COLUMN - Bij elke grote crisis die de laatste jaren op ons afkwam, wordt de wetenschap in twijfel getrokken. Dat gebeurde bij de opwarming van de aarde en de rol van fossiele brandstof daarin, en nu bij de coronapandemie. Het gaat niet eens over fake news, al speelt ook dat een rol. Het gaat vooral over mensen die hun argwaan jegens instituties inmiddels hebben omgezet in een breedspectrum wantrouwen.
Deels betreft het mensen die alles aangrijpen om twijfel te zaaien over zowat alle instituties: wetenschap, politiek en de rechtstaat zelf. Deels zijn het mensen die denken dat solide kennis vergaren een fluitje van een cent is, en dat een avondje Facebook-berichten lezen volstaat om beslagen ten ijs te komen.
Tegen mensen die zo opereren, lijkt geen kruid gewassen.
Wie al meent te weten hoe de vork in de steel zit, zet zijn overtuiging kracht bij door zich hapsnap lezend vast te houden aan elk bericht dat hem in zijn mening sterkt, en alles wat dat tegenspreekt, af te doen als ‘hullie’ die ‘ons’ willen bedonderen. Ik ben het er niet mee eens, dan kan het niet kloppen.
Dat is de antithese van kennis vergaren. Dat laatste veronderstelt: je hypotheses testen en durven verwerpen, kritiek op je bevindingen serieus nemen, je aanvankelijke standpunt kunnen overstijgen, en streven naar beter begrip – oftewel: een open debat voeren, geschraagd op feiten en gedegen inzichten. Wat we nu zien: jezelf ingraven, jezelf afsluiten, je eigen ‘gevoel’ als uitgangspunt en maatstaf nemen, geen tegengeluid dulden, en contraire opinies verdacht maken. Dat het OMT zich soms als een belegerde instantie gedraagt en kritiek afweert, helpt niet.