Wetenschappelijke methoden maken sociaal werkers beter
ONDERZOEK - Marcel van Engelen, Peter Rensen en Marcel Ham bezochten het afgelopen jaar tien plekken waar sociaal werkers met bewezen en goed beschreven methoden werken. Ze kwamen opgetogen terug, maar er zit wel een kiezeltje in hun schoen. Waarom doen we dit nog zo weinig?
Voor het boek ‘Bezielende interventies’ bestudeerden we het afgelopen jaar de praktijk van een vijftal ‘sociale interventies’ (elk op twee plekken), duidelijk omschreven en onderbouwde methodes waarmee beroepskrachten hun sociaal werk uitvoeren. We waren bij jongerenwerkers van Thuis op Straat die in weer en wind verloederde pleinen in Rotterdam en Bergen op Zoom met sport en spel weer aantrekkelijk maken. We keken hoe in een opvangcentrum mishandelde vrouwen en verwaarloosde jongeren werden gecoacht met de methode Krachtwerk, waarbij voortdurend wordt gehamerd op hun talenten en positieve eigenschappen. We keken rond in ontmoetingscentra voor dementerenden, op scholen waar leerlingen zich beijveren voor een lhbt-vriendelijk klimaat en we gingen op bezoek bij huisartsen die welzijnsrecepten uitschrijven tegen geestelijke nood.
Methodes die aantoonbaar werken
Vijf precies omschreven manieren van werken waarvan wetenschappers zeggen dat ze goed doordacht en effectief zijn. Dat ze werken, waarvoor de laatste jaren steeds meer bewijs is gekomen. Dankzij de ontmoetingscentra bijvoorbeeld hebben dementerenden minder gedragsproblemen dan in de reguliere dagbehandelingen, zijn ze minder depressief en hebben ze een positiever zelfbeeld. En op de pleinen van Thuis op Straat blijkt dat kinderen, ouders en bewoners goed te spreken zijn over de verbeterde sfeer. Onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut liet bovendien een positieve sociaal-emotionele ontwikkeling op de spelende kinderen zien.