Jonge mannen hebben minder egalitaire publieke genderopvattingen dan jonge vrouwen

van Daniël van Wijk, Aart C. Liefbroer en Maaike van der Vleuten, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees. Groeien de opvattingen van jonge mannen en vrouwen over gendergelijkheid uit elkaar? Maatschappelijke ontwikkelingen, zoals het gestegen opleidingsniveau van vrouwen en beleid om gendergelijkheid te bevorderen, en de reacties hierop door enkele invloedrijke mannen, doen vermoeden van wel. Tegelijkertijd ontbreekt systematisch bewijs over hoe de opvattingen over gendergelijkheid verschillen tussen vrouwen en mannen van verschillende leeftijden. In dit artikel onderzoeken wij dit aan de hand van recent gepubliceerde gegevens uit de European Social Survey. We maken een onderscheid tussen opvattingen over gelijkheid in de privésfeer (bijv. het gezinsleven) en de publieke sfeer (bijv. de politiek). Uit de analyses blijkt dat jonge mannen en vrouwen (15-29 jaar) sterker verschillen in hun opvattingen over gelijkheid in publieke genderrollen dan oudere mannen en vrouwen (30+). Zo zien jonge mannen minder voordelen van een gelijke genderverdeling in politieke en economische topfuncties dan jonge vrouwen, en zijn zij minder vaak voorstander van wetgeving die het aantal parlementaire zetels gelijk verdeelt tussen beide geslachten. Daarentegen zijn sekseverschillen in opvattingen over genderrollen in het gezinsleven kleiner en verschillen ze weinig tussen jongeren en ouderen. De maatschappelijke kansen van vrouwen zijn de afgelopen decennia sterk verbeterd. Zo is het opleidingsniveau van vrouwen gestegen, en zijn vrouwen uit jongere generaties in vrijwel alle rijke landen inmiddels hoger opgeleid dan mannen. Nog bestaande ongelijkheden waarbij vrouwen in het nadeel zijn, zoals de loonkloof of de oververtegenwoordiging van mannen in topposities in bedrijven, worden door overheden actief bestreden. Jonge mannen voelen zich door deze ontwikkelingen mogelijk gepasseerd en zijn bang om hun (vaak gunstige) positie te verliezen. Deze gevoelens worden aangewakkerd door sommige radicaal-rechtse partijen en in “echo chambers” op sociale media, waarin influencers zoals Andrew Tate vrijuit hun visie over man-vrouwverhoudingen kunnen delen. Hebben deze ontwikkelingen geleid tot een groeiende kloof tussen jonge mannen en vrouwen in hun opvattingen over gendergelijkheid? Recent internationaal onderzoek heeft laten zien dat er in een korte periode van zo’n vijf tot tien jaar in landen als de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Zuid-Korea een groot ideologisch gat is ontstaan tussen mannen en vrouwen van onder de 30 jaar. Dit komt doordat het wereldbeeld van jonge vrouwen progressiever is geworden, terwijl jonge mannen van nu vergelijkbaar scoren met eerdere generaties jongere mannen en in sommige landen zelfs conservatiever zijn geworden. In Nederland lijkt een vergelijkbare trend zichtbaar: zo zijn jonge vrouwen ten opzichte van jonge mannen vaker op links-progressieve partijen gaan stemmen. Ook wanneer we kijken naar opvattingen over bijvoorbeeld klimaat of LHBTIQ+ bestaan er duidelijke ideologische verschillen tussen jonge mannen en vrouwen, maar deze sekseverschillen zijn in veel gevallen net zo groot onder jongere als onder oudere groepen. Deze studies kijken echter naar algemene politieke voorkeuren als stemgedrag of naar houdingen ten opzichte van onderwerpen als migratie of klimaat. Er is daarentegen minder bekend over sekseverschillen in opvattingen over gendergelijkheid. Dit is een belangrijke beperking omdat de verbeterde positie van vrouwen en de potentieel ervaren bedreiging  door mannen (“status anxiety”) waarschijnlijk vooral invloed hebben op opvattingen over gender(gelijkheid), terwijl ze slechts indirect de politieke voorkeuren beïnvloeden. Ook de online gemeenschap van de manosphere kenmerkt zich voornamelijk door een focus op klassieke mannelijkheid en weerstand tegen feminisme, en een mogelijke opkomst hiervan zou dus primair samenhangen met veranderende opvattingen over gendergelijkheid en slechts indirect met bredere politieke voorkeuren. Om deze ontwikkelingen beter te begrijpen, is het dan ook belangrijk om specifiek naar opvattingen over gendergelijkheid te kijken. Bij het bestuderen van opvattingen over gendergelijkheid is het van belang om onderscheid te maken tussen opvattingen over gelijkheid in de privésfeer – op het terrein van gezin en zorg voor kinderen – en in opvattingen over de publieke rollen van mannen en vrouwen – op het terrein van politiek en werk. Hoewel steeds meer mensen gelijkheid tussen mannen en vrouwen in publieke rollen onderschrijven, lijken traditionele opvattingen over genderrollen thuis hardnekkiger te zijn. Deze tegenstelling onderstreept het belang van het maken van dit onderscheid om een volledig beeld te krijgen van hoe genderopvattingen verschillen tussen jongere en oudere groepen mannen en vrouwen. Om verschillende typen genderopvattingen te meten maken we gebruik van recent gepubliceerde, representatieve data uit de European Social Survey (ESS). Ronde 11 van de ESS bevatte een vragenblok over genderopvattingen en is in Nederland afgenomen in 2023. Omdat de vragen over genderopvattingen dit jaar voor het eerst zijn gesteld, is het niet mogelijk om de antwoorden in 2023 te vergelijken met antwoorden in eerdere jaren. Hierdoor kan niet worden onderzocht of verschillen in opvattingen tussen jonge mannen en vrouwen uniek zijn voor de huidige generatie, of ook in vorige generaties al bestonden. Daartegenover staat het voordeel dat de nieuwe data van de ESS een gedetailleerde meting van verschillende dimensies van genderopvattingen bevatten, wat interessante patronen blootlegt in genderopvattingen van mannen en vrouwen van verschillende leeftijden. In dit artikel gebruiken we de stellingen die aan respondenten zijn voorgelegd met betrekking tot opvattingen over gelijke verdelingen tussen mannen en vrouwen en opvattingen over mogelijke wetgeving om deze gelijke verdeling te bereiken. In alle gevallen zijn de variabelen zo gecodeerd dat een hogere score betekent dat een respondent een meer egalitair antwoord heeft gegeven. Alle antwoorden zijn gewogen naar leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en regio. Grotere sekseverschillen in opvattingen over publieke gendergelijkheid onder jongeren dan ouderen Figuur 1 toont de gemiddelde score van mannen en vrouwen van verschillende leeftijden op vier stellingen over gendergelijkheid. Respondenten konden kiezen uit zeven antwoordcategorieën over de gevolgen van gendergelijkheid, variërend van erg slecht (0) tot erg goed (6). De eerste drie stellingen gaan over gendergelijkheid in publieke posities, de laatste stelling betreft het gezinsleven. De figuur laat zien dat Nederlanders over het geheel genomen redelijk egalitair zijn wat betreft opvattingen over gendergelijkheid, met name als het gaat om publieke rollen (Figuur 1a, 1b, 1c). Zo blijkt dat vrijwel iedereen denkt dat het goed is als evenveel vrouwen als mannen hoge managementfuncties en politieke topfuncties hebben (gemiddelde score van 5,0) en als ze evenveel betaald krijgen voor hetzelfde werk (gemiddelde score van 5,4). De opvattingen zijn iets minder egalitair wanneer gevraagd wordt naar de invloed van betaald werk op het gezinsleven (Figuur 1d), maar ook hier geeft de gemiddelde score (4,4) een vrij egalitaire opvatting aan. Jonge mannen lijken hier echter een relatieve uitzonderingspositie in te nemen. Mannen van 15 tot 29 jaar zijn minder egalitair – zowel in vergelijking met hun vrouwelijke leeftijdsgenoten als met oudere mannen – wanneer we kijken naar hun opvattingen over publieke genderrollen (Figuur 1a, 1b, en 1c). Zo scoren jonge mannen 0,57 punt lager op een 7-puntsschaal over gendergelijkheid in politieke topfuncties dan jonge vrouwen, een verschil dat bij oudere respondenten nauwelijks zichtbaar is. Jonge mannen hebben dus relatief minder egalitaire opvattingen over publieke genderrollen, hoewel ze gemiddeld nog steeds denken dat het goed is voor de politiek als er evenveel vrouwen als mannen politieke topfuncties bekleden (gemiddelde score van 4,7). Vergelijkbare patronen zijn te zien in opvattingen over gendergelijkheid in hoge managementfuncties en gelijke beloning, hoewel de interactie-effecten tussen leeftijd en geslacht bij de vraag over gelijke beloning niet statistisch significant zijn. In opvattingen over private rollen (Figuur 1d) zijn er minder duidelijke verschillen tussen jonge mannen enerzijds en vrouwen en oudere groepen anderzijds. Zo is het verschil in opvattingen tussen mannen en vrouwen van 15 tot 29 jaar vergelijkbaar met het verschil bij 45-plussers. Vrouwen van 30 tot 44 jaar vormen echter een uitzondering met relatief minder egalitaire opvattingen over de gevolgen voor het gezinsleven van mannen en vrouwen die evenveel werken. Mogelijk komt dit doordat deze groep veel moeders met jonge kinderen bevat, die in Nederland vaak parttime werken en mogelijk antwoorden op een manier die aansluit op hun eigen situatie. [caption id="attachment_357016" align="aligncenter" width="400"] Figuur 1. Opvattingen over gendergelijkheid, onder mannen en vrouwen van verschillende leeftijden[/caption] Respondenten in de ESS is ook gevraagd wat zij vinden van wetgeving die een gelijke verdeling tussen mannen en vrouwen afdwingt. Deze stellingen maken gebruik van een 5-puntsschaal, met mogelijke antwoordcategorieën die variëren van sterk tegen (0) tot sterk voor (4). Uit de antwoorden blijkt dat respondenten gemiddeld genomen een stuk minder positief zijn over wetgeving die gelijkheid tussen mannen en vrouwen forceert dan over gendergelijkheid in het algemeen. Zodra het verplicht wordt, blijkt er dus minder steun te zijn voor gendergelijkheid. Zo antwoordt de gemiddelde respondent dat zij of hij “niet voor en niet tegen” wetgeving is die bepaalt dat het aantal zetels in het parlement gelijk verdeeld moet worden tussen vrouwen en mannen (een antwoord van 2.0 op een schaal van 0 tot 4). Ook wanneer we kijken naar de vragen over wetgeving, komt het patroon naar voren van een groter verschil in opvattingen over publieke rollen tussen jonge mannen en vrouwen dan bij oudere leeftijdsgroepen (Figuur 2a). Dit verschil is zichtbaar bij zowel 15- tot 29-jarigen als 30- tot 44-jarigen: hier verschillen mannen en vrouwen zo’n 0,8 punt op een 5-puntsschaal wanneer zij gevraagd worden naar hun opvattingen over wetgeving die gelijke vertegenwoordiging in het parlement afdwingt. Dit verschil is een stuk kleiner onder oudere mannen en vrouwen, hoewel ook bij oudere groepen het sekseverschil statistisch significant is. Het grotere sekseverschil onder personen van onder de 45 jaar lijkt vooral veroorzaakt te worden doordat jonge mannen relatief vaak tegen wetgeving zijn die bepaalt dat het aantal zetels in het parlement gelijk verdeeld moet worden tussen vrouwen en mannen. Daarentegen zijn er geen sekseverschillen tussen jongeren in de mate waarin zij voor of tegen wetgeving zijn die bepaalt dat beide ouders even lang betaald ouderschapsverlof moeten opnemen om voor hun kind te zorgen (figuur 2). Dit toont nogmaals aan dat de groeiende kloof tussen jonge mannen en vrouwen in opvattingen over gendergelijkheid zich beperkt tot opvattingen over publieke rollen. [caption id="attachment_357017" align="aligncenter" width="400"] Figuur 2. Opvattingen over wetgeving die gendergelijkheid forceert, onder mannen en vrouwen van verschillende leeftijden[/caption] Conclusie Jonge mannen en vrouwen in Nederland lijken uit elkaar te groeien in hun opvattingen over publieke genderrollen. Zo denken jonge vrouwen vaker dan jonge mannen dat het goed is als evenveel vrouwen als mannen topfuncties hebben in de politiek en het bedrijfsleven, en steunen zij vaker wetgeving die deze gelijke verdeling afdwingt. Deze sekseverschillen zijn kleiner of afwezig in oudere leeftijdsgroepen. Deze kloof tussen jonge mannen en vrouwen heeft mogelijk grote gevolgen voor het stemgedrag van jongvolwassenen, maar ook voor bijvoorbeeld de mogelijkheden om een gelijkgestemde partner te vinden. Tegelijkertijd moeten deze verschillen niet overdreven worden: jonge Nederlandse mannen zijn nog steeds overwegend positief over de gevolgen van een gelijke verdeling tussen mannen en vrouwen. Ook is de kloof tussen jonge mannen en vrouwen alleen zichtbaar in hun opvattingen over publieke rollen, en niet in hun opvattingen over het gezinsleven – terwijl dit mogelijk het domein is dat het meest van invloed is op alledaagse beslissingen. De bevinding dat er een kloof bestaat tussen jonge mannen en vrouwen in hun opvattingen over publieke genderrollen maar niet over genderrollen in de privésfeer, sluit goed aan bij theorieën die stellen dat jonge mannen zich bedreigd voelen door vrouwen die hun plek opeisen in het publieke domein. Een grotere vertegenwoordiging van vrouwen in het publieke domein – eventueel afgedwongen door wetgeving – kan door jonge mannen worden gezien als beperking van de eigen kansen. Omdat deze concurrentie tussen mannen en vrouwen minder aanwezig is in het gezinsleven, is hier mogelijk minder weerstand tegen gendergelijkheid vanuit jonge mannen. Een beperking aan dit onderzoek is dat niet kan worden vastgesteld of de kloof tussen jonge mannen en vrouwen in opvattingen over gendergelijkheid in publieke rollen uniek is voor de huidige generatie. Het is mogelijk dat jonge mannen uit eerdere generaties ook al minder egalitair waren in hun genderopvattingen dan jonge vrouwen, maar dat deze verschillen kleiner werden naarmate mensen ouder werden. De bevinding van eerder onderzoek dat jonge vrouwen ten opzichte van jonge mannen over de afgelopen decennia steeds vaker progressief links zijn gaan stemmen, doet vermoeden dat de kloof mogelijk deels uniek is voor de huidige jonge vrouwen en mannen. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen hoe de opvattingen van deze vrouwen en mannen zich verder ontwikkelen naarmate ze ouder worden. Dit artikel verscheen eerder bij Stuk Rood Vlees. Daniël van Wijk, Aart C. Liefbroer en Maaike van der Vleuten werken allen bij het nationale demografisch onderzoeksinstituut NIDI.

Door: Foto: JouWatch (cc)

Quote du Jour | Bedreigd door de Israëlische staat

Het is niet de eerste keer dat Abou Jahjah wordt bedreigd door de Israëlische staat. Belgische veiligheidsdiensten hebben hem inmiddels gewaarschuwd. Ze adviseren hem om vaste routines te vermijden, niet naar restaurants te gaan en bepaalde apps niet langer te gebruiken. Toch laat Abou Jahjah zich de mond niet snoeren, vertelt hij: ‘Ik ben bedreigingen gewend, maar dit is van een ander niveau.’

De Libanees-Vlaamse activist en auteur Dyab Abou Jahjah heeft aangifte gedaan tegen de Israëlische minister van Diasporazaken, Amichai Chikli. Dat meldt het Brusselse Magazine Bruzz. Chikli maakte op X (voorheen Twitter) een macabere grap, waarmee hij Abou Jahjah impliciet tot lid van Hezbollah bestempelde.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Wafa - Palestinian News and Information Agency in contract with APAimages, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons.

De voorlopige statistiek van een Israëlische krijgstocht zonder einde

Het nieuwe jaar is een mooie gelegenheid om de balans op te maken moet het Palestijnse mediabureau hebben gedacht. Dus publiceerde het de jongste statistiek van de de Israëlische genocide. Dit begint met de constatering dat – dankzij de bereidwillige medewerking van Amerika (dat vier keer een resolutie van de Veiligheidsraad torpedeerde en de noodzakelijke bommen leverde tot een bedrag van – inmiddels – 25,9 miljard dollar) er tot nu toe 88.000 ton (88.000.000 kilo) explosieven op Gaza zijn gedropt. Dat komt overeen met vier maal de atoombom die werd uitgeworpen boven Hiroshima.

Vernielingen

Daardoor is het aantal gedode en vermiste personen opgelopen tot 56.715 (waarvan 11.200 waarvan de lichamen ontbreken of die onder het puin liggen). Daaronder waren 1.413 families die geheel werden uitgeroeid en 3.467 families waarvan nog één lid gespaard bleef. Er werden 17.818 kinderen gedood (het grootste deel onder de 5), en 12.287 vrouwen. 35.060 kinderen hebben beide ouders verloren of één van hen, 12.125 vrouwen raakten hun echtgenoot kwijt.

De statistieken zijn echter onvolledig, want 44 kinderen stierven door ondervoeding, meerdere honderden werden echter niet geregistreerd; zes kinderen stierven door onderkoeling, maar enkele honderden werden evenmin geregistreerd. Verder zijn er geen gegevens over sterfgevallen onder de 12.500 kankerpatiënten voor wie de behandeling stopte door gebrek aan medicamenten; of onder de 350.000 chronisch zieken (waaronder diabetici) van wie de behandeling stopte door gebrek aan medicijnen of dialyse; of onder de 2.136.026 lijders aan diverse infectieziekten (hepatitis, polio), huidziekten, longproblemen, of ingewandenproblemen (waaronder diarree). En dan waren er nog ruim 60.000 zwangere vrouwen die het vrijwel zonder medische hulp moeten stellen.

Foto: Martin Pettitt (cc)

Een jaar, een vraag

Uitgever en publicist John Brockman lanceerde in 1998 de ‘Annual Question’ (‘vraag van het jaar’) waarop wetenschappers, schrijvers, kunstenaars en ondernemers hun licht lieten schijnen. In 2018 stopte Brockman er mee. Hij was door zijn vragen heen en stelde nog één laatste vraag.

In die twintig jaar leidden Brockman’s vragen tot ruim 2950 essays. Geschreven door mensen als Hans Ulrich Obrist (curator Serpentine Gallery, London), Brian Eno (componist, musicus), Alan Alda (acteur bekend van de tv-serie Mash, regisseur, schrijver), John Markoff (journalist, Pulitzer Prize-winnaar, The New York Times). Mike Godwin (advocaat, schrijver, jawel, van de Wet van Godwin) tot een groot aantal wetenchappers als Daniel C. Dennett (filosoof), Helen Fisher (biologisch antropoloog), Leonard Susskind (theoretisch natuurkundige), Richard Dawkins (evolutionair bioloog) en Jared Diamond (fysioloog en evolutionair bioloog).

Bij Sargasso schreven over dit inspirerende project bij Kunst op Zondag en ter gelegenheid van Brockman’s laatste vraag.

De essays verschenen bij Edge, de website die Brockman in het leven had geroepen als online versie van ‘The Reality Club’ en bedoeld om ‘The Third Culture’ aan het woord te laten. Die ‘derde cultuur’ bloeide op uit de botsing tussen de bèta’s en alfa’s en gamma’s.  Ofwel de nerds [1] en de softies [2].

De Reality Club kwam bijeen n Chinese restaurants, kunstenaarslofts, investeringsbanken, balzalen, musea, huiskamers en elders. De leden van de club voerden pittige discussies over hun werk en ideeën: “Het kenmerk van de Reality Club is een rigoureus en soms onbeleefd (maar niet ad hominem) discours”.

Closing Time | In the Year 2525

Ok, we zijn er nog niet helemaal, nog 500 jaartjes wachten (maar bestaat Sargassso dan nog?). Maar qua dystopische lading past ‘In the Year 2525’ van Zagar and Evans prima bij wat ons te wachten staat in 2025. Voor de extra sfeer een versie waar beelden uit de film Metropolis achter zijn gezet.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Quote du Jour | De powervrouw als babygirl?

Wie zichzelf middels injectiespuit of scalpel verminkt, conformeert zich niet alleen aan een giftig schoonheidsideaal, maar draagt die norm immers proactief uit. En tóch mogen we het niet veroordelen. Want of het nu botox of parttime werken betreft: vrouwen veroordelen zou niet feministisch zijn. Want het is hun ‘eigen’ keuze.

Maar vrouwen zijn geen babygirls. Ze zijn net als mannen mensen wier keuzes politieke consequenties hebben.

Lotte Houwink ten Cate promoveerde op een onderzoek naar de tweede feministische golf en publiceerde in 2024 het boek De mythe van het gezin. De historica snapt dat Halina Reijn alom bejubeld wordt vanwege haar knappe regieprestatie, nu de film Babygirl in de bioscopen draait. Toch kraakt ze in een opiniestuk in de Volkskrant enkele feministische noten.

Closing Time | BattleSnake

Kijk, de heavy metal van BattleSnake is heel prima aan te horen, en leverde de band zelfs een plaatje op in een prestigieus jaarlijstje – maar eerlijk is eerlijk, nog meer dan dat is de reden dat ik dit post die fantastische albumhoes. Nee, een gebrek aan goede smaak kan dit Australische gezelschap niet verweten worden. Lekker!

Closing Time | Bekhauf

We hadden hier al eerder de metal uit India van Bloodywood, en de metal van Babymetal uit Japan, en lo, behold! Zij hebben elkaar gevonden en samen een nummertje uitgebracht. Dat mogen ze vaker doen. En uiteraard weer ere wie ere toekomt, zonder Elizabeth had ik dit liedje niet gevonden – dat blijft een bron van wonderschone nieuwe muziek.

Quote du Jour | Een pragmatische islamiseerder?

The reality, in all likelihood, is that al-Sharaa is pursuing a more gradualist and democratic approach to Islamizing Syria’s state and society than is tolerable to jihadis, but it is still an approach premised on an Islamist agenda.

Sinds de ineenstorting van het Syrische regime en de bliksemsnelle overname van de macht door Abu Mohammed al-Jolani en zijn islamistische rebellenbeweging Hayat Tahrir al-Sham (HTS) vraagt iedereen zich af: waar gaat het met Syrië naar toe? Wordt dat nu een streng-islamitische politiestaat of wat?

Closing Time | Back on 74

Jungle is een muziekcollectief uit Londen dat funk en moderne soul ten gehore brengt. Dan zou je denken dat het is opgericht door gekleurde inner city kids, maar dan heb je het mis.

Het werd opgericht door Josh Lloyd-Watson en Tom McFarland, die elkaar hebben leren kennen op een privéschool, de Latymer Upper School in Londen. Welgestelde ouders, dure hobbies.

 

Doneer voor ¡eXisto!, een boek over trans mannen in Colombia

Fotograaf Jasper Groen heeft jouw hulp nodig bij het maken van ¡eXisto! (“Ik besta!”). Voor dit project fotografeerde hij gedurende meerdere jaren Colombiaanse trans mannen en non-binaire personen. Deze twee groepen zijn veel minder zichtbaar dan trans vrouwen. Met dit boek wil hij hun bestaan onderstrepen.

De ruim dertig jongeren in ¡eXisto! kijken afwisselend trots, onzeker of strak in de camera. Het zijn indringende portretten die ook ontroeren. Naast de foto’s komen bovendien persoonlijke en vaak emotionele verhalen te staan, die door de jongeren zelf geschreven zijn. Zo wordt dit geen boek óver, maar mét en voor een belangrijk deel dóór trans personen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende