OPINIE - Na elf dagen werd het Amsterdamse Bungehuis ontruimd, na ruim zes weken het Maagdenhuis. In beide gevallen leidde het tot forse discussies in de media. Voorstanders zetten de bezetters neer als helden, die opkomen voor democratisering en rechten voor studenten. Tegenstanders benadrukken dat de bezetters niet allemaal studenten waren. Dat het Maagdenhuis een puinzooi werd en de schade maar liefst is opgelopen tot een half miljoen.
Voor- en tegenstanders zullen beamen dat de bezettingen een nieuwe discussie hebben losgemaakt. Al eerder betoogde ik dat ik de actievoerders goed begreep: jarenlange lobby had immers weinig opgeleverd.
Natuurlijk, praten kan heel effectief zijn. In een goed gesprek overtuig je met goede argumenten. Voorwaarde is wel dat beide kanten van de tafel openstaan voor de mening van anderen en dat de verhoudingen in evenwicht zijn. Helaas ontbreken die ingrediënten vaak, zo toont de ontknoping van de bezetting in het Maagdenhuis pijnlijk aan.
Opvallend is dat weinig personen de doelen van de bezetters afkeuren. De nadruk ligt op de manier – de bezetting. Die wordt door critici afgedaan als een te zwaar middel. We vergeten bijna dat de studentenacties rond 1969 ook draaiden om democratisering van de universiteiten dat de studenten daarmee een aantal forse verbeteringen binnenhaalden.