Zoekresultaten voor

'participatiewet'

Foto: Still uit Youtube video Joe Bonomassa met The Ballad of John Henry

John Henry (steel-driving man) en de bijstandsproef

ACHTERGROND - Dit stukje heeft de tag ‘Closing Time’, maar dat is niet helemaal kloppend: eigenlijk is het een ‘opening time’ en gaat dit stuk over het Nijmeegse bijstandsexperiment, en al wat daar omheen hangt. Maar toch beginnen we met een stukje muziek. Joe Bonomassa kennen jullie natuurlijk allemaal, want die is hier al eens eerder langsgekomen. Het gaat hier echter niet om de artiest, maar om de tekst van het nummer The Ballad of John Henry. Want John Henry, geloof het of niet, was relevant voor de analyse van de bijstandsexperimenten hier in Nederland.

Wellicht komt de naam de gamers en poëzieliefhebbers ook bekend voor:

John Henry said to his Captain: ‘A man ain’t nothin’ but a man,/And before I’ll let your steam drill beat me down,/I’ll die with the hammer in my hand.

Iemand? Dit komt natuurlijk uit Civilization V, als je het staal hebt  uitgevonden. En die hebben het weer van het gedicht John Henry, van anoniem: The Ballad of John Henry, the Steel-Drivin’ Man. Potverdorie, deze post had zelfs als Kunst op Zondag gekund!

Het John Henry-effect in de wetenschap

Maar we gaan het toch hebben over wetenschap, in relatie tot de bijstandsexperimenten. Want naast John Henry, kennen we ook het ‘John Henry effect’, waar je rekening mee moet houden als je een experiment doet. Zo lang de mensen in het experiment weten dat ze in een experiment zitten – maar dat is natuurlijk wel zo ethisch. Eigenlijk is het John Henry effect een subset van het (bekendere) Hawthorne effect. Dit is de naam van het effect dat mensen zich soms anders gedragen wanneer ze weten dat ze deel uitmaken van een experiment. De term is bedacht naar aanleiding van een experiment in de Hawthorne fabriek, waar ze testten of de felheid van het licht in de fabriek gerelateerd was aan hoe hard er gewerkt werd. Resultaat was dat zolang de proef duurde, men productiever werd als er iets veranderde – ongeacht wat, of het licht nou feller of donkerder werd. En toen de proef weer voorbij was de arbeidsproductiviteit weer werd zoals voorheen.

“Maar wat heb je nou ontdekt?”

Het is toch een beetje het idee van een promotieonderzoek, en meer van wetenschap in het algemeen: nieuwe dingen ontdekken. Als ergens jaren van arbeid en relatief veel geld tegenaan wordt gesmeten, zou je, vind ik, als onderzoeker de vraag moeten kunnen beantwoorden wat al die inspanningen nou hebben opgeleverd. Liefst in normalemensentaal en zonder vaal klerkenjargon of regressietabellen. Maar kort, helder en to the point – mijn kernkwaliteit, zoals mensen die vaker wat van me lezen weten. Mijn vader leerde mij ooit dat elk verspild woord een aanslag op de beschaving is, en dat… o ja, afijn, ik dwaal af.

Kort en to the point dus:

Eén: de huidige bijstandswet werkt het slechtst voor de meest kwetsbare mensen. Ouderen, mensen met een migratieachtergrond, laagopgeleiden, mensen die psychisch kwetsbaar zijn, mensen met weinig zelfvertrouwen: allemaal doen ze het op onderdelen* beter met alternatieve bijstandsregels, meer gebaseerd op autonomie en vertrouwen in plaats van het huidige beleid dat veelal is gebaseerd op verplichtingen, controles en straffen.

Twee: de overheid kan het (de laatste jaren dalende) vertrouwen in de overheid herstellen, door middel van fatsoenlijk sociaal beleid. Waarin de overheid laat zien zelf ook de inwoner te vertrouwen, en deze op een positieve, passende en niet-hinderlijke manier te benaderen.

Foto: daisy.images (cc)

Soepelere bijstand brengt meer gezondheid, participatie en vertrouwen

ONDERZOEK - Het strenge bijstandsregime leidt niet tot meer uitstroom naar werk. Soepelere regels doen dat evenmin, maar zorgen wel voor meer gezondheid, participatie en politiek vertrouwen, blijkt uit promotieonderzoek van János Betkó. Vooral voor de meest kwetsbaren.

Tussen 2017 en 2020 werd in Nijmegen een bijstandsexperiment gehouden. Ik verdedigde er recent mijn proefschrift over. In dit gerandomiseerde experiment werden bijstandsgerechtigden gevolgd in zowel het reguliere regime van de Participatiewet als in twee alternatieve, wat ruimhartigere regimes. Deze alternatieven waren meer onvoorwaardelijk van aard en gaven deelnemers meer ruimte, door het verregaand versoepelen van de re-integratieregels en de mogelijkheid meer bij te verdienen naast de uitkering.

Dergelijke experimenten vonden ook plaats in vijf andere gemeenten.[1] De resultaten ervan zijn in meerdere rapporten en artikelen beschreven, onder andere op Sociale Vraagstukken. Belangrijke conclusie uit alle experimenten was dat er qua uitstroom uit de uitkering naar werk weinig verschil is tussen de reguliere en de experimentele aanpakken.

De huidige aanpak, met alle dwang, verplichtingen en boetes, blijkt het in dat opzicht dus niet beter te doen dan een meer onvoorwaardelijke aanpak, gebaseerd op meer vertrouwen in en autonomie voor mensen in de bijstand.

Alternatieve regimes voor subgroepen beter

Foto: Foto door Andrea Piacquadio, via Pexels.

We moeten elkaar gewoon weer vertrouwen

ESSAY - van Roeland van Geuns

Chronisch wantrouwen en steeds grotere bestaansonzekerheid zorgen voor maatschappelijke onrust. Die kan alleen worden beteugeld als we afscheid nemen van het perverse mensbeeld dat ons denken vijftig jaar domineerde, schrijft Roeland van Geuns bij zijn afscheid als lector Armoede Interventies.

De afgelopen halve eeuw is het goed misgegaan met het vertrouwen van de overheid in haar burgers. We staan nu op een kantelpunt. Of de overheid neemt afscheid van haar geïnstitutionaliseerde wantrouwen, of de vertrouwenskloof tussen overheid en burger wordt onoverbrugbaar. Een vergelijkbare uitdaging ligt er bij de bestaanszekerheid. We kunnen kiezen voor een verder afglijden richting Amerikaanse verhoudingen, of we kunnen daadwerkelijk invulling geven aan de grondwettelijke garantie op bestaanszekerheid.

Vertrouwen en bestaanszekerheid

Vertrouwen is het geloof dat je op iemand kunt rekenen. Het is daarmee een relationeel concept. Als instanties mensen vertrouwen, zal hun relatie soepeler zijn. Slaat vertrouwen om in wantrouwen, dan worden goede bedoelingen in twijfel getrokken en overheerst de achterdocht. Deze houding richting burgers wordt uiteindelijk wederkerig en heeft een zeer negatief effect op de bestaanszekerheid van mensen.

Bestaanszekerheid kent twee aspecten. Het eerste is de hoogte van het inkomen en sluit aan bij de beschrijving van het basisbehoeftenbudget van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP): het inkomen dat nodig is voor het dekken van de minimale uitgaven van een zelfstandig huishouden aan onvermijdbare, basale zaken als voedsel, kleding, wonen noodzakelijke verzekeringen en persoonlijke verzorging.

Foto: Foto Nijwam Swargiary on Unsplash.

Bijstand of tegenstand

COLUMN - door Marcel Canoy, Sandra van Dijk

Wie niet kan voorzien in zijn of haar bestaan kan aanspraak maken op de bijstand. Het idee is dat de bijstand een strikt minimale voorziening is. Alle manieren om extra middelen te vergaren moeten worden gemeld, er mag geen relevant vermogen zijn en alle extra’s worden direct afgeroomd.

Boodschappenboete

De gevolgen bleken pijnlijk duidelijk bij een recente rechtszaak waar het neologisme boodschappenboete vandaan kwam. Een inwoonster van de gemeente Wijdemeren liet haar boodschappen voor een deel door haar moeder betalen en verzuimde dit te melden. Toen de gemeente daar achter kwam, was zij door de Participatiewet genoodzaakt ruim 7000 euro terug te vorderen.

Giften

Gemeenten hebben weliswaar enige beleidsvrijheid om te bepalen wat een bijstandsgerechtigde aan giften mag ontvangen, maar dat mag geen structureel karakter hebben dat tot kostenbesparing leidt. Kortom, de boodschappen gingen kennelijk te ver en de gemeente – en in navolging de rechter – legde een terugbetaling op.

Wat zit hier achter?

De casus leverde nogal wat ophef op, want voor velen voelt dit onrechtvaardig. Waarom geen boodschappen van je moeder, maar wel levensmiddelen van de Voedselbank? De gedachte is dat een bijstandsgerechtigde niet mag wat alle andere wereldburgers wel mogen: de hulp van familie gebruiken om een menswaardig bestaan te leiden. Kinderen van rijke ouders mogen zelfs een ton belastingvrij cashen om een huis te kopen.

Foto: John Wardell (cc)

Alles op rood

COLUMN - Lang geleden was ik een keer in het casino. Een beetje dom, ik geef het toe. Want ik dacht: ‘Ik leen 50.000 euro, zet alles op rood, en ka-ching, vijftig procent kans dat ik daarna leuke dingen kan gaan doen.’ Het werd zwart.

Dat was balen. Voor iemand in mijn positie (mooie baan met vast contract, goed netwerk, koophuis, etc.) echter geen compleet drama. Ik verhuurde mijn zolderkamer aan een student. Ging in de avonduren een beetje bijklussen als zpp’er. In het weekend vond ik vrijwilligerswerk, tegen een bescheiden vrijwilligersvergoeding. Ik haalde mijn boodschappen uit de lagere rekken en bij een goedkopere supermarkt. En ik ging Marktplaats op, verkocht mijn oude gitaren en Magic-kaarten. Mijn lego was dermate ‘van vroeger’ dat het goed geld opleverde. Ook kon ik terecht bij familie en vrienden, die me geld wilden lenen of zelfs geven. Overigens nadat ze me uitgebreid inwreven dat ik een domme sukkel was, maar dat terzijde.

Ondertussen in de bijstand…

Maar stel, ik had in de bijstand gezeten, en had een dergelijke financiële tegenslag gehad. Als ik dan een kamer had verhuurd aan een student, was het ingehouden op mijn uitkering. Als het me zou lukken een klein baantje te vinden of een aantal uur als zelfstandige aan de slag te gaan, zou het worden ingehouden op mijn uitkering. Dat vrijwilligersbaantje, dat zou ik niet mogen doen zonder expliciete toestemming van de gemeente, want het zou ten koste kunnen gaan van de tijd die ik ook kon besteden aan het zoeken naar werk.

Fraudeur

De boodschappen zou ik sowieso al bij de goedkoopste supermarkt gedaan hebben, want de bijstand is geen vetpot. Spullen verkopen op Marktplaats, u raadt het al: korting op de uitkering. En als ik die regel onverhoopt niet zou kennen en het zou doen zonder het op te geven? Dan werd ik met een beetje pech gezien als fraudeur, moest ik een deel van mijn uitkering terugbetalen en kreeg ik een boete. Nog meer schuld en ellende! Idem voor eventuele hulp van familie en vrienden – al wordt de overheid daar misschien wat makkelijker in, na de recente mediarel over de mevrouw wiens boodschappen door haar moeder werden betaald.

Onmogelijk

Mocht u er aan twijfelen: nee, natuurlijk was ik niet zo stom om daadwerkelijk 50.000 euro op rood te zetten (ik zou het natuurlijk op zwart hebben gezet, duh). Maar ik hoop dat ik het verschil heb kunnen aantonen tussen wanneer je onverwachts in de problemen komt vanuit een situatie waarin je het goed voor elkaar hebt, versus wanneer je in een uitkeringssituatie zit. De dingen die je als werkende mens kunt doen om te dealen met financiële ellende, zijn systematisch uitgesloten voor bijstandsgerechtigden.

Dichtgetimmerd

De Participatiewet is behoorlijk dichtgetimmerd, en dient alleen om een inkomen aan te vullen tot het absolute minimum, totdat de ontvanger weer aan het werk is. Dat maakt het vanuit de bijstand vrijwel onmogelijk je inkomen tijdelijk te verhogen. Zo ontneemt de overheid mensen in de bijstand de kans om op eigen kracht te ontsnappen aan schulden. En omdat mensen in de bijstand ook nog eens weinig buffer mogen hebben, is de kans dat ze in de problemen komen des te groter.

Foto: Tim Green (cc)

De overheid, de bijstand en de banaliteit van het kwaad

COLUMN - Of het nu om de zorgtoeslagenaffaire of de keihard falende participatiewet gaat, de klucht die ‘overheid helpt mensen de vernieling in’ heet keeps on giving.

Ook de afgelopen weken stapelden de verhalen zich op. Mensen die naar de klote worden geholpen omdat ze voor een paar tientjes per week boodschappen krijgen van een familielid, terwijl hetzelfde krijgen via de voedselbank wél mag. Mensen waarvan de ex de gezamenlijke kinderen wat zakgeld geeft, dat teruggevorderd wordt omdat het extra inkomen zou zijn. En wat we horen is waarschijnlijk het topje van de ijsberg. Het is makkelijk om dit af te doen als excessen, maar dat zijn het niet. Het is geen overijverige ambtenaar die de regeltjes wat te streng interpreteerde. Nee, het is het beleid. Het zijn de regels. Er zijn zelfs systemen ontwikkeld die dit soort ‘fraude’ moeten ontdekken en afstraffen. Het ís onze overheid.

Een overheid die er het afgelopen decennium onder het mom van ‘werken moet lonen’ voor koos om niet het werken lonend te maken, maar ons sociale stelsel af te breken zodat de bedragen waar je van moet rondkomen ‘niet meer van deze tijd zijn’. Een overheid die een wirwar van regeltjes optuigde die alleen nog maar met een universitaire graad zijn te ontwarren zodat velen niet eens krijgen waar ze recht op hebben. Een overheid die als je een misstap maakt dat per definitie fraude noemt en zo veel geld terugvordert dat je direct de schuldsanering in moet, ware het niet dat je daar als fraudeur niet voor in aanmerking komt en het dus letterlijk game over is.

Foto: klokwerk (cc)

De oorlog tegen armoede is in dit land een oorlog tegen de armen

OPINIE - Het hele sociale systeem van Nederland is keihard en contraproductief, en moet nodig veranderen om de menselijkheid weer terug te krijgen. Wat nodig is, is een systeem waarin iedereen de kosten voor levensonderhoud simpelweg gegarandeerd zijn. Maar ondanks dat de politiek door de toeslagenaffaire langzaam wakker lijkt te worden, is deze omslag nog niet te verwachten.

In het licht van de toeslagenaffaire krijgt in de Nederlandse media nu het volgende bericht eindelijk aandacht: een vrouw in de bijstand wordt een terugvordering en boete opgelegd van potentieel €10.000 euro omdat haar moeder eens in de week boodschappen voor beide deed, en de vrouw dit niet opgegeven had. De gemeente is door de rechtbank in het gelijk gesteld: volgens de participatiewet (een ‘pareltje’ uit de doos van Asscher en Kleinsma), is de vrouw laakbaar.

De politiek lijkt nu door de toeslagenaffaire wakker geschrokken te zijn, en reageert geschokt op het incident. Deze algemene verbazing hierover verbaast mij echter. Dit is niets nieuws, en zoals Joost onder bovenstaande link op deze site al zei, helaas geen uitzondering.

Berichten van de ombudsman en hulporganisaties over de keiharde werking van boetes en terugvorderingen in het systeem van de toeslagen en bijstand zijn niet nieuw. Keer op keer weer worden levens van mensen die het niet breed hebben door de overheid verwoest, door hen een niet terug te betalen schuld op te leggen.

Quote du Jour | De macht van ambtenaren

Nu de politici aan de beurt zijn om zich te verantwoorden over de toeslagenaffaire moeten we misschien ook eens kijken naar de verhouding tussen politiek en ambtenarij. In de NRC schreef Tom-Jan Meeus afgelopen zaterdag over een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau dat de mislukking van de Participatiewet onder de aandacht brengt.

‘Ambtenaren zijn de invloedrijkste denktank van Den Haag’, schreef Meeus.

De ‘brede heroverwegingen’ van 2010 bevatten op drie terreinen ideeën om ‘de participatie’ op de arbeidsmarkt van mensen met een uitkering te verbeteren (en gelijktijdig te bezuinigen). Zo opperden topambtenaren dat drie wetten – voor de bijstand (WBB), de sociale werkplaatsen (Wsw) en de jonggehandicapten (Wajong) – konden worden samengevoegd „in één regeling op sociaal minimumniveau” en dat „de gemeenten verantwoordelijk [worden] voor deze regeling”. De premisse: spreek mensen dichtbij huis aan op wat ze kunnen, en niet op wat hen mankeert – dan bespaar je op uitkeringen. Zelfredzaamheid als basis voor kortingen.

Quote du Jour | Misrekening

Verschuiven van zorg naar de gemeenten blijkt een misrekening van het Rijk.

Vandaag bracht het Sociaal en Cultureel Planbureau een rapport uit waarin de decentralisatie van deze zorg wordt geëvalueerd. De regering krijgt huiswerk:

De betrokken ministeries zijn nu aan zet om realistische doelen te stellen en regels beter op elkaar af stemmen.

Met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet en de Participatiewet in 2015 waren de verwachtingen hooggespannen: kwetsbare burgers zouden zelfredzamer zijn dan wat men altijd dacht en mensen zouden op miraculeuze wijze meer voor elkaar gaan zorgen.

Foto: Marco Verch Professional Photographer and Speaker (cc)

Experimenten met een ‘basisinkomenachtige’ bijstand

ANALYSE - Dit artikel verscheen eerder en is geschreven op verzoek van het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks. In alle onbescheidenheid is de schrijver van mening dat het interessant is voor veel meer partijen.

Zes gemeenten in Nederland hebben toestemming van het Rijk gekregen om een meerjarig experiment te houden met een ‘alternatieve vorm van bijstand’, voor een beperkte groep deelnemers. In sommige gemeenten was de eerste insteek een lokaal basisinkomen. Inmiddels zijn de experimenten afgerond en de resultaten bekend. Kunnen we er iets van leren, en zo ja: wat dan?

De experimenten kwamen grotendeels voort uit onvrede over de Participatiewet. In algemene zin was de kritiek dat de wet teveel gebaseerd was op wantrouwen: veel nadruk op verplichtingen, strenge controles, hoge boetes en een sterke daarmee samenhangende bureaucratie.

In tientallen gemeenten was er interesse om te experimenteren met een Participatiewet die meer uitgaat van vertrouwen. De aanname was dat dat beter zou werken en zou leiden tot meer uitstroom uit de bijstand naar werk, en bovendien positieve effecten zou hebben op onder andere welzijn, gezondheid en participatie van bijstandsgerechtigden.

Socialere bijstand

De gemeenten die uiteindelijk hebben geëxperimenteerd met de bijstand zijn Deventer, Groningen, Nijmegen, Tilburg, Utrecht en Wageningen. [1]
Het Rijk gaf toestemming om op enkele punten af te wijken van de wet. Deelnemers mochten meer geld houden van eventuele bijverdiensten naast de uitkering. [2] Ook mochten deelnemers een ontheffing krijgen van de arbeidsplicht. Bij die laatste zat wél de verplichting dat een gemeente dan ook moest experimenteren met een groep die meer intensieve dienstverlening kreeg – we zijn immers een land van het politiek compromis.

Foto: Andrew Skudder (cc)

Iets raars in ons sociale stelsel

COLUMN - Als het over ‘de bijstand’* gaat, dan wordt dat vaak gekoppeld aan ‘werk’. Mensen moeten zo snel mogelijk die bijstand uit, want de bedoeling is dat iedereen werkt. Het is een tijdelijk vangnet, kunnen sommigen niet laten steeds weer te benadrukken. Er zijn er zelfs die bijstandsgerechtigden ‘labbekakken’ noemen, of die stellen dat bijstandsgerechtigden hun vakantiegeld moet worden ontnomen, ‘want ze hebben altijd vakantie’.

Luie donders

Deze beelden, van luie donders die eigenlijk zouden moeten werken maar dat niet doen, sluiten aan bij de Engelse term ‘undeserving poor’. Ik ken geen Nederlands equivalent, maar het idee is denk ik wel duidelijk: je hebt armen die er niets aan kunnen doen dat ze arm zijn (de ‘deserving poor’), en de anderen, die luie.

Ondanks dat we deze termen niet kennen in Nederland, lijkt niet alleen de wat populistische retoriek, maar ook het landelijke bijstandsbeleid gericht op die ‘undeserving poor’, die geen zin hebben om te werken en al goedkoop bier drinkend op de bank blijven hangen. Het idee is dat als de uitkering maar laag genoeg is deze mensen vanzelf wel gaan werken. Het gaat uit van een groep die kan werken, en waarbij niet-willers een spreekwoordelijke schop onder hun achterwerk moeten krijgen.

Vorige Volgende