Waarom Toon Tellegen lezen?
Wie het raadsel van stijl wil bestuderen in de Nederlandse literatuur, moet Toon Tellegen lezen: een schrijver met een heel divers oeuvre, waarvan je iedere pagina kunt herkennen als geschreven door Tellegen: of het nu proza of poëzie betreft, voor volwassenen of voor kinderen geschreven is, grappig is of ernstig. Je kunt dat allemaal trouwens meestal niet eens zeggen, daar begint het al.
Tegelijkertijd is het lastig aan te wijzen waar dat aan ligt, want op het eerste gezicht gebruikt Tellegen heel gewone taal: wie de woordenschat gaat kwantificeren, hoeft geen heel groot telraam mee te nemen, en grammaticaal is er ook meestal weinig opvallends aan de hand. Het raadsel speelt zich puur af op een ander niveau van de stijl, de manier waarop zinnen en teksten in elkaar zitten.
Niet bestaan!
Een deel van de aantrekkingskracht zit daarbij geloof ik juist in de herkenbaarheid. Een individueel verhaal over de eekhoorn en de mier, een individueel gedicht over twee vrouwen, kun je ter kennisgeving aannemen. Het is juist het feit dat de teksten allemaal hetzelfde klinken en dat er toch steeds weer iets anders wordt gezegd die relatief veel lezers (in de wereld van lezers zijn alle beweringen over ‘veel’ relatief) naar ieder nieuw boek van Tellegen doen uitkijken.