Half Nederland uitgewoond

Stadsgeograaf Cody Hochstenbach maakt in zijn boek Uitgewoond duidelijk wat de verschillende slachtoffers van de wooncrisis bindt: decennialang bewust beleid dat markt boven mens zette. In het kader van de woonprotesten is mij - als medeorganisator van de demonstratie Woonopstand in Rotterdam - geregeld gevraagd: waarom hebben we zoveel eisen, waar gaan de protesten nou precies over? En vervolgens, als ik dan verschillende problemen had opgesomd zoals dakloosheid, hoge huren, gentrificatie, beleggers: maar wat is nou het ergste van de wooncrisis? En wat hebben al deze dingen met elkaar te maken? De wooncrisis bestaat uit vele facetten, zo laat Hochstenbach in zijn boek zien, die een ding gemeen hebben: ze zijn het gevolg van een bewuste woonpolitiek. Uitgewoond (2022, Das Mag) is opgebouwd rond elf hardnekkige mythes die worden ontkracht, zoals ‘Het is je eigen schuld als je op straat beland’, ‘Kopen is beter dan huren’, ‘Er zijn te veel sociale huurwoningen’ en ‘Beleggers zijn creatieve ondernemers’. Die mythes ontnemen het zicht op de oorzaken van én de oplossingen voor de wooncrisis. Veel van die mythes kun je in andere bewoordingen terugvinden in beleidsstukken - een aantal vind je (impliciet) in het regeerakkoord. Het zijn de rechtvaardigingen voor beleid dat huisvesting zoveel mogelijk aan de markt en individuele verantwoordelijkheid wil overlaten. Ideologie aan de keukentafel Dat wil niet zeggen dat het enkel beleidsmythes zijn: het zijn breed gedragen opvattingen en overtuigingen, die er mede voor zorgen dat te veel mensen blijven stemmen op politieke partijen zoals de VVD en het CDA die slecht woonbeleid voorstaan. Neem de mythe dat kopen beter is dan huren. Hochstenbach legt uit hoe de ‘ideologie van woningbezit’ al decennia lang door beleid wordt gepromoot (denk vooral aan de hypotheekrenteaftrek). Maar, zo eindigt hij het hoofdstuk, “een andere belangrijke plek waar deze boodschap wordt verspreid is simpelweg thuis aan de keukentafel. Wat politici voor een groot publiek verkondigen, doen ouders in het klein nog eens over” wanneer zij hun kinderen stimuleren en steunen om vooral toch een woning te kopen. Het is die ouders overigens niet kwalijk te nemen dat ze - gegeven het huidige beleid - deze boodschap verkondigen, maar het legt wel bloot waarom er weerstand is tegen sommige oplossingen. Of kijk naar de manier waarop we met dakloosheid omgaan: we tellen niet eens alle mensen zonder woning. Volgens de officiële CBS-telling waren er in 2021 32.000 mensen dakloos, maar het CBS beperkt zich tot de leeftijdscategorie 18 tot 65 jaar en telt groepen zoals mensen in de vrouwenopvang en hun kinderen (15.000 mensen in totaal in 2018), ongedocumenteerde mensen en mensen die in tuinhuisjes of op vakantieparken wonen niet mee. Een meer volledige telling zou waarschijnlijk op 100.000 uitkomen. Oproepen van de EU en het College voor de Rechten van de Mens voor een bredere definitie worden genegeerd. Maar zelfs als we wisten om hoeveel mensen het daadwerkelijk zou gaan, is een effectieve aanpak ver weg, omdat we dakloosheid zien als een zorgprobleem in plaats van een woonprobleem. En dat hangt weer samen met de mythe dat dakloosheid iemands eigen schuld is. Klein zakcentje verdienen Ander voorbeeld: onze sympathie voor kleine beleggers - in het Engels treffend ‘mum and dad investors’ genoemd - die we zien als “welwillende modale huishoudens die een klein zakcentje willen verdienen” bijvoorbeeld voor hun pensioen of om hun kinderen financieel te steunen (bij het kopen van een huis, bijvoorbeeld). De meeste beleggers, ook de kleine, zijn echter schatrijk, zocht Hochstenbach uit. De VVD zou je beschuldigen van afgunst als je dit sprake brengt, maar feit is dat deze beleggers concurreren met starters en aspirant-kopers met weinig inkomen die noodgedwongen bij diezelfde beleggers moeten gaan huren - vaak tijdelijk - en daarmee hogere woonlasten hebben dan als ze een huis zouden kopen. Hoe sympathiek is dat? Interessant zijn overigens ook de uitstapjes terug in de tijd. Zo bespreekt Hochstenbach in het hoofdstuk waarin hij afrekent met de mythe dat beleggers ‘creatieve ondernemers’ zouden zijn, dat de klassieke liberalen zoals John Stuart Mill en Adam Smith al zeer kritisch waren: “Landlords, like all men, love to reap where they have never sowed”, aldus Smith. Het was uit een “diepgeworteld argwaan” jegens particuliere verhuurders vanwege “dickensiaanse misstanden” dat de overheid in de loop van de twintigste eeuw probeerde hen uit te bannen. Dat lukte aardig, tot de financiële crisis weer volop kansen bood voor investeringen. En net als woningeigenaren genieten particuliere verhuurders enorme belastingvoordelen, waardoor de wederopstanding van de pandjesparasiet ook echt te danken is aan de overheid. Piramide van uitgewoonde mensen En zo komen we elke keer, in alle hoofdstukken, weer terug bij beleid: de wooncrisis in al haar facetten is het gevolg van bewuste beleidskeuzes die ervoor hebben gezorgd dat de wooncrisis voortwoekert en verergert. Hochstenbach laat in zijn boek goed zien dat decennialang marktgericht woonbeleid heel veel verschillende slachtoffers heeft gemaakt. De lijst is lang: 100.000 mensen die dakloos zijn of dreigen dakloos te worden, millennials die te veel avocado’s zouden eten (Hochstenbach rekent het uit: nee) en anderen voor wie een koopwoning onbereikbaar is, huurders die te veel betalen of van tijdelijke woning naar tijdelijke woning hoppen op de ‘vrije’ markt waarvan alleen de verhuurder profiteert, de zogenaamde ‘scheefwoners’ en middeninkomens die geen kant op kunnen maar wel een steeds groter deel van hun inkomen kwijt zijn aan huur, de sociale huurders op wie we neerkijken terwijl hun woningen verkrotten en beschimmelen, of die moeten verhuizen omdat hun wijk ‘geherstructureerd’ moet worden, de migranten en vluchtelingen die zelf uiterst precair gehuisvest zijn maar van de VVD en PVV wel de schuld krijgen van de wooncrisis, starters en vooral de laagste inkomensgroepen en gemarginaliseerde groepen die hun leven uitstellen - ze komen allemaal voorbij in het boek. In het laatste hoofdstuk spreekt Hochstenbach dan ook van een “piramide van uitgewoonden”, waarvan dakloosheid slechts de top vormt. (Hochstenbach kiest uitdrukkelijk niet voor de metafoor van ijsberg, omdat een ijsberg iets natuurlijks is, terwijl een piramide “is gebouwd op structurele uitbuiting en onderdrukking.”) Onder de top bevinden zich ruim 800.000 huurders die na het betalen van de huur te weinig over hebben voor andere basisbehoeften. Daaronder zit een nog groter blok van mensen die tijdelijk en onzeker wonen en mensen die hun levens uitstellen en weer daaronder bevindt zich een nog grotere groep mensen die een sluimerende verhuiswens hebben. Het is onmogelijk om te zeggen hoe groot deze laatste groepen precies zijn en er is overlap, maar het zou me niet verbazen als we kunnen concluderen dat half Nederland in meer of mindere mate uitgewoond is. [*] Lotgenoten Die groepen zitten niet in hetzelfde schuitje, maar wel in een vergelijkbaar schuitje. Want niet half Holland is dakloos, natuurlijk, maar ze zijn - in Hochstenbachs woorden - wel lotgenoten: “hun levens en ervaringen lijken wellicht totaal niet op elkaar, maar ze zijn uiteindelijk slachtoffers van dezelfde woonpolitiek.” Dat inzicht maakt het boek niet alleen van grote waarde voor iedereen die de wooncrisis beter wil begrijpen maar ook voor iedereen die zich wil inzetten voor beter woonbeleid. Uitgewoond maakt duidelijk waarom de strijd voor beter woonbeleid een brede groep mensen zou moeten aanspreken. Maar vooral maakt het boek duidelijk dat de 'kleine tweaks' die door beleidsmakers steeds worden voorgesteld geen oplossing kunnen zijn voor een systeem dat zoveel schade aanricht. Als zoveel mensen lijden onder een woonpolitiek die markt boven mensen zet, dan is er geen andere oplossing dan die waar Hochstenbach voor pleit: een compleet andere woonpolitiek. [*] Op een bierviltje: 4 op de 10 huishoudens huurt, van wie een groot deel op een of andere manier last heeft van het woonbeleid: als het geen hoge huren of flexcontracten zijn, dan is het achterstallig onderhoud, deels zo ernstig dat dat drukt op de gezondheid en/of energierekening. Niet alle huurders zitten in de piramide, maar een deel van de niet-huurders zit er wel in zoals woningeigenaren met een dringende of sluimerende verhuiswens vanwege een te hoge hypotheek, te kleine woning of andere reden, en 900.000 twintigers en dertigers die nog bij hun ouders wonen. [boeklink]9789493248090[/boeklink]

Door: Foto: Woonverzet Den Haag (eigen foto)

Closing Time | Politiek

Nederpop uit 1980, toen Bram Vermeulen na de breuk (Fram & Breek, grapten de media, als varatie op Dram & Preek) met Freek de Jonge, solo ging, nou ja solo, met de band De Toekomst, waarin onder andere gitarist Jan de Hont, met Nederlandstalige pop. Mooie toetsen, verschrikkelijk koortje.

De tekst is toepasbaar op Mark Rutte. Men zou van minder cynisch worden.

Als ik niet praat
Heb ik het niet gezegd
Heb ik het niet gezegd
Wist ik er niets van
Kunnen ze mij niets maken
Dus ik praat niet

 Als ik niet luister
Hoor ik het niet
Hoor ik het niet
Wist ik er niets van
Kunnen ze mij niets maken
Dus ik luister niet

 

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Max Sat (cc)

Illegale oudheden

Een week of drie geleden publiceerden de Vlaamse televisieomroep VRT en de krant De Tijd drie artikelen over de illegale handel in oudheden in België. Eén daarvan ging over de Benin-bronzen, het interessantste ging over een Egyptisch beeldje en het derde ging over de vraag waarom nu net België een draaischijf is geworden in de internationale zwarte handel. Het antwoord laat zich raden. De handel in illegale oudheden “heeft kunnen profiteren van de laksheid bij de overheden die moeten strijden tegen dit soort fraude”, aldus Sarah Durant, woordvoerster van het Brussels parket. De laatste specialist bij de Belgische federale overheid is begin dit jaar met pensioen gegaan en de centrale dienst kunstcriminaliteit is opgedoekt.

Als het over illegale oudheden gaat, kennen we uit Nederland soortgelijke journalistieke stukken. Theo Toebosch schrijft er regelmatig over in het Handelsblad het NRC: de grafgiften van Ny-Kau-Ptah, inbeslagnames op de kunstbeurs Tefaf, de Sapfo-papyri, illegaal keramiek in het Amsterdamse Allard Pierson-museum en nog vorige maand de arrestatie van de Italiaanse grafrover Raffaele Monticelli. Ik heb zelf een artikel in de pen gehad over de plundering van opgravingen, niet in verre buitenlanden maar hier in Nederland. Daarbij stuitte ik op zóveel voorbeelden dat het domweg geen krantenartikel meer zijn kon. Wie denkt een boek over illegale oudheden te kunnen schrijven dat geen eindeloze herhaling van steeds hetzelfde verdrietige verhaal is, kan zich melden en krijgt mijn documentatie cadeau.

Foto: Miki Jourdan (cc)

Gelekt vonnis: donkere toekomst voor abortusrecht in Amerika 

ANALYSE - Nog nooit eerder in de geschiedenis van het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten werd een volledig concept-vonnis gelekt. Maandagavond publiceerde nieuwswebsite POLITICO een geschreven uitspraak van 60 pagina’s in de abortus-zaak Dobbs v. Jackson Women’s Health Organization; de uitspraak zou pas over enkele weken worden gedaan.

De inhoud van het vonnis is nog explosiever dan het lek. De uitspraak zou korte metten maken met de grondwettelijke beschermingen op het abortusrecht en – zijdelings – andere fundamentele rechten, zoals de openstelling van het huwelijk en het verbod op anti-sodomiewetgeving, op de helling zetten. Amerika is in rep en roer.

De uiteindelijke inhoud van de uitspraak moet nog worden bepaald; en mogelijk dat de scherpste kantjes eraf worden gehaald. Desalniettemin schetst het conceptvonnis – en het feit dat de conservatieve vleugel van het Hoogegerechtshof met 6 tegen 3 in de meerderheid is – een donker toekomstbeeld voor het Amerikaanse abortusrecht en de Amerikaanse grondrechten in bredere zin.

Roe v Wade

Tot 1973 werd het recht op abortus bepaald door de verschillende Amerikaanse staten. Destijds was in het merendeel van die staten abortus onder de meeste omstandigheden verboden; in enkele staten was abortus op aanvraag legaal. In 1973 stelde het Hooggerechtshof in de zaak Roe v. Wade een ondergrens aan wat staten konden verbieden ten aanzien van abortus.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Closing Time | Hope That There’s Someone  

Antony achter de piano en een klein beetje viool en cello. Dat is het. Maar dan die stem. En die tekst. Het verassende is dat die tekst niets aan de verbeelding overlaat, het is wat het is, er staat wat er staat, niks in de mouwen, en toch werkt het.

Ik vermoed dat dat komt omdat het echt is, gemeend is. Dat hij die ‘ik’ is in de tekst. En het particuliere kon wel ‘ns universeel zijn als het om dit thema gaat. Vandaar dat het overkomt.

Foto: Just Click's With A Camera (cc)

Surrealistische Russische Censuur

In Rusland is het woord “oorlog” verboden in alle uitingen. En protesteren tegen de huidige oorlog die Rusland in Oekraïne voert al helemaal.
En zoals dat tegenwoordig gaat in Rusland, handhaven ze dat heel hard. Maar goed, als je het woord “oorlog” niet mag noemen, verzin je wat anders. Zo ontstaat er een surrealistische “oorlog” tussen de mensen die wel willen protesteren en de autoriteiten.
Alhier gevat in een paar tweets.

In den beginne mocht dit dus niet meer:

Maar goed, met een beetje creativiteit kan je het Russische “No to war” (нет войны) ook vervangen door drie en vijf sterretjes.
Helaas:

Nou, dan maar een papiertje omhoog houden met “twee woorden” in het Russisch?
Sorry:

Jeemig, dan maar een leeg papier proberen:
Nope:

Nou zouden ze nog kunnen proberen alleen nog maar te doen alsof ze een papier vasthouden. Maar dat mocht ook in 2014 al niet meer (onterecht als huidig protest gemeld, zie reacties).

En een tekst uit de grondwet op een papier zetten? Mag ook al niet.

En dan in Nederland durven roepen “je mag ook niets meer zeggen!”

Foto: gabriel seisdedos (cc)

De grenzen van fictie

COLUMN - Een schrijver kan een wereld verzinnen waarin draken rondlopen, of waarin de wetten van de zwaartekracht worden getart, of een wereld waarin vrijwel iedereen een verdorven persoon is. Maar een wereld waarin onze moraal niet geldt, dat wordt lastiger, stellen Daniel Altshuler en Emar Maier in een nieuw artikel in het Journal of Semantics.

Neem het volgende verhaaltje:

Jozef was een jongetje dat het leuk vond om katten dood te treiteren. Zijn vader waarschuwde: ‘Doe dat niet meer, of je krijgt straf.’ Maar hij draaide zich nog niet om, of, hup, Jozef had alweer een jong poesje in de brand gestoken. Net goed, rotbeesten.

(Ik heb eerder over dit verhaaltje geschreven toen ik een proefschrift besprak van een van de promovendi van Emar Maier.)

De kwestie zit hem in de laatste zin Net goed. Je kunt er als lezer eigenlijk niet aan dat de schrijver hier een wereld heeft geschapen waarin het inderdaad echt moreel juist is om in het wilde weg katten om het leven te brengen. De natuurwetten kun je kennelijk ombuigen, maar morele wetten niet.

Wat wel kan, en de strategie de de gemiddelde lezer daarom vrijwel gedachteloos doet: dat vreemde oordeel toeschrijven aan een personage. Een moreel verdorven personage bedenken is kennelijk makkelijker dan een moreel andere wereld. De manier waarop je als lezer het oordeel aan een personage toeschrijft kan soms zijn door een zin te duiden als een indirecte rede: je interpreteert dan “Net goed” als een gedachte van Jozef. Het alternatief is dat je aanneemt dat de verteller het verdorven morele oordeel voor zijn rekening neemt. Die verteller heeft zich in de eerdere zinnen weliswaar niet expliciet laten kennen, maar door dat vreemde morele oordeel ga je er toch ineens vanuit dat hij er is.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Closing Time | Coco Em

‘Pace’ is het openingsnummer van Kilumi, de debuut-EP van de Keniaanse dj en artieste Coco Em. Ze beschrijft haar (dj-)stijl zelf als een “afro-cocktail”, waarmee ze een van de weinigen is die verschillende Oost-Afrikaanse stijlen verwerkt tot house en andere elektronische stijlen, en al helemaal een van de weinige vrouwen die dat doet.

Closing Time | Oh Bondage! Up Yours!

Poly Styrene, oftewel, Marianne Joan Elliott-Said, Somalische vader, Schots/Ierse moeder, zangeres van de punkband X-Ray Specs. Toen ze 18 jaar oud was, zag ze een optreden van The Sexs Pistols, en dat inspireerde haar om ook een band te beginnen: X-Ray Specs. En die hadden in ieder geval één song, die decennia later,
(Oh Bondage! Up Yours! komt uit 1977),  nog steeds staat als een huis, klinkt als een klok..

Quote du Jour | Democratie werkt zo lang men erin gelooft

Daan Heerma van Voss schrijft in de NRC over zijn afnemend vertrouwen in de politiek. Dat begon volgens hem bij de bruiloft van Grapperhaus  die zich bij die gelegenheid niet aan de coronaregels hield. Daarop volgde een Kamerdebat.

Was Grapperhaus nog geloofwaardig, was de vraag. Premier Rutte zei van wel. Rutte vond dat zijn collega nog geloofwaardig was, en dus was hij het ook. De premier deed daarmee een poging eigenhandig de regels van het sociale contract [tussen burgers en volksvertegenwoordigers] te herschrijven. Want waar politici de macht hebben om wetten te bedenken en beleid te voeren, hebben ze níet de macht om te bepalen of ze geloofwaardig zijn. Dat oordeel is aan de burger.

Vorige Volgende