Zoekresultaten voor

'participatiewet'

Quote du Jour | Participatiewet (deel zoveel)

QUOTE - De bijstand, onderdeel van de Participatiewet, moet snel op de schop, zo vinden de ondertekenaars van het manifest. In een nieuwe bijstandswet moet het vertrouwen in bijstandsgerechtigden voorop komen te staan. ‘De manier waarop de overheid burgers nu bejegent, is gericht op wantrouwen met strikte handhaving. Dwang – met zogenaamde prikkels – is nu dè manier om resultaten te behalen. Wij wijzen deze houding af.’ Er is een betere rechtsbescherming nodig. ‘Mensen hoeven niet langer te bewijzen dat ze onschuldig zijn, maar zijn onschuldig tot het tegendeel is bewezen.’

Quote du Jour | De Participatiewet

QUOTE - Het sociaal minimum in Nederland moet linksom of rechtsom omhoog. En het systeem van uitkeringen, toeslagen en aanvullende regelingen waarin mensen met lage inkomens nogal eens verdwalen, is hard aan een drastische vereenvoudiging toe. Dat vindt de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).

Goh. Voor de lezer van deze site zal het geen totale verrassing zijn, zullen we maar zeggen. Ook niet voor mensen die zelf hebben geleefd van de bijstand, of mensen kennen die dat hebben gedaan, of mensen die in algemene zin de actualiteiten volgen. Want:

Quote du Jour – de Participatiewet

De Participatiewet lijkt het niet zo goed te doen voor mensen met een beperking, volgens onderzoek van het SCP:

Het Sociaal en Cultureel Planbureau keek naar de 11.000 mensen die eind 2014, vlak voor de invoering van de nieuwe wet, op een wachtlijst stonden en onder de Wet sociale werkvoorziening vielen. Ongeveer een derde van hen vond in de twee jaar daarna een baan, terwijl dat voorheen ongeveer de helft was.

Ook hielden minder mensen dan in voorgaande jaren hun baan langer dan een jaar vast. En een grotere groep bleef deels afhankelijk van een uitkering, concludeert het planbureau.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Participatiewet is schijn-decentralisatie, pleidooi voor bestuurlijke ongehoorzaamheid

ACHTERGROND - Veel ambtenaren van sociale diensten zijn bang voor de lange arm van Den Haag. Daardoor wint de angst voor de Rijksaccountantsdienst het van de noodzaak om doeltreffend maatwerk te leveren. Volgens Pieter Hilhorst en Jos van der Lans is het tijd voor bestuurlijke ongehoorzaamheid.

Als iets maar vaak genoeg wordt gezegd, krijgt het vanzelf zo’n vertrouwde klank dat je denkt dat het waar is. En wij hebben ons er ook schuldig aan gemaakt. We hebben stukken geschreven, waarbij we consequent spraken over drie decentralisaties: de overdracht van de jeugdzorg naar de gemeente, de overheveling van delen van de AWBZ-zorg naar gemeenten en de Participatiewet. Maar dat klopt helemaal niet, want met die derde decentralisatie is iets geks aan de hand. Dat is namelijk helemaal geen decentralisatie.

Bij een decentralisatie gaan middelen én verantwoordelijkheden over. Daarbij hoort ook een grotere beleidsvrijheid voor degene die de nieuwe taken gaat uitvoeren. Bij de Participatiewet wordt die beleidsvrijheid daarentegen op vele manieren beknot. Gemeenten zijn dan gewoon uitvoeringskantoren die strikt moeten doen wat op het Haagse hoofdkantoor is bedacht. Het bieden van maatwerk wordt dan wel erg moeilijk. En zo bedreigt de gebrekkige decentralisatie van de Participatiewet het succes van de andere decentralisaties.

‘Participatiewet vergroot kloof tussen Randstad en periferie’

Zo schrijft Trouw:

Door de Participatiewet betaalt niet de rijksoverheid vanaf volgend jaar de uitkeringen voor arbeidsgehandicapten, maar doen de gemeenten dat. Zij moeten ervoor zorgen dat een deel van deze zogeheten Wajongers aan de slag kan.

De ‘klantenkring’ van gemeenten neemt daardoor toe, maar niet overal in gelijke mate. Steden als Heerlen, Arnhem, Rotterdam en Enschede kunnen volgens de Atlas een forse toename verwachten van mensen die hulp nodig hebben. Vooral in Heerlen kan het druk worden aan de loketten. Onderzoekers van de Atlas schatten dat het aantal Heerlenaren tussen de 15 en 65 jaar dat voor hulp aanklopt verdubbelt tot 14 procent.

Er zijn regio’s die het nog slechter treffen. De kleinere gemeenten in Groningen moeten rekening houden met een stijging naar 15 procent van de potentiële beroepsbevolking. Vergelijk dat eens met de 3 procent van Amstelveen en Haarlemmermeer, twee gemeenten in het noordelijk deel van de Randstad.

Foto: Herman van den Bossche (cc)

Participatiewet niet zo stupide als voorgesteld

ANALYSE - Het is kortzichtig om de tegenprestatie van bijstandsgerechtigden af te doen als vernedering. De gevolgen van nietsdoen zijn vaak erger, omdat die leiden tot minderwaardigheidsgevoelens. Een tegenprestatie kán een verrijking zijn, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.

Vernederend en zinloos: dat is het beeld dat oprijst uit de reportage over Werkbedrijf Herstelling, het reïntegratiebedrijf van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) van Amsterdam (Voorpagina 24 december). Hoogopgeleide werklozen die 32 uur per week nietjes uit papieren verwijderen, peuken oprapen of planten water geven. Dit gaat niemand aan een baan helpen! En het is pesterig bovendien: wie in zijn eentje wil lunchen of tien minuten te laat komt, wordt gekort op de uitkering. Kan het mensonterender? Dit soort taferelen gaan we overal krijgen als de Tweede Kamer in januari de Participatiewet aanneemt, is de boodschap. Laat bijstandsgerechtigden met rust!

De voorgenomen participatiewet – die werklozen verplicht tot het leveren van een ‘tegenprestatie’ voor hun uitkering, bij een reïntegratiebedrijf (zoals de Herstelling), of via mantelzorg of vrijwilligerswerk – is echter niet zo stupide als hij hier wordt voorgesteld. Wij hebben de afgelopen vijf jaar 65 bijstandsgerechtigden die meer of minder verplicht werden om vrijwilligerswerk te verrichten op de voet gevolgd. Anders dan de reportage suggereert, is ‘met rust gelaten worden’ voor de meeste bijstandsgerechtigden geen route naar een ontspannen bestaan.

Foto: woodleywonderworks (cc)

Experimenteren met (arme) mensen

LONGREAD - Ik las laatst wat schandaligs. Er wordt geëxperimenteerd met zieke mensen. Door gezonde mensen nog wel! Waarom mogen gezonde mensen experimenteren met zieke mensen? Experimenteren met zieke mensen, het is even bijzonder als zorgelijk dat dit kennelijk door een ethische commissie is goedgekeurd.

Kritiek op experimenten

Bovenstaande is een bewerking van enkele zinnen uit een opinieartikel in de Volkskrant van een tijd terug, van Tim ’s Jongers en Laura Batstra: “Opinie: Experimenteren met arme mensen, het is even bijzonder als zorgelijk”. In plaats van zieke en gezonde mensen, spreken zij er schande van dat er wordt geëxperimenteerd met arme mensen, door mensen die het goed hebben. Het stuk ageert specifiek tegen een experiment van het Kansfonds.

Hun punten, kort samengevat, is dat dergelijk onderzoek onnodig is omdat we al voldoende kennis hebben, het gedaan wordt door ‘hoopvollen’ op ‘hooplozen’ om te kijken ‘of ze meer op henzelf gaan lijken als we ze een beetje geld geven’ en het onethisch is dat er een controlegroep is.

Initiators en intenties

Het Kansenfonds kan prima voor zichzelf spreken maar ik ga toch nog reageren op de algemene strekking van dit artikel. Full disclosure voor de mensen die het niet weten: ik was zowel ambtelijk projectleider als wetenschappelijk onderzoeker naar een soortgelijk experiment onder bijstandsgerechtigden in Nijmegen. Dat ging, net als het experiment van het Kansenfonds, uit van meer vertrouwen in mensen en het gaf hen de ruimte om meer bij te verdienen naast de uitkering. Het had ook zo’n vermaledijde controlegroep.

De oogst van de experimenten – blijvende invloed op bijstandsbeleid

ONDERZOEK - De lezers van Sargasso hadden nog één antwoord van me tegoed, op de vraag wat er nou eigenlijk is veranderd als gevolg van de lokale bijstandsexperimenten. Bij deze. Evelien Rombouts, die het grootste deel van het werk heeft gedaan, en ik (János) hebben onderzocht tot welke beleidswijzigingen die lokale experimenten met de bijstand nou eigenlijk hebben opgeleverd.

De aanleiding voor de experimenten met de bijstand was de invoering van de Participatiewet in 2015. Bij gemeenten, onder bijstandsgerechtigden en (andere) experts was er bezorgdheid en onvrede over die wet, nog voor hij was ingevoerd. De kritiek was onder andere dat de wet te streng was en te veel uitging van wantrouwen. De verwachting was dat de wet ineffectief zou zijn en veel extra bureaucratie zou opleveren.

Veel gesprekken

Gemeenten wilden daarom experimenteren met een ruimhartiger vorm van bijstand, die meer uitgaat van vertrouwen en die meer ruimte en autonomie geeft aan de bijstandsgerechtigden. Het vermoeden was, onder andere op basis van inzichten uit de gedragswetenschap, dat dit zou leiden tot betere resultaten op het gebied van onder andere gezondheid, welzijn, re-integratie en participatie.

Na veel gesprekken en behoorlijk wat tijd, kwam er toestemming van het ministerie van SZW voor de experimenten, waarbij enigszins van de Participatiewet kon worden afgeweken (zie o.a.: Bommeljé, 2017; Betkó, 2018). Hoewel ze minder ver konden gaan in hun experiment dan eigenlijk gewenst, deden zes gemeenten hier aan mee: Deventer, Groningen, Nijmegen, Tilburg, Utrecht en Wageningen. Een aantal andere gemeenten deden op eigen houtje een soortgelijk experiment, zonder daarbij af te wijken van de wet (Biezen et al., 2020; Bos et al., 2023).

Impact schmimpact – Citaties tellen en impact factor

ACHTERGROND - Dit stuk gaat over het tellen van hoe vaak wetenschappelijk werk geciteerd wordt, en over soortgelijke zaken. En dat is natuurlijk keimegasuperbelangrijk, dat snapt u. Niet? Maakt niet uit, ik heb er toch een uitgebreid stukje over getikt. Want hoe mooi en nuttig de wetenschap ook is: er valt ook genoeg over te zeuren.

Hoe meet je kwaliteit van wetenschap?

De kwaliteit van een wetenschapper en de impact van wetenschappelijk werk wordt vaak bepaald door ‘tellen’. Er is zelfs een heel veld ontstaan, de bibliometrie, dat zich bezig houdt met het meten van de kwaliteit van wetenschappelijk werk. Maar ja, dat gebeurt, zoals helaas wel vaker, vervolgens op basis van kwantitatieve indicatoren. En het kwantificeren van kwaliteit is zoals bekend heel erg lastig en gevaarlijk vanwege mogelijke (onvoorziene) perverse neveneffecten.

Er zijn een aantal indicatoren opgesteld waarop kwaliteit wordt beoordeeld. Sommige zijn vrij recht toe recht aan. Voor een wetenschapper wordt bijvoorbeeld vaak gekeken naar het aantal keer dat ‘ie geciteerd is, en hoeveel artikelen er zijn geschreven. En voor een artikel wordt hoe vaak het geciteerd is gezien als een aanduiding van kwaliteit. Daar even over nadenken zou al tot een opgetrokken wenkbrauw kunnen leiden, want laten we wel wezen: als iemand een artikel publiceert en vervolgens citeren 100 mensen dat artikel als voorbeeld van slecht onderzoek of ondeugdelijke methodes, dan lijkt het puur op basis van de cijfers (100x geciteerd!) heel wat.

Hoe nu verder met de bijstand?

Ja, wat nu? We hebben enorm veel informatie opgehaald in een aantal bijstandsexperimenten. Her en der heeft dat al geleid tot grotere of kleinere aanpassingen in het beleid van deelnemende gemeenten. Ook bij het Rijk is een omslag te zien, in het wetsvoorstel Participatiewet in Balans van minister Schouten. Daarin wordt erkend dat de Participatiewet op punten niet goed werkt, dat het mensbeeld dat er achter zit niet ok is, dat er minder moet worden uitgegaan van wantrouwen, en dat de menselijke maat terug moet. De concrete wijzigingen lijken, op basis van de beschikbare kennis goede, edoch vrij kleine aanpassingen in het bestaande systeem. Maar wat zou een goede weg zijn als je, op basis van de bekende wetenschappelijke inzichten, ons bijstandsbeleid (of wat breder, de hele sociale zekerheid) zou willen verbeteren?

We weten wat niet werkt

Want zoals ik al eerder schreef, we weten namelijk al ontzettend veel uit wetenschappelijk onderzoek over ons sociale stelsel. En heel veel van die kennis is dat wat we doen vrij beroerd werkt. Het stukje achter de link gaat over Nederland, maar ook uit onderzoek naar het Verenigd Koninkrijk weten we dat soortgelijke systemen als het onze voor veel problemen kunnen zorgen (van ‘material hardship and health problems’ tot ‘increased child maltreatment and poorer child well-being’). De nadruk op strenge sancties (aan kwetsbare mensen) zorgt voor schier oneindige maatschappelijke ellende. Op basis van de beschikbare wetenschappelijke kennis zou je dus best kunnen zeggen: het huidige systeem moet helemaal anders. Niet alleen in Nederland maar in de hele westerse wereld, van Australië via het UK tot de VS. Overal waar dogma’s rondom ‘zelfredzaamheid’ en ‘workfare’ decennialang het beleid hebben bepaald. En de mensen die het had moeten helpen in de ellende heeft gestort.

Naar nieuwe bijstandsexperimenten!

Het is een cliché, maar daarom niet minder waar, dat elk onderzoek eindigt met een roep om méér onderzoek. Voor een deel is die roep gewoon terecht. De wetenschap is nooit ‘af’, en dus is het niet meer dan logisch om als onderzoeker na te denken over wat een logisch vervolg zou zijn. Maar soms hebben wetenschappers ook belang bij vervolgonderzoek. Immers, veel geld komt onze hoger onderwijs- en onderzoeksinstellingen binnen door ‘onderzoek in opdracht’. En ja, als je van dat geld afhankelijk bent (voor je voortbestaan als onderzoekseenheid, of als wetenschapper voor je bevordering naar een betere functie of het behouden van je baan), dan is een vervolgopdracht natuurlijk wel erg prettig – niet anders dan bijvoorbeeld in de consultancy.

Meer onderzoek: verder met wat er al ligt

Dus, het risico nemend dat één of andere cynicus gaat roepen dat ik als onderzoeker natúúrlijk vervolgonderzoek wil, ga ik het hier hebben over mogelijke interessante paden voor méér onderzoek en experimenten naar de bijstand. Want die paden die zijn er, heel veel, zoals ik ook hier al aanstipte. De bijstandsexperimenten van de afgelopen jaren hebben een hoop opgeleverd. Zowel kennis over de bijstand, als over hoe je dit soort experimenten in de toekomst (nog) beter kan houden zodat er nog meer van geleerd kan worden. En op die kennis kan worden voortgebouwd.

Ere wie ere toekomt: de ‘niet-officiële’ bijstandsexperimenten

ACHTERGROND, LONGREAD - Er is inmiddels al een hoop geschreven over de bijstandsexperimenten, die gehouden zijn in Nederland, tussen 2017 en 2020. Hier op Sargasso, op andere blogs, in vaktijdschriften, wetenschappelijke artikelen en twee dissertaties. In veel van die teksten gaat het om (één van) de zes ‘officiële’ bijstandsexperimenten, die gehouden zijn met toestemming van het ministerie van SZW. Deze vonden plaats in Deventer, Groningen*, Nijmegen, Tilburg, Utrecht en Wageningen.

Echter: naast die zes waren er nog een aantal experimenten, die niet het officiële stempel van goedkeuring van SZW mochten dragen, maar qua inhoud toch behóórlijk veel lijken op de anderen. Ook ik heb me wel eens bezondigd aan het weglaten van deze ongestempelde broederexperimenten. In mijn proefschrift heb ik ze zelfs weggemoffeld in een voetnoot. Waarbij ik er, als insult to injury, nog eentje vergeten ben ook. Bij deze wil ik die omissie goedmaken, en wat extra aandacht geven aan deze andere experimenten.

Officieel en niet-officieel

Hoe zat het ook al weer? Heel beknopt: Rutte 2 voerde de Participatiewet in, in 2015. Daar waren heel veel mensen boos over. Waaronder veel gemeenten, die nog voor de daadwerkelijke invoering al in het wetsontwerp zagen dat het een ramp ging worden: te bureaucratisch, teveel gericht op verplichtingen en straffen, niet genoeg rekening houdend met kwetsbare mensen, et cetera. Dus wilden een aantal gemeenten experimenteren. Een vrij fors aantal, de schatting is dat ergens tussen de 50 en 80 gemeenten hier in eerste instantie wel oren naar hadden.

Volgende