Hoe de staat – niet de markt – opkomt voor economische vrijheid

Cindy Holbrook is haarstylist in Toledo in de Amerikaanse staat Ohio. Ze kan de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen en zoekt naar een betere baan bij een andere kapperszaak. Dat lukt. Ze vindt een nieuwe baan, maar deze blijkt op 14 mijl van haar huidige werkgever te liggen. Dat is een probleem, want bij haar oude werkgever heeft ze een noncompete moeten tekenen. Een contractuele verbintenis die verbiedt, na beëindiging van haar contract, binnen 15 mijl van haar werkgever hetzelfde beroep uit te oefenen, als werknemer of als ondernemer. Haar oude baas komt er achter en dreigt haar aan te klagen. Noncompetes begonnen als een manier om te voorkomen dat goedbetaalde werknemers bedrijven verlieten met bedrijfsgeheimen, maar zijn verworden tot een middel voor bedrijven om laag betaald werk goedkoop te houden en te voorkomen dat hun werknemers switchen naar beter betaalde banen, aldus de New York Times, in het filmpje waarin Cindy Holbrook de situatie beschrijft waarin ze is terecht gekomen. De angst dat bedrijfsgeheimen worden meegenomen door CEO’s, of gespecialiseerde technici is begrijpelijk. Maar in de werkzame levens van de meeste werknemers spelen bedrijfsgeheimen op geen enkele manier een rol. — — — Dit artikel is onderdeel van de substack Workshop Nieuw Kapitalisme. Geïnteresseerden kunnen zich daar inschrijven voor een nieuwsbrief. Nieuwe artikelen ontvang je dan per mail. — — — In Amerika heeft bijna 20% van het totaal aantal werknemers een noncompete - zo’n 30 miljoen mensen! Meestal geldt die voor één of twee jaar met een geografische afbakening. In het filmpje waarin Cindy figureert zien we ook een verkoper van auto onderdelen, een bloemist en een tandheelkundig technicus met een noncompete. En een dokter die, terwijl er overal tekort is aan medisch personeel, genoodzaakt is te werken op bijna 4 uur rijden van haar huis. Zelfs bij fastfood bedrijven krijgen werknemers een noncompete voorgeschoteld. De Federal Trade Commission - een onafhankelijke organisatie binnen de Amerikaanse overheid die ondermijning van competitie moet tegengaan - heeft dit voorjaar aangekondigd noncompetes te verbieden. Ze vormen een te vergaande inbreuk op de vrijheid van werknemers. Dat is heel goed nieuws voor die 30 miljoen Amerikaanse werknemers, die binnenkort mogen werken waar ze willen. Het vertelt ons ook iets belangrijks over economische vrijheid. Namelijk dat marktpartijen, als het in hun eigen belang is, er geen enkel probleem mee hebben om economische vrijheid te ondermijnen. Terwijl, in weerwil van het huidige geloof in de markt, het juist de staat is die economische vrijheid kan bevorderen en beschermen. Een noncompete ondermijnt competitie en economische vrijheid De naam zegt het al, noncompete, oftewel geen competitie. Met het tekenen van zo’n contract leg je vast dat je je nieuwe werkgever, na afloop van je contract, niet zal beconcurreren. Dat alleen al moeten we opmerkelijk vinden - een contract dat economische onvrijheid afdwingt. Dat is om verschillende redenen, die ook door (neo)liberalen onderschreven zullen worden, onwenselijk. Allereerst - een bekende redenering - omdat competitie tussen ondernemers consumenten ten goede kan komen, in de vorm van goedkopere, of kwalitatief betere producten, of door betere service. Dat kan het gevolg zijn van innovatie die ook weer onze collectieve kennis verrijkt. Als 30 miljoen mensen te maken hebben met contractuele onvrijheid, dan ondermijnt dat de competitie tussen bedrijven en daarmee een economische basisfunctie van de vrije mark. Begrijpelijk dat de voormalige werkgever van Cindy er niet op zit te wachten, maar als zij een kapperszaak in de buurt begint kan dat gezonde competitie zijn. Ten tweede, omdat naast ondermijning van competitieve vrije markten, een noncompete ook de individuele vrijheid ondermijnt. Dat betekent in economische zin, de vrijheid om vrijwillig een dienstverband aan te gaan, maar ook om na afloop weer vrij te zijn en een andere keuze te maken. Dat kan door elders in dienst gaan, of als ondernemer verder gaan. Die vrijheid wordt drastisch ingeperkt door noncompetes. Daarbij gaat het vooral om het over het graf heen regeren. Dat er bij een dienstverband verplichtingen horen die de vrijheid van de werknemer kunnen inperken is niet ongewoon. Daar staat echter een salaris tegenover en de mogelijkheid het dienstverband te beëindigen. Het ongewone van die noncompetes is dat ze ingaan, op het moment dat het dienstverband wordt beëindigd. Vanaf dat moment zit de werknemer nog één of twee jaar vast aan z'n werkgever, zonder dat daar iets tegenover staat [1]. Dat kan betekenen dat mensen niet het werk kunnen doen waar ze voor opgeleid zijn, het werk dat ze leuk vinden, of waar ze goed in zijn. Dat zet mensen klem. Vrijwilligheid Milton Friedman schreef: er zijn in principe twee technieken om de economische relaties van miljoenen te coördineren [2]. De eerste is centraal gestuurd, waarbij dwang kan komen kijken, zoals in het leger en de totalitaire staat (het communisme). De tweede techniek is die van vrijwillige samenwerking tussen individuen in een vrije markt. Beide partijen profiteren daarbij van vrijwillig en geïnformeerd aangegane transacties of contracten. Werknemers ondertekenen die noncompetes zelf, zonder dwang van een werkgever. Dat valt moeilijk te ontkennen. Dan zijn ze die contracten daarmee toch vrijwillig aangegaan? In een arbeidsmarkt waar mensen gewild zijn en hun werkgever voor het uitkiezen hebben, kunnen ze weigeren een noncompete te ondertekenen. Ze hebben onderhandelingsmacht. Maar in economisch mindere tijden en vooral bij ongeschoold werk, waar werknemers eenvoudig te vervangen zijn, hebben mensen minder keuze. Stel je hebt de banen niet voor het uitzoeken, maar je kunt bij een fastfoodrestaurant aan de slag. Het contract dat je voorgeschoteld krijgt is een standaardcontract en van onderhandelingen is überhaupt geen sprake. Je kunt het tekenen of niet en concurrerende werkgevers gebruiken soortgelijke contracten met noncompetes. De meeste gegadigden zullen blij zijn als ze überhaupt de baan krijgen en de noncompete voor lief nemen. Daarbij is er natuurlijk geen sprake van dwang van de werkgevers, maar het betekent evenmin dat mensen vrij zijn om (niet) te tekenen. Want mensen kunnen ook door omstandigheden - acute geldnood, geen alternatieve vacatures - gedwongen zijn een baan te accepteren en met een noncompete akkoord te gaan. Friedman negeert die vorm van dwang. Hij stelt: the household always has the alternative of producing directly for itself, it need not enter into any exchange unless it benefits from it. Hence, no exchange will take place unless both parties do benefit from it. Co-operation is thereby achieved without coercion [3]. Dat argument gaat op als mensen in een zelfgebouwd hutje wonen, waar ze geen huur voor verschuldigd zijn en grond hebben om hun eigen eten te verbouwen. Dergelijke pre-moderne omstandigheden kennen we echter nauwelijks meer in onze huidige maatschappij. Mensen hebben tegenwoordig nauwelijks de mogelijkheid zelfvoorzienend te leven en kunnen door omstandigheden gedwongen zijn om banen, contracten, of werkomstandigheden te accepteren. Waarom de overheid?  Ondernemers kijken naar hun eigen belang en daar is niks mis mee, maar wie let er op het grotere belang van economische vrijheid? In het conflict tussen de haarsalon en de voormalig werknemer Cindy Holbrook, dwingt de gevestigde ondernemer af dat hij niet door haar beconcurreerd wordt. Het gevestigde belang wint niet de competitie, maar voorkomt competitie met de voormalige werknemer. Terwijl de eigenaar ooit zelf ook gebruik heeft gemaakt van zijn economische vrijheid om de salon te beginnen. Stel hem de vraag of hij voor economische vrijheid is, dan zal hij dat ongetwijfeld bevestigen. Althans, economische vrijheid voor zichzelf. Want het gebruik van zo’n noncompete illustreert dat wanneer het in z’n eigen belang is, hij er geen moeite mee heeft iemand anders economische vrijheid te ontnemen. Wie beschermt dan de economische vrijheid als ondernemers wanneer het in hun eigen belang is, die vrijheid ondermijnen? Er bestaat geen ander instituut dan de staat die dat op zich kan nemen. En daar zou de neoliberaal Milton Friedman zelfs mee kunnen leven. Government is necessary to protect our freedom, it’s an instrument through which we can exercise our freedom; yet, by concentrating power in political hands it is also a threat to freedom [4] zegt hij, maar hij vervolgt met een vraag waar de FTC in dit geval een goed antwoord op heeft gegeven. How can we benefit from the promise of government, while avoiding the threat to freedom? Het van overheidswege verbieden van noncompetes vergroot de economische vrijheid. Het bevrijdt de ene marktpartij van de andere marktpartij en daarmee beschermt de overheid de markt tegen zichzelf. Hoe bedrijven economische vrijheid ondermijnen Ondernemers handelen soms dus zelfs in hun eigen belang, als het de voor hen zo belangrijke economische vrijheid ondermijnt. Er zijn talloze voorbeelden van. Denk bijvoorbeeld aan patenten. Een patent verbiedt andere fabrikanten dan de patenthouder een bepaald medicijn te produceren. Het perkt de economische vrijheid dus in en voorkomt efficiëntere en goedkopere productie door concurrenten. Niet zonder reden aldus de producenten, die zeggen dat ze op die manier de investering voor onderzoek naar het medicijn terug kunnen verdienen. Steeds vaker lijkt dat echter geen reden maar een excuus te zijn, zoals te lezen in de berichten over geneesmiddelen waarvan de investering allang is terugverdiend. Het monopolie dat het gevolg is van dat patent dient dan louter om competitie te voorkomen en zelf exorbitante winsten op te strijken. Vaak ten laste van de belastingbetaler. Ondanks dergelijke gevallen waarin het gebrek aan legitieme redenen voor zo’n patent evident is, hoor je nooit een fabrikant pleiten voor afschaffing. Dat zou de economische vrijheid bevorderen, maar gaat direct in tegen hun eigen belang: het binnenhalen van monopoliewinsten. Alleen de overheid is bij machte het misbruik van patenten aan te pakken en economische vrijheid te beschermen. Een ander voorbeeld, uit het ecosysteem van bedrijven dat Big Tech heet. Er is al enige tijd een gevecht gaande tussen Apple en de mededingingsautoriteiten in Europa. Tot voor kort dwong Apple af dat softwaremakers hun apps via de Appstore distribueerde en van de betalingen voor die apps rekende ze een commissie van 15% tot 30%. Apple ontnam die softwaremakers dus de economische vrijheid hun producten op een andere manier te verkopen, omdat ze er zelf fors aan verdiende. Om een idee te krijgen van de orde van grootte van die winsten: in 2022 ging er 1100 miljard dollar om in de Appstore. Deze dwang leverde de consument dus extra kosten op en Apple veel winst. Een vorm van vrijheidsondermijning waar Apple blijkbaar geen enkel probleem mee had. Ondernemers willen in principe zoveel mogelijk economische vrijheid, maar het is niet de markt die daarvoor zorgt. Als het in hun eigen belang is, als er winst mee te maken valt, dan offeren bedrijven de economische vrijheid van anderen daar graag voor op. Ook al ondermijnt dat uiteindelijk de economische vrijheid van iedereen. Daarbij speelt de macht van dergelijke bedrijven vaak een rol en alleen de overheid is dan bij machte om in te grijpen. Overheden kunnen een bedreiging zijn voor economische vrijheid, maar marktpartijen ook. In dat laatste geval kan een overheid die ingrijpt de economische vrijheid ten goede komen. [1] Dat hoeft overigens niet het geval te zijn. In Nederland wordt het concurrentiebeding (de Nederlandse naam voor een noncompete) ook aangepast. Eén van de aanpassingen is dat de werkgever, bij toepassing van het beding een vergoeding moet gaan betalen aan de voormalige werknemer. [2] Friedman, M. (2002), Capitalism and Freedom, The University of Chicago Press, p. 13 [3] Ibid. p. 13 [4] Ibid. p. 2

Foto: Shelby Murphy Figueroa, via Unsplash.

Goed nieuws: je koffie wordt duurder!

ACHTERGROND - door Puck Füsers

In december gaat een nieuwe Europese wet van kracht, die ontbossing moet voorkomen. De wet heeft ingrijpende gevolgen voor de koffie-industrie. JDE Peet’s, het moederbedrijf van onder andere Douwe Egberts trekt daarom aan de bel. Niet alleen kan de wet de koffieprijs verhogen, het kan import vanuit landen als Ethiopië bijna onmogelijk maken. Hoe zit dat?

Wet versus praktijk

De nieuwe Europese wetgeving tegen ontbossing – de EUDR – geldt voor allerlei grondstoffen en producten die vaak ontbossing veroorzaken. Denk aan hout, palmolie, soja, rubber en dus ook koffie. Deze producten mogen vanaf 30 december niet meer op de markt gebracht worden als er niet wordt aangetoond dat ze geen ontbossing veroorzaken. Voor de koffiesector is dit een ingewikkelde maatregel, omdat het in de praktijk betekent dat koffiebedrijven precies moeten kunnen aantonen waar hun koffie vandaan komt. Dit is lastig vanwege de manier waarop koffie geteeld en geoogst wordt. In veel koffieproducerende landen, zoals Ethiopië, wordt koffie geoogst door kleine koffieboeren. Die verschillende oogsten worden dan gesorteerd door tussenpersonen op grootte en kwaliteit, niet op herkomst. Eén koffiepartij kan daardoor bonen van wel duizend koffieboeren bevatten. Logischerwijs kunnen bedrijven dan niet aan de EU-regelgeving voldoen. Gert van der Bijl, die voor ontwikkelingsorganisatie Solidaridad al lange tijd met de wet bezig is, stelt dat er niet genoeg geld wordt gestoken in de ondersteuning van koffieproducerende landen om transparantie in de koffieketen te organiseren. Voldoen die landen niet aan de regels, dan kunnen Europese koffieproducenten plotseling niet meer importeren uit die landen – dat zou rampzalig zijn voor de economie van die landen, én voor de koffieprijs.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Ivan Radic (cc)

Nederlandse consument wil geen volledig elektrische auto?

OPINIE - Als we de auto-industrie moeten geloven hebben consumenten nauwelijks interesse in auto’s die volledig elektrisch rijden. Volgens autokenner Jan van Gaalen houdt de industrie de consumentenvrees zelf moedwillig in stand.

Een kleine banner van SEAT trok mijn aandacht. “Combineer de kracht van elektrisch rijden en de onbegrensde mogelijkheden van een brandstofmotor”. Wat zou SEAT bedoelen met de term ‘onbegrensd’?

Om dat te begrijpen moeten we het even hebben over het sentiment over elektrisch rijden in Nederland. De Nederlandse consument zou een afnemende interesse hebben in elektrisch rijden. Dit horen we nu al zo’n klein jaar, terwijl de cijfers toch een ander verhaal lijken te vertellen. Hoe kan dat nu?

Tendentieuze berichtgeving

Gezien de onjuiste, onvolledige en tendentieuze berichten in de media over elektrisch rijden, veelal gevoed door de industrie die de transitie actief saboteert, is het niet zo vreemd als de consument afwachtender wordt. Als je overspoeld wordt door negatief nieuws, is het begrijpelijk dat je nog even over zo’n grote aanschaf gaat nadenken. Zoals de ANWB eerder dit jaar meldde, is veel onduidelijkheid en onzekerheid over elektrisch rijden onder de Nederlandse bevolking, wat dit jaar kennelijk tot een verminderde interesse zou hebben geleid.

Foto: Andrea Piacquadio, via Pexels

Jongvolwassenen zeggen ‘nee bedankt’ tegen flexwerk

ONDERZOEK - Flexwerk komt het vaakst voor onder mensen jonger dan 35 jaar. Lin Rouvroye toont in haar proefschrift aan dat jongvolwassenen hier niet uit zichzelf voor kiezen. Sterker nog, ze wijzen onzekere arbeidscontracten juist af.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek houdt gegevens bij over het aantal flexibele arbeidsrelaties onder de beroepsbevolking. De meest voorkomende vormen van flexwerk zijn: een tijdelijk contract voor bepaalde tijd (al dan niet met ‘uitzicht op vast’), een arbeidsovereenkomst via een uitzendbureau en een oproepcontract zonder een vaststaand aantal werkuren. Van de werkenden jonger dan 35 jaar had in 2023 iets meer dan de helft, 51 procent, een flexibel contract. Daarnaast werkte 8 procent van hen als zzp’er.

Je loopbaan beginnen met een flexibel arbeidscontract is in korte tijd een nieuwe norm geworden

Een flexibele start van het werkzame leven is een relatief nieuw gegeven. Figuur 1 toont het aandeel werknemers met een flexibele arbeidsrelatie per leeftijd in jaren, uitgesplitst naar verschillende geboortecohorten. Van de mensen die tussen 1965 en 1970 zijn geboren, had iets minder dan een kwart (24 procent) op 23-jarige leeftijd een flexibel arbeidscontract. Van diegenen die tussen 1990 en 1995 geboren zijn, slechts een paar decennia later, had de meerderheid op 23-jarige leeftijd (56 procent) een flexibele arbeidsrelatie. Je loopbaan beginnen op basis van een flexibel arbeidscontract is dus in relatief korte tijd een nieuwe norm geworden.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Gunnar Ries (cc)

Zorg(en) door criminelen

OPINIE - een gastbijdrgae van Frans Kuijpers, eerder verschenen op zijn eigen weblog.

“Wij zouden graag zien dat gemeenten en verzekeraars nadenken hoe ze de instroom van malafide zorgbedrijven kunnen verlagen.” Het antwoord van officier van justitie Marjolein Verwiel en beleidsmedewerker bij het Openbaar Ministerie Timon van de Kraats op de vraag wat er gedaan kan worden om de zorgfraude te verminderen. Beiden staan: “bekend als de zorgfraudejagers van het OM”,  zo lees ik in een artikel (betaalmuur) van Judith Spanjers en Klaas den Tek bij Follow the Money. Ik moest weer denken aan een passage uit het boek De steden de Mensen. Nederland 1850-1900 van Auke van der Woud.

Wat is er aan de hand? “Een berg geld, een versnipperde structuur, gebrekkig toezicht en onervaren bestuurders. Het is een ideale cocktail voor kwaadwillenden om hun slag in de zorg te slaan,” zo lees ik. En dat zien ze ook bij het Openbaar Ministerie. “We gaan ervan uit dat er met 10 procent van de 100 miljard euro die jaarlijks in de zorg omgaat, wordt gefraudeerd. Tien miljard euro op jaarbasis dus,” zo betoogt Van de Kraats.

Hoe die fraude werkt? “De hoofddaders maken gebruik van stromannen om zelf buiten beeld te blijven. Crimineel A – die wij kennen – schakelt persoon B, C en D in, die wij nog niet in beeld hebben. Die gaan naar de Kamer van Koophandel en starten zonder probleem een nieuw zorgbedrijf, dat vervolgens gaat declareren. Pas als de fraude aan het licht komt en we onderzoek gaan doen, merken we dat B, C en D door crimineel A worden aangestuurd.”  Daarbij worden geregeld: “criminelen op de loonlijst (…)  gezet (die) vervolgens krijgen uitbetaald, terwijl ze niet werken. Het contante geld van een criminele activiteit wordt daarmee legaal gemaakt.

Foto: János Korom Dr. >23 Million Views (cc)

De erfenis van Rutte

NIEUWS - Opmerkelijke uitspraken van een vertrekkend officier van justitie: ‘Veertien jaar ‘vrijheid-blijheid’ van Mark Rutte leidde tot slappe aanpak van arbeidsuitbuiting’, zegt landelijk officier mensenhandel Warner ten Kate bij zijn afscheid.

„We hebben een maatschappij die draaiende wordt gehouden door de onderkant: pakketbezorgers, arbeidsmigranten in de glastuinbouw, noem maar op. In feite zeggen we: we hebben lak aan jou, loop maar voor een hongerloontje elke dag de deuren af. En als we je niet meer nodig hebben, dan schoppen we je de straat op. Als je de verhalen leest over arbeidsmigranten die nadat ze zijn ontslagen meteen ook hun huis verliezen – omdat hun huisbaas ook hun werkgever is – en dakloos in het Haagse bos belanden: dat is de realiteit. We proberen altijd over de ruggen van anderen beter te worden.”

Ten Kate wijt dit aan het ontbreken van overheidsbeleid. Regels voor uitzendbureaus zijn zodanig versoepeld dat iedereen zoiets kan beginnen. ‘Het is volkomen uit de bocht gevlogen’. En zowel de Arbeidsinspectie als het OM staan vrij machteloos. De lat om arbeidsuitbuiting te bewijzen ligt veel te hoog. Het aantal zaken dat tot een veroordeling van uitzendbureaus of werkgevers leidt is erg klein in vergelijking met zaken die worden aangekaart. De financiële belangen blijken elke keer weer te groot. ‘Als je het hebt over een betere arbeidspositie voor pakketbezorgers of mensen die werken in een distributiecentrum, dan kom je aan het verdienmodel van Nederland. Als we écht willen dat werknemers in Nederland netjes worden behandeld, dan betekent het bijvoorbeeld dat een aantal grote agrarische bedrijven zal omvallen. En dat is blijkbaar te ingewikkeld.’

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Wat is er markt aan de woningmarkt?

LONGREAD - In augustus 2022 was er een kentering op de woningmarkt, voor het eerst sinds lange tijd lagen de prijzen lager dan het jaar ervoor. Een maand later in september weer. In oktober weer. ‘De afkoeling op de woningmarkt zet door’verkondigde RTL Nieuws. Sinds 2013 waren de prijzen gestegen, maar daaraan was nu een einde gekomen. Hoe kon dat zomaar gebeuren?

Anderhalf jaar eerder kopte de NVM site nog: ‘Grote vraag naar huizen houdt aan, prijzen stijgen naar recordhoogte’. Nu weten we allemaal dat de NVM haar woorden zo kiest dat zelfs als de prijzen dalen, de ongeïnformeerde lezer kan denken dat ze stijgen. Dat was begin 2021 echter niet nodig. De titel reflecteerde wat iedereen op de woningmarkt zag gebeuren, de prijzen stegen inderdaad naar recordhoogte. Die titel illustreert echter ook de veronderstelling van een causaal verband tussen de grote vraag naar huizen en de stijgende prijzen. Er is een grote vraag en daarom stijgen de prijzen.

Voor iedereen die denkt dat de woningmarkt zo werkt en zich zorgen maakte over de woningnood, zal het bericht van RTL over dalende prijzen een opluchting zijn geweest. Want als een grote vraag tot hogere prijzen leidt, dan wijzen dalende prijzen op een dalende vraag, of een groter aanbod. En in beide gevallen wordt het woningtekort kleiner. Goed nieuws dus. Toch is er in de berichtgeving van de NVM en van journalistieke media niets te vinden over een kleiner wordend tekort. Sterker nog, terugkijkend lijkt die hele woningnood geen moment verdwenen te zijn geweest. Hoe kan dat?

Foto: tsemdo.thar (cc)

Uitbuiting van Filipijnse migranten ondermijnt Nederlandse arbeidsrechten

Ter gelegenheid van de Dag van de Arbeid publiceerde de Nederlands-Filipijnse Solidariteitsbeweging vorige week het verhaal van een van de vele Filipijnse arbeidsmigranten in Nederland, die via een Poolse constructie hier wordt uitgebuit. We nemen hun persbericht, licht aangepast, in zijn geheel over.

Door gebrek aan werk, lage lonen en slechte werkomstandigheden zoeken vele Filipino’s werk in het buitenland als Overzeese Filipijnse Arbeiders (OFW). Ze helpen daarmee hun familie uit de armoede en zorgen voor een betere toekomst voor hun kinderen. In totaal leven zo’n 10 miljoen Filipino’s in het buitenland, waaronder 2,3 miljoen Overzeese Arbeiders. Vorig jaar vertrokken zo’n 1 miljoen arbeiders als huishoudhulp of vakman/vakvrouw. Niet alleen zijn ze dan lange tijd gescheiden van hun familie. In een vreemd land zijn ze extra kwetsbaar voor misbruik.

Het verhaal van Simon

Simon (niet zijn ware naam) is geboren in Bicol, waar Luzon in het zuiden aan de Visayas grenst. Hij werkte als lasser o.a. in de bouw. Hij is getrouwd en heeft 3 kinderen, ze wonen in Bulacan, ten noorden van Metro Manila. Voor hun eerste kind geboren werd, vertrok hij al als een hooggekwalificeerde lasser om zijn familie te kunnen onderhouden. Hij heeft jarenlang in verschillende landen in Azië en het Midden-Oosten gewerkt, onder andere in olieraffinaderijen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: FNV Bondgenoten (cc)

Dag van de Arbeid tegen populisme

COLUMN - Een aangekondigde staking die vandaag, op de Dag van de Arbeid, had kunnen plaatsvinden is vooralsnog afgeblazen. Vakbond FNV beloofde actie als brancheorganisatie Koninklijke Nederlandse Slager (KNS) niet tegemoet zou komen aan de eisen van verenigde slagerijarbeiders.

De eveneens verenigde slagerijbazen komen de vakbond nu een beetje tegemoet en dus worden acties opgeschort tot de vakbondsleden het hunne er over hebben gezegd.

Voor arbeiders in wasserijen is deze eerste mei een heuglijke dag. Eerdere stakingen hadden resultaat: de lonen gaan per vandaag met 4,5% omhoog.

Ondertussen is de strijd voor arbeiders van een verpakkingsbedrijf in Farmsum nog niet gestreden. Dus gaan de acties door om genoeg boodschappengeld binnen te halen. Ook de arbeiders van een glasvezelbedrijf zijn met acties begonnen. En de onderhandelingen in de sector Agrarische Bedrijfsverzorgingsdiensten verlopen stroef. Of daar acties komen zal afhangen van de gesprekken die 13 mei worden hervat.

Mocht u zich afvragen: waar hebt dat voor nodig?  In januari gaven Ruud Vreeman (Arbeid- en organisatiepsycholoog en Frank Pot (emeritus hoogleraar sociale innovatie) het antwoord:

Minder doden door het werk betekent minder voedingsbodem voor populisme
(bron: Volkskrant)

Zij stelden dat hoe minder invloed werknemers op hun arbeidsomstandigheden hebben, hoe groter de kans is dat zij ook cynisch worden over de politiek in het algemeen.

Foto: Chad Davis (cc)

Datacenters eisen steeds groter deel van de elektriciteitsproductie

In Groningen bouwt Google weer een nieuw datacenter. De gemeente heeft een stop gezet op deze bedrijven. Maar de komst van dit kleinere gebouw stond al langer vast en mag daarom doorgaan. Het gaat om een investering van in totaal 600 miljoen euro en het moet 125 directe banen opleveren. Google verwacht in 2024 zijn datacenters en kantoren in Nederland te laten draaien op meer dan 90 procent koolstofvrije energie. Hoe dan ook leggen datacenters een steeds groter beslag op de elektriciteitsproductie. Ierland staat er vol mee. Dat leidt tot dringende vragen * over de verdeling van wat zo langzamerhand een schaars goed gaat worden.

Vorig jaar onthulde het Ierse Centraal Bureau voor de Statistiek dat de 75 datacenters in 2022 bijna een vijfde van de elektriciteitsproductie van het land hadden verbruikt, het equivalent van wat alle stedelijke huishoudens in Ierland verbruiken. Dat is 30 procent meer dan in 2021. En in 2015 was het verbruik slechts 5 procent van de totale elektriciteitsproductie; oftewel een exorbitante toename van 400 procent in minder dan tien jaar. Ook het waterverbruik is enorm. Grote datacenters verbruiken evenveel energie en water als een kleine stad. De Ierse elektriciteitsmaatschappij heeft al een moratorium ingesteld voor datacenters in de regio Dublin. Maar elders zijn nog 30 datacenters gepland wat zou kunnen leiden tot een stijging van het verbruik door deze bedrijven meer dan een kwart van de gehele nationale elektriciteitsconsumptie. ‘Door deze onstuimige groei niet af te remmen,’ schrijft de Irish Times, ‘geeft Ierland toe aan de multinationals die op zijn grondgebied zijn gevestigd, terwijl zijn elektriciteitsnetwerk onder druk staat en het land zijn klimaatverplichtingen niet nakomt.’

Vorige Volgende