De Gesloten Bestuurscultuur: de erfenis van dertien jaar Rutte?

Door Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees Sinds 1 april 2021, gaat het veel over de Nederlandse bestuurscultuur. Een kritiekpunt dat vaak genoemd wordt, is het gesloten karakter van de Nederlandse bestuurscultuur. Geheimhouding staat hierin centraal in plaats van transparantie. Dit wordt vaak gekoppeld aan de persoon van Mark Rutte, de man van de Rutte-doctrine en de verdwenen SMS-jes. Maar is dit realistisch? In welke mate is geheimhouding een dieper onderdeel van de Nederlandse politieke cultuur? In een recente podcast Het Spel en de Macht spreek ik hierover met jurist Annemarie Drahmann en historica Eleni Braat. Het belang van geheimhouding gaat veel verder terug in Nederland. Het is bovendien een opmerkelijk verschil tussen Nederland en landen waarmee we ons graag vergelijken. Geheimhouding en Verzuiling Volgens politicoloog Arend Lijphart is geheimhouding een belangrijk onderdeel van de Nederlandse bestuurscultuur ten tijde van de verzuiling. Deze periode duurde grofweg tussen 1918 en 1967. Verzuilde elites, die verschillende maatschappelijke groepen vertegenwoordigden, moesten tot compromissen komen. Het is voor politici makkelijker om afspraken te maken achter gesloten deuren. Het is gemakkelijker om een uitruil te maken als er geen burgers of journalisten meekijken. De notie dat het bestuur openbaar zou moeten zijn was niet geworteld in het bestel. De regering zag openbaarheid enkel vanuit de inlichtingenplicht die zij heeft richting de Kamer. Het is belangrijk om daarbij op te merken dat de inlichtingenplicht niet bijzonder sterk in de Grondwet was vastgelegd: het recht om vragen te stellen was een recht van de Kamer als geheel en niet van een individueel lid. Een Kamermeerderheid kon in principe het ondervragen van een minister blokkeren. De Tweede Kamer zette haar middelen om informatie te krijgen überhaupt slechts spaarzaam in. Maar die terughoudendheid gold niet alleen voor het parlement: ook de pers zag het niet als haar rol om alles bekend te maken. Het klassieke voorbeeld hiervan is dat de Greet Hofmans affaire niet naar buiten kwam via Nederlandse pers maar via het Duitse blad Der Spiegel. De Nederlandse pers zag het niet als haar rol om zo’n politiek gevoelig verhaal naar buiten te brengen. In 1964 sprak premier Marijnen de verzamelde Nederlandse pers nog toe: “de grootheid van de pers in een democratie [wordt] niet alleen bepaald door wat zij publiceert, maar ook door de zelfbeheersing die in acht weet te nemen”. De roep om transparantie De roep om transparantie kwam in Nederland in de jaren ’60. In reactie op de gesloten bestuurscultuur van de verzuilde jaren ’50 kwamen er nieuwe partijen en bewegingen op als Democraten 66, de Politieke Partij Radikalen en Nieuw Links in de Partij van de Arbeid. Zij wilden een meer open, transparante bestuurscultuur Deze progressieve drie schreven in hun gezamenlijke Keerpunt ’72: “Er komt zo spoedig mogelijk …  een wet op de openbaarheid van overheidsdocumenten. Belangrijke overheidsbeslissingen worden niet genomen dan nadat alle betrokkenen, in beginsel in het openbaar, invloed op de uiteindelijke beslissing hebben kunnen uitoefenen.”  In 1978 leidde dit tot de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB). Deze gaf de mogelijkheid aan burgers om te vragen of de informatie die een overheid heeft, openbaar gemaakt kan worden. Dit geldt niet alleen voor de Rijksoverheid maar ook voor gemeentes en provincies. Met name journalisten maken hier gebruik van. De overheid kan gemotiveerd besluiten informatie geheim te houden: dat leidde tot de zwartgelakte pagina’s uit de Toeslagenaffaire. Bovendien: de overheid kan alleen maar bestanden die ze bewaard heeft delen De grotere roep om openbaarheid vertaalde zich in 1987 ook in een wijziging van de Grondwet die individuele Kamerleden (en niet Kamermeerderheden) het recht gaf om informatie te vragen van een minister. Elf jaar later zorgde de zo genaamde Oekaze-Kok er juist voor dat Kamerleden niet meer direct contact mochten hebben met ambtenaren. Als ze informatie wilden, moest dat altijd via de bewindspersoon lopen. Deze ontwikkelingen passen in een bredere trend waarbij de Nederlandse bestuurscultuur transparanter zou moeten worden. Politicologen als Van Praag en Pennings en Keman benadrukken in analyses van de Nederlandse politieke cultuur dat politici deze openbaarheid slechts selectief toepasten en dat een imago van transparantie veel belangrijker was dan daadwerkelijke openbaarheid. Over de grens De Nederlandse politieke cultuur is nog steeds veel geslotener dan in andere Europese landen. Een voorbeeld is het proces van kabinetsformatie. In Duitsland zijn veel meer politici bij dit proces betrokken en zij communiceren veel meer gedurende het proces. In Nederland gebeurt dit in absolute radiostilte. Elders in Europa is de transparantie van het openbaar bestuur veel beter geregeld. In Zweden behoort de Wet op de Vrijheid van de Pers tot de vier constitutionele wetten. Deze wet gaat terug tot 1766. Zij beschermt niet alleen maar het recht van de vrijheid van de pers te beschermen. Deze wet legt ook vast dat in principe alle documenten van de overheid openbaar zijn. Alleen onder bepaalde voorwaarde kan informatie geheim blijven. Waar onder de WOB burgers konden vragen om informatie waar ze het bestaan van wisten, geldt in Zweden het tegenovergestelde principe: informatie is openbaar tenzij. Dit principe is niet alleen maar verankert in de Zweedse wet maar ook breder in de Zweedse politieke cultuur. Deze openbaarheid zou de legitimiteit van het openbaar vergroten en burgers beschermen tegen corruptie. Maar bovendien is het ook voor wetenschappers een fascinerende bron van informatie: zo zijn de psychologische en IQ-testen die burgers doen als ze in militaire dienst gaan openbaar. Onderzoekers kunnen dit koppelen worden aan andere gegevens. Zo kunnen onderzoekers zien wat voor een burgers de politiek in gaan (zie bijvoorbeeld deze studie van Dal Bó en collega’s). Wet Open Overheid De selectieve openbaarheid die de Nederlandse bestuurscultuur kenmerkte, liep steeds meer uit de pas met een behoefte aan openbaarheid onder journalisten en Kamerleden (met name van de oppositie): populistische politici bekritiseerden de gesloten Nederlandse politiek en beloofde met “met de gordijnen open” te gaan regeren. De passieve gouvernementele houding van journalisten uit de verzuiling werd ingeruild voor een veel activistischere oriëntatie. Als kranten informatie niet kregen waar ze wel recht op hadden, sleepten ze de regering voor de rechter. Sinds 2005 leefde er in Nederland concrete ideeën over een Wet Open Overheid. Deze zou ervoor moeten zorgen dat openbaarheid het uitgangspunt zou worden in plaats van andersom. In 2012 diende GroenLinks Kamerlid Mariko Peters een initiatiefwet in. In 2013 kwam ook de naam van D66’er Gerard Schouw onder deze wet. Pas in 2021 werd deze wet aangenomen door de Eerste Kamer, verdedigd door GroenLinkser Bart Snels en D66’er Joost Sneller. De roep om transparantie na de toeslagenaffaire gaf de wet het laatste stootje. Het is verplicht voor overheden om bepaalde categorieën informatie zelf openbaar te maken. Een stap naar het Zweedse model van openbaar ten zij. Om steun van een meerderheid van de Kamer te krijgen moest de ambitie van wet ingeperkt worden: een register van alle informatie die de overheid heeft, bleek veel te kostbaar. Volgens specialisten is de wet nog niet ideaal, zeker waar het de reikwijdte van de wet betreft: welke bestuursorganen onder de wet vallen. Jurist Annemarie Drahmann benadrukt dat actieve openbaarmaking een verandering van de informatiehuishouding van de overheid behelst: overheden zullen zelf documenten veel beter moeten registeren en archiveren. Geheimhouding: dieper geworteld of uit de mode? De behandeling van Wet Open Overheid viel samen met twee van de vier kabinetten Rutte. Zijn naam wordt nu vaak gekoppeld aan een niet-transparante politieke cultuur. Tegelijkertijd zien we juist dat een gebrek aan openbaarheid dieper geworteld is in het Nederlandse staatsrecht en de Nederlandse bestuurscultuur. In een land waar brede kabinetten proberen om compromissen te zoeken voor complex vraagstukken ligt openbaarheid niet voor de hand. In de laatste jaren zijn er stappen gemaakt om het openbaar bestuur transparanter te maken: wet open overheid maar ook de “Oekajsa”, de liberalisering van de Oekaze-Kok van Kajsa Ollongren passen in die trend. Of dit echter genoeg zal blijken te zijn om te voldoen aan de vraag in de samenleving aan transparantie is maar zeer de vraag. Wil je meer weten over de Nederlandse bestuurscultuur? Luister dan naar het nieuwe seizoen van het Spel en de Macht, waarin we in zes aflevering spreken over de belangrijkste normen en patronen in Nederlandse politiek en bestuur.

Door: Foto: Corne Bastiaansen, CC 0, via Wikimedia Commons.

NPO: Trek vergunning Ongehoord Nederland in

De Raad van Bestuur van de NPO vraagt staatssecretaris Gunay Uslu van Cultuur en Media om de voorlopige erkenning van omroep Ongehoord Nederland (ON!) in te trekken. Ondanks drie opgelegde sancties – onder meer wegens stelselmatige overtredingen van de Journalistieke Code NPO – geeft ON! nog steeds onvoldoende uitvoering aan de bereidheid tot samenwerking binnen het publieke omroepbestel. Daardoor kan de NPO niet meer volledig aan haar wettelijke taak voldoen. De NPO ziet nu geen andere mogelijkheid meer dan over te gaan tot het uiterste middel dat de wetgever de NPO heeft toegekend; een verzoek aan de staatssecretaris Cultuur en Media om de voorlopige erkenning in te trekken.

Foto: Mens_op_zee header © foto Wilma_Lankhorst.

Op zoek naar de Mens op Zee in het Scheepvaartmuseum

VERSLAG - Tijdens mijn bezoek aan het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, ontdekte ik op de bovenste verdieping de Mens op Zee. Deze expositie is een samenwerking tussen het Scheepvaartmuseum en de Dutch National Gallery. Het is een fototentoonstelling met beelden van de veelzijdige maritieme wereld. Je ziet ontroerende, prikkelende en onvoorspelbare portretten. In de vele verhalen hoor je hoe het leven op zee, je als mens kan veranderen.

i.v.m. grote belangstelling
is deze expositie verlengd
t/m 2 juli 2023

Mens op zee Twee foto's van de zee door Mischa Keijser © foto Wilma_Lankhorst.

Twee foto’s van de zee door Mischa Keijser © foto Wilma Lankhorst.

Het avontuur begint met de zee

Als je de expositie Mens op Zee inloopt, zie je geen mensen, maar water, golven en nog eens golven. Fotograaf Mischa Keijser (Rotterdam, 1974) maakt zijn foto’s met zijn voeten in het (koude) water. Als je zijn foto Maro #2 bekijkt, rollen de schuimkoppen op je af. Keijser laat de blauwe zee zien in combinatie met een bijna net zo blauwe lucht. Op een andere foto rolt de schuimende zee aan je voorbij. Door het werk van Keijser word je als bezoeker van het land naar en zelfs in de denkbeeldige zee gezogen. Eenmaal op zee begint de ontdekkingsreis naar Mens op Zee.

Foto: Bron: Livius.org

Aristoteles (11): De deugd

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

In de tijd van Aristoteles was het genezen van ziektes lastig, bij gebrek aan medicijnen. Het was belangrijk ziektes te voorkomen. Vandaar de belangstelling voor een gezond dieet. De Grieken kenden de gevaren van onmatigheid en hun dieet richtte zich dan ook op evenwicht.

In zowel de filosofie van Aristoteles en als die van zijn voorganger Plato vinden we de visie terug dat gezondheid heeft te maken met evenwicht. Dit ging verder dan alleen een gezond lichaam. Ook voor een gezonde geest, stelde Plato, was het van belang om in evenwicht te blijven. Aristoteles stelt dit zoeken naar evenwicht zelfs centraal in zijn deugdenethiek.

Wat is deugd?

Aristoteles omschrijft ‘deugd’ als het streven naar zelfverwerkelijking. Ieder mens heeft een vorm waar hij naartoe moet groeien, zeg maar een levensmissie. De mens die het dichtst bij zijn uiteindelijke vorm komt, is het meest gelukkig. En dit bereikt hij door evenwichtig te leven, in lichaam en geest.

Volgens Aristoteles bestaat van iedere eigenschap een slechte en een goede variant, waarbij het slechte voortkomt uit een gebrek aan evenwicht. Een voorbeeld: wanneer ik moedig ben is dat nobel, en dat kan werken in mijn voordeel. Maar als ik té moedig ben, ben ik een stomkop die in zeven sloten tegelijk loopt. Als ik aan de andere kant weer te voorzichtig ben, ben ik een lafbek die nooit iets bereikt.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: William Murphy (cc)

Noord-Ierland staat stil

De herdenking van het Goede Vrijdagakkoord in Noord-Ierland is achter de rug. President Biden was er speciaal voor overgekomen uit de VS. Net als de Clintons  en George Mitchell, de senator die als Amerikaans gezant het vredesproces succesvol heeft begeleid. Ex-premier Tony Blair was er, zijn voormalige Ierse collega Ahern, de huidige Britse premier Sunak en Ursula von der Leyen namens de EU, om nog een paar hotshots te noemen. En allemaal hoopten ze bij deze gelegenheid op een spoedige hervatting van de machtsdeling in Noord-Ierland in overeenstemming met het vredesakkoord van 1998. Volgens dat akkoord is samenwerking van katholieken en protestanten in de Noord-Ierse regering verplicht. Maar die samenwerking zit in het slop. De protestantse Noord-Ieren van de DUP (Democratic Unionist Party) houden voet bij stuk. Het handelsprotocol voor Noord-Ierland dat het Verenigd Koninkrijk met de EU heeft afgesproken en dat onlangs tot vreugde van beide partijen nog  is vernieuwd moet eerst van tafel. Zo lang dat niet gebeurt weigert de DUP een regering te vormen met Sinn Féin, de winnaar van de verkiezingen vorig jaar.

Noord-Ierland zit in feite al een jaar zonder regering. Volgens een adviesorgaan van het parlement is er dringend meer dan 800 miljoen pond nodig om de belangrijkste voorzieningen overeind te houden. In plaats daarvan eist Londen onmiddellijk een bezuiniging van 500 miljoen pond. Het feit dat men er niet in is geslaagd om op tijd een begroting voor 2023 voor het nieuwe fiscale jaar in te dienen, heeft ertoe geleid dat lokale ziekenhuizen, scholen en gemeenschapsvoorzieningen moeten bezuinigen en personeel moeten ontslaan.

Foto: Jan Willem Broekema (cc)

Wat lokale politiek verliest met een hogere kiesdrempel

Een gastbijdrage van Hans Vollaard, Lars van Rooij en Barbara Vis, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 resulteerden in 593 eenpersoonsfracties; een aantal dat nog wel zal groeien door afsplitsingen. Er leven zorgen dat gemeenteraden met zoveel kleine fracties niet goed kunnen functioneren. Verhoging van de kiesdrempel wordt vaak gezien als oplossing, omdat daarmee minder of geen eenpersoonsfracties kunnen worden verkozen in gemeenteraden [1]. Maar wat zou de lokale politiek daarmee verliezen? Dat is geen gemakkelijke vraag, omdat er opvallend weinig feitelijke informatie is over de toegevoegde waarde van eenpersoonsfracties. In opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden hebben we  onderzoek gedaan om die kennislacune te vullen [2]. Dat is van belang om de discussie over een hogere kiesdrempel inhoudelijk te voeren.

Het perspectief van eenpersoonsfracties zelf

In discussies over fragmentatie en de mogelijke invoering van een kiesdrempel komen eenpersoonsfracties zelf weinig aan het woord. Daarom hebben we gemeenteraadsleden die eenpersoonsfracties vormden in de zittingsperiode 2018-2022 geïnterviewd. We namen een verscheidenheid aan eenpersoonsfracties onder de loep om zo een onderbouwd beeld te kunnen geven van de verschillende manieren waarop zij hun rol vormgeven. Zo spraken we met raadsleden die voor een landelijke, regionale dan wel lokale partij uitkwamen, die in grotere en kleinere raden zitting hadden, die wel en niet in het college van burgemeester en wethouders vertegenwoordigd waren, en die verkozen of afgesplitst waren. We vroegen hen hoe ze in de raad waren gekomen en naar hun ervaringen met koersbepaling, controle, en de ondersteuning die zij kregen bij deze werkzaamheden. Hoewel vervolgonderzoek nodig is om te verklaren wat de precieze verklarende kracht is van fractieomvang voor de bijdrage van eenpersoonsfracties in gemeenteraden, kunnen we al enkele voorlopige conclusies en aanbevelingen formuleren.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Vorige Volgende