Uit de jeugdzorg | Perry
COLUMN - De uitslag van de test is binnen. Het verbaast me niets, maar ik vind het wel schokkend.
Perry is dertien, woont in een leefgroep, maar wil graag bij de familie Van Dalen wonen. Zijn ouders kunnen zich daarin vinden. In principe wilden ze Perry graag zelf opvoeden, maar ze kennen hun beperkingen.
Er is geprobeerd de bezoekregeling met Perry’s ouders uit te breiden. Maar dat willen ze niet. Ze laten weten dat niet aan te kunnen. Eén weekend in de twee maanden is genoeg.
Perry’s ouders kennen de familie Van Dalen en zien dat Perry zich daar prettig voelt. Perry komt er al jaren. Toen Perry vijf was, waren zij zijn crisispleeggezin. Hij heeft daar uiteindelijk zeven maanden gewoond. Toen was er plek in een gezinshuis. Een soort groot pleeggezin waarvan de gezinshuisouders in dienst zijn van een jeugdzorginstelling. Hij kan daar tot zijn achttiende wonen. Perry doet het goed op school, heeft zijn plekje gevonden.
Maar dan ontstaan er echtelijke problemen. De gezinshuisouders gaan uit elkaar. De kinderen worden overgeplaatst. Perry gaat zolang naar een leefgroep, een opvangplek met pedagogisch medewerkers in plaats van pleegouders. Tot er plaats is in een ander gezinshuis. Op zijn nieuwe school doet hij het prima. In zijn nieuwe groep ook.