COLUMN - Net voor de start van het World Economic Forum in Davos, waar dik honderd regeringsleiders en ruim duizend hoofden van internationale bedrijven de wereldeconomie bespreken, bracht Oxfam een rapport uit: het jaarlijkse overzicht hoe de verdeling van rijkdommen tussen landen en mensen zich ontwikkelt, zeg maar Oxfams kritische versie van The State of the World Union. Net als vorig jaar zijn de cijfers schokkend.
Afgelopen jaar kwamen er 165 miljardairs bij. Het vermogen van alle miljardairs ter wereld tezamen groeide met 12 procent, omgerekend liefst 2,5 miljard dollar per dag. Het totale bezit van de armste helft van de wereldbevolking daalde intussen 11 procent. Kort gezegd: de superrijken kregen er nog meer geld bij dan de allerarmsten verloren. Nog korter: de kloof tussen arm en rijk verdiept zich fors.
Terecht stelt Oxfam in zijn rapport, ‘Public Good or Private Wealth’, dat deze groeiende kloof tussen arm en rijk de strijd tegen armoede ondermijnt en zelfs vaak teniet doet. Deze almaar schever wordende verdeling schaadt werkelijk alle economieën en is wereldwijd een belangrijke motor voor publieke woede, maatschappelijke onrust en sociale wanhoop.
Want wat gebeurt er? De rijken – zowel individuen als multinationals – worden hoofdzakelijk rijker doordat ze, mede dankzij extensieve lobbies, door overheden worden ‘ontzien’ (want vestigingsklimaat! trickle down! die mensen hebben dat toch zelf verdiend!) en zodoende minder belasting hoeven te betalen. Voorts mijden en ontwijken ze belastingen dat het een aard heeft, plegen ze her en der belastingfraude (CumEx!), en weten ze, door met kapitaal te schuiven, overal gunstige regelingen te benutten. Het netto resultaat is dat bedrijven als Amazon, Shell en Apple amper belasting betalen.