Lokale partijen: de grootste politieke familie. Ook weer in 2022?

Ze zijn nu al de grootste politieke familie in de Nederlandse gemeenteraden: lokale partijen. Waarom stemmers kiezers op deze partijen en niet op landelijke partijen? En wat betekent dat voor de kansen voor lokale partijen in 2022? Een gastbijdrage van Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees. Lokale partijen Lokale partijen zijn lijsten die deelnemen aan gemeenteraadsverkiezingen in één gemeente maar niet in andere gemeenten. Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen stemden 29% van de kiezers op deze partijen. Ze haalden gezamenlijk 2.612 zetels. Ze zijn hiermee twee keer zo groot als de grootste landelijke partij. De VVD die 13,5% van de stemmen haalde en 1.131 zetels. Lokale partijen zijn in de laatste 40 jaar sterk gegroeid (zie figuur 1). Figuur 1: Percentage lokale partijen bij gemeenteraadsverkiezingen 1986-2018 Lokalisme We kunnen twee typen motivaties voor lokale partijen identificeren: pull-factoren en push-factoren. Veel lokale partijen presenteren zich als een lokalistische partij. Dat betekent dat zij los van een landelijke ideologie de specifieke noden van de lokale gemeenschap vertegenwoordigt. Ze verzetten zich bijvoorbeeld tegen gemeentelijke herindelingen die het specifieke karakter van een gemeente ondermijnen. We zouden daarom verwachten dat mensen die zich sterker met hun gemeente associëren, vaker op een lokale partij stemmen. Lokalisme kan zich ook uiten in de wil om gemeenten meer autonomie te geven van landelijke politiek. Aanbodszijde Er zijn ook push-factoren. Dat zijn redenen waarom mensen niet op een landelijke partij stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen. Dit kan gedreven worden door het aanbod en door de relatie van kiezers tot de landelijke politiek. Het eerste is een specifieke eigenschap van gemeenteraadsverkiezingen. Het aanbod verschilt bij iedere gemeente. Recent onderzoek van BNR laat dit patroon ook voor 2022 zien. Het CDA doet in vrij wel alle gemeenten mee. Alleen in Diemen, Ouder-Amstel, Rozendaal, Schiermonnikoog en Vlieland staat de partij niet op het stembiljet. Ook de VVD, PvdA, en D66 doen in veel gemeenten mee (317, 303 en 289 gemeenten dit keer). GroenLinks doet mee in 220 gemeenten en de CU 175. De SP doet slechts in 86 gemeenten mee. Nieuwe partijen als FVD, DENK, BIJ1, BVNL en Volt doen in 50 of minder gemeenten mee. Ook de PVV en de PvdD doen in weinig gemeenten mee (31 en 30). Dit zorgt ervoor dat een groot deel van de kiezers politiek ontheemd is bij de gemeenteraadsverkiezingen. Zij kunnen bij gemeenteraadsverkiezingen niet op hun partij van eerste voorkeur stemmen. Zij zouden dan kunnen stemmen op een lokale partij. Zeker als zij eigenlijk geen vertrouwen hebben in de landelijke politiek. Politiek vertrouwen Want politiek wantrouwen speelt mogelijk ook een belangrijke rol bij de keuze voor lokale partijen. Veel van deze partijen profileren zich als protestpartijen. Ze verzetten zich tegen de manier op de gevestigde partijen hun gemeenten besturen. Rond het jaar 2000 werden onder de titel “Leefbaar” in tal van gemeenten lokale partijen opgericht die zich verzetten tegen de bestuurscultuur. Het zou dus goed kunnen dat kiezers van lokale partijen minder vertrouwen hebben in de landelijke politiek. Meer push dan pull Specifiek kiezersonderzoek naar de gemeenteraadsverkiezingen kan hier licht op schijnen. Op basis van kiezersonderzoek uit 2014 en 2016 liet ik zien dat bij die verkiezingen gemeenteraadsverkiezingen politiek wantrouwen de belangrijkste rol speelt. De afwezigheid van landelijke partijen was een tweede factor. Lokale identificatie of steun voor gemeentelijke autonomie speelde een rol maar was minder belangrijk dan deze twee andere factoren. Je kan in deze oude blog daar meer over lezen of in dit artikel. Groei van lokale partijen De vraag is welke van deze factoren de enorme groei van lokale partijen in de laatste 40 jaar verklaart. In een vervolgstudie maak ik gebruik van Nederlandse Kiezersonderzoeken die gehouden zijn vlak na gemeenteraadsverkiezingen. Dit gebeurde in 1986, 1994, 1998, 2002 en 2010. Zo kunnen we de groei van lokale partijen volgen. Ik kijk in deze studie naar politiek vertrouwen en in welke mate de partij van eerste voorkeur deelneemt aan gemeenteraadsverkiezingen. Het politiek vertrouwen meten we hier met een aantal stellingen. Deze gaan over de mate waarin kiezers denken dat politici om hen geven, gericht zijn op hun eigen belang etc.. Voor dat tweede kijken we naar welke partij kiezers hebben gekozen bij de gemeenteraadsverkiezingen en vervolgens welk aandeel van de Nederlandse kiezers op die partij kan stemmen. Figuur 2: Politiek vertrouwen (groen) en aandeel kiezers dat kan stemmen op de partij waar ze bij de Kamerverkiezingen op gestemd hebben 1986-2010 Stabiel vertrouwen en veranderende aanbodskant In mijn analyse spelen deze twee factoren allebei een grote rol in deze periode. Het opvallende is alleen is dat de trends van deze twee variabelen over tijd heel anders is. Figuur 2 toont deze trends: we zien dat politiek vertrouwen fluctueert maar niet per sé daalt. We zien dat het deel van de kiezers dat kan stemmen op de partij van hun landelijke voorkeur in gemeenten juist wel afneemt. Dit toont eigenlijk twee trends: in de eerste plaats stemmen er minder kiezers op de grote landelijke partijen die in alle gemeenten deelnemen. Ze wijken uit naar nieuwe landelijke partijen. Deze partijen doen echter in een beperkt aantal gemeenten mee. Het toont dus zowel de versplintering van de landelijke politiek, als dat nieuwe partijen slecht lokaal geworteld zijn. Dit vormt de beste verklaring voor de groei van lokale partijen. Langetermijnperspectief Dit patroon kunnen we ook op een andere manier laten zien. Het is namelijk ook zichtbaar in de gemeenteraadsverkiezingsuitslagen. Deze zijn sinds 1931 beschikbaar. We kunnen in iedere gemeente kijken welk deel van de kiezers bij de gemeenteraadsverkiezingen niet kan stemmen op de partij waar ze bij de meest recente Tweede Kamerverkiezingen op stemden. We kunnen dit gebruiken als voorspeller van de uitslag van lokale partijen. Ik moet hier onmiddellijk bij opmerken dat de Kiesraad niet heel consistent is in het labelen van lokale partijen over tijd. Hier zijn dus een aantal verschillende categorieën samengenomen. Figuur 3 toont een ijzersterke relatie Figuur 3: Aandeel van lokale partijen als een functie het aandeel stemmen bij de laatste Kamerverkiezingen op partijen dat deelneemt aan gemeenteraadsverkiezingen in een gemeenten 1931-2018. We kunnen hiermee 78% van de uitslagen van lokale partijen verklaren. Hieronder gaan twee relaties schuil: Tot 1980 bestonden de meeste lokale partijen beneden de rivieren en in kleine gemeenten. In dominant katholieke gemeenten was er de onuitgesproken deal dat als geen van de andere landelijke partijen meedeed, de grote katholieke partij ook niet meedeed. Daardoor werd de ruimte gelaten aan lokale partijen die stem gaven aan de verschillende vleugels binnen de katholieke partij. Dat waren bijvoorbeeld de vakbonds-, boeren- en middenstandsvleugel. Veel lokale partijen in Limburg en Brabant hebben nog steeds hun wortels in deze partijen. Dit laten Geerten Waling en Ingrid van Biezen mooi zien in een recente bijdrage aan Bestuurswetenschappen. De ruimte voor deze lokale partijen werd dus direct geschapen door de afwezigheid van landelijke partijen. Deze “wapenstilstand” verloor gedurende de jaren ’60 aan kracht. In de jaren ’70 kwam er een einde aan dit beleid van de KVP. Vanaf de jaren ’80 loopt de groei van lokale partijen gelijk op met twee innig verbonden trends: de afname in het stemmental van de grote landelijke partijen en de groei van lokaal slecht gewortelde landelijke partijen. De relatie tussen de afwezigheid van de landelijke voorkeurspartij en stemmen op lokale partijen is daardoor sinds de jaren ’80 niet zwakker dan daarvoor. Lokale partijen: dé grote kanshebbers Er zijn dus twee belangrijke drivers achter de steun voor lokale partijen: politiek wantrouwen en de groei van landelijke partijen die lokaal slecht geworteld zijn. In beide gevallen zijn de kaarten gunstig geschut voor lokale partijen in 2022: in 2021 daalde het politiek vertrouwen flink. Deze conjuncturele daling zal er zeer waarschijnlijk voor zorgen dat meer kiezers nu hun stem aan een lokale partij zullen geven. Kiezers stemmen dan op lokale partijen omdat ze geen van de landelijke partijen vertrouwen. Zo kunnen ze ook een signaal tegen de landelijke politiek geven. Dan er is daarnaast nog de versplintering op het landelijke niveau: grote groeiers in de peilingen het laatste jaar zijn BBB, JA21, Volt die respectievelijk in geen enkele, één en tien gemeenten meedoen. Deze kiezers kunnen niet stemmen op de partij die landelijk hun voorkeur heeft. Zij zullen dus voor een groot deel uitwijken naar een lokale partij. Dat geldt ook voor SP, PvdD, 50PLUS, PVV en FVD-stemmers die lang niet overal op hun voorkeurspartij kunnen stemmen. De voorspelling dat 2022 wederom een hoogtepunt voor lokale partijen zullen zijn, durf ik dus zeker aan.

Door: Foto: Flickr ianus raadzaal Gemeenteraad Werkendam CC BY-NC-SA 2.0.

EU-onderzoekers lopen over naar Big Tech

EU moet de aanpak van Big Tech opvoeren zonder drie toponderzoekers op het gebied van antitrust

De Europese Commissie begint de volgende ronde van haar intensievere confrontatie met Big Tech met een handicap: drie topfunctionarissen op het gebied van concurrentiewetgeving, die hielpen bij  onderzoeken naar Google, Amazon, Apple en Facebook, zijn het afgelopen jaar vertrokken naar advocatenkantoren die optreden voor de techreuzen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sofi (cc)

Kunst op Zondag | Europa en de stier

De wereld gaat aan understatements ten onder en dit is er een van:

‘Europa en de stier’ is een geliefd thema in de schilderkunst en de beeldhouwkunst.

Het staat bij Wikipedia en menig ander platform zo beschreven. Het verhaalt van een viespeuk die zich oppermachtig waant.  Vermomt als stier verleidt hij een jonge vrouw. Ze gaat er in mee en net als ze denkt een gezellig ritje op zijn rug te maken, snelt het beest er vandoor.

Dwars door zee. Bang om te verdrinken klampt de deerne zich dan maar vast aan het ondier. De stier neemt haar mee naar Kreta, overweldigt haar en schopt haar zwanger. De een noemt het ‘Europa en de stier’, een ander betitelt het als ‘De ontvoering van Europa’. Maar het is niets meer en minder dan ‘De verkrachting van Europa’.

En dat staat dan ook nog door heel Nederland!

In Hilversum: Ek van Zanten (1933 – ) – Europa en de stier (1961)
Brbbl, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons, Europa en de stier Ek van Zanten Laapersweg Hilversum, 1961

In Deventer: Pieter d’Hont (1917 – 1997) – Europa en de Stier (1963)
JanB46, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons Europa en de stier Deventer 2010

In Utrecht: Gerard van der Leeden (1935 – ) – Europa op de stier (1973)
Brbbl, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons, Europa op de Stier Gerard van der Leeden Rivierenwijk Utrecht

In De Bilt: Jits Bakker (1937 – 2014) – Europa en de Stier (1998)
Brbbl, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons, Europa en de Stier Jits Bakker Hesenweg De Bilt. 1998

Foto: Maria Willems (cc)

“Helaas kloppen de gegevens”

COLUMN - “Helaas kloppen de loongegevens met het formele recht op KOT [kinderopvangtoeslag]. … op basis van de huidige feiten kan ik denk ik niet anders dan wederom de voorscho…”. En dan houdt het op. In ieder geval in het screenshot dat rondgaat op het internet, waarin de geWOBte correspondentie van een ambtenaar van de belastingdienst is te zien. Bezwaarfunctionaris / boetespecialist in kwestie lijkt enorm teleurgesteld dat een burger kinderopvangtoeslag moet worden toegekend, omdat zijn/haar gegevens (“helaas”!) kloppen.

Eh… nog een keer? Een ambtenaar, in dienst bij een overheidsinstelling die mede tot doel heeft het uitkeren van geld aan burgers baalt dat er geld uitgekeerd moet worden aan een burger. Als aan de hand van één voorbeeld een totaal verziekte cultuur binnen een deel van de belastingdienst geïllustreerd zou moeten worden, dan is dit een goede kanshebber. De absolute onwil van een overheidsdienaar om de burger te geven waar die recht op heeft. Nou ja, na de bekende ‘afpakjesdag’ – want dat nog schrijnender voorbeeld combineert het weerhouden van waar burgers recht op hebben met een welhaast sadistisch genoegen in dat weerhouden. “Haha, lekker geld afpakken, vooral bij die mensen met rare exotische namen. Kostelijk! Jij nog een koffie, Piet?”

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Closing Time | Six Hills

Het fijne van af en toe een Closing Time schrijven is dat je onbeschaamd je eigen favoriet van dat moment naar voren kunt schuiven: ‘goh, wat ik deze week nou weer voor bijzonders tegenkwam.’ En dan plaats je ongegeneerd die nieuwe clip van je favoriete band. Heb jij tenminste een prettige avond.

Het Rotterdamse Lewsberg heeft een nieuwe single die bijna zes minuten duurt. Met een strakke drum en met een hypnotiserende, doordenderende gitaar. Six Hills heeft een hoog tempo, en doet natuurlijk denken aan The Velvet Underground.

Foto: Partij van de Arbeid (cc)

Simpel links

OPINIE - Ruim 55 jaar geleden werd binnen de PvdA met veel poeha Nieuw Links opgericht, om te protesteren tegen de gevestigde opstelling van Willem Drees c.s. Vrijwel alle oprichters en aanhangers van deze vernieuwingsbeweging hebben het daarna ver geschopt in hun politieke en bestuurlijke carrière. De meeste arbeiders – de traditionele PvdA-aanhang – voelen zich echter steeds minder thuis in hun partij en zoeken hun heil eerder bij PVV en zelfs VVD. PvdA en andere linkse partijen moeten het sindsdien vooral hebben van hogeropgeleiden – zolang ze niet al teveel verdienen. Zelfs na de Financiële Crisis zit Links opnieuw flink in het slop. Gastauteur S. de Beter ziet zeven pijlers voor een hernieuwde linkse politiek.

De oplossing is zeker niet een Nieuw Links 2.0, met z’n mannetjesmakerij. Ook niet de weg terug, naar een exclusieve focus op de aloude tegenstelling tussen Kapitaal en Arbeid – zoals SP vaak suggereert. Denk eerder aan  misschien wel het belangrijkste basisstreven van het socialisme: iedereen – niet alleen die ene schoenlapper die miljonair wordt – die als een dubbeltje wordt geboren moet ook een kwartje kunnen worden. Sommige mensen hebben pech, anderen hebben geluk (vermogende of gestudeerde ouders, omringd door een invloedrijk netwerk, enzovoorts). Socialistische politiek moet ieder individu reële mogelijkheden bieden om de eigen capaciteiten en ambities maximaal te ontplooien, zonder anderen daarmee schade toe te brengen en binnen een acceptabel niveau van ongelijkheid.

Foto: Lucien Schilling (cc)

De rechterflank van de EU

De kogel is door de kerk. Het Europese Hof van Justitie (foto) oordeelde woensdag dat EU-landen mogen worden gekort als bijvoorbeeld rechters er niet onafhankelijk hun werk kunnen doen of als er sprake is van corruptie. Dat betekent dat de Europese Commissie eindelijk gehoor kan geven aan de aandrang vanuit het Europese Parlement om Polen en Hongarije voor hun tekortkomingen op rechtsstatelijk gebied te straffen door EU-geld niet uit te keren. De Commissie aarzelt nog, naar verluidt in afwachting van de verkiezingen in Hongarije in april. Hoopt men op een voor de EU gunstige uitslag? De Commissie houdt intussen wel het geld uit het coronafonds voor Hongarije achter. Het plan dat door de regering-Orbán voor de besteding ervan werd ingediend, in mei 2021, is niet goedgekeurd.

De bekering van Orbán

Viktor Orbán is niet alleen vanwege zijn binnenlandse politiek een gevaar voor de eenheid binnen de EU. De Hongaarse premier heeft ten opzichte van de overgrote meerderheid van zijn Europese collega’s ook een afwijkend standpunt inzake de relaties met Rusland. En dat is als we naar de geschiedenis van zijn politieke carrière kijken best opvallend, schrijft Edit Inotai op BalkanInsight. Na de ontmanteling van het Sovjetblok profileerde Orbán zich jarenlang als tegenstander van nieuwe banden met Rusland. Hij bestreed zo’n twintig jaar geleden de toenadering tot Poetin ten tijde van de regering van zijn voorganger Gyurcsany. Die toenadering had in het land dat zelf niet over energiebronnen beschikt alles te maken met de afhankelijkheid van Russische gas. Maar Orbán moest niets van Poetin hebben in die dagen: ‘We willen niet de gelukkigste kazerne van Gazprom zijn’ , zei hij in 2007.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Closing Time | Fulu Miziki

Fulu Miziki noemt zichzelf een eco-vriendelijk Afrofuturistisch ensemble – de bandnaam betekent zo ongeveer “muziek van afval”. Hun muziekinstrumenten zijn letterlijk gemaakt van afval zoals de behuizing van een computer, metalen pijpen en oude slippers. Gedwongen door de pandemie gingen ze hun traditionele muziek mixen met elektronische invloeden en brachten ze onlangs hun eerste EP uit, Ngbaka.

Closing Time | We Used to Cut the Grass

We Used to Cut the Grass is een “genuinely fun-loving experimental ensemble” en dat hoor (en zie) je er ook wel aan af. ‘Shep’s Lounge’ staat op hun eerste album dat vorige week uitkwam.

Vorige Volgende