Schetsjes voor een geografie van de markt

Na 40 jaar toenemend marktdenken is de taal waarmee we over markten spreken gemeengoed geworden. Iedereen heeft wel een idee van wat er bedoeld wordt met de marktmarktkrachtenmarktwerkingmarktdenken en ander verwant taalgebruik. Dat mensen een idee hebben wil echter niet zeggen dat daar eenduidige definities onder liggen. Aan de hand van een paar schetsjes wil ik verkennen wat we binnen ons maatschappelijk bestel tot markt moeten bestempelen en wat niet. Dat levert een kleine geografie van de markt op, waar vanzelfsprekend kanttekeningen bij te plaatsen zijn. [caption id="attachment_349117" align="aligncenter" width="500"] figuur 1[/caption] Markt - alles wat niet staat is Het eerste schetsje (figuur 1) laat zien hoe vaak wordt gesproken over de markt. ‘Waar bemoeit de politiek zich mee, laat dat toch aan de markt over’De markt in die zin is alles wat niet de staat is. Dat is een hele ruime definitie van markt, waarbij bijvoorbeeld ook een Vereniging van Eigenaren (VvE) tot de markt wordt gerekend, of Giro 555 van de Stichting Samenwerkende Hulporganisaties, of een vakbond als de FNV, of Stichting Urgenda, of uw huisarts en uw sportclub, of een woningbouwcorporatie, of een brievenbusfirma’s zoals Geneurope Holding. Ze behoren allemaal niet tot de overheid en dus, volgens deze definitie, tot de markt. [caption id="attachment_349118" align="aligncenter" width="500"] figuur 2[/caption] Privaat, maar geen markt Je kunt ook een beperktere definitie van de markt hanteren, door niet alles wat privaat is tot de markt te rekenen. Dat laat figuur 2 zien. De staat noemen we dan het publieke domein en alles wat niet staat is het private domein. Binnen dat private domein bevindt zich dan de markt, maar ook andere private organisaties die we niet tot de markt rekenen. De vraag is dan natuurlijk waar de grens ligt tussen een louter private partij en een marktpartij. Dan zou je kunnen uitkomen bij het verschil tussen een organisatie met en een organisatie zonder winstoogmerk.[1] De eerste is dan een marktpartij en de tweede niet. Een VvE reken je dan tot de private partijen, maar niet tot de markt. Net als de Stichting Samenwerkende Hulporganisaties en vakbond FNV. [caption id="attachment_349119" align="aligncenter" width="500"] figuur 3[/caption] Het maatschappelijk middenveld Er is binnen de groep private-niet-marktpartijen nog een onderscheid dat je zou kunnen maken. Veel van die organisaties hebben een publiek oogmerk. Dat geldt, kijkend naar bovengenoemde voorbeelden, in ieder geval voor de sportclub, die mensen wil laten sporten, voor hun plezier en gezondheid. De Stichting Urgenda die Nederland sneller duurzaam wil maken. De huisarts die het publieke belang van de volksgezondheid dient en dus een publiek oogmerk heeft. Net als de woningbouwcorporatie die het publieke belang van de volkshuisvesting dient. Zelfs de FNV als belangenbehartiger voor alle werknemers zou je een publiek oogmerk kunnen toedichten. Ze komt op voor de private belangen van een bepaalde groep mensen. Die groep is echter veel groter dan louter haar leden en je zou daarom van een publiek oogmerk kunnen spreken. Voor deze organisaties met een publiek oogmerk zou je de wat in onbruik geraakte benaming maatschappelijk middenveld kunnen gebruiken. (zie figuur 3) Organisaties waar mensen werken en geld verdienen, maar waar het draait om een publieke doelstelling, of om het organiseren van een publiek goed. Onder de niet marktpartijen zitten ook private organisaties die geen publiek oogmerk hebben. De VvE bijvoorbeeld. Die opereert in het privé belang van de eigenaren van de appartementen die in die VvE verenigd zijn, om het onderhoud te organiseren van het woongebouw dat ze gezamenlijk bezitten. Daarbij gaat het de VvE niet om alle bezitters van appartementen, maar louter die uit de betreffende VvE. In die zin verschilt ze dus ook van de FNV. Het is ook geen vereniging waar iedereen lid van kan worden. [2] De VvE heeft dus geen winst- of publiek oogmerk. Grensgevallen Zo’n verdeling brengt natuurlijk grensgevallen naar boven, waarvan niet meteen duidelijk is in welke groep zij moeten worden ondergebracht. Eén zo’n geval wil ik hier noemen, omdat er zo veelvuldig gebruik van wordt gemaakt. De Brievenbusfirma. Een voorbeeld van zo’n brievenbusfirma is Geneurope Holding, waar volgens recente berichtgeving de zangeres Shakira gebruik van maakt. Deze brievenbusfirma is onderdeel van een fiscale constructie die haar helpt minder belasting af te dragen. Daarmee staat ze in een traditie van vele andere popsterren als de Rolling Stones en U2, die het ontduiken van belastingen via Nederland laten lopen. En popsterren zijn natuurlijk maar een willekeurig voorbeeld. Fiscale constructies, die meestal bestaan uit meerdere firma’s in verschillende jurisdicties, worden op tal van plekken in het bedrijfsleven gebruikt. Daarbij denk je snel aan marktpartijen die veel winst maken. Maar het interessante aan deze constructies is dat je je juist hier moet afvragen wat nou het oogmerk is van deze brievenbusfirma’s. Dat is namelijk niet winst maken, want die winst is al gemaakt. Het oogmerk is om zo weinig mogelijk belasting te betalen over die winst en dat gebeurt door winsten op papier omlaag te brengen, of te verplaatsen. Brievenbusfirma’s zijn dus organisaties zonder winstoogmerk. Een opmerkelijke conclusie waardoor ze in de voorgestelde categorisering wel tot de private, maar niet tot de marktpartijen horen. Het marktmechanisme Terug naar die sfeer waarin private organisaties met winstoogmerk opereren. De markt. Binnen die sfeer van de markt is er nog één onderscheid waar we het over moeten hebben. Het onderscheid tussen dat deel van de markt waar het marktmechanisme werkzaam is en dat deel van de markt waar dat niet het geval is. Eerst iets over dat marktmechanisme, dat ook wel prijsmechanisme wordt genoemd. Dat mechanisme zorgt, zoals dat heet, voor de optimale allocatie van productiemiddelen. Dat gebeurt doordat vraag en aanbod en daarmee de marktprijs voortdurend veranderen en dat bedrijven zich daaraan moeten aanpassen. Laten we daar even op inzoomen. Denk aan een fietsenfabriek. Stel de prijs van staal stijgt. Dat betekent dat die fabriek z’n fietsontwerp zal optimaliseren om minder staal te hoeven gebruiken, of dat ze de prijs van de fiets verhoogt. In dat laatste geval zullen consumenten minder snel een nieuwe fiets kopen en eerder tot reparatie van hun oude fiets overgaan. Daardoor stijgt de vraag naar fietsreparaties en zal de prijs die fietsenmakers voor hun reparaties vragen stijgen. Die aantrekkende markt voor fietsreparaties, zal nieuwe fietsenmakers aantrekken. Die nieuwe fietsenmakers werkten daarvoor wellicht als cv-monteur, of autoreparateur. Dat betekent een toenemende krapte op de arbeidsmarkt voor cv-monteurs en autoreparateurs. En zo verder. Dat woord mechanisme doelt op dat constant doorvertalen van veranderingen in vraag en aanbod, naar stijgende en dalende prijzen, die op hun beurt weer invloed hebben op vraag en aanbod, wat weer leidt tot stijgende en dalende prijzen, en zo verder. Dat is een eindeloos doorlopende rimpeling of golf, waaraan bedrijven zich constant moeten aanpassen. Binnen die steeds veranderende condities ontstaat, zoals Hayek dat noemde, een spontane orde.[3] Een tijdelijke orde van marktactiviteiten die niet bedacht is, waar dus geen blauwdruk van is en die ook niet het resultaat is van centrale sturing. Een orde die voortkomt uit decentraal georganiseerde activiteiten van bedrijven, binnen een wereld van constant veranderende prijzen. Een orde die een zo optimaal mogelijke inzet van de productiemiddelen ten gevolge heeft, welke door een centraal gestuurde bureaucratie nooit zou kunnen worden bereikt. Dat marktmechanisme is dus werkzaam binnen de sfeer van de markt. Maar, niet overal binnen die sfeer van de markt. [caption id="attachment_349120" align="aligncenter" width="500"] figuur 4[/caption] Het marktmechanisme werkt tussen, maar niet binnen bedrijven In 1937 schreef de econoom Ronald Coase een bekend essay, The Nature of the Firm. Hij schrijft daarin over dat marktmechanisme en waar dat werkzaam is. Een uitgebreid citaat (dat begint met een citaat van een andere econoom): Let us consider the description of the economic system given by Sir Arthur Salter. “The normal economic system works itself. For its current operation it is under no central control, it needs no central survey. Over the whole range of human activity and human need, supply is adjusted to demand, and production to consumption, by a process that is automatic, elastic and responsive.” An economist thinks of the economic system as being co-ordinated by the price mechanism and society becomes not an organization but an organism. The economic system “works itself.” […] Sir Arthur Salter's description, however, gives a very incomplete picture of our economic system. Within a firm, the description does not fit at all. […]  If a workman moves from department Y to department X, he does not go because of a change in relative prices, but because he is ordered to do so. […] Outside the firm, price movements direct production, which is co- ordinated through a series of exchange transactions on the market. Within a firm, these markets transactions are eliminated and in place of the complicated market structure with exchange transactions is substituted the entrepreneur-coordinator, who directs production. Dat marktmechanisme werkt binnen de sfeer van de markt, maar dus louter tussen bedrijven en niet binnen bedrijven. (zie figuur 4) Binnen bedrijven bestaat er geen spontane orde die voortkomt uit een constant fluctueren van vraag en aanbod. Bedrijven zijn centraal gestuurd en hebben een blauwdruk, die je bijvoorbeeld terug kunt zien in de vorm van een organogram. Er bestaat een hiërarchie waarbij de ondernemer, of een CEO, bepaalt hoe er geproduceerd wordt. [4] De economie bestaat voornamelijk uit organisatie Tot slot nog een laatste observatie over de verhouding tussen bedrijfsorganisaties aan de ene kant, en de ruimte waar dat marktmechanisme werkzaam is aan de andere kant. In zijn artikel Organizations and Markets schetst een andere econoom, Herbert A. Simon, daar het volgende beeld van. Hij stelt zichzelf de volgende vraag. Stel we krijgen bezoek van een wezen van Mars, dat de aarde nadert met een telescoop waarbij het wezen (hij kent geen geslacht toe aan de bezoeker) sociale relaties zou kunnen zien. Laten we aannemen dat door die lens organisaties groen oplichten en marktrelaties rood, hoe zou dat wezen dan beschrijven wat het ziet? Het zou spreken over grote groene vlakken, met elkaar verbonden door rode lijntjes. Niet over een netwerk van rode lijntjes die kleine groene puntjes met elkaar verbindt. Want: “the greater part of the space below it would be within the green areas, for almost all of the inhabitants would be employees, hence inside the firm boundaries. Organizations would be the dominant feature of the landscape.” Binnen die grote groene vlakken zouden kleinere onderverdelingen zichtbaar zijn, de verschillende afdelingen binnen die organisaties. Blauwe lijnen zouden lijnen van autoriteit tonen, tussen bazen en hun ondergeschikten. Lijnen die soms zelfs verschillende bedrijfsorganisaties met elkaar verbindt. Deze bezoeker zou volgens Simon verbaasd zijn over de naam die we hiervoor hanteren - markteconomie. Waarom zou je je economie niet vernoemen naar dat wat het meest dominant is - organisaties - en gebruik je niet de term organisatie-economie? Kortom, binnen die marktsfeer zijn bedrijfsorganisaties actief waarbinnen een groot deel van de activiteiten plaats vindt, georganiseerd binnen een hiërarchie met sturing van de ondernemer of directeur. Dus hoewel die organisaties wel op de markt opereren, wordt die organisatie intern niet georganiseerd door het marktmechanisme. Dat mechanisme is louter werkzaam tussen bedrijven. Conclusie Terug naar waar we begonnen. Met iemand die zegt 'laat dat toch aan de markt over’ kun je het eigenlijk niet eens of oneens zijn, zonder meer te weten over wat diegene eigenlijk bedoelt. Bovenstaande tekst en schetsjes zijn een aanzet om dat landschap van private organisaties te ordenen, om te laten zien wat je zou kunnen bedoelen. Het laat vooral zien dat de vermeende tegenstelling tussen markt en staat te simpel is, te zwart-wit. Er zijn veel meer onderscheiden die je kunt maken, bijvoorbeeld op basis van het oogmerk van een organisatie. En ben je uiteindelijk uitgekomen binnen de sfeer van de markt, dan moet je constateren dat dat mechanisme van de markt louter tussen bedrijven werkzaam is. Terwijl de binnenwereld van bedrijven in z’n totaliteit een immense omvang heeft. De hiërarchische structuur en centrale sturing in die binnenwereld, levert weer een heel ander economische weefsel op, dat op een andere manier een stempel op de economie drukt. Maar ook deze genuanceerdere schets is natuurlijk voor discussie vatbaar. Overtuigt het verschil tussen wel of geen winstoogmerk? Kunnen we nog meer sferen onderscheiden? En zijn er organisaties te bedenken die in deze verdeling nog steeds geen heldere plek hebben? [1] Dat onderscheid tussen een organisatie met of zonder winstoogmerk is overigens ook niet altijd helder. Je kunt zeggen dat elke B.V. een winstoogmerk heeft, omdat het een B.V. is. Maar of een organisatie in de praktijk ook daadwerkelijk een winstoogmerk heeft, hangt natuurlijk ook af van de motieven van mensen. Een bakker die er eer in schept kwalitatief goed brood te maken, tegen een schappelijke prijs, heeft misschien een B.V. en wil van z’n werk kunnen leven, maar heeft winst niet als oogmerk. [2] Een eigenaar van een appartement is de facto lid van de VvE waar zijn appartement deel van uit maakt. [3] Zie F.A. Hayek, Studies in Philosophy, Politics and Economics (1967). Hoofdstuk 6: The results of Human Action but not of Human Design, p. 99 [4]De extra complexiteit van een bedrijf als Deliveroo, waarbij marktachtige constructies onderdeel zijn van het bedrijf, laat ik hier even buiten beschouwing. Daarover later meer. --------- Dit artikel is onderdeel van de serie Workshop Nieuw Kapitalisme. Deze serie verschijnt tevens op Substack. Geïnteresseerden kunnen zich daar inschrijven voor een nieuwsbrief. Nieuwe artikelen ontvang je dan per mail.

Foto: Département des Yvelines (cc)

Het economisch rollenspel van Deliveroo

ANALYSE - De digitalisering van onze wereld heeft economisch veel mogelijk gemaakt en overhoop gehaald. Het heeft, volgens mensen als Nick Srnicek [1], een nieuw soort economische entiteit in het leven geroepen dat ze platform hebben gedoopt. Dat begrip platform vertroebelt echter meer dan ze verheldert. Net als eruit voortvloeiende begrippen als platformeconomie en platformkapitalisme.

In het eerste artikel van deze serie is duidelijk geworden dat we dat woord platform ook niet nodig hebben om onconventionele economische spelers als Airbnb beter te begrijpen. Airbnb is namelijk geen bedrijf maar een markt, waarvan ze zelf marktmeester is. Wat een markt is weten we, al is dit wel een wat ongebruikelijke markt, omdat ze geprivatiseerd is. Het is wel een vrij zuiver voorbeeld van zo’n geprivatiseerde markt. Buiten het juridische omhulsel en haar winstoogmerk, is er niets bedrijfsachtig aan Airbnb.

Dat is anders bij het onderwerp van dit artikel: Deliveroo. Dat is een meer hybride economische speler. Haar activiteiten zijn een samenstelsel van marktachtigheid en bedrijfsachtigheid.

Deliveroo – de markt

Ga naar de website van Deliveroo – hier vind je de Belgische variant, in Nederland is ze niet meer actief – en je komt op een markt voor eten. Als je iemand bent met een eetvraag dan kun je hier op zoek naar eetaanbod. Deliveroo levert de infrastructuur waarop vraag en aanbod elkaar kunnen vinden. Vergelijkbaar met Airbnb die de marktinfrastructuur voor bed and breakfasts verzorgt. In die zin is Deliveroo, net als Airbnb, ook een geprivatiseerde markt.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Zweedse Tesla-staking breidt uit als olievlek

Onder leiding van de Zweedse metaalarbeiders-vakbond staken de Tesla-werknemers al bijna 2 maanden, met een miljard euro in kas kunnen zij dit schier eindeloos volhouden. We schreven er al eerder over. Naast Zweedse solidariteits-stakingen onder postbeambten, laten ook de Noren, Denen en Finnen van zich horen. Al met al staat er nogal wat op het spel. Bij de NOS meer over deze cultuurclash tussen het Zweedse arbeidsmarktmodel en het Amerikaanse kapitalisme.

Foto: Open Grid Scheduler / Grid Engine (cc)

Wat is Airbnb?

ANALYSE - Wie heeft zich dat weleens afgevraagd? Je bezoekt misschien weleens de site en huurt, of verhuurt een huis. Net als vele anderen ken je het en gebruik je het. Maar wat is het? Airbnb is niet waar het zich voor uitgeeft.

Eenvoudig gesteld bestaat een economie uit twee onderdelen. Je hebt economische spelers en je hebt een prijsmechanisme. Die economische spelers zijn bedrijven, of individuele personen. Met het produceren en afnemen van producten en diensten genereren zij vraag en aanbod. Het prijsmechanisme zorgt er voor dat vraag en aanbod bij een bepaalde prijs, de marktprijs, in evenwicht zijn. De ruimte waarbinnen dat prijsmechanisme functioneert noemen we de markt.

Airbnb doet zich voor als zo’n economische speler. Hier kun je zien dat ze zichzelf identificeert als bedrijf, of eigenlijk als meerdere bedrijven. De provider van de website heet Airbnb Ireland UC en is een private unlimited company en voor de betalingen heeft ze twee bedrijven. Airbnb Payments UK Ltd., gevestigd in Londen en Airbnb Payments Luxembourg S.A., gevestigd in Luxemburg. Allemaal geregistreerd in de betreffende handels- en bedrijfsregisters. Die verschillende onderdelen hebben natuurlijk een directie, een kantoor en werknemers. Je zou daardoor zomaar de indruk kunnen krijgen dat Airbnb ook daadwerkelijk een bedrijf is.

Wat is Airbnb

Workshop Nieuw Kapitalisme

Er was in 2008 een wereldwijde economische crisis voor nodig om het neoliberalisme uiteindelijk toch niet van z’n plaats te krijgen als dominante ideologie. Als een crisis, zo groot, die verandering niet teweeg brengt, hoe moet zo’n verandering waarvan de noodzaak voor velen duidelijk is dan beginnen? Klein?

Laten we eerst een paar dingen op een rij zetten over ideologieën, zoals de vraag wat we überhaupt onder een ideologie moeten verstaan?

Je kunt zeggen, een ideologie is een min of meer samenhangend stelsel van begrippen en ideeën. Een stelsel dat, in tijden van brede ideologische consensus, meestal op de achtergrond aanwezig is en zelf niet wordt betwist. Ze vormt dan de grondslag van het dagelijkse politieke en maatschappelijke debat. Vergelijkbaar met het speelveld in de sport: de lijnen op het voetbalveld, de zwart-witvlakken op het schaakbord, ze worden als uitgangspunt geaccepteerd.

Oude ideologieën

Neoliberalisme wordt de ideologie genoemd die in de jaren 80 dominant werd en waar zeker tot de kredietcrisis in 2008 brede consensus over bestond. Ze werd voorgegaan door het keynesianisme dat sinds de Tweede wereldoorlog leidend was geweest, maar geen antwoord had op de economische turbulentie in de jaren 70. Stagflatie bijvoorbeeld – een combinatie van inflatie en een stagnerende economie – kon binnen het keynesiaanse begrip van de economie eigenlijk niet bestaan. De ideologische consensus verbrokkelde, mede door de neoliberalen die wel antwoorden leken te hebben. Naar haar vertolkers werd steeds meer geluisterd en dat plaveide de weg voor een ideologische en een politieke omwenteling.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Chris Yarzab (cc)

Vakbonden binden de strijd aan met Elon Musk

Zweedse Tesla arbeiders staken al zes weken vanwege de weigering van het bedrijf om een CAO af te sluiten. Tesla-topman en grootaandeelhouder Elon Musk is een principiëel tegenstander van vakbonden. Volgens bemiddelaar Kurt Eriksson ‘mag Tesla geen afspraken maken’. ‘Het zijn orders van Elon Musk’. Het dochterbedrijf zou ‘geen enkele handelingsvrijheid hebben’. De vakbonden, die in Zweden 70% van de werknemers organiseren, willen voorkomen dat collectieve arbeidsovereenkomsten bij andere bedrijven ook onderuit gehaald kunnen worden. Als Tesla ermee wegkomt geen cao af te sluiten zullen andere bedrijven dat voorbeeld volgen, is de vrees. De Zweedse vakbonden hadden al eerder conflicten met Spotify en het financiële platform Klama.

De staking bij Tesla heeft in Zweden een reeks van solidariteitsacties op gang gebracht in verschillende bedrijfstakken. Kapotte Tesla’s worden niet meer gerepareerd. Postbeambten weigeren kentekenplaten af te leveren bij het bedrijf. ‘Krankzinnig’ volgens Musk. Hij heeft een rechtszaak aangespannen tegen de Zweedse staat. Vakbonden in omringende landen sluiten zich nu ook bij de Zweedse acties aan. Deense havenwerkers en transportarbeiders verhinderen het vervoer van Tesla’s naar Zweden. Een Deens pensioenfonds dat meer dan 800.000 leden telt, heeft zijn aandelen Tesla verkocht. De Noorse vakbond Fellesforbundet met werknemers in de industrie, garages, havens en transport heeft ook een boycot aangekondigd voor het transport van Tesla auto’s naar Zweden. Fellesforbundet-leider Jørn Eggum: ‘In de Scandinavische landen bestaat er brede overeenstemming over het belang van een goed georganiseerd beroepsleven… Het recht om een collectieve overeenkomst te eisen is een natuurlijk onderdeel van ons beroepsleven, en wij kunnen niet accepteren dat Tesla zich hieraan onttrekt.’ Noorwegen is een belangrijke markt voor Tesla en als de vakbond besluit ook de levering van auto’s in het land te beïnvloeden, kan dat veel meer druk op het bedrijf leggen.

ZZZ | Een gezonde woningmarkt

Een gezonde woningmarkt is een ideaal waar wel wat verandering voor nodig is. Een progressief voorstel daarvoor zou vooral gericht moeten zijn op stagnatie. Stagnatie? Ja zeker: stagnatie van de huizenprijzen. Dat zou in één of twee decennia een gezondere woningmarkt opleveren en daarmee bijdragen aan de bestaanszekerheid – een begrip dat in het volgende regeerakkoord wel een hoofdrol moet spelen.

De afgelopen decennia zijn de huizenprijzen vooral gestegen. Afgezet tegen het modaal inkomen ziet dat er zo uit: De gemiddelde verkoopprijs van een woning in 1995 was 93.750,- euro. Een modaal inkomen was in dat jaar 22.235,- euro. Dat betekent dat 4,2 modale jaarsalarissen gelijk stonden aan de waarde van een gemiddelde woning. In 2022 was de gemiddelde verkoopprijs van een woning 428.591,- en was het modaal inkomen 38.500,-. Dat betekend dat 27 jaar later 11,1 modale jaarsalarissen gelijk stonden aan de waarde van een gemiddelde woning. Hoewel er meer factoren van invloed zijn op de betaalbaarheid van een woning, is dit een verontrustende trend.

Zelf heb ik nooit een politicus horen zeggen uit te zijn op stijgende woningprijzen. Maar het resultaat van allerlei wetgeving en beleid in de afgelopen decennia was het stijgen van de woningprijzen. En het is natuurlijk verre van toevallig dat het CDA en de VVD, die altijd opkomen voor de huizenbezittende middenklasse, een groot deel van hun electoraat getrakteerd ziet worden op grote overwaardes op hun woningen. Goed, je ondermijnt de bestaanszekerheid op lange termijn, maar als je het eigenbelang van specifieke groepen kiezers bedient, dan krijg je daar bij de volgende verkiezingen wel iets voor terug.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

ZZZ | Gratis Open Praktijkscholen

In het kader van Zonnige Zomerse vergeZichten over mooie nieuwe progressieve idealen: Richt gratis Open Praktijkscholen op door heel het land om alle volwassenen de kans te geven extra praktijkscholing te volgen.

Een leven lang leren lijkt alleen weggelegd voor de kenniswerkers. Er zijn voldoende voorzieningen voor en ze hebben vaak ook het geld om het te betalen. Maar wil je wat extra praktische vaardigheden opdoen of een hele ander praktisch beroep ambiëren, is er weinig mogelijk.
En dat terwijl er een schreeuwend tekort is aan praktisch geschoolde krachten.

Korte, gerichte opleidingen kunnen heel waardevol zijn. Van een tweedaagse training restaurantbediening tot een intensief traject voor restauratie glas-in-lood ramen. Te volgen bij een praktijkschool in de regio (iedere provincie minimaal 1). Eventueel zelfs in het weekend of in de avonduren.
Liefst gratis natuurlijk. Vaak zullen hier mensen naar toe gaan die in hun jeugd minder van het (gratis) onderwijs hebben kunnen genieten. Dus daar mag wel wat voor gedaan worden. En anders doe je een regeling waarin iedereen ieder jaar een gratis opleidingsdag krijgt, die je kan sparen. Heb je vier jaar HR-ketels onderhouden, dan recht op vier dagen scholing over installatie en onderhoud warmtepompen.
Natuurlijk zijn sommige scholingen langduriger. Een jaar lang iedere zaterdag modern auto-onderhoud misschien. Maar daar verzinnen we dan ook wel een oplossing voor.
En misschien is dit ook een goede manier om bepaalde vakmensen die op leeftijd komen en het fysieke werk te zwaar vinden, een tweede carriëre te geven als docent.

Foto: Andrew Newton (cc)

Francis Fukuyama’s lange weg

COLUMN - gastbijdrage van Harry Bleeker

Aan de VU in Amsterdam is er deze zomer weer een mooi cursusaanbod, waaruit ik er één heb gekozen: die over Francis Fukuyama en zijn nieuwe boek ‘Het liberalisme en zijn schaduwzijden’. De titel van dit nieuwe boek wekt voor mij de suggestie dat de maatschappelijke en politieke problemen van dit moment zijn ontstaan door een verkeerde interpretatie van het liberalisme. De hierna volgende quote uit een willekeurige recensie stipt dit ook aan.

“Het klassieke liberalisme verkeert in een staat van crisis. Dat dit systeem, dat is gebaseerd op fundamentele beginselen van gelijkheid en de rechtsstaat en dat de rechten van individuen om hun eigen vormen van geluk na te streven benadrukt, niet altijd zijn eigen idealen waarmaakte, is geen geheim.”

Ik denk dat juist het liberalisme ons op de route naar vernietiging van onze beschaving heeft gezet. De vrijheid om winst boven welzijn te stellen zonder daarvoor ter verantwoording te worden geroepen, heeft de mensheid in de situatie gebracht waarin we nu verkeren.

Veel meer op zijn plaats zou op dit moment de titel van het boek van Fukuyama uit 1992 zijn: ‘Het einde van de geschiedenis en de laatste mens’. Met als belangrijke toevoeging; ‘De slotscene’.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: kiki99 (cc)

Van aandeelhoudersmodel naar gelijkwaardigheidsmodel (3)

Een gastbijdrage van Ries van der Vos.

Het aandeelhoudersmodel is niet meer van deze tijd. Vervang het door het gelijkwaardigheidsmodel, waarbij zeggenschap en ondernemingsrisico tussen kapitaal en arbeid wordt gedeeld. Een onderzoek in drie delen (lees ook deel 1 en deel 2). Vandaag het derde en laatste deel: de gevolgen wanneer het gelijkwaardigheidsmodel landelijk zou worden ingevoerd en hoe kan vervolg worden gegeven aan dit onderzoek.

Macro-economische effecten van het gelijkwaardigheidsmodel

Misschien wel de belangrijkste voordelen van het gelijkwaardigheidsmodel is dat er een andere economie ontstaat in de wereld, leidend tot een eerlijker inkomensverdeling en betere zorg voor het milieu. Wel moet dan iedereen willen meedoen met het gelijkwaardigheidsmodel. En dat is nog zeer onzeker. Het gelijkwaardigheidsmodel moet zich eerst maar eens op kleine schaal zich bewijzen.

Laten we veronderstellen dat alle Nederlandse ondernemingen gebruik maken van het gelijkwaardigheidsmodel. We beschouwen dan het effect voor de belastingen en de inflatie in vergelijking tot het bestaande aandeelhoudersmodel.

Effect voor de belastingen

Omdat het inkomen uit arbeid en kapitaal komen door een gelijkwaardige beloning, hoeft de inkomstenbelasting geen onderscheid meer te maken uit inkomsten uit vermogen (kapitaal) en inkomsten uit werk (arbeid). Dan kan het inkomen (uit arbeid + vermogen) worden belast in box1 en kan box3 verdwijnen. Hiermee wordt vermogen veel zwaarder belast dan in het huidige systeem. Geadviseerd wordt ook vermogenswinst (-verlies) als inkomsten mee te nemen bij de belastingheffing.

Volgende