Uitbuiting van Filipijnse migranten ondermijnt Nederlandse arbeidsrechten

Ter gelegenheid van de Dag van de Arbeid publiceerde de Nederlands-Filipijnse Solidariteitsbeweging vorige week het verhaal van een van de vele Filipijnse arbeidsmigranten in Nederland, die via een Poolse constructie hier wordt uitgebuit. We nemen hun persbericht, licht aangepast, in zijn geheel over. Door gebrek aan werk, lage lonen en slechte werkomstandigheden zoeken vele Filipino’s werk in het buitenland als Overzeese Filipijnse Arbeiders (OFW). Ze helpen daarmee hun familie uit de armoede en zorgen voor een betere toekomst voor hun kinderen. In totaal leven zo’n 10 miljoen Filipino’s in het buitenland, waaronder 2,3 miljoen Overzeese Arbeiders. Vorig jaar vertrokken zo’n 1 miljoen arbeiders als huishoudhulp of vakman/vakvrouw. Niet alleen zijn ze dan lange tijd gescheiden van hun familie. In een vreemd land zijn ze extra kwetsbaar voor misbruik. Het verhaal van Simon Simon (niet zijn ware naam) is geboren in Bicol, waar Luzon in het zuiden aan de Visayas grenst. Hij werkte als lasser o.a. in de bouw. Hij is getrouwd en heeft 3 kinderen, ze wonen in Bulacan, ten noorden van Metro Manila. Voor hun eerste kind geboren werd, vertrok hij al als een hooggekwalificeerde lasser om zijn familie te kunnen onderhouden. Hij heeft jarenlang in verschillende landen in Azië en het Midden-Oosten gewerkt, onder andere in olieraffinaderijen. Enige tijd geleden werd hij in een groep van overzeese arbeiders door een Filipijns bemiddelingsbedrijf naar Polen gestuurd. Het Filipijnse bureau had hen werk beloofd en er voor gezorgd dat hun visum en werkvergunning geregeld waren. Maar in Polen moesten ze eerst weer opnieuw testen doen en medisch gekeurd worden en daarvoor opnieuw betalen. Simon voelde toen al nattigheid. Hij heeft daar gewerkt, maar vaak ook niet. Dan maar weer wachten. Uiteindelijk is hij met een maat door dat Poolse bedrijf naar België gestuurd. Daar hetzelfde verhaal: weer testen doen en enkele dagen werken, maar vaker niet. Dat betekende dan ook geen geld verdienen. Als migrant werd hem 12 euro per uur beloofd, niet eens het minimumloon, terwijl collega-arbeiders die hetzelfde laswerk deden, 37 tot 40 euro per uur verdienden. Tel uit je winst voor de tussenbedrijven, die met dit verdienmodel veel achteroverdrukken! Tijdens dit hele proces liet Simon al zijn ongenoegen blijken en kwam hij op voor zijn rechten. Op 21 maart is hij overgeplaatst naar Nederland waar hij weer slechts enkele dagen heeft gewerkt. Door de wantoestanden die hij meemaakte, heeft hij de Filipijnse ambassade aangeschreven. Toen bleek dat de documenten die het Filipijnse bemiddelingsbureau had geregeld vals waren. Vervolgens werd hij toen door dat Nederlandse bedrijf onder druk gezet. Hij zou geen werk meer krijgen als hij zijn brief aan de ambassade niet introk. Uiteindelijk heeft hij contact gekregen met Migranten-Nederland, een organisatie die de belangen van Filipijnse migranten behartigt. Zij komen nu op voor zijn rechten met hulp van andere organisaties, zodat Simon betaald krijgt wat hem toekomt en weer aan het werk kan voor zijn familie in de Filipijnen. Arbeidsrechten in neerwaartse spiraal, een ‘Race to the Bottom’ Wat Simon is overkomen staat niet op zichzelf. Filipijnse arbeidskrachten worden vaker via een Pools of Bulgaars bedrijf in landen als Nederland, België en Duitsland te werk gesteld, om te werken voor het loon en de arbeidsvoorwaarden (o.a. sociale verzekering), die in Polen gelden en die veel lager zijn dan die in Nederland. Dat is al eerder aan de kaak gesteld door de vakbond FNV bij groepen Filipijnse chauffeurs die in Nederland werkten. Niet alleen worden deze overzeese arbeiders uitgebuit, maar met hun lage loon en arbeidsvoorwaarden worden de rechten die in Nederland gelden verder uitgehold. Filipijnse chauffeurs krijgen bijvoorbeeld een lager loon en slechtere arbeidsvoorwaarden dan de collectieve arbeidsovereenkomst voor de transportsector voorschrijft. Zo hebben deze bedrijven veel goedkopere arbeiders, waarmee ze  bedrijven die hun medewerkers netjes volgens de geldende CAO uitbetalen, wegconcurreren. Het is concurrentie op basis van arbeidsvoorwaarden, wat verboden is. Dit noemen we de ‘Race tot he Bottom’, waar geen rechten meer zijn, geen ondergrens is, zodat alleen schrijnende armoede over blijft. In 2007 heeft het Oecumenisch Instituut voor Arbeidseducatie en Onderzoek (EILER) de publicatie ‘Race to the Bottom Laboring under imperialist globalization in the Philippines’ uitgebracht. Daarin wordt uitgewerkt hoe de flexibilisering van de arbeid niet alleen het verdiende loon verlaagt, maar ook andere rechten afbreekt, ook die om je te organiseren. In Nederland is er de afgelopen 40 jaar ook duidelijk een trend te zien van het verlagen van het minimumloon en verminderen van sociale voorzieningen. De Poolse constructie waarvan Simon het slachtoffer was versnelt de spiraal naar beneden met als gevolg dat de rechten en lonen van arbeiders tot op de bodem verder worden afgebroken. Bronnen: EILER, 2007, A Race to the Bottom: Laboring under Imperialist Globalization in the Philippines. Ecumenical Institute for Labor Education and Research, Manila. Nieuwsblad Transport, 2 april 2024: Utrechtse transporteur had dertien illegale chauffeurs in dienst. NRC, 12 april 2024: Hoe flexibilisering van dé oplossing tot hét probleem werd. RTV Oost, 18 maart 2024: Vijftig Filipijnse chauffeurs volgens FNV uitgebuit door transportbedrijf uit Deventer. [persbericht van de Nederlands-Filipijnse Solidariteitsbeweging]

Foto: FNV Bondgenoten (cc)

Dag van de Arbeid tegen populisme

COLUMN - Een aangekondigde staking die vandaag, op de Dag van de Arbeid, had kunnen plaatsvinden is vooralsnog afgeblazen. Vakbond FNV beloofde actie als brancheorganisatie Koninklijke Nederlandse Slager (KNS) niet tegemoet zou komen aan de eisen van verenigde slagerijarbeiders.

De eveneens verenigde slagerijbazen komen de vakbond nu een beetje tegemoet en dus worden acties opgeschort tot de vakbondsleden het hunne er over hebben gezegd.

Voor arbeiders in wasserijen is deze eerste mei een heuglijke dag. Eerdere stakingen hadden resultaat: de lonen gaan per vandaag met 4,5% omhoog.

Ondertussen is de strijd voor arbeiders van een verpakkingsbedrijf in Farmsum nog niet gestreden. Dus gaan de acties door om genoeg boodschappengeld binnen te halen. Ook de arbeiders van een glasvezelbedrijf zijn met acties begonnen. En de onderhandelingen in de sector Agrarische Bedrijfsverzorgingsdiensten verlopen stroef. Of daar acties komen zal afhangen van de gesprekken die 13 mei worden hervat.

Mocht u zich afvragen: waar hebt dat voor nodig?  In januari gaven Ruud Vreeman (Arbeid- en organisatiepsycholoog en Frank Pot (emeritus hoogleraar sociale innovatie) het antwoord:

Minder doden door het werk betekent minder voedingsbodem voor populisme
(bron: Volkskrant)

Zij stelden dat hoe minder invloed werknemers op hun arbeidsomstandigheden hebben, hoe groter de kans is dat zij ook cynisch worden over de politiek in het algemeen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Zweedse Tesla-staking breidt uit als olievlek

Onder leiding van de Zweedse metaalarbeiders-vakbond staken de Tesla-werknemers al bijna 2 maanden, met een miljard euro in kas kunnen zij dit schier eindeloos volhouden. We schreven er al eerder over. Naast Zweedse solidariteits-stakingen onder postbeambten, laten ook de Noren, Denen en Finnen van zich horen. Al met al staat er nogal wat op het spel. Bij de NOS meer over deze cultuurclash tussen het Zweedse arbeidsmarktmodel en het Amerikaanse kapitalisme.

Foto: Chad Davis (cc)

Datacenters eisen steeds groter deel van de elektriciteitsproductie

In Groningen bouwt Google weer een nieuw datacenter. De gemeente heeft een stop gezet op deze bedrijven. Maar de komst van dit kleinere gebouw stond al langer vast en mag daarom doorgaan. Het gaat om een investering van in totaal 600 miljoen euro en het moet 125 directe banen opleveren. Google verwacht in 2024 zijn datacenters en kantoren in Nederland te laten draaien op meer dan 90 procent koolstofvrije energie. Hoe dan ook leggen datacenters een steeds groter beslag op de elektriciteitsproductie. Ierland staat er vol mee. Dat leidt tot dringende vragen * over de verdeling van wat zo langzamerhand een schaars goed gaat worden.

Vorig jaar onthulde het Ierse Centraal Bureau voor de Statistiek dat de 75 datacenters in 2022 bijna een vijfde van de elektriciteitsproductie van het land hadden verbruikt, het equivalent van wat alle stedelijke huishoudens in Ierland verbruiken. Dat is 30 procent meer dan in 2021. En in 2015 was het verbruik slechts 5 procent van de totale elektriciteitsproductie; oftewel een exorbitante toename van 400 procent in minder dan tien jaar. Ook het waterverbruik is enorm. Grote datacenters verbruiken evenveel energie en water als een kleine stad. De Ierse elektriciteitsmaatschappij heeft al een moratorium ingesteld voor datacenters in de regio Dublin. Maar elders zijn nog 30 datacenters gepland wat zou kunnen leiden tot een stijging van het verbruik door deze bedrijven meer dan een kwart van de gehele nationale elektriciteitsconsumptie. ‘Door deze onstuimige groei niet af te remmen,’ schrijft de Irish Times, ‘geeft Ierland toe aan de multinationals die op zijn grondgebied zijn gevestigd, terwijl zijn elektriciteitsnetwerk onder druk staat en het land zijn klimaatverplichtingen niet nakomt.’

Foto: Tom Simpson (cc)

Van Teutems misplaatst techo-optimisme

OPINIE - Zonder gedragsverandering gaat technologie ons niet redden. Simon van Teutems techno-optimisme is misplaatst. Een gastbijdrage van Frans Kuijpers, eerder verschenen op zijn eigen weblog.

Na het lezen van een artikel van Simon van Teutem met als titel Degrowth: op papier een oplossing voor bijna alles, in praktijk een dwaalspoor, moest ik denken aan een van de grootste economen uit de geschiedenis, bekend van het meesterwerk The general Theory of Employment, Interest, and Money, John Maynard Keynes. In 1930 schreef Keynes een essay met als titel Economic possibilities for our Grandchildren waarin hij vooruitkeek naar de wereld van zijn kleinkinderen. Ik moest eraan denken omdat zowel van Teutem als Keynes in dezelfde val trappen. Van Teutem bekritiseert de degrowth beweging en pleit voor decouplinghet los koppelen van CO2-uitstoot en economische groei: “méér produceren, maar steeds mínder uitstoten,” als oplossing voor het klimaatprobleem.

Eerst de bijzondere kritiek op degrowth. “Degrowthers zijn ervan overtuigd dat de wereldwijde economische activiteit moet krimpen in plaats van groeien en dat we welzijn boven winst moeten plaatsen. Zodoende gebruiken we minder grondstoffen en energie. De beweging is dan ook pleitbezorger van ‘consuminderen’; het bewust begrenzen van onze consumptie als samenleving.”  Maar, zo betoogt Van Teutem: “wie er langer over nadenkt, ontdekt dat het in praktijk ingewikkelder is dan de beweging het doet lijken. Minder werken en minder kopen betekent immers ook: minder belastinginkomsten voor de overheid.” Dit gat dichten met hogere belastingen zal lastig worden want: “vind dan maar eens steun voor hogere belastingen: als je al minder betaald krijgt, wil je over dat lagere salaris niet ook nog eens meer belasting betalen.” Minder werken mag dan wel betekenen dat: “jij meer tijd hebt voor vrienden en mantelzorg, maar ook dat de overheid minder geld heeft voor verpleeghuizen, leraren, openbaar vervoer, sociale woningbouw, warmtepompen, zonnepanelen, isolatie, en ga zo maar door. Anders gezegd: luxe kost geld, maar een duurzame verzorgingsstaat ook.”  Stoppen met groeien betekent het opblazen van de economie zo betoogt Van Teutem. Logisch toch?

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Leestip: ‘De onzichtbare hand’ van Bas van Bavel

Veelzeggender dan de titel van het boek De onzichtbare hand [1], geschreven door economisch historicus Bas van Bavel, is de ondertitel. Hoe markteconomieën opkomen en neergaan. In het boek reconstrueert hij de historische ontwikkeling van verschillende markteconomieën. Irak (500-1100), Noord Italië (1000-1500), De Nederlanden (1100-1800) en die van Engeland, de V.S. en (uiteindelijk) west Europa (1500-2000), die uiteindelijk één markteconomie zullen vormen.

In het boek beschrijft hij het patroon dat hij in al die reconstructies ziet terugkeren, een cyclus van opkomen en neergaan. Dat begint bij de maatschappelijke omstandigheden die nodig zijn om een markteconomie tot stand te laten komen en te laten functioneren. Vervolgens leidt het functioneren van die markten tot een toenemende rijkdom waarvan (aanvankelijk) velen profiteren. Maar het leidt ook tot een dynamiek, die uiteindelijk het functioneren van die markteconomieën zelf ondermijnt.

De Nederlandstalige versie van het boek verscheen in 2018, twee jaar na de Engelstalige versie. Het is naar zijn zeggen toegankelijker geschreven en bevat een toegevoegd hoofdstuk waarin hij reageert op de commentaren op de Engelstalige versie. De meeste van die commentaren gingen over de relevantie van het boek voor onze tijd. De parallellen zijn evident en dat is niet hoopgevend, want we zitten niet meer in dat deel van de cyclus dat met opkomen wordt aangeduid.

Foto: Colectivo Desazkundea (Decrecimiento) (cc)

Degrowth: de roep om gelukkige groei?

Onze maatschappij draait al decennialang om hetzelfde: economische groei, en het liefst zo snel en veel mogelijk. In recentere jaren heeft de degrowth-beweging aan populariteit gewonnen: voorstanders vinden dat er een einde moet komen aan economische groei om de aarde leefbaar te houden. Wat levert dat ons werkelijk op en hoe zijn de degrowth doelen te bewerkstelligen? Een artikel van Remco Sleiderink, eerder verschenen bij Studium Generale Utrecht.

Een einde aan economische groei? Bij veel economen gaan de nekharen recht overeind staan bij dit idee. Maar niet bij milieugeograaf dr. Crelis Rammelt (UvA). Volgens hem is degrowth een broodnodige tegenreactie op ons huidige kapitalistische systeem, waarvan de ideeën diep zijn geworteld in onze samenleving. Rammelt illustreert onze verslaving aan economische groei aan de hand van een voorbeeld uit De Griezels van Roald Dahl, waarin Meneer Griezel elke keer dunne schijfjes aan de poten van de stoel van Mevrouw Griezel plakt, zodat het na enige tijd lijkt alsof laatstgenoemde kleiner is geworden. Mevrouw Griezel heeft last van de krimpziekte.

“Dat vond ik wel een goed voorbeeld van de situatie waar we nu in zitten,” vertelt Rammelt. “Alles om ons heen groeit, en als we als individu, organisatie of land niet meegroeien, dan zal er wel iets mis met ons zijn.” Die hang naar groei leidt momenteel tot een situatie waarin we steeds meer produceren en consumeren. “Op dit moment hebben we een wereldeconomie die elke 20 maanden het gewicht van een Mount Everest aan grondstoffen verslindt. Dit groeit naar verwachting tot dezelfde hoeveelheid per 10 maanden in 2050.” En het is maar de vraag hoe lang dit vol te houden is nu onderzoek laat zien dat de planetaire grenzen steeds meer in zicht raken.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Global Footprint Network, via persbericht.

Dutch Overshoot Day 2024

Het is geen grap: vandaag 1 april ’24 is Dutch Overshoot Day. Laat er geen misverstand over bestaan, er is niks grappigs aan. Als iedereen zou consumeren zoals de Nederlanders, zouden we in drie maanden door ons jaarlijkse ‘budget’ heen zijn en zou de mensheid vier Aardes nodig hebben. De jaarlijkse grondstoffen van de natuur zouden dan binnen een kwart van het jaar opgebruikt zijn. Dat is op zichzelf al erg genoeg, maar het ergst is nog dat het er niet beter op wordt. Vorig jaar hadden we nog ‘slechts’ 3,6 Aardes nodig als Nederlanders (volgens de rekenmethode van dat jaar).

De wereldwijde Earth Overshoot Day, daarbij wordt gekeken naar wat de huidige bewoners daadwerkelijk gebruiken, van 2024 wordt op 5 juni bekendgemaakt. De Earth Overshoot Day lag in 2022 op 1 augustus en in 2023 op 2 augustus (volgens de meest recente rekenmethode). Waar die kleine ‘vooruitgang’ in zat, heb ik nog niet kunnen vinden, maar dat kan natuurlijk een marginaal verschil zijn. Dus raak niet al te hoopvol. Of het nu 1 of 2 augustus is, met z’n allen hebben we dus zo’n 1,7 Aardes nodig, en die hebben we niet.

Het is duidelijk dat Nederlanders een buitenproportioneel deel van de grondstoffen gebruiken. De volgende samenvatting van de Nederlandse ecologische voetafdruk (zoals overgenomen uit dit persbericht, met als bron Global Footprint Network) geeft een beeld:

Schetsjes voor een geografie van de markt

Na 40 jaar toenemend marktdenken is de taal waarmee we over markten spreken gemeengoed geworden. Iedereen heeft wel een idee van wat er bedoeld wordt met de marktmarktkrachtenmarktwerkingmarktdenken en ander verwant taalgebruik. Dat mensen een idee hebben wil echter niet zeggen dat daar eenduidige definities onder liggen.

Aan de hand van een paar schetsjes wil ik verkennen wat we binnen ons maatschappelijk bestel tot markt moeten bestempelen en wat niet. Dat levert een kleine geografie van de markt op, waar vanzelfsprekend kanttekeningen bij te plaatsen zijn.

figuur 1

Markt – alles wat niet staat is

Het eerste schetsje (figuur 1) laat zien hoe vaak wordt gesproken over de markt. ‘Waar bemoeit de politiek zich mee, laat dat toch aan de markt over’De markt in die zin is alles wat niet de staat is.

Dat is een hele ruime definitie van markt, waarbij bijvoorbeeld ook een Vereniging van Eigenaren (VvE) tot de markt wordt gerekend, of Giro 555 van de Stichting Samenwerkende Hulporganisaties, of een vakbond als de FNV, of Stichting Urgenda, of uw huisarts en uw sportclub, of een woningbouwcorporatie, of een brievenbusfirma’s zoals Geneurope Holding. Ze behoren allemaal niet tot de overheid en dus, volgens deze definitie, tot de markt.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Département des Yvelines (cc)

Het economisch rollenspel van Deliveroo

ANALYSE - De digitalisering van onze wereld heeft economisch veel mogelijk gemaakt en overhoop gehaald. Het heeft, volgens mensen als Nick Srnicek [1], een nieuw soort economische entiteit in het leven geroepen dat ze platform hebben gedoopt. Dat begrip platform vertroebelt echter meer dan ze verheldert. Net als eruit voortvloeiende begrippen als platformeconomie en platformkapitalisme.

In het eerste artikel van deze serie is duidelijk geworden dat we dat woord platform ook niet nodig hebben om onconventionele economische spelers als Airbnb beter te begrijpen. Airbnb is namelijk geen bedrijf maar een markt, waarvan ze zelf marktmeester is. Wat een markt is weten we, al is dit wel een wat ongebruikelijke markt, omdat ze geprivatiseerd is. Het is wel een vrij zuiver voorbeeld van zo’n geprivatiseerde markt. Buiten het juridische omhulsel en haar winstoogmerk, is er niets bedrijfsachtig aan Airbnb.

Dat is anders bij het onderwerp van dit artikel: Deliveroo. Dat is een meer hybride economische speler. Haar activiteiten zijn een samenstelsel van marktachtigheid en bedrijfsachtigheid.

Deliveroo – de markt

Ga naar de website van Deliveroo – hier vind je de Belgische variant, in Nederland is ze niet meer actief – en je komt op een markt voor eten. Als je iemand bent met een eetvraag dan kun je hier op zoek naar eetaanbod. Deliveroo levert de infrastructuur waarop vraag en aanbod elkaar kunnen vinden. Vergelijkbaar met Airbnb die de marktinfrastructuur voor bed and breakfasts verzorgt. In die zin is Deliveroo, net als Airbnb, ook een geprivatiseerde markt.

Vorige Volgende