Recensie Zomergasten met Sandra Phlippen

De avond had knetterend van start kunnen gaan, toen Sandra Phlippen na een vrij droge inleiding over haar rol bij de bank (“om naar buiten te kijken”, “risicoprocessen”, “negatieve renteontwikkelingen voorspellen”) vertelde dat ze ter voorbereiding op Zomergasten op eigen initiatief een gesprek had met het “hoofd van de risicoafdeling, Tanja” over hoe om te gaan met dilemma’s en lastige vragen. Janine Abbring had hier natuurlijk een beetje brutaal kunnen zijn en vragen over welke onderwerpen ze het dus bij voorbaat niet gingen hebben - het kan vooraf maar duidelijk zijn. Maar Abbring vroeg helaas niet of ze het vanavond konden hebben over haar werkgever, ABN-AMRO, die volgens de Eerlijke Geldwijzer nog net geen hekkensluiter is op het gebied van klimaatverandering. Veel kritischer dan dat de banken, inclusief ABN, “nog niet genoeg” verantwoordelijkheid nemen voor klimaatbeleid, wordt het vanavond niet. Phlippen vertelde ook nog dat ze als columnist bij het AD had afgesproken geen individuele bedrijven kapot te schrijven. Hoe zou dat deze avond gaan, vraag je je als kijker direct af. De eerste gelegenheid deed zich meteen voor, want Phlippen koos voor haar eerste fragment de film ‘De zaak Shell’ over de rechtszaak die Milieudefensie tegen de gas- en oliegigant aanspande (en won). Daarin horen we acteur Jaap Spijkers als CEO van Shell die zich afvraagt of we de klimaatcrisis gaan oplossen door hem “een klootzak te vinden” en ons te waarschuwen dat de aandeelhouders niet de witte mannen uit Wassenaar zijn maar “uw pensioenfondsen,  zodat u er straks warm bij zit.” Aandeelhouders  Het haakje voor het gesprek met Phlippen is de slotopmerking dat het misschien wel van onze tijd is om naar elkaar te wijzen. “We zijn in een wereld beland, waarin iedereen de verantwoordelijkheid naar elkaar schuift,” aldus Phlippen. Ze denkt dat dat wijzen naar elkaar mogelijk steeds heviger wordt en dat er misschien steeds meer rechtszaken komen. Dat juicht ze niet direct toe, al vindt ze rechtszaken tegen de overheid, zoals de Urgenda-klimaatzaak, zinniger dan rechtszaken tegen bedrijven. Als illustratie van dat laatste beschrijft ze de rechtszaak van een Peruaanse boer tegen RWE, een van de grootste Duitse energiebedrijven. Door klimaatverandering kan de boer zijn land niet meer bewerken. Maar, zo werpt Phlippen tegen, RWE heeft maar een aandeel van “weet ik veel, 0,01%” in klimaatverandering. Ze bedoelt het misschien om een indruk te geven, maar het geschatte percentage volgens berekeningen is 0,47%. RWE is volgens Greenpeace een van de grootste vervuilers van Europa. Phlippen noemt het zelf een “extreem voorbeeld”, maar aan de andere kant: vragen extreme problemen niet om extreme acties? Ze verwondert zich erover dat de rechtszaak is toegelaten. Phlippen vindt dat overheden wél gehouden moeten kunnen worden aan het klimaatakkoord, omdat die zich eraan hebben gecommitteerd, bedrijven hebben dat niet. Abbring werpt tegen dat Shell zich ook aan doelen heeft gecommitteerd, en dat je het bedrijf daar dan ook aan mag houden. Phlippen is het daar ook mee eens, maar hoopt dat bedrijven dit uit zichzelf gaan doen. We laten volgens haar een enorme kans verloren gaan als bedrijven alleen maar zouden doen wat er van de wet gevraagd wordt, want dan halen we de doelen niet. Hoe dat eruit zou zien wordt niet duidelijk. Ze blijft ook vaag over wat ze vindt dat Shell moet doen en of ze nu wel of niet tegen de rechtszaak is. Consuminderen Ze ziet een gat tussen de energie die we nodig hebben en de energie die voorhanden is, een gat dat groter is geworden door de oorlog. Daar haalt ze zelfs Shell-CEO Ben van Beurden aan die onlangs kennelijk zei dat we de energietransitie nu niet kunnen maken, want zie de prijsstijgingen, dus we moeten de vraag naar energie verlagen. ‘Consuminderen’ dus, het is een woord dat Phlippen meerdere malen in de mond neemt. Gelukkig is Abbring hier scherp om erop te wijzen dat Van Beurden juist in het nieuws was vanwege de absurd hoge winsten van Shell. Het wonderlijke antwoord van Phlippen is dat de verandering niet vanuit de overheid moet komen, maar vanuit de aandeelhouders. Zij ziet dat veel investeerders maatschappelijke waarden nastreven, zij kunnen de CEO dwingen om duurzamer te zijn, dat is volgens haar veel efficiënter dan via de wet. Wetgeven is een lang proces, en hoewel het ook belangrijk is dat er wetgeving komt en een CO2-heffing, ziet Phlippen dat het via aandeelhouder veel sneller gaat. Je vraagt je af waarom Phlippen zo optimistisch is, want er was dit jaar vanwege de oorlog in Oekraïne onder de Shell-aandeelhouders minder steun voor verduurzaming dan vorig jaar (20% tegenover ruim 30% in 2021). Vervolgens stelt ze dat we banken vooral “niet op een moreel voetstuk plaatsen” en “wat nodig is dat er een prijs komt, een CO2-heffing” - dus toch regelen via de wetgever? Wettelijke maatregelen veranderen ook minder snel dan de voorkeuren van aandeelhouders. Zoveel mogelijk welvaart voor zoveel mogelijk mensen Na deze eerste discussie snak ik naar een pas op de plaats en wil ik weten: wat voor econoom is Sandra Phlippen eigenlijk? Hoe ziet zij haar beroep en hoe positioneert zij haar eigen gedachtegoed binnen de verschillende economische stromingen? Naar aanleiding van een fragment uit de documentaire ‘The Salt Of The Earth’, over de Braziliaanse fotograaf Sabastiao Salgado die oorlog en honger in beeld brengt, geeft ze een definitie van het vakgebied economie: het gaat erom zoveel mogelijk welvaart te creëren voor zoveel mogelijk mensen. Dat verraad een utilitaristisch uitgangspunt, waar ik wel meer over wilde horen, gezien het gapende gat tussen dat uitgangspunt en de realiteit, waar haar werkgever een grote, vaak niet al te florissante, rol speelt. Het is (gelukkig) ook niet het enige uitgangspunt in Phlippens perspectief, want ze vindt ook dat economische groei binnen planetaire grenzen moet blijven en dat we een “nieuwe moraal moeten verinnerlijken” waarin we ons “niet laten leiden door de prijs, maar door het juiste doen.” Maar daarna zegt ze ook weer ontzettend veel vertrouwen te hebben in technologische vooruitgang die ons zal helpen om duurzamer te leven. Maar ook hier zit ik, net als zij, met de vraag: als dat in de afgelopen decennia niet is gebeurd, waarom zou het dan nu wel gebeuren, als daar niet flinke druk achter zit van de overheid? Dat erkent ze ook wanneer ze constateert dat een land nog nooit vrijwillig heeft ingezet op economische krimp, maar dat in het verleden altijd is ingegeven door een externe factor zoals een depressie. We blijven heen en weer gaan tussen het idee dat bedrijven het zelf gaan doen en het idee dat we een sterkere overheid nodig hebben. Ook uit haar definitie van het kapitalisme blijkt dat we hier niet met een kritische econoom te maken hebben. Het gaat over ondernemers die “vrije keuzes” maken en een “markt waarop een prijs tot stand komt” in interactie met concurrenten en mensen die vraag hebben naar producten. In de kern is het volgens haar een “efficiënt systeem” dat fundamentele zaken buiten beschouwing laat zoals impact op het klimaat en arbeidsomstandigheden van mensen die in een “flexibele schil” zitten en onzeker, flexibel en laagbetaalde arbeid doen. Volgens haar is 90% van de economen bezig met de vraag: hoe kun je dat falen van het kapitalisme in toom houden? Je vraagt je af of dat niet het probleem is: dat zoveel economen de verkeerde vragen stellen. Is de platformeconomie in de kern goed ingericht, als we maar wat meer overheidsregulering hebben, of kunnen we onderhand toch wel concluderen dat we beter af zijn zonder? Empathie met de klootzak Phlippen zegt enkele keren dat de instituties zo complex zijn geworden, dat mensen het niet meer begrijpen en afhaken. Ze ziet hier overigens geen schuldige, het is niet met opzet dat de ‘financiële producten’ niet meer uit te leggen zijn aan mensen - extreme uitzonderingen daargelaten. Je kunt Phlippen zelf niet betrappen op wijzen naar de ander, zelfs niet als die ander zich als een klootzak gedraagt, zo zien we een aantal keer. We zien een fragment van de documentaire ‘Don’t shoot the messenger‘ over de Occupy-beweging die in 2011 een tentenkamp opsloeg op het Beursplein. We zien (dronken) jongens, studenten waarschijnlijk, die zich denigrerend, agressief, uitlaten over het protest: het zijn “werkloze junks” die op het Beursplein “gratis drugs gebruiken”. Ze vinden dat het kapitalisme “niet bestaat”, dat het geen echt probleem is. Phlippen ziet het zo: ze wil het niet goedpraten, maar haar duiding is dat deze studenten een plek willen in de maatschappij, misschien voelden ze ergens wel dat er iets mis is met het systeem, en daarom vinden ze het protest confronterend. Dat is een heel welwillende lezing van het gedrag van deze brallende jongemannen. Of neem haar duiding van een scene uit de film ‘Sorry we missed you’ over een pakketbezorger die zich compleet de vernieling in werkt (letterlijk). De pakketbezorger vraagt zijn baas om een paar dagen vrij vanwege persoonlijke issues, waarop de baas uitlegt dat hij een klootzak moet zijn om de zaak draaiende te houden. Dus nee, de pakketbezorger kan geen vrij krijgen. Volgens Phlippen zit de baas “net zo vast” als de werknemer - die welwillendheid om empathie te tonen voor de klootzakkerige baas siert haar wel, maar het roept ook wel vragen op. Want de houding van de baas illustreert ook het probleem van het kapitalisme dat zich voordoet als enige optie - 'ik kan nu eenmaal niet anders', There Is No Alternative - en hem ontslaat van enige verantwoordelijkheid. Phlippen ziet wel dat “alles bij een politieke keuze begint” en dat de film goed laat zien dat het systeem “drijfzand” is waar mensen in wegzakken, maar dan komt ze toch weer met de oplossing dat er meer concurrentie van bezorgdiensten zou moeten zijn zodat de hoofdpersoon had kunnen kiezen voor een andere werkgever. Alsof die concurrentie - die er al is - niet vooral leidt tot een race to the bottom. Geen boze burger Die film zou je woedend, ziedend moeten maken over het systeem, maar daar is haar perspectief te genuanceerd voor, zo leren we deze avond. Naar aanleiding van een fragment over haar “lievelingsboek”, ‘Momo en de tijdspaarders’, vertelt ze over hoe ze nog altijd worstelt met goed en fout, maar dan meer genuanceerd: door haar studie en werk heeft ze inzicht in complexe dingen, maar tegelijk is er ook je "gevoelswereld". Simpele, populistische oplossingen lijken aantrekkelijk omdat je ze "gevoelsmatig kunt verifiëren", maar hoe meer je je ergens in verdiept, hoe meer het toch complex is, vindt ze. Hierdoor merkt ze dat ze in de discussie met anderen vaak 1-0 achter staat, omdat mensen afhaken omdat de dingen te complex worden en volledig afgaan op hun gevoel - ze “zwemmen in de fuik van het populisme”. Ik vraag me af of en hoe de menselijke maat ‘te complex’ kan worden voor een gesprek. Ze vindt vooral dat we te veel naar elkaar wijzen, terwijl zij liever de nadruk legt op wat ons bindt. Mensen zijn meer of minder kwetsbaar, zegt ze, maar “in the end zijn we allemaal kwetsbaar”. Dat verbeeldt het fragment van de film' The Square' waarin een culturele elite wordt geconfronteerd met een performance artist die overgaat tot geweld - de zaal kijkt het lang aan, tot een vrouw bijna verkracht wordt. De artiest staat volgens Phlippen symbool voor de “boze burger”, de elite verbeeldt zich dat ze aan de goede kant staat maar kan zich niet verplaatsen in de boze burger die het meest kwetsbaar is. Zelf is ze “geen boze burger”, hoewel ze zich weleens “ergert”. Ik betrap mezelf erop dat ik denk: was ze maar iets bozer. If you’re not angry, you are not paying attention.  Het was een weinig inspirerend gesprek en in veel opzichten bevestigde Phlippen mijn vooroordelen jegens economen. Maar misschien las ik te veel in de aankondiging, of wilde ik er te veel in lezen: een econoom die ook socioloog is (en zich ook als zodanig etaleert) die wil “helpen de maatschappelijke problemen van deze tijd op te lossen” en zich zorgen maakt over populisme en klimaatverandering. Ik was benieuwd hoe iemand haar idealen en maatschappelijke betrokkenheid kan verenigen met de rol als hoofdeconoom van ABN, maar misschien is het allemaal niet zo ingewikkeld als je idealen niet echt radicaal zijn. Want anders word je in ons land ook niet “een van de invloedrijkste Nederlandse economen van dit moment.”

Door: Foto: (c) screenshot Zomergasten met Sandra Phlippen

Closing Time | Sam Prekop en John McEntire

Sam Prekop en John McEntire zijn bekend van en werkten samen in andere hoedanigheden (o.a. Tortoise, The Sea and Cake) en maakten met Sons Of hun eerste album samen. Prekop maakt normaal experimentele elektronische muziek, terwijl McEntire (onder meer) drumt, en het resultaat is heel aangenaam: als je niet goed oplet klinkt het bijna te makkelijk. En ook fijn: het duo liet zich niet verleiden om nummers in te korten – want lange nummer zijn het best, als het goede nummers zijn.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: © Schermafbeelding VPRO website Zomergasten met Sandra Phlippen

Zomergasten 2022 met Sandra Phlippen

“Een nieuw perspectief op welvaart waarin klimaat en welzijn centraal staan, is een leidraad in mijn filmavond”, schrijft Sandra Phlippen, VPRO’s Zomergast van komende avond.

Waar moeten we Sandra Phlippen, hoofdeconoom bij ABN Amro, van kennen? Ze schreef columns voor het AD en nu voor het FD (Financieele Dagblad). Verder kunt u haar op televisie gezien hebben als gast bij Nieuwsuur, Buitenhof, Op1 en in recent verleden ook bij RTL Late Night en Jinek. Of u heeft haar gehoord op de radio bij, onder andere, BNR Nieuwsradio.

Ze is volgens de VPRO een gewaardeerde gast in die programma’s omdat ze een ‘talent voor klare’ taal heeft. Anders gesteld (in 5 redenen om naar haar te kijken): ‘Ze maakt de economie behapbaar’.

Dat brengt ons op de hamvraag. Waarom lijkt het een natuurwet te zijn dat bij schaarste de prijzen omhoog vliegen? Een gek voorbeeldje: stel het lukt de veestapel te halveren, hoe duur gaat dan een pondje rundergehakt worden? Kan Sandra Phlippen daar de tanden eens inzetten?

Behalve economische vraagstukken komt wellicht de klimaatproblematiek ook aan de orde. Phlippen is van mening dat ‘de politiek z’n vingers niet durft te branden aan een eerlijk verhaal’ en dat ‘de financiële wereld een sleutelrol spelen in de klimaattransitie’.

Foto: Conversation with Magic Stones © Barbara Hepworth (1973) in de Rijkstuinen 2022 © foto Wilma Lankhorst.

Kunst op Zondag de tuin in met Barbara Hepworth

REPORTAGE - Als de zomerse temperatuur gaat stijgen is een museumbezoek altijd een frisse tip. Voor deze zomerse editie van Kunst op Zondag viel mijn oog op de tuin van het Rijksmuseum. Na Louise Bourgeois (1911-2010) zijn de tuinen van het Rijks nu het domein van de Engelse beeldhouwer Barbara Hepworth (1903-1975). Uit haar rijke oeuvre zijn negen sculpturen geselecteerd die nog nooit samen te zien waren. Gast-curator van de eerste solo tentoonstelling van Hepworth in ons land is Sophie Bowness, kleindochter van de beeldhouwer.

Barbara Hepworth met Curved Form in tuin Trewyn St. Ives © foto Ida Kar (1961) © Collectie Nat. Portrait Gallery London

Barbara Hepworth met Curved Form in tuin Trewyn St. Ives © foto Ida Kar (1961) © Collectie Natinal Portrait Gallery, London.

Hepworth’s leven in een notedop

Er zijn veel boeken gepubliceerd over het leven, het werk èn de vernieuwingsdrang van Barbara Hepworth (Wakefield 1903-1975) geschreven. Na de middelbare school in Yorkshire begint ze in 1920-1921 aan de Leeds School of Art en studeert ze aansluitend aan de Royal College of Art in Londen (1921-1924). Hier is Henry Moore een van haar medestudenten. Het plan is dat Hepworth in 1924 de ‘runner-up’ wordt van John Skeaping (1901-1980) voor de Prix de Rome. Maar ze kiest voor de West Riding Travel Scholarship in Florence.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Closing Time | The Smile

Thom Yorke doet weer eens wat nieuws en iedereen vindt het natuurlijk weer geweldig – volgens Pitchfork is het album A Light for Attracting Attention van The Smile zelfs “unmistakably the best album yet by a Radiohead side project.” Maar wat is het eigenlijk? Wiki weet raad: het is art rock, post-punk, progressive rock, electronica, afrobeat, math rock, post-rock, grunge, electro-rock, psychedelische rock, desert rock, funk, jazz, breakbeat, wonky en/of systems music. Er zit vast iets tussen wat je aanspreekt.

Foto: Bron: Livius.org

De sofisten 2: Protagoras

ACHTERGROND - ‘De mens is de maat van alle dingen’: deze beroemde uitspraak komt van Protagoras. Het was de openingszin van zijn bekendste boek. Omdat dat, zoals met zoveel antieke teksten, verloren is gegaan, moeten we maar een beetje raden wat hij hier nou eigenlijk mee bedoelde. Het is dan verleidelijk aan te nemen dat de auteur stelde dat de individuele mens de hele wereld schept in zijn geest. Zo wordt Protagoras’ uitspraak dan ook vaak uitgelegd. Je zou ook kunnen denken dat hij bedoelde dat de mens de heerser hoort te zijn over alle dingen. Ook op die manier is zijn uitspraak wel geïnterpreteerd.

Die interpretaties stroken vermoedelijk niet met wat Protagoras werkelijk bedoelde. Het is waarschijnlijker dat hij wilde zeggen dat zaken als meningen en oordelen alleen met menselijke maatstaven kunnen worden gemeten. Er is niets anders dan de mens zelf om de juistheid van een mening of oordeel te bepalen. Er is geen macht boven de mens die bepaalt wat goed of slecht is. De enige die dit kan bepalen zijn de mens zelf, en zijn medemensen.

Zonder goden

Maar zijn er dan geen goden die als toetssteen kunnen dienen? Op dit vlak behoudt Protagoras een gepaste afstand. Misschien uit overtuiging, misschien uit eerbied voor de traditie, maar misschien ook vooral om niet meteen terechtgesteld te worden wegens blasfemie.

Foto: The Green Party of Ireland Comhaontas Glas (cc)

Ierse boeren moeten CO2 uitstoot reduceren

Ook de Ierse boeren worden door hun regering onder druk gezet. Het gaat daar niet over stikstof maar over CO2. Het Klimaatactieplan 2021 van de Ierse coalitieregering heeft voor 2030 een reductie aangekondigd van 22-30 procent in de uitstoot van broeikasgassen door de landbouw. De precisering van dat doel leidde in de laatste kabinetszitting voor het zomerreces tot een conflict binnen de coalitie van twee centrumrechtse partijen en de Groenen, in Ierland Comhaontas Glas geheten. Minister van Landbouw Charlie McConalogue (Fianna Fáil) zou vasthouden aan een doelstelling van 24 procent reductie, terwijl de minister voor Milieu Eamon Ryan van de Groenen (foto) aanvankelijk niet bereid was om onder de 26 procent te komen. Gisteren werd verder onderhandeld en, jawel, de partijen zijn overeen gekomen de reductie vast te leggen op 25%.

Milieuminister Eamon Ryan had wel redenen om niet te snel akkoord te gaan. Deze week werd ook bekend dat nog niet de helft van de voor april, mei en juni voorgenomen maatregelen uit het klimaatactieplan geïmplementeerd zijn. Het zal ongetwijfeld leiden tot flink gemor in zijn partij. Eerder deze week dreigde senator Pauline O’Reilly regeringsdeelname ter discussie te stellen als het doel voor de reductie van de CO2 uitstoot zou blijven steken op 22%. Dat was de eis van enkele rechtse parlementsleden die de boerenlobby volgden. Meer zou onhaalbaar zijn voor de Ierse boeren. De Ierse Groenen zijn twee jaar geleden met de nodige scepsis akkoord gegaan met regeringsdeelname. Een eerste ervaring met het nemen van regeringsverantwoordelijkheid, in 2007, was de partij slecht bekomen. De Groenen verloren in 2011 al hun zetels. Er was te weinig bereikt. Maar nu zouden ze echt zaken kunnen doen met de twee centrumrechtse partijen, Fianna Fáil en Fine Gael, die bij de verkiezingen in het voorjaar van 2020 samen net geen meerderheid kregen. Comhaontas Glas was in tegenstelling tot de vorige keer nu onmisbaar voor de regeringsvorming. Maar dan moeten er nu wel resultaten behaald worden om straks niet weer te verliezen.

Quote du Jour | Er verandert nooit iets

Twee brieven in de NRC van vandaag over corpsstudenten

Pauline Sarkar (81) schrijft:

Zestig jaar geleden werd ik lid van de Amsterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging en ik vond de corpsballen intimiderend, grof en afschuwelijk. Ik herinner me een van hun liedjes over vrouwen: ‘Wat heb je aan ballen zonder biljart’. Voor die tijd, eind jaren 50, ging dat echt heel ver. Wij mochten natuurlijk niet weten wat ze allemaal over ons te berde brachten, maar je voelde hun minachting en achteloosheid altijd. Ik was voortdurend bang. En nu is het zestig jaar later en er is niets veranderd, behalve dan dat meer meisjes zich van alles laten aanleunen uit angst ‘er niet bij te horen’ voor de rest van hun carrière (…) Er verandert helaas niets!

Vorige Volgende