dossier

Wooncrisis

Artikelen over de wooncrisis anno 2021.


Closing Time | Leegstand is misdaad

Nog vijf dagen en dan is het Woonopstand. Tot dan is onze dagsluiter een fijn stukje woongerelateerde protestmuziek. Na Hang Youth, Sophie Straat en Rubberen Robbie vandaag ‘Leegstand is misdaad” van de punkband Blafkat. Afkomstig van hun album ‘Lubbers crisiskabinet’, dus ten tijde van het CDA-VVD kabinet Lubbers I.

De band zou van 1982 tot 1984 bestaan hebben, maar in de jij-buis archieven troffen we ze nog aan bij een optreden op 3 juni 2016 in café Pitcher in Haarlem (dat vier maanden later de deuren sloot).

Closing Time | Geluk

In de aanloop naar de Woonopstand plaatsen we de gehele week woongerelateerde protestmuziek. Vandaag Sophie Straat, die dit jaar met ’t Is niet mijn schuld’ een Edison voor het beste album won. Terecht, want ze weet als geen ander de smartlap de actualiteit in te trekken. Dit nummer gaat over haar hoop ooit nog eens een betaalbare plek in Amsterdam te kunnen vinden. Ze ziet het somber in.

Closing Time | (Ge)woonbeleid

Volgende week zondag is de Woonopstand, het protest tegen de wooncrisis. Het is de tweede aflevering in een reeks van (tot nu toe) vier protesten. In de aanloop hiervan plaatsen we vanaf nu tot aan zondag dagelijks een Nederlandstalig protestlied, gerelateerd aan de huidige (of eerdere) wooncrisis.

We trappen af met Hang Youth, dat de soundtrack maakte voor het eerste protest. Punk zoals punk bedoeld is: kort en krachtig.

Closing Time | Woningnood

 Boud zingt in zijn onberispelijk Heemsteeds en Haarlems over de woningnood in Nederland. En dat was in 1966. Maar als je naar de tekst luistert, dan is er niet zo veel veranderd. Gisteravond keek ik op NPO 2 naar Danny’s Wereld over een tuindorp in Rotterdam zuid, De Wielewaal, waar de wijk gesaneerd en plat moet en de bewoners dus weg. En die komen niet terug, want  wonen op dat stukje grond wordt dan onbetaalbaar voor de huidige bewoners: wijken voor de rijken.

Foto: Cyril Wermers (cc)

Waarom we nu eindelijk massaal beter woonbeleid eisen

ACHTERGROND - Op zondag 12 september heeft de nieuwe woonbeweging zich op de kaart gezet. Tijdens het Woonprotest in Amsterdam spraken 15.000 demonstranten zich uit voor beter woonbeleid. Zij spraken zich uit tegen de wooncrisis met te hoge woningprijzen, te hoge huren en te veel onzekerheid voor huurders en kopers. De problemen stapelen zich al jaren op en steeds meer mensen lijden eronder. Het was dan ook wachten op een massaal protest. Een veel gestelde vraag is daarom: waarom werd er niet eerder massaal geprotesteerd tegen de wooncrisis? Nina de Haan legt het uit.

Een immense wooncrisis

Ondanks dat er de laatste tijd veel over de wooncrisis gesproken en geschreven wordt, is er nog geen algemeen gedeeld begrip van hoe de crisis precies is ontstaan, hoe deze stand houdt en hoe we het moeten oplossen.

Dat is wel begrijpelijk, want de wooncrisis is een gigantisch en complex probleem waarbij vele verschillende belangen een rol spelen. Het treft niet alleen alle mensen die lijden onder hoge woonlasten of precair wonen in de huursector en alle mensen die grote moeite hebben een huis te kopen vanwege hoge woningprijzen. Het treft zeer diverse belangen van grote groepen mensen en instanties We hebben het dan over alle eigenwoningbezitters, hun banken, alle woningbeleggers (inclusief onze pensioenfondsen), alle eigenaren van dure (bouw)grond zoals gemeenten, en groepen als woningcorporaties, projectontwikkelaars en bouwers. Deze gevestigde belangen maken het geen makkelijk probleem om te bespreken, laat staan op te lossen.

Foto: Cyril Wermers (cc)

Wat voor investering in huisvesting willen we?

Uiteindelijk gaat de strijd voor betaalbaar wonen niet over de miljarden die wel of niet naar woningcorporaties gaan, maar over de vraag hoe wij huisvesting zien: een basisbehoefte en daarom een grondrecht, of een investeringsproduct? Want het is duidelijk: het kan niet allebei.

In Berlijn stemde gisteren in een adviserend referendum een meerderheid (56,4%) voor onteigening van grote particuliere woningbedrijven. Berlijnse huisvestingsactivisten haalden met hun grassroots-campagne ‘Deutsche Wohnen & Co Enteignen’ in augustus voldoende handtekeningen op voor hun voorstel om woningbedrijven die minstens 3000 woningen bezitten weer in publieke handen te brengen. Alleen al Deutsche Wohnen & Co bezit meer dan 113.000 woningen. In totaal zouden door onteigening meer dan 240.000 woningen weer in de sociale huurcategorie komen.

In Nederland maakten we ons dit weekend druk over het Amerikaanse investeringsbedrijf Blackstone, dat niet alleen parasiteert op onze woningmarkt, maar ook via belastingontwijking aasgierengedrag vertoont. Blackstone koopt sinds 2019 woningen op in Nederland, vooral in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, en heeft er momenteel zo’n 1.700 woningen in bezit. In andere landen is Blackstone al bekend vanwege agressieve huurverhogingen en huisuitzettingen.

‘Stevige’ huurbescherming?

Voormalig VN-Speciale Rapporteur Leilani Farha – die het bedrijf een aasgier noemde – trok hierover in 2019 aan de bel, wat leidde tot Kamervragen. Maar volgens minister Ollongren was er geen reden tot zorgen, zo schreef zij (met een veelzeggende verspreking):

Woon-actiegroepen publiceren woonmanifest

Tientallen actiegroepen en maatschappelijke organisaties die het Woonprotest en de Woonopstand organiseren of steunen slaan de handen ineen. De politiek heeft de wooncrisis volledig uit de hand laten lopen. Wij roepen met dit manifest de Tweede Kamer en formerende partijen op om onmiddellijk werk te maken van oplossingen voor de wooncrisis. Het is nu tijd voor een fundamenteel andere visie op huisvesting, die mens weer boven markt stelt.

Foto: Cyril Wermers (cc)

Morgen het #woonprotest, vandaag lezen, luisteren en kijken waarom

ACHTERGROND - De vruchten van jaren VVD-beleid worden door buitenlandse investeerders geplukt. Maar voor studenten, starters, sociale huurders, mensen zonder dak boven hun hoofd en nu ook de middeninkomens zijn ze zuur. Daarom vinden er verschillende landelijke demonstraties plaats, te beginnen morgen, zondag 12 september, in Amsterdam: het Woonprotest. Gevolgd door de Woonopstand op 17 oktober in Rotterdam. De Haagse Stadspartij heeft ook al een protest aangekondigd in Den Haag op 13 november en in enkele andere steden wordt nagedacht over een vervolg.

Wat je moet weten over wat er allemaal niet deugt aan het woonbeleid? Ten eerste dat het veelzeggend is dat beleidsmakers tegenwoordig vooral spreken over de ‘woningmarkt’ in plaats van over volkshuisvesting. Het is dan ook niet slechts symbolisch dat kabinet Rutte-I een einde maakte aan het ministerie van VROM en een minister van Wonen onder BZK werd onderbracht. Kabinet Rutte-III deed ook deze minister de das om, sinds 2017 doet de minister van BZK wonen er gewoon even ‘bij’.

Maar volkshuisvesting is terug, en hoe. Morgen worden tienduizend verwacht mensen bij het eerste landelijke protest in Amsterdam. De media raken er de afgelopen weken niet over uitgepraat. Overal verschijnen reportages over de ‘slachtoffers’ van de woningmarkt (in deze context wél het juist woord).

Foto: Cyril Wermers (cc)

Het imagoprobleem van de vastgoedbelegger

OPINIE - Nina de Haan ziet problemen met vastgoedbeleggen. ‘De gevolgen zijn niet te overschatten.’

De vastgoedbelegger kampt sinds kort met een imagoprobleem. Nu de woonopstand goed op stoom komt, wordt beleggen in vastgoed aan alle kanten aangevallen én verdedigd.

Tot kort geleden was het beeld eenzijdiger. Toen werd ik online overspoeld door berichten van jonge mensen die me er zonder enige gêne van wilden overtuigen zo snel mogelijk te gaan beleggen in vastgoed. Want echt, het is niet moeilijk en met de juiste hulp (lees: die van hen) kan iedereen het! Wie slim is, belegt in vastgoed, zo luidt het credo.

Vastgoedbeleggen geeft je een stabiel ‘passief’ inkomen. Ik noem het zelf liever een onverdiend inkomen, omdat er wel degelijk iemand voor werkt. Namelijk de huurder die maandelijks klem zit door te hoge woonlasten of de koper die nog 30 jaar moet kromliggen voor een hypotheek.

Maar door dat buiten beschouwing te laten, wordt het beeld gecreëerd dat de rentenier slim is en de arbeider blijkbaar niet slim genoeg om zelf te gaan rentenieren. Het heeft echter weinig met slim zijn te maken, slechts met oud geld en beleid. Zij met vermogen kunnen beleggen in vastgoed, zij zonder vermogen zijn genoodzaakt te werken voor andermans rendement omdat ze nu eenmaal een huis nodig hebben. Op die manier vergroot beleggen de vermogensongelijkheid die er al was. Beleggen is geen hack om vermogen op te bouwen, want het fiscale systeem is bewust zo ingericht en het dient hen die al vermogen hebben.

Foto: Cyril Wermers (cc)

De ramp van vijf jaar flexhuur: tijd voor woonzekerheid

Vijf jaar en een aantal onderzoeken verder is het overduidelijk: de invoering van reguliere tijdelijke huurcontracten heeft geleid tot normalisering van flexhuur met zeer negatieve gevolgen voor huurders. In plaats van te zoeken naar oplossingen voor ‘betere’ flexhuur, moet de invoering van tijdelijke huurcontracten worden teruggedraaid.

De Volkskrant schreef afgelopen weekend over tijdelijke huurcontracten, waarin het onder meer ging over de rampzalige gevolgen voor huurders, als volgt samengevat: “het leven van flexhuurders staat stil”. De Volkskrant deed zelf onderzoek op basis van een vragenlijst die door 352 tijdelijke huurders was ingevuld, aangevuld met een analyse van het aanbod van huurwoningen op Funda. Het resultaat: 14 procent van de aangeboden huurwoningen wordt aangeboden met een tijdelijk contract. In sommige gemeenten ligt het percentage veel hoger: Zaanstad gaat aan kop met 37 procent.

Voor wie dit alarmerend vindt: dit percentage is aanzienlijk lager dan in twee eerdere onderzoeken werd gevonden. Investico/Vers Beton en Companen (die laatste in opdracht van het ministerie van BZK) stellen in respectievelijk december 2020 en juli 2021 vast dat het aandeel tijdelijke huurcontracten van aangeboden huurwoningen op zo’n 50 procent ligt. Companen denkt dat particuliere verhuurders met meer dan tien woningen inmiddels ongeveer een derde van hun woningen verhuren met een tijdelijk contract. Afgaande op de onderzoeksmethoden van de drie onderzoeken, is de 14 procent die de Volkskrant noemt waarschijnlijk een onderschatting [zie eindnoot].

Foto: Cyril Wermers (cc)

De wooncrisis is een mensenrechtencrisis

De kern van de wooncrisis is dat het woonbeleid niet uitgaat van huisvesting als basisbehoefte en een grondrecht dat door de overheid moet worden gegarandeerd, maar van huisvesting als verdienmodel.

Woningcorporaties verkochten tussen 2009 en 2020 ruim 236.000 woningen, eerst vooral aan de zittende huurders of starters, maar sinds 2015 steeds vaker aan beleggers. Het leidde in Amsterdam onlangs tot een nogal ongewoon voorstel van de gemeente, namelijk om zélf corporatiewoningen te kopen om te voorkomen dat deze in de vrije sector belanden.

Vaak wijzen woningcorporaties naar de verhuurderheffing, de belasting op sociale huurwoningen, waardoor corporaties te weinig geld zouden overhouden voor nieuwbouw, onderhoud en verduurzaming. De corporaties dringen aan op afschaffing van de heffing, maar de verkoop begon dus al veel eerder. Zowel het afstoten van corporatiebezit als de verhuurdersvergunning zijn onderdeel van een langer lopend overheidsbeleid, door Cody Hochstenbach een ‘ideologisch project’ genoemd, om huisvesting over te hevelen naar de vrije markt. Dat heeft geleid tot tal van negatieve effecten.

Eigenwoningbezit gesubsidieerd

Eigenwoningbezit wordt sinds de jaren negentig door de overheid gepromoot als het hoogste ideaal en gesubsidieerd door tal van belastingvoordelen. Met alle gevolgen van dien: maatregelen zoals de hypotheekrenteaftrek, de belastingvrije schenking en recent de eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting, bedoeld om starters te helpen, stuwen zowel de woningprijzen als de hypotheken verder omhoog. Wie een koophuis bezit wordt vanzelf rijker, maar voor starters is het bijna onmogelijk geworden om zonder eigen vermogen (lees: rijke ouders) een woning te kopen.

Vorige Volgende