De rechtsstaat en Yesilgöz: wanneer ‘mening’ een handig schild wordt
Het begint bijna routine te worden in de Nederlandse politiek: zodra een onafhankelijke instantie iets kritisch zegt over plannen die fundamentele rechten raken, wordt er niet inhoudelijk gereageerd, maar wordt de boodschapper verdacht gemaakt. Dilan Yesilgöz doet er nog een schep bovenop door een rapport van de Nederlandse orde van advocaten weg te zetten als “hun mening”. Je hoeft geen staatsrechtgeleerde te zijn om te snappen dat dit gemakzuchtig, misleidend én gevaarlijk is.
De rechtsstaat is geen moodboard
De NOvA verzon dit rapport niet tijdens de vrijdagmiddagborrel. Een onafhankelijke commissie toetste verkiezingsprogramma’s aan drie kernpunten van de rechtsstaat: betrouwbaarheid van de overheid, bescherming van fundamentele rechten, en toegang tot het recht. Dat zijn geen subjectieve voorkeuren, maar de basisvoorwaarden van een democratische samenleving. Alsof je zegt dat verkeersregels slechts een “mening” zijn van het CBR.
Het is ironisch dat Yesilgöz zegt dat haar voorstellen bedoeld zijn om de rechtsstaat te beschermen, terwijl een commissie van deskundigen precies uitlegt hoe diezelfde voorstellen die rechtsstaat ondermijnen.
Van kritiek naar slachtofferschap
Yesilgöz “wordt pissig” van de stempel “antirechtsstatelijk”. Dat mag, emoties zijn menselijk. Maar politici krijgen geen vrijstelling van kritiek omdat ze er chagrijnig van worden. In plaats van uit te leggen waarom de analyse van de commissie fout zou zijn, kiest ze voor de klassieker: framen alsof het een politiek spelletje is. “Ze noemen ons antirechtsstatelijk, dus ze zijn partijdig.” Het is dezelfde strategie die we kennen van partijen als PVV en FVD: draai de zaak om, speel slachtoffer, en vermijd inhoud.