Closing Time | 15 Steps
Mij heeft het latere werk van Radiohead nooit zo weten te pakken, maar één ding moet je ze nageven: de band bleef steeds experimenteren, en bleef daarom langer relevant dan menig andere rockformatie.
door Evert Blankesteijn Het is voor sommigen verleidelijk om de recente opmars van populistisch en fascistoïde extreemrechts in Nederland te reduceren tot losse incidenten en de zogenaamde relschoppers, hooligans en de stormtroepen van Voorpost, of de politieke bewegingen van BBB en PVV als gescheiden werelden te blijven zien. Dat is een gevaarlijke, opportunistische misvatting. Wie goed kijkt, ziet een netwerk van overlappende bewegingen en belangen, verbonden door dezelfde retoriek: wantrouwen richting instituties, verzet tegen de rechtsstaat en een steeds openlijker minachting voor democratische spelregels. De gewelddadige rechtsextremistische intimidatie in Den Haag was daarvan een pijnlijk voorbeeld. Wat zogenaamd begon als een protest, eindigde in een orgie van geweld en het doelbewust opzoeken van de confrontatie met de politie. En niet voor niets werden het Binnenhof en het kantoor van D’66 tot doelwit gekozen. Het patroon is bekend: mobilisatie via sociale media, het verspreiden van haat tegen alles wat niet blank is, en het framen van alles wat ‘links’ of midden is als bewijs van een tirannieke overheid. Dit geweld is niet spontaan – het maakt deel uit van een strategie om vertrouwen in instituties en de democratische rechtsstaat verder te ondermijnen. Vervolgens wordt de eigen ophitsende rol ontkend. En dat wordt weer onvoldoende doorgeprikt in de media. Dit proces voltrekt zich niet in een vacuüm. Het maakt deel uit van een internationale beweging die we kennen uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en andere Europese landen, waar figuren als Steve Bannon en Trumpistische volgelingen actief de polarisatie aanwakkeren. De bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 was een waarschuwing, een voorbeeld voor de aanval in Den Haag, maar ook een les: het ondenkbare kan werkelijkheid worden als instituties onvoldoende weerbaar blijken. Wegkijken is in zo’n situatie geen neutrale keuze. Het betekent feitelijk toestaan dat de ondermijning doorgaat. Die verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij politici of plaatselijke bestuurders. Media spelen een sleutelrol door te bepalen hoe dit fenomeen wordt geframed. Door geweld en intimidatie te bagatelliseren als ‘demonstranten’, ‘relschoppers’ of ‘hooligans’ normaliseren ze feitelijk de aanval op de democratie en verlagen ze de drempel voor herhaling. Daarom is het cruciaal dat we deze bewegingen benoemen voor wat ze zijn: antidemocratisch, extremistisch en in de meeste gevallen ronduit fascistoïde. Alleen door dat scherp te stellen, kunnen we een adequate tegenstrategie formuleren. Die strategie kan niet uitsluitend bestaan uit ontmaskering, aanklagen en het van de grond komen van een effectieve institutionele verdediging; we hebben ook altijd een positief handelingsperspectief nodig. Hier komt hoop in beeld. Niet als vrijblijvende emotie, maar als strategische factor. De Duitse filosoof Ernst Bloch schreef in zijn monumentale werk Das Prinzip Hoffnung dat hoop een fundamentele motor van de menselijke geschiedenis is. Het is geen passieve verwachting, maar een actieve kracht die aanzet tot handelen. Hoop stelt ons in staat te dromen over een betere toekomst en die dromen vervolgens om te zetten in concrete stappen. Bloch benadrukt dat niets in de wereld ooit af is: mensen en samenlevingen bevinden zich altijd in een proces van ‘worden’. Dat is geen reden tot fatalisme, maar juist een uitnodiging om te handelen. Hij maakt bovendien een onderscheid tussen naïeve dagdromen – vluchtige fantasieën – en ‘concrete utopieën’: toekomstbeelden die nog niet gerealiseerd zijn, maar wel mogelijk zijn. Zulke utopieën bieden een horizon om naartoe te werken. Kunst, literatuur en maatschappelijke initiatieven kunnen die horizon zichtbaar maken. Het antwoord op de huidige ontwrichting ligt dus niet alleen in het bestrijden van de antidemocratische, fascistoïde dreiging, maar ook in het formuleren van een vernieuwend en, als het even kan, echt aantrekkelijk perspectief waarin mensen kunnen geloven. Een toekomst waarin feiten, compassie en solidariteit winnen van complottheorieën, het fascistische gif, haat en geweld. Hoop kan op deze manier dienen als strategisch fundament onder maatschappelijke veerkracht. Als we dat fundament serieus nemen, is het mogelijk om de rechtsstaat niet alleen te verdedigen, maar ook te vernieuwen. Om de vrijheid van meningsuiting te beschermen zonder te capituleren voor desinformatie. Om met elkaar een samenleving te bouwen waarin diversiteit en democratische waarden niet onder druk staan, maar juist als kracht worden gezien en benut. Hoop is dan geen luxe, maar een voorwaarde. Zonder hoop verliezen we de motivatie om weerstand te bieden. Met hoop creëren we de energie om te bouwen aan een toekomst die beter is dan ons heden. Dit artikel is overgenomen van anti-populista. Artikelen op dat blog worden geschreven als bijbaan, dus mocht je het stuk waarderen kun je dat ook financieel laten blijken via deze link.
Mij heeft het latere werk van Radiohead nooit zo weten te pakken, maar één ding moet je ze nageven: de band bleef steeds experimenteren, en bleef daarom langer relevant dan menig andere rockformatie.
Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
Er is een soort historische ballast die in Europa generatieslang is meegegeven. Wie hier opgroeit, krijgt de Holocaust niet als een hoofdstuk in een geschiedenisboek, maar als een erfenis die in je vezels kruipt. Het besef dat wij medeverantwoordelijk zijn voor een van de grootste georganiseerde genocides in de moderne tijd, laat zich niet van je afschudden. En terecht. Tegelijkertijd is Israël sinds de oprichting in 1948 aan ons verkocht als de uitzondering in de regio, de enige plek in het Midden-Oosten waar parlementen functioneren, kranten tegenspraak bieden en waar verkiezingen tenminste nog iets betekenen. Het is een frame dat blijft hangen, ook bij wie beter weet.
De IHRA-definitie van antisemitisme speelt hier handig op in. Whataboutism is een van de basisbeginselen: als je kritiek hebt op Israël, maar niet of minder op andere vergelijkbare landen die dingen doen, ben je een antisemiet. Ze schuift kritiek op Israël en haar beleid by design gevaarlijk dicht richting antisemitisme, alsof wie vraagtekens zet bij bezetting, apartheid of etnische hiërarchie automatisch het oude continentale gif van Jodenhaat in zich draagt, als men tegelijk niet even hard ageert tegen vergelijkbare zaken elders. Dat is een vals frame. Juist omdat wij Europeanen weten waartoe antisemitisme kan leiden, juist omdat we de Holocaust in onze morele rugzak meedragen, moeten we scherp kunnen onderscheiden: antisemitisme is een haat tegen Joden als mensen, Israël-kritiek is een oordeel over een staat die macht uitoefent. En juist omdat we weten hoe een rechtsstatelijke democratie behoort te werken en Israël die twee woorden claimt mogen we daar kritiek op hebben. En juist ook omdat we die staat mede mogelijk hebben gemaakt.
In bijna elk debat over Israël en de genocide die het pleegt komt vroeg of laat – meestal vroeg – die ene vraag: “Vind je dat Israël mag bestaan?” Het is een soort toegangsticket. Als je niet braaf ja zegt, hoef je verder niets meer te zeggen. In westerse media, parlementen of praatprogramma’s ben je meteen af. Je wordt weggezet als extremist of antisemiet. De discussie is dood voordat hij begonnen is.
Maar het is een bizarre vraag. Israël bestaat namelijk al. Het land heeft kernwapens, een van de machtigste legers ter wereld en een hecht netwerk van internationale steun. Er is geen enkele denkbare situatie waarin Israël van de kaart geveegd zou kunnen worden, waar veel interviewers zich zorgen om lijken te maken. Zelfs als elke Palestijn, elke Iraniër en elke activist ter wereld het zou willen, is het praktisch onmogelijk. Het land is dé regionale supermacht. De vraag of Israël mag bestaan is daarom niet meer dan een retorische valstrik: wie hem ontkent, diskwalificeert zichzelf. Tegelijk: wie hem bevestigt, accepteert impliciet de status quo.
Want de werkelijke vraag is niet of Israël mag bestaan, maar hoe het mag bestaan. Israël is opgericht zonder rekening te houden met de mensen die er al woonden. Het verdrijven van Palestijnen was geen bijeffect, het was een voorwaarde voor de oprichting van ‘de joodse staat’, zoals het zich sinds een aantal jaar officieel noemt. Vanaf die oprichting is dat patroon niet veranderd: annexatie, nederzettingen, militaire overheersing en een systeem dat niet anders dan apartheid genoemd kan worden.
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.
Youtube-muzikant MaroMaro heeft zich gespecialiseerd in het omwerken van bekende pop-/rockliedjes tot Poolse jaren ’80-retro gitaarnummers.
Ook de clipjes helpen vaak de sfeer van een uit elkaar vallende communistische samenleving op te roepen.
In Afrikaanse landen bevinden zich de voornaamste vindplaatsen voor kobalt, platina, tantaal, mangaan en andere mineralen die van groot belang zijn voor computers, elektrische auto’s, windturbines, robots en, niet te vergeten, moderne wapensystemen. Het winnen van deze mineralen gaat gepaard met milieuverontreiniging, uitbuiting van mijnwerkers en gewelddadige conflicten. Het grootste deel van de export gaat naar China. Journalisten van Deutsche Welle analyseerden de stand van zaken aan de hand van de database van World Mining Data. Conclusie: Afrika raakt overbelast door de jacht op kostbare mineralen terwijl Afrikaanse landen uit de winning daarvan naar schatting van VN-wereldhandelsorganisatie UNCTAD in 2024 slechts 40% van de potentiële inkomsten genereerden.
Naast de Democratische Republiek Congo waar meer dan 70% van de kobalt vandaan komt zien we voor de kostbare mineralen een rol voor onder andere Zuid-Afrika (mangaan, platinum), Guinea (bauxiet), Marokko (fosfaat) en Mozambique (titanium). Een van de redenen waarom deze landen zo weinig profiteren van de rijkdommen in hun bodem is dat ze een verwerkingsindustrie missen. Verwerking van de mineralen tot een voor de technologie bruikbaar product vindt vooral plaats in China. Een paar jaar geleden begon Congo zelf de kobalt te verwerken in een lokale fabriek. De waarde van de export steeg met een derde van de prijs voor de onbewerkte stof.
De Tweede Kamerverkiezingen van 2023 waren een grote tegenslag voor links. Niet alleen was de nieuwe centrumlinkse formatie GroenLinks-PvdA kleiner geworden dan gehoopt. Op een kleine winst bij DENK na verloren alle andere linkse partijen (SP, PvdD en BIJ1) stemmen. In 2021 behaalden deze vier partijen nog 13% van de stemmen (19 zetels). In 2023 was daar 8% van over (11 zetels). Waarom zijn de partijen aan de linkerflank zo klein? En welke perspectieven zijn er voor hen in 2025? Een analyse van Simon Otjes.
De partijen aan de linkerflank vertegenwoordigen verschillende smaken van links en zijn lang niet allemaal consistent links op alle politieke thema’s. De SP is in de eerste plaats economisch links, maar neemt op bijvoorbeeld Europese integratie een heel andere positie in dan andere linkse partijen. De PvdD positioneert zich bewust als ‘links noch rechts’, maar tegelijkertijd staat zij op veel thema’s aan de linkerkant van het spectrum. DENK is links op culturele thema’s als immigratie en gelijke behandeling van mensen ongeacht afkomst. Op morele thema’s, zoals de behandeling van transpersonen, is DENK juist eerder rechts. De buitenparlementaire partij BIJ1 heeft een intersectionele visie waarbij ze het opneemt tegen allerlei vormen van onderdrukking en ongelijke behandeling. Daarmee staat de partij consistent aan de linkerkant.
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.
Dat acteur Tim Curry een beetje kon zingen, wisten we natuurlijk wel op grond van zijn rol als dr. Frank-N-Furter in de Rocky Horror Picture Show.
Curry bracht rond 1980 echter ook rockplaten uit, zoals Fearless (1979), waar dit nummer van afkomstig is.
Sonia Marina Clarke (alias: Sonique) begon haar zangcarrière op straat: ze was als 16-jarige dakloos en een maatschappelijk werkster suggereerde dat ze een goede zangstem had.
Wat volgde was een pad richting internationale roem, met bandjes en demo’s en hitjes. Zo was ze onder meer lid van acid house-formatie S’Express. Van DJ Mark Moore kreeg ze een set draaitafels en een mengpaneel, en zo werd ze disc-jockey.
In 1998 had ze een bescheiden hitje met een coverversie van ‘I Put a Spell on You‘ van Screamin Jay Hawkins. Jeugdvriend en DJ Judge Jules drong er op aan dat ze snel met een nieuw nummer moest komen. Sonique had nog wel wat op de plank liggen zei ze, en wees op een bak oude cassettebandjes met demo’s.
Iemand gaf een set muzikale algoritmen de opdracht om Megadeath’s Holy Wars… (‘Rust in Peace’, 1990) om te werken tot een funkcover.
Voor sommigen zal het als vloeken in de kerk zijn, maar zelf vind ik deze cover best geslaagd.