Jongvolwassenen zeggen ‘nee bedankt’ tegen flexwerk

Flexwerk komt het vaakst voor onder mensen jonger dan 35 jaar. Lin Rouvroye toont in haar proefschrift aan dat jongvolwassenen hier niet uit zichzelf voor kiezen. Sterker nog, ze wijzen onzekere arbeidscontracten juist af. Het Centraal Bureau voor de Statistiek houdt gegevens bij over het aantal flexibele arbeidsrelaties onder de beroepsbevolking. De meest voorkomende vormen van flexwerk zijn: een tijdelijk contract voor bepaalde tijd (al dan niet met ‘uitzicht op vast’), een arbeidsovereenkomst via een uitzendbureau en een oproepcontract zonder een vaststaand aantal werkuren. Van de werkenden jonger dan 35 jaar had in 2023 iets meer dan de helft, 51 procent, een flexibel contract. Daarnaast werkte 8 procent van hen als zzp’er. Je loopbaan beginnen met een flexibel arbeidscontract is in korte tijd een nieuwe norm geworden Een flexibele start van het werkzame leven is een relatief nieuw gegeven. Figuur 1 toont het aandeel werknemers met een flexibele arbeidsrelatie per leeftijd in jaren, uitgesplitst naar verschillende geboortecohorten. Van de mensen die tussen 1965 en 1970 zijn geboren, had iets minder dan een kwart (24 procent) op 23-jarige leeftijd een flexibel arbeidscontract. Van diegenen die tussen 1990 en 1995 geboren zijn, slechts een paar decennia later, had de meerderheid op 23-jarige leeftijd (56 procent) een flexibele arbeidsrelatie. Je loopbaan beginnen op basis van een flexibel arbeidscontract is dus in relatief korte tijd een nieuwe norm geworden. Figuur 1: Aandeel werknemers met een flexibele arbeidsrelatie per leeftijd, uitgesplitst naar geboortecohort (1960-2000) in Nederland Bron: CBS Statline (2021), gebaseerd op de meest recente versie van de dataset, 26-3-2021 Noot: Figuur toont het procentuele aandeel flexibele arbeidsrelaties onder alle werknemers. Verkeerd beeld? In het maatschappelijke debat over flexwerk bestaat het beeld dat jonge werkenden zelf op zoek zijn naar kortlopende arbeidscontracten. Deze constatering wordt vaak onderbouwd door de veronderstelling dat jonge werkenden aan het begin van hun carrière graag verschillende ervaringen opdoen. Daarnaast is een terugkerende redenering dat jongeren inmiddels zo gewend zijn aan de geflexibiliseerde arbeidsmarkt, dat het type arbeidscontract op basis waarvan ze werken hen niet zoveel uitmaakt. Maar klopt dit beeld eigenlijk wel? Een betrouwbare manier om uit te zoeken hoe jongvolwassenen verschillende contracttypen waarderen is via een beoordelingsonderzoek. Onderzoekers van het NIDI vroegen aan meer dan duizend jongvolwassenen om zich voor te stellen dat zij op zoek waren naar nieuw betaald werk. Vervolgens kregen zij een aantal korte beschrijvingen van banen voorgelegd. Telkens werd hen gevraagd om op een schaal van nul tot tien aan te geven hoe aantrekkelijk zij deze baan voor zichzelf vonden. Wat gelijk opvalt is dat jongvolwassenen duidelijk de voorkeur geven aan een contract voor onbepaalde tijd De beoordeelde banen verschilden van elkaar in een aantal kenmerken, waaronder het geboden arbeidscontract. Het type arbeidscontract kende vijf opties: een contract voor onbepaalde tijd (‘vast’), een tijdelijk contract voor drie jaar, een tijdelijk contract voor een jaar, een contract op uitzendbasis en een contract op oproepbasis. Het geboden salaris werd, net als een aantal andere kenmerken, voor alle potentiële banen constant gehouden. Zodra alle data verzameld waren konden de wetenschappers met behulp van een rekenmodel bepalen of het geboden type arbeidscontract van invloed was op de uiteindelijke beoordeling van een mogelijke baan. Er kon ook worden geschat hoe groot de verschillen tussen contracttypes zijn. Afkeer van flexwerk Figuur 2 toont hoe aantrekkelijk potentiële banen op basis van verschillende arbeidscontracten in de ogen van jongvolwassenen zijn. Wat gelijk opvalt is dat jongvolwassenen duidelijk de voorkeur geven aan een contract voor onbepaalde tijd. Banen op basis van een vast contract kregen gemiddeld een dikke zeven. Figuur 2: Voorspelde gepercipieerde aantrekkelijkheid van een potentiële baan door jongeren (18-35 jaar) naar gelang type arbeidscontract Noot: gegevens gebaseerd op een beoordelingsstudie onder 1025 Nederlandse jongvolwassenen in de leeftijd 18-35 jaar en multi-level model schattingen van de relatie tussen verschillende baankenmerken en de gerapporteerde beoordeling van een mogelijke baan. Voor een preciezere beschrijving van het onderliggende rekenmodel zie Rouvroye et. al. (2024). Zodra een baan op basis van een flexibel arbeidscontract werd aangeboden nam de waardering af. Die afname is sterker wanneer het type flexwerk een lagere mate van bescherming van werk en inkomen biedt. Een tijdelijk contract voor drie jaar werd gezien als onaantrekkelijker dan een vast contract, maar kreeg met een score van 6,4 nog wel een voldoende. Dat geldt ook voor een baan op basis van een tijdelijk contract voor een jaar, zij het met een magere 5,7. Banen op uitzendbasis en banen met een oproepcontract werden als zeer onaantrekkelijk gezien. Beide contracttypes kregen een onvoldoende, respectievelijk een 5 en een 4,6. De afkeer van flexibele arbeidscontracten was ook groter onder jonge mannen met een romantische partner Uit vervolganalyses blijkt dat de leeftijd van respondenten een rol speelt. De afkeer van flexibele arbeidscontracten was sterker onder oudere respondenten. De afkeer van flexibele arbeidscontracten was ook groter onder jongeren die reeds belangrijke gebeurtenissen in de overgang naar volwassenheid hadden meegemaakt. Bijvoorbeeld onder jongeren die al op zichzelf woonden of jongeren die een romantische partner hadden. Dit laatste verband werd overigens enkel waargenomen onder jonge mannen. Bestaande ideeën over genderrollen lijken hierin een rol te spelen. Het populaire idee dat jongeren het vandaag de dag niet meer zo’n probleem vinden om op basis van een flexibel contract te werken, lijkt dus niet te kloppen. Jongvolwassenen werken het liefst op basis van een vast contract. Hoe onzekerder het contract, des te lager de beoordeling Indien er geen vast contract geboden wordt en jongvolwassenen een flexibel dienstverband voor de kiezen krijgen, zijn zij zich bewust van de verschillen tussen typen flexwerk. In hun beoordeling van contracttypes lijken jongvolwassenen rekening te houden met de mate van bescherming van werk en inkomen die het flexibele dienstverband biedt. Hierbij geldt: hoe onzekerder het contract, des te lager de beoordeling. Ongelijkheid in toekomstperspectief Bescherming van werk en zekerheid van inkomen zorgen voor overzicht bij het maken van toekomstplannen. Bovendien wordt het aangaan van lange termijn verantwoordelijkheden hierdoor (iets) minder spannend. Andersom maken gebeurtenissen in de overgang naar volwassenheid, zoals het krijgen van een kind, bescherming en zekerheid extra gewenst. Anderzijds is er een groep jongvolwassenen waarbij de flexibele arbeidsrelatie situatie van onrust en onzekerheid dicteert De huidige mate van flexibiliteit op de Nederlandse arbeidsmarkt creëert sociale ongelijkheid tussen groepen jongvolwassenen. Enerzijds bestaat er een groep jongvolwassen waarbij de vaste arbeidsrelatie een perspectief van kalmte en zekerheid in de hand werkt. Anderzijds is er een groep jongvolwassenen waarbij de flexibele arbeidsrelatie een situatie van onrust en onzekerheid dicteert (Rouvroye, 2023). Gelet op de daling van het aandeel vaste dienstverbanden gedurende de afgelopen decennia, is dit contrast onder de huidige generaties jongvolwassenen scherper dan onder eerdere geboortecohorten. Deze structurele ongelijkheid leidt hoogstwaarschijnlijk tot een verschil in mogelijkheden om grip te krijgen op het eigen leven en stappen te zetten naar volwassenheid. Werkgevers toonden tot nu toe een ambivalente houding ten opzichte van flexwerk Werkgevers zijn invloedrijke actoren wiens strategische besluiten omtrent het gebruik van verschillende typen dienstverbanden een hogere mate van zekerheid voor jongvolwassenen zouden kunnen ontsluiten. Zij toonden tot nu toe echter een ambivalente houding ten opzichte van flexwerk. Hoewel werkgevers de nadelige gevolgen van flexwerk voor jongvolwassenen onderschrijven, houden zij zich afzijdig als gevraagd wordt wie hier iets aan dient te veranderen (Rouvroye et al., 2020). Eventueel zou aangescherpte wetgeving over het gebruik van flexibele arbeidscontracten een gedragsverandering in de hand kunnen werken. Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Lin Rouvroye is sociaal wetenschapper. Zij werkt als postdoctoraal onderzoeker bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). Onlangs verdedigde zij haar proefschrift getiteld Secure or at Risk? Employers and Young Adults on their Experiences and Preferences regarding Flexible Employment Contracts, waarover hier een kort filmpje.

Door: Foto: Andrea Piacquadio, via Pexels
Foto: Gunnar Ries (cc)

Zorg(en) door criminelen

OPINIE - een gastbijdrgae van Frans Kuijpers, eerder verschenen op zijn eigen weblog.

“Wij zouden graag zien dat gemeenten en verzekeraars nadenken hoe ze de instroom van malafide zorgbedrijven kunnen verlagen.” Het antwoord van officier van justitie Marjolein Verwiel en beleidsmedewerker bij het Openbaar Ministerie Timon van de Kraats op de vraag wat er gedaan kan worden om de zorgfraude te verminderen. Beiden staan: “bekend als de zorgfraudejagers van het OM”,  zo lees ik in een artikel (betaalmuur) van Judith Spanjers en Klaas den Tek bij Follow the Money. Ik moest weer denken aan een passage uit het boek De steden de Mensen. Nederland 1850-1900 van Auke van der Woud.

Wat is er aan de hand? “Een berg geld, een versnipperde structuur, gebrekkig toezicht en onervaren bestuurders. Het is een ideale cocktail voor kwaadwillenden om hun slag in de zorg te slaan,” zo lees ik. En dat zien ze ook bij het Openbaar Ministerie. “We gaan ervan uit dat er met 10 procent van de 100 miljard euro die jaarlijks in de zorg omgaat, wordt gefraudeerd. Tien miljard euro op jaarbasis dus,” zo betoogt Van de Kraats.

Hoe die fraude werkt? “De hoofddaders maken gebruik van stromannen om zelf buiten beeld te blijven. Crimineel A – die wij kennen – schakelt persoon B, C en D in, die wij nog niet in beeld hebben. Die gaan naar de Kamer van Koophandel en starten zonder probleem een nieuw zorgbedrijf, dat vervolgens gaat declareren. Pas als de fraude aan het licht komt en we onderzoek gaan doen, merken we dat B, C en D door crimineel A worden aangestuurd.”  Daarbij worden geregeld: “criminelen op de loonlijst (…)  gezet (die) vervolgens krijgen uitbetaald, terwijl ze niet werken. Het contante geld van een criminele activiteit wordt daarmee legaal gemaakt.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: János Korom Dr. >23 Million Views (cc)

De erfenis van Rutte

NIEUWS - Opmerkelijke uitspraken van een vertrekkend officier van justitie: ‘Veertien jaar ‘vrijheid-blijheid’ van Mark Rutte leidde tot slappe aanpak van arbeidsuitbuiting’, zegt landelijk officier mensenhandel Warner ten Kate bij zijn afscheid.

„We hebben een maatschappij die draaiende wordt gehouden door de onderkant: pakketbezorgers, arbeidsmigranten in de glastuinbouw, noem maar op. In feite zeggen we: we hebben lak aan jou, loop maar voor een hongerloontje elke dag de deuren af. En als we je niet meer nodig hebben, dan schoppen we je de straat op. Als je de verhalen leest over arbeidsmigranten die nadat ze zijn ontslagen meteen ook hun huis verliezen – omdat hun huisbaas ook hun werkgever is – en dakloos in het Haagse bos belanden: dat is de realiteit. We proberen altijd over de ruggen van anderen beter te worden.”

Ten Kate wijt dit aan het ontbreken van overheidsbeleid. Regels voor uitzendbureaus zijn zodanig versoepeld dat iedereen zoiets kan beginnen. ‘Het is volkomen uit de bocht gevlogen’. En zowel de Arbeidsinspectie als het OM staan vrij machteloos. De lat om arbeidsuitbuiting te bewijzen ligt veel te hoog. Het aantal zaken dat tot een veroordeling van uitzendbureaus of werkgevers leidt is erg klein in vergelijking met zaken die worden aangekaart. De financiële belangen blijken elke keer weer te groot. ‘Als je het hebt over een betere arbeidspositie voor pakketbezorgers of mensen die werken in een distributiecentrum, dan kom je aan het verdienmodel van Nederland. Als we écht willen dat werknemers in Nederland netjes worden behandeld, dan betekent het bijvoorbeeld dat een aantal grote agrarische bedrijven zal omvallen. En dat is blijkbaar te ingewikkeld.’

Wat is er markt aan de woningmarkt?

LONGREAD - In augustus 2022 was er een kentering op de woningmarkt, voor het eerst sinds lange tijd lagen de prijzen lager dan het jaar ervoor. Een maand later in september weer. In oktober weer. ‘De afkoeling op de woningmarkt zet door’verkondigde RTL Nieuws. Sinds 2013 waren de prijzen gestegen, maar daaraan was nu een einde gekomen. Hoe kon dat zomaar gebeuren?

Anderhalf jaar eerder kopte de NVM site nog: ‘Grote vraag naar huizen houdt aan, prijzen stijgen naar recordhoogte’. Nu weten we allemaal dat de NVM haar woorden zo kiest dat zelfs als de prijzen dalen, de ongeïnformeerde lezer kan denken dat ze stijgen. Dat was begin 2021 echter niet nodig. De titel reflecteerde wat iedereen op de woningmarkt zag gebeuren, de prijzen stegen inderdaad naar recordhoogte. Die titel illustreert echter ook de veronderstelling van een causaal verband tussen de grote vraag naar huizen en de stijgende prijzen. Er is een grote vraag en daarom stijgen de prijzen.

Voor iedereen die denkt dat de woningmarkt zo werkt en zich zorgen maakte over de woningnood, zal het bericht van RTL over dalende prijzen een opluchting zijn geweest. Want als een grote vraag tot hogere prijzen leidt, dan wijzen dalende prijzen op een dalende vraag, of een groter aanbod. En in beide gevallen wordt het woningtekort kleiner. Goed nieuws dus. Toch is er in de berichtgeving van de NVM en van journalistieke media niets te vinden over een kleiner wordend tekort. Sterker nog, terugkijkend lijkt die hele woningnood geen moment verdwenen te zijn geweest. Hoe kan dat?

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: tsemdo.thar (cc)

Uitbuiting van Filipijnse migranten ondermijnt Nederlandse arbeidsrechten

Ter gelegenheid van de Dag van de Arbeid publiceerde de Nederlands-Filipijnse Solidariteitsbeweging vorige week het verhaal van een van de vele Filipijnse arbeidsmigranten in Nederland, die via een Poolse constructie hier wordt uitgebuit. We nemen hun persbericht, licht aangepast, in zijn geheel over.

Door gebrek aan werk, lage lonen en slechte werkomstandigheden zoeken vele Filipino’s werk in het buitenland als Overzeese Filipijnse Arbeiders (OFW). Ze helpen daarmee hun familie uit de armoede en zorgen voor een betere toekomst voor hun kinderen. In totaal leven zo’n 10 miljoen Filipino’s in het buitenland, waaronder 2,3 miljoen Overzeese Arbeiders. Vorig jaar vertrokken zo’n 1 miljoen arbeiders als huishoudhulp of vakman/vakvrouw. Niet alleen zijn ze dan lange tijd gescheiden van hun familie. In een vreemd land zijn ze extra kwetsbaar voor misbruik.

Het verhaal van Simon

Simon (niet zijn ware naam) is geboren in Bicol, waar Luzon in het zuiden aan de Visayas grenst. Hij werkte als lasser o.a. in de bouw. Hij is getrouwd en heeft 3 kinderen, ze wonen in Bulacan, ten noorden van Metro Manila. Voor hun eerste kind geboren werd, vertrok hij al als een hooggekwalificeerde lasser om zijn familie te kunnen onderhouden. Hij heeft jarenlang in verschillende landen in Azië en het Midden-Oosten gewerkt, onder andere in olieraffinaderijen.

Foto: FNV Bondgenoten (cc)

Dag van de Arbeid tegen populisme

COLUMN - Een aangekondigde staking die vandaag, op de Dag van de Arbeid, had kunnen plaatsvinden is vooralsnog afgeblazen. Vakbond FNV beloofde actie als brancheorganisatie Koninklijke Nederlandse Slager (KNS) niet tegemoet zou komen aan de eisen van verenigde slagerijarbeiders.

De eveneens verenigde slagerijbazen komen de vakbond nu een beetje tegemoet en dus worden acties opgeschort tot de vakbondsleden het hunne er over hebben gezegd.

Voor arbeiders in wasserijen is deze eerste mei een heuglijke dag. Eerdere stakingen hadden resultaat: de lonen gaan per vandaag met 4,5% omhoog.

Ondertussen is de strijd voor arbeiders van een verpakkingsbedrijf in Farmsum nog niet gestreden. Dus gaan de acties door om genoeg boodschappengeld binnen te halen. Ook de arbeiders van een glasvezelbedrijf zijn met acties begonnen. En de onderhandelingen in de sector Agrarische Bedrijfsverzorgingsdiensten verlopen stroef. Of daar acties komen zal afhangen van de gesprekken die 13 mei worden hervat.

Mocht u zich afvragen: waar hebt dat voor nodig?  In januari gaven Ruud Vreeman (Arbeid- en organisatiepsycholoog en Frank Pot (emeritus hoogleraar sociale innovatie) het antwoord:

Minder doden door het werk betekent minder voedingsbodem voor populisme
(bron: Volkskrant)

Zij stelden dat hoe minder invloed werknemers op hun arbeidsomstandigheden hebben, hoe groter de kans is dat zij ook cynisch worden over de politiek in het algemeen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Doneer voor ¡eXisto!, een boek over trans mannen in Colombia

Fotograaf Jasper Groen heeft jouw hulp nodig bij het maken van ¡eXisto! (“Ik besta!”). Voor dit project fotografeerde hij gedurende meerdere jaren Colombiaanse trans mannen en non-binaire personen. Deze twee groepen zijn veel minder zichtbaar dan trans vrouwen. Met dit boek wil hij hun bestaan onderstrepen.

De ruim dertig jongeren in ¡eXisto! kijken afwisselend trots, onzeker of strak in de camera. Het zijn indringende portretten die ook ontroeren. Naast de foto’s komen bovendien persoonlijke en vaak emotionele verhalen te staan, die door de jongeren zelf geschreven zijn. Zo wordt dit geen boek óver, maar mét en voor een belangrijk deel dóór trans personen.

Foto: Chad Davis (cc)

Datacenters eisen steeds groter deel van de elektriciteitsproductie

In Groningen bouwt Google weer een nieuw datacenter. De gemeente heeft een stop gezet op deze bedrijven. Maar de komst van dit kleinere gebouw stond al langer vast en mag daarom doorgaan. Het gaat om een investering van in totaal 600 miljoen euro en het moet 125 directe banen opleveren. Google verwacht in 2024 zijn datacenters en kantoren in Nederland te laten draaien op meer dan 90 procent koolstofvrije energie. Hoe dan ook leggen datacenters een steeds groter beslag op de elektriciteitsproductie. Ierland staat er vol mee. Dat leidt tot dringende vragen * over de verdeling van wat zo langzamerhand een schaars goed gaat worden.

Vorig jaar onthulde het Ierse Centraal Bureau voor de Statistiek dat de 75 datacenters in 2022 bijna een vijfde van de elektriciteitsproductie van het land hadden verbruikt, het equivalent van wat alle stedelijke huishoudens in Ierland verbruiken. Dat is 30 procent meer dan in 2021. En in 2015 was het verbruik slechts 5 procent van de totale elektriciteitsproductie; oftewel een exorbitante toename van 400 procent in minder dan tien jaar. Ook het waterverbruik is enorm. Grote datacenters verbruiken evenveel energie en water als een kleine stad. De Ierse elektriciteitsmaatschappij heeft al een moratorium ingesteld voor datacenters in de regio Dublin. Maar elders zijn nog 30 datacenters gepland wat zou kunnen leiden tot een stijging van het verbruik door deze bedrijven meer dan een kwart van de gehele nationale elektriciteitsconsumptie. ‘Door deze onstuimige groei niet af te remmen,’ schrijft de Irish Times, ‘geeft Ierland toe aan de multinationals die op zijn grondgebied zijn gevestigd, terwijl zijn elektriciteitsnetwerk onder druk staat en het land zijn klimaatverplichtingen niet nakomt.’

Foto: Tom Simpson (cc)

Van Teutems misplaatst techo-optimisme

OPINIE - Zonder gedragsverandering gaat technologie ons niet redden. Simon van Teutems techno-optimisme is misplaatst. Een gastbijdrage van Frans Kuijpers, eerder verschenen op zijn eigen weblog.

Na het lezen van een artikel van Simon van Teutem met als titel Degrowth: op papier een oplossing voor bijna alles, in praktijk een dwaalspoor, moest ik denken aan een van de grootste economen uit de geschiedenis, bekend van het meesterwerk The general Theory of Employment, Interest, and Money, John Maynard Keynes. In 1930 schreef Keynes een essay met als titel Economic possibilities for our Grandchildren waarin hij vooruitkeek naar de wereld van zijn kleinkinderen. Ik moest eraan denken omdat zowel van Teutem als Keynes in dezelfde val trappen. Van Teutem bekritiseert de degrowth beweging en pleit voor decouplinghet los koppelen van CO2-uitstoot en economische groei: “méér produceren, maar steeds mínder uitstoten,” als oplossing voor het klimaatprobleem.

Eerst de bijzondere kritiek op degrowth. “Degrowthers zijn ervan overtuigd dat de wereldwijde economische activiteit moet krimpen in plaats van groeien en dat we welzijn boven winst moeten plaatsen. Zodoende gebruiken we minder grondstoffen en energie. De beweging is dan ook pleitbezorger van ‘consuminderen’; het bewust begrenzen van onze consumptie als samenleving.”  Maar, zo betoogt Van Teutem: “wie er langer over nadenkt, ontdekt dat het in praktijk ingewikkelder is dan de beweging het doet lijken. Minder werken en minder kopen betekent immers ook: minder belastinginkomsten voor de overheid.” Dit gat dichten met hogere belastingen zal lastig worden want: “vind dan maar eens steun voor hogere belastingen: als je al minder betaald krijgt, wil je over dat lagere salaris niet ook nog eens meer belasting betalen.” Minder werken mag dan wel betekenen dat: “jij meer tijd hebt voor vrienden en mantelzorg, maar ook dat de overheid minder geld heeft voor verpleeghuizen, leraren, openbaar vervoer, sociale woningbouw, warmtepompen, zonnepanelen, isolatie, en ga zo maar door. Anders gezegd: luxe kost geld, maar een duurzame verzorgingsstaat ook.”  Stoppen met groeien betekent het opblazen van de economie zo betoogt Van Teutem. Logisch toch?

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Leestip: ‘De onzichtbare hand’ van Bas van Bavel

Veelzeggender dan de titel van het boek De onzichtbare hand [1], geschreven door economisch historicus Bas van Bavel, is de ondertitel. Hoe markteconomieën opkomen en neergaan. In het boek reconstrueert hij de historische ontwikkeling van verschillende markteconomieën. Irak (500-1100), Noord Italië (1000-1500), De Nederlanden (1100-1800) en die van Engeland, de V.S. en (uiteindelijk) west Europa (1500-2000), die uiteindelijk één markteconomie zullen vormen.

In het boek beschrijft hij het patroon dat hij in al die reconstructies ziet terugkeren, een cyclus van opkomen en neergaan. Dat begint bij de maatschappelijke omstandigheden die nodig zijn om een markteconomie tot stand te laten komen en te laten functioneren. Vervolgens leidt het functioneren van die markten tot een toenemende rijkdom waarvan (aanvankelijk) velen profiteren. Maar het leidt ook tot een dynamiek, die uiteindelijk het functioneren van die markteconomieën zelf ondermijnt.

De Nederlandstalige versie van het boek verscheen in 2018, twee jaar na de Engelstalige versie. Het is naar zijn zeggen toegankelijker geschreven en bevat een toegevoegd hoofdstuk waarin hij reageert op de commentaren op de Engelstalige versie. De meeste van die commentaren gingen over de relevantie van het boek voor onze tijd. De parallellen zijn evident en dat is niet hoopgevend, want we zitten niet meer in dat deel van de cyclus dat met opkomen wordt aangeduid.

Foto: Colectivo Desazkundea (Decrecimiento) (cc)

Degrowth: de roep om gelukkige groei?

Onze maatschappij draait al decennialang om hetzelfde: economische groei, en het liefst zo snel en veel mogelijk. In recentere jaren heeft de degrowth-beweging aan populariteit gewonnen: voorstanders vinden dat er een einde moet komen aan economische groei om de aarde leefbaar te houden. Wat levert dat ons werkelijk op en hoe zijn de degrowth doelen te bewerkstelligen? Een artikel van Remco Sleiderink, eerder verschenen bij Studium Generale Utrecht.

Een einde aan economische groei? Bij veel economen gaan de nekharen recht overeind staan bij dit idee. Maar niet bij milieugeograaf dr. Crelis Rammelt (UvA). Volgens hem is degrowth een broodnodige tegenreactie op ons huidige kapitalistische systeem, waarvan de ideeën diep zijn geworteld in onze samenleving. Rammelt illustreert onze verslaving aan economische groei aan de hand van een voorbeeld uit De Griezels van Roald Dahl, waarin Meneer Griezel elke keer dunne schijfjes aan de poten van de stoel van Mevrouw Griezel plakt, zodat het na enige tijd lijkt alsof laatstgenoemde kleiner is geworden. Mevrouw Griezel heeft last van de krimpziekte.

“Dat vond ik wel een goed voorbeeld van de situatie waar we nu in zitten,” vertelt Rammelt. “Alles om ons heen groeit, en als we als individu, organisatie of land niet meegroeien, dan zal er wel iets mis met ons zijn.” Die hang naar groei leidt momenteel tot een situatie waarin we steeds meer produceren en consumeren. “Op dit moment hebben we een wereldeconomie die elke 20 maanden het gewicht van een Mount Everest aan grondstoffen verslindt. Dit groeit naar verwachting tot dezelfde hoeveelheid per 10 maanden in 2050.” En het is maar de vraag hoe lang dit vol te houden is nu onderzoek laat zien dat de planetaire grenzen steeds meer in zicht raken.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige Volgende