onrustbarend hoog, meer dan 50%! Het zou de moeite waard zijn te onderzoeken waardoor die groei is veroorzaakt. Maar dat er afgeslankt kan en moet worden, is evident.

Foto: Soumyadeep Paul (cc)

Maak stap naar rechter niet moeilijker voor belangenorganisaties

De nieuwe coalitie wil het voor ideële belangenorganisaties moeilijker maken om politieke besluiten bij de rechter aan te vechten. Ze zouden niet representatief genoeg zijn en het algemeen belang negeren. Volgens universitair docent Rowie Stolk hebben de coalitiepartijen het mis.

Als belangenorganisaties naar de rechter stappen – en dat doen ze al heel lang – is dat vaak over lokale kwesties. In het algemeen besteden de media er weinig aandacht aan. Dat is anders als grote maatschappelijke kwesties in het geding zijn, zoals de vluchtelingenopvangcrisis, de wooncrisis en de klimaatcrisis. De politieke ophef is vaak groot als Urgenda, Mobilisation for the Environment of Milieudefensie successen boeken in de rechtbank.

Representativiteit

Sterker nog, dat succes lijkt de hoofdreden te zijn dat de SGP halverwege maart van dit jaar opnieuw een motie indiende die de rechter verplicht voortaan extra eisen te stellen aan ideële belangenorganisaties die procedures aanspannen tegen de staat. Ook in het Hoofdlijnenakkoord (pagina 18) is een zin opgenomen over hun representativiteit.

Mensenrechten zijn er juist ook voor minderheden. Massa lijkt dan geen criterium

De vraag is of als een gerechtelijke uitspraak grote politieke gevolgen heeft, dat dan de eis rechtvaardigt dat een belangenorganisatie over voldoende massa moet beschikken. Het antwoord kan kort zijn: nee. Mensenrechten zijn er juist ook voor minderheden. Massa lijkt mij dan geen criterium.

Foto: Plenaire zaal Tweede Kamer, foto Dassenman, CC BY 4.0 via Wikimedia Commons.

Regering controleren in reces

Als er geen ongelukken meer gebeuren, geen lijken onverhoeds uit de kast rollen en er geen opruiende tweets meer worden gekatapulteerd dan staat aanstaande dinsdag kabinet Schoof bij zijne majesteit op de stoep. En wat doet het orgaan dat het kabinet dient te controleren?

Dinsdag 2 juli 2024: Geen plenaire vergaderingen gepland
Woensdag 3 juli: Debat over de regeringsverklaring
Donderdag 4 juli 2024: Debat over de regeringsverklaring (voortzetting)
Einde vergadering: Stemmingen over moties ingediend bij het debat over de regeringsverklaring

Oh, en die donderdag worden er misschien ook nog een aantal nieuwe Kamerleden geïnstalleerd, ter vervanging van de veertien Kamerleden die per 2 juli bewindspersoon in het nieuwe kabinet zijn geworden.

Voor de twee vacatures die er ontstaan voor het clubje van mevrouw Van der Plas is er ruim keus uit de kandidatenlijst waaruit geput zal moeten worden. De Omtzigtigen zullen waarschijnlijk weinig problemen hebben om uit deze lijst vier bereidwilligen te vinden. Ook uit de kudde van Yesilgöz-Zegerius moet met gemak vier nieuwe Kamerleden geworven kunnen worden.

Bij de bende van Wilders is het afwachten of uit de zes kandidaten die er voor in aanmerking komen, nog wel vier mensen beschikbaar zijn om de gaten te vullen. En als dat gaat lukken, blijven er niet meer dan twee kandidaten over die bij eventuele toekomstige uitval van fractieleden moeten invallen. Da’s krap.

Foto: Emma Kwee (cc)

De BTW op boeken

COLUMN - Bij het woord “boeken” heb ik twee associaties. De eerste is die van gerijpte wijsheid. Ik heb weleens iets gepubliceerd en het proces waarmee een boek wordt gemaakt, is inspirerend. Je meelezers wijzen je op feitelijke onjuistheden en ondoordachte formuleringen. Je redacteur doet dat nog eens over. Er zijn persklaarmakers, correctoren en vormgevers. Iedereen denkt met je mee om de informatie zo goed mogelijk over te dragen.

Mijn tweede associatie, moet ik bekennen, is weerzin. Die heeft alles te maken met de wijze waarop de vaderlandse boekenbranche het boek als cultuurgoed kapot maakt.

De marketing van het boek bestaat immers voor een fiks deel uit het dresseren van de consument. Door middel van boeken-top-tiens vestigt de branche uw aandacht op een beperkt aantal titels. De literaire prijzen – de kermis van longlists, shortlists en winnaars – dienen hetzelfde doel: uw aandacht op een steeds smaller aanbod richten. In december krijgt u de jaaroverzichten en wordt alles nog eens dunnetjes overgedaan. Top-tiens, prijzencircussen en eindejaarslijstjes dienen allemaal om u te verleiden tot de aanschaf van zoveel mogelijk dezelfde boeken. Ik betwijfel niet dat uw boekhandelaar ook wel anders zou willen, maar hij verschraalt het culturele aanbod.

Foto: Dietmut Teijgeman-Hansen (cc)

Het constitutioneel hof als kenmerk en symbool voor goed bestuur

COLUMN - Een van de door NSC bewerkstelligde punten in het Hoofdlijnenakkoord betreft de oprichting van een constitutioneel hof, een nieuwe rechterlijke instantie die wetten kan toetsen aan de grondwet. Wat betekent dit? Een column van Aalt Willem Heringa.

Natuurlijk is constitutionele toetsing belangrijk: is rechterlijke controle, langs de lat van grondwet, internationaal recht, EU-recht en fundamentele rechtsbeginselen belangrijk. Maar even zo belangrijk, zo niet nog crucialer, is dat wetgever en bestuur, niet van alles en nog wat laten aankomen op oordelen van rechter en eventueel een constitutioneel hof. Maar dat zij zelf inzetten op het voorkomen van rechterlijk ingrijpen.

Wanneer dat niet gebeurt, wordt de rechter, en straks het constitutionele hof, te vaak voor het blok gezet en genoodzaakt om wetgeving en bestuurshandelen in te perken. Met als onterecht, maar toch vaak geuit verwijt, dat rechters te veel ingrijpen in politieke besluiten.

We moeten (kunnen) verwachten dat wetgever en bestuur en de politiek bij het ontwerpen van regels en besluiten zich rekenschap geven van juridische grenzen in grondwet, verdragen, EU recht en fundamentele rechtsbeginselen en daarnaar handelen. En dus niet plannen smeden die welhaast zeker afstuiten op rechterlijke en Europeesrechtelijke veto’s. Dat zet de rechtsstaat alsdan waarlijk onder druk.

Foto: Dimitris Avramopoulos (cc)

Deze verkiezingen gaan niet over Europa

COLUMN - Verkiezingscampagnes voor het Europees Parlement zijn van een dodelijke saaiheid en voorspelbaarheid. Om de vijf jaar krijgen we de boodschap dat Europa best belangrijk is. De kiezer krijgt elke ronde opnieuw uitgelegd wat het Parlement doet, wat de taak van de Commissie is, van de Raad van ministers en de Europese Raad van regeringsleiders. En dat er democratisch gezien nogal wat schort aan het instituut EU (alsof het in de natiestaten allemaal perfect geregeld is). Elke vijf jaar  horen we ook weer de klacht dat ‘Brussel’ ver weg is en dat we onze vertegenwoordigers daar zo slecht kennen. Is dat vreemd? Vijf jaar lang worden Europese politici in de media weggedrukt door de nationale politiek. De Haagse zaken, hoe futiel ook, krijgen altijd voorrang in de media boven Brusselse maatregelen, hoe verstrekkend ze ook zijn.

Men zegt dat burgers zich niet druk maken over deze verkiezingen. Ze zouden weinig interesse hebben in ‘Europa’. Maar het punt is:  het gaat helemaal niet over Europa bij deze verkiezingen. Het gaat over het klimaat, over sociale rechtvaardigheid, over de economie, over landbouw, voedselveiligheid, energievoorziening en nog veel meer. Waarom blijft wat er echt speelt bij de Europese verkiezingen alsmaar verborgen achter al die voorspelbare clichématige verhalen over desinteresse, complexe besluitvorming en abstracte beelden over een continent?

Foto: Dan Dzurisin (cc)

Voorbode van een zwermendemocratie?

Recente verkiezingsuitslagen tonen een beweeglijk electoraat. Is dit een voorbode van een permanent fluïde sentiment in de samenleving, met bij verkiezingen steeds wisselende winnaars op basis van steeds weer andere issues? En zo ja, welke vragen en dilemma’s roept dat op voor het democratisch bestel? Een artikel van Andries van den Broek, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

In december 2022 publiceerde het SCP De toekomst in meervoud, een essayistische verkenning van de toekomstige Nederlandse samenleving en van de relatie tussen burgers en overheid daarin. Tevens kwam aan de orde wat de overheid zou kunnen doen om de kans op een voor wenselijk gehouden toekomst te vergroten of die op een ongewenste toekomst te verkleinen. Eén van de vier toekomst­beelden betrof een wispelturige zwermen- of spreeuwensamenleving. Is in recente verkiezingen een ontwikkeling in die richting te zien geven? En wat zouden daarvan de gevolgen en implicaties zijn. Vanwege de focus op verkiezingen is hier voor het woord zwermendemocratie gekozen.

Zwermen

Het beeld van de zwerm karakteriseert een wispelturige samenleving met wisselende groepen, zoals zwermen spreeuwen die dicht opeengepakt heen en weer bewegen, daarbij soms in kleinere zwermen uiteenvallend. De zwermen zijn fluïde groepen, die zowel van mening als van samenstelling kunnen veranderen. Veel hangt af van wat op enig moment in de actualiteit tot meningsverschillen leidt.

Vorige Volgende