Armoede neemt toe
NIEUWS - Armoede in 2012 sterk toegenomen. De groei van de armoede zwakt af, ofwel neemt toe maar minder fors. De van oudsher bekende risicogroepen zijn zwaar de klos, werkenden met lage lonen hebben het moeilijk.
'Sta op en leef, vader', de nieuwe essaybundel van Said el Haji, wordt vanavond in diens woonplaats Rotterdam ten doop gehouden. Sargasso las het boek alvast. Iedere man gaat milder naar zijn vader kijken zodra hij zelf een zoon heeft. Kortstondig Sargasso-auteur Said el Haji debuteerde dertien jaar geleden met de roman 'De dagen van Sjaitan', een autobiografische afrekening met het (goddelijke) gezag in het algemeen en zijn vader in het bijzonder. Nu is er een bundel essays, 'Sta op en leef, vader', deels voorgepubliceerd in de Volkskrant, waarin hij met een zekere weemoed omkijkt. De oudere Said ziet nog steeds de tiran van weleer, maar daarnaast zoveel meer. Eigenlijk is het helemaal geen essaybundel, maar een verzameling korte verhalen met een paar verdwaalde opiniestukken ertussen. Die stukken, waarin hij bijvoorbeeld reageert op Femme de la Rue en een brief van Mohammed Cheppih, zijn aardig, maar zullen de tand des tijds niet doorstaan. Dit boek moet je lezen om de familieportretten.
NIEUWS - Armoede in 2012 sterk toegenomen. De groei van de armoede zwakt af, ofwel neemt toe maar minder fors. De van oudsher bekende risicogroepen zijn zwaar de klos, werkenden met lage lonen hebben het moeilijk.
Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
Buiten stopte een auto. Maurice herkende het gorgelende geluid van de vergrootte uitlaat nog voor hij de auto had gezien. Ze hadden hem gevonden. Hij liet zich naast de bank zakken, uit het zicht, en overdacht zijn opties. Boven sleepten de pantoffels van zijn moeder over het laminaat op de overloop. De wasdroger zoemde.
De motor van de auto voor het huis draaide stationair. Er was nog geen portier opengegaan.
Hij had wel vaker pillen gekocht van Dano. Dertig, veertig, vijftig stuks. Na schooltijd, soms eerder, fietste hij vanuit het Kleesj door Limbrichterveld, naar de vierde flat. Wanneer hij ze verkocht had, betaalde hij Dano terug. Maar vorige week, op carnavalszondag, had hij iets te snel een paar pillen achter elkaar genomen. Ze waren gaan zuipen en ‘s ochtends zaten ze met een paar man bij Paultje. Toen had hij het station in Sittard gebeld en gezegd dat hij van actiegroep Rara was en dat er over 30 minuten een bom zou ontploffen. Iedereen lachen. Hoeveel rotzooi hij ook binnenkreeg, hij kon altijd geloofwaardig overkomen; kalm, met overwicht. Een poosje geleden had hij mensen gebeld die genoemd waren in de gemeenteberichten in de Trompetter omdat ze een of andere vergunning hadden gekregen. Dan draaide hij op zondagochtend hun nummer, zogenaamd vanuit het gemeentehuis, en vertelde hen dat de vergunning helaas toch niet verleend kon worden. Hij belde alleen op zondagochtend, dat was de sport.
De dag na zijn bommelding zou hij op de voorpagina van de krant zien dat ze de stationsbuurt hadden afgesloten en dat het hele treinverkeer rond Sittard drie uur lang had stilgelegen. De frituur tegenover het station was met een enorme hoeveelheid friet blijven zitten die ze voor carnavalszondag hadden ingekocht.
Hij had het zelf niet meegekregen. Kort na het telefoontje kwam hij erachter dat hij de zak met pillen was kwijtgeraakt. Hij wist bij God niet waar dat gebeurd was. De zak zat nog vol, hij had pas een paar pillen verkocht en een paar zelf geslikt. Hij belde Dano om te vertellen wat er gebeurd was en dat hij iets langer nodig zou hebben om het geld te regelen. Dano zei daar niks mee te maken te hebben. Nu stond hij hier voor de deur.
Zijn moeder slofte boven wat heen en weer.
Maurice liep naar de keukendeur, trok hem geruisloos open en wandelde om het huis heen, naar de auto.
De motor draaide nog steeds stationair. Dano zat op de passagiersstoel, met het raampje open.
‘Wat doe jij hier?’ zei Maurice.
Het werd een herhaling van hun telefoongesprek, tot het moment waarop Dano het handschoenenkastje opende. In het licht van het kleine gloeilampje lag een zwart pistool. ‘Of moet ik je daarmee voor je kop schieten?’ vroeg hij.
Het was een belachelijke zin en een belachelijk voorwerp, een rekwisiet bij een matig toneelstukje. Maurice wist zeker dat er niet geschoten ging worden, maar toch voelde hij zijn beenspieren in pap veranderen. Hij hoorde ook hoe de vanzelfsprekendheid, het overwicht, uit zijn stem was verdwenen. Hij bleef lullen, maar er viel niets meer te lullen. Hier hield het op. Hij kon niet voorbij die conclusie denken: hier hield het op.
Ineens stond zijn moeder achter hem, aan het begin van het tuinpad, in haar schort met bloemen. Ze had de krulspelden ingedaan.
‘Kom eens hier,’ zei ze.
Maurice keek naar Dano en liep toen naar haar toe, terwijl hij nadacht over wat ze gehoord kon hebben en hoe hij dat ging ontkennen.
‘Wat heb je nodig?’ vroeg ze zachtjes.
‘Hoe bedoel je,’ zei Maurice. Ze kon niets weten, herhaalde hij tegen zichzelf.
‘Wat heb je nodig,’ vroeg ze weer. ‘Hoeveel?’
Hij slikte. ‘Ik heb niks nodig,’ wilde hij zeggen. ‘Waar heb je het in vredesnaam over. Ga naar binnen.’
Maar hij zei: ‘Negenhonderd.’
Ze draaide zich om en liep weg.
Maurice keek naar de auto. Hij zag de ogen van Dano in de zijspiegel.
Zijn moeder kwam terug en drukte hem een dubbelgevouwen stapeltje biljetten in handen. Waar kwam dat geld vandaan? Waarom had ze zoveel geld in huis?
Hij liep naar de auto en stak het geld door het open raam. Toen hij zich omdraaide, was zijn moeder alweer verdwenen. Tergend langzaam rolde de auto de straat uit. Maurice liep terug naar het huis. Hij haalde rustig adem en opende de keukendeur. Hij was klaar om een verhaal te vertellen over het geld. Hij wist nog niet welk verhaal, dat wist hij pas als hij begon te praten, als zijn moeder een vraag gesteld zou hebben, maar hij voelde dat het zou lukken, dat hij overwicht zou hebben.
De keuken was verlaten. Zijn moeder had niet gewacht op het verhaal. Boven ratelden de rolluiken. Die liet ze altijd zakken als zijn vader overging van de middagdienst naar de nachtdienst. Daarna klonk alleen nog de wasdroger in het huis.
Het is zes uur ’s avonds, donker. Dikke regendruppels kletteren kapot op mijn roestige fiets, of verdwijnen in de frons op mijn voorhoofd. Het is ijskoud en ik heb wind tegen. Ik ben op slechts tien procent van de tocht die ik voor me heb, maar heb al zeker negentig procent van mijn totale drijfnatheid bereikt. Ook al voel ik me misschien niet zo, het is ellendig. Zou dit zijn waarom Nederland het depressiefste land van Europa is?
Diezelfde dag werd het thema van de Kinderboekenweek 2014 bekend gemaakt. De Kinderboekenweek, een hartverwarmend initiatief waarin twee van de mooiste dingen op aarde samenkomen: boeken en kinderen. Het verleden en de toekomst. Ging het dit jaar nog om ‘Sport en Spel’, is het volgend jaar dankzij een zestigjarig bestaan tijd voor het thema ‘Feest!’. De menselijke ontwikkeling in twee berichten geduid: van feest naar depressie.
Diezelfde dag startte ook de kinderpostzegelactie en ook hier treffen verleden en toekomst elkaar. Wie stuurt er nou nog brieven? Met een thema als ‘laat kinderen leren’ is de actie echter nog altijd onverminderd populair. Maar liefst 11,6 miljoen euro heeft men er voor over om een kind naar school te laten gaan. ‘Laat kinderen leren’, wie is het daar nu mee oneens? Want een kind moet leren – ik zeg het zelf ook al twee keer – want kinderen zijn de toekomst.
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.
COLUMN - Bij monde van Kamerlid Marith Rebel-Volp wil de PvdA het elektrisch roken liefst verbieden. Haar voornaamste reden: e-roken houdt de nicotineverslaving in stand, en is een opstap naar écht roken. En roken is, zoals we weten, funest voor de gezondheid.
De logica van die redenering ontgaat me ten ene male. Omdat roken ongezond is, moet e-roken – wat vele malen minder ongezond is, en tegenwoordig zelfs door longartsen wordt aanbevolen als een verstandiger alternatief – streng worden aangepakt, en moet het bij voorkeur onder de geneesmiddelenwet vallen. Terwijl het spul waarover de PvdA écht bezorgd is, te weten tabak, intussen wel vrij mag blijven worden verkocht?
Het komt neer op pils in de ban doen omdat alcohol gevaarlijk is, terwijl je ondertussen niks doet aan de verkoop van wodka, jenever en cognac. Alsof je stevia en andere zoetmakers verbiedt, omdat suiker ongezond is, terwijl je originele suikerproducten ongemoeid laat.
Inderdaad, nicotine is niet gezond. Maar het is niet de nicotine waarvan rokers ziek worden en waaraan ze dood gaan;. Dat is de tabak. Zodra je nicotine kunt ontdoen van zijn oude verpakking en op een veel gezonder manier kunt aanbieden, grijp je die kans toch met beide handen aan?
COLUMN - Na een afspraak in Amsterdam Zuid hadden we zeven minuten om de eerstvolgende trein te halen. Ik stelde mijn Braziliaanse en Iraanse medewerkers voor om te rennen. Anders zouden we twintig minuten moeten wachten.
We renden.
Hijgend stonden we op het perron, net op tijd.
‘Waarom hebben we eigenlijk gerend?’ vroeg de Iraniër. Hij leek enigszins gedesoriënteerd.
‘Omdat we nu twintig minuten bespaard hebben,’ zei ik.
‘Bespaard voor wat?’
‘Voor de rest van onze levens.’
Hij keek me nadenkend aan, maar zag af van verdere vragen.
Toen de treindeuren opengingen, zei hij: ‘Ik kan me de afgelopen twee uur niet meer herinneren.’
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
En brengt zo de situatie van vele arbeiders voor het voetlicht
Maar waar anders dan in The Wall Street Journal lees je erover?
Then there is living with the retinue. “People buy these big houses and then all of a sudden they’re living with a lot of people, so the privacy thing is interesting,” says Ms. Kahn. “I ask ‘Are you OK having a chef and a server in the kitchen?’ “She predicts that open floor plans will eventually fall out of favor with wives who have nowhere to go in their own homes.
A client called her once from a closet, since it was the only place she had privacy, Ms. Kahn says. Another just built a separate kitchen for the staff. Yet another client is putting up walls on the first floor of their new house.