Vijfde deel van een vijfdelige reeks over de wijze waarop de Romeinse senator Cicero de Griekse filosofie voor zijn landgenoten ontsloot.
Deugdzaam of niet, Cicero is zelf niet op een prettige manier aan zijn eind gekomen. Zijn politieke betrokkenheid werd hem op het laatst fataal.
De dood van Cicero
In Rome had Julius Caesar een staatsgreep uitgevoerd en de macht gegrepen. Hij had de buitengewone bevoegdheden die bekendstaan als dictatuur. Er waren al eerder dictators geweest in Rome, waarna het normale bestuur telkens was hersteld. Van Caesar werd steeds duidelijker dat hij geen afstand meer zou doen van zijn macht. Als generaal had hij bovendien andere machtsmiddelen. Het was angstaanjagend.
Vandaar dat senatoren Caesar vermoordden. Na die moord brak echter een politieke strijd uit, waarin het regelmatig bijltjesdag was. Op een kwaad moment was Cicero aan de beurt. Zijn hoofd en handen werden afgehakt, en daarna tentoongesteld.
Ontstaan van de monarchie
De rust zou niet snel wederkeren. Nog twaalf jaar lang woedden er in het Romeinse Rijk burgeroorlogen tussen Romeinse generaals. De enige belangrijke speler die al dit oorlogsgeweld ten slotte overleefde was Caesars achterneef en adoptiefzoon Octavius, die aan het begin van die strijd nog zwaar onderschat werd.