Jona Lendering

628 Artikelen
15 Waanlinks
322 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Studeerde geschiedenis en vertelt er graag over. Scepticus, recensent, fietser, webmaster (LiviusOrg), Don Quichot, blogger (Mainzer Beobachter) en beheerder van GrondslagenNet. Reist regelmatig in het Midden-Oosten, schreef een paar boeken, gruwt van de zelfmoord van de geesteswetenschappen en droomt van een eigen huis in Downtown Beiroet.
Foto: risastla (cc)

Michiel de Rover

OPINIE - En hup, daar draait de historische mallemolen weer: dit keer dankzij de actiegroep “Michiel de Rover”, die protesteert tegen de speelfilm over Michiel de Ruyter, waarin een “koloniale zeeschurk” zou worden verheerlijkt. Het probleem is natuurlijk dat de admiraal bij vriend én vijand – voor één keer is het cliché terecht – bekendstond als een nette kerel. “The good enemy”, zoals de Engelsen hem noemden. En zij konden het weten. Een zeeschurk was hij niet.

Koloniaal dan? De Ruyter heeft niet uitzonderlijk veel met slavenhandel van doen gehad. Eigenlijk vooral indirect, zoals iedereen in het zeventiende-eeuwse Holland. De actiegroep vindt echter dat daaraan aandacht had moeten worden besteed. “Onze geschiedenis wordt daar niet in verteld, over slavernij wordt niet gepraat,” zo klaagt een van de actievoerders.

Dat klopt. De geschiedenis van de slavernij wordt niet verteld. De film is namelijk een voorbeeld van grotemannengeschiedenis en geen sociale geschiedenis. Dat is een ander onderwerp. Het is een beetje als hockey en tennis: allebei sport, maar heel anders. Je verwijt Federer ook niet dat hij geen strafcorners neemt.

Je kunt ook een film maken over Alexander de Grote, zonder de slavernij te tonen die zijn imperium draaiende hield. Of een film over de Kruistochten zonder aandacht voor horigheid en lijfeigenheid. Of een verfilming van Oorlog en vrede zonder in te gaan op het lot van de Russische boerenstand. En die films zijn dan ook gemaakt.

Foto: Post-Atheïst

Post-atheïst | Brief van Khamenei

COLUMN - Een paar dagen geleden publiceerde de hoogste leider van de islamitische republiek Iran, ayatollah Khamenei, een open brief aan ‘de jongeren van Europa en Noord-Amerika’. Hij prijst de eerlijkheid waarmee westerse historici de negatieve kanten van de slavernij, het kolonialisme en de onderdrukking van minderheden onder ogen hebben gezien en daagt de jongeren uit te bedenken waarom zulk revisionisme wél heeft plaatsgevonden als het gaat om het verleden maar niet als het gaat om de hedendaagse islam.

Khamenei vraagt de jongeren te zoeken naar de redenen waarom zijn religie in de westerse media steeds verkeerd wordt voorgesteld en adviseert hen om over de islam kennis op te doen uit de eerste hand, door gesprekken met gelovigen, door de Koran te lezen en door te leren over Mohammed. De ayatollah stelt expliciet dat hij de westerse jeugd niet vraagt om zijn interpretaties van het geloof over te nemen; hij probeert, zo schrijft hij, slechts de dynamiek te doorbreken waarmee terroristen worden gepresenteerd als representatief voor de islam.

Hij wijst verder op de paradox dat, uitgerekend in een tijd waarin de geografische grenzen door allerlei moderne media wegvallen, veel westerlingen de islam alleen kennen via de massamedia en niet door contacten met moslims. Tot slot spreekt hij de hoop uit dat jonge mensen ‘een brug van bespiegeling en eerlijkheid’ slaan en nieuwe vragen zullen stellen, opdat toekomstige generaties over de relatie tussen de islam en het westen zullen schrijven zonder ressentimenten.

Foto: Jon Iraundegi (cc)

Johnny Ramone

RECENSIE - Ik schreef er een tijdje geleden al over, over de Amerikaanse band The Ramones, die in de jaren zeventig de rockmuziek terugvoerde naar haar wortels: geen eindeloze gitaarsolo’s, geen invloeden vanuit de blues, muzikale eenvoud, een rechttoe-rechtaan-presentatie en een volume waarmee je je ouders op de kast kon jagen. Rock ’n’ roll is in laatste instantie gewoon een vorm van alles-of-niets-heid, die in andere tijden Sturm und Drang zou zijn genoemd.

Dat kan beangstigend overkomen. De broer van Joey Ramone, Mickey Leigh, haalt in zijn boek I slept with Joey Ramone herinneringen op aan het leven van de zanger en vertelt hoe in de buurt waar ze opgroeiden, Forest Hills, in de jaren zestig verschillende bands speelden die grote indruk maakten. Eén daarvan heette The Tangerine Puppets en was waanzinnig populair, maar de kinderen werden gewaarschuwd voor een van de leden, Johnny Cummings. Ofwel Johnny Ramone, die in zijn autobiografie Commando zijn eigen visie geeft op – onder andere – die reputatie.

Hij windt er geen doekjes om. “For all the success, I carried around fury and intensity. I had an image, and that image was anger.” En dat was, volgens hemzelf, niet slechts imago. Weliswaar deed hij alsof hij kwaad was als hij wist dat zijn foto werd genomen, maar hij was werkelijk agressief en ontkent niet mensen te hebben geslagen: Malcolm McLaren bijvoorbeeld, die te lang naar Johnny’s vriendin staarde, en Joey Ramone, die eens te laat kwam voor een afspraak.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Iran en ironie

Hieronder is de tekst van een van de beroemdste gedichten uit het Nederlands, het “Graf te Blauwhuis” van Gerard Reve. Het is te vinden in Nader tot U (1969) en is opgedragen aan Sieuwke Hofmeijer-Rijpma, Reves buurvrouw in het Friese Greonsterp.

De “hij” waarmee het gedicht begint is haar zoon Gerrit Rijpma, die in 1945 door de Duitsers werd gedood. Als u er meer over wil lezen, kunt u terecht in dit stukje van Frits Abrahams.

Hij rende weg, maar ontkwam niet,
en werd getroffen, en stierf, achttien jaar oud.
Een strijdbaar opschrift roept van alles,
maar uit een bruin geëmailleerd portret
kijkt een bedrukt en stil gezicht.
Een kind nog. Dag lieve jongen.

Gij, die koning zijt, dit en dat, wat niet al,
ja ja, kom er eens om,

Gij weet waarom het is, ik niet.
Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?


Bij twee gelegenheden heb ik geprobeerd dit uit te leggen aan mensen die afkomstig zijn uit Iran en al een tijdje wonen in Nederland. Hoewel ze onze taal alleszins redelijk beheersten, bleek het onmogelijk om ze te tonen hoe dit gedicht “werkt”. Ze hadden moeite te herkennen dat de twee sentimentele regels aan het begin nooit serieus bedoeld kunnen zijn, zagen niet dat “strijdbaar opschrift” op het cynische af sarcastisch is, en begrepen niet dat het hilarisch ogende einde in feite bloedserieus is.

Foto: Post-Atheïst

Post-atheïst | Distantiëren

COLUMN - Eigenlijk had ik een stukje willen schrijven over de herhaalde eis dat moslims zich, hoewel de Parijse aanslag tientallen malen is veroordeeld, moeten distantiëren van het uit hun naam gepleegde terrorisme. Ik zou hebben geveinsd dat ik het daarmee eens was en zou meer voorbeelden hebben gegeven. Joden zouden zich moeten distantiëren van het Israëlische nederzettingenbeleid, protestanten moesten ‘nee’ zeggen tegen de SGP en katholieken moesten afstand nemen van de pauselijke standpunten inzake seksualiteit. VVD-ers moesten zich distantiëren van Jos van Rey en René Leegte, Limburgers van de Bende van Venlo, voetballers van Willem II en Volendammers van misdrijven tegen de muzikaliteit.

Zo’n leutig stukje heet een reductio ad absurdum: je maakt je van een standpunt af door het tot in het extreme door te trekken. Door het belachelijk te maken, vermijd je de discussie over het eigenlijke onderwerp. In dit geval: is er in de islam misschien een norm aanwezig waarop je elke gelovige mag aanspreken?

Je kunt zeggen – en het is ook gezegd – dat alleen individuen bestaan, dat alleen individuen kunnen denken, dat alleen individuen iets kunnen doen en dat alleen individuen aansprakelijk kunnen zijn. Er is niets bovenindividueels. Alleen een terrorist kan verantwoordelijk zijn voor zijn daad, anderen niet.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Hardloper Huizenga

RECENSIE - Toen ik nog maar net geschiedenis studeerde, adviseerde een docent me om niet teveel te kijken naar de grote lijnen maar me ook te verdiepen in de details. Als voorbeeld noemde hij de herkomst van de koperen spijkers die werden gebruikt bij de bouw van VOC-schepen. Dertig jaar later weet ik nog steeds niet of het een verstandige raad was – of beter: ik heb ontdekt dat er veel te weinig syntheses zijn en veel te veel detailstudies. Je wordt echt niet vrolijk van een studie over akkerbouw in Romeins Portugal of een artikel over het bioscoopbezoek in Alkmaar (1912-1939).

Hardloper Huizenga

Dat neemt niet weg dat ik kan genieten van boeken over betrekkelijk “kleine” onderwerpen, zoals Job van Schaiks biografie van de Groningse hardloper Louwe Huizenga. Eigenlijk moet ik zeggen dat het een Drentse slager was, want ’s mans atletische successen duurden maar kort – van de zomer van 1915 tot het najaar van 1918 – en het grootste deel van zijn leven werkte hij in Ruinerwold, bij Meppel, waar hij een slagerswinkel had.

Het lijkt geen toeval dat Huizenga naar Drenthe verhuisde, want zijn carrière in Groningen was in feite mislukt. Niet door gebrek aan succes. Hij liep de sterren van de hemel en gaf bij elke gelegenheid de bekendste atleten van zijn tijd het nakijken. Niet zelden vernederde hij ze door bijvoorbeeld tijdens de wedstrijd te pauzeren om zijn schoenen te strikken, zich te laten inhalen, de achtervolging in te zetten en als eerste te eindigen. Regelmatig nodigde hij de muzikanten in het stadion uit een liedje te spelen, waarop hij op de maat van de muziek een deel van de race liep – en won. Een showman.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Ottomanen en Europeanen

RECENSIE - De kloosterbibliotheken van middeleeuws Europa telden hooguit enkele honderden boeken. De overgrote meerderheid kwam niet boven de duizend. Tegelijkertijd lagen er in de bibliotheken van Cordoba, Cairo, Bagdad en Nishapur tienduizenden boeken.

Lewis

Het is een bekende vergelijking, al is ze niet helemaal eerlijk, want hoe machtig sommige abdijen ook waren, geen ervan had de middelen van een compleet kalifaat. Ik zou ook niet goed weten hoe Rome en Constantinopel, waar vele kleine en middelgrote bibliotheken samen één grote verzameling bezaten, passen in de vergelijking. De conclusie is echter wel eerlijk: zo rond het jaar 1000 lagen de grootste intellectuele centra van de mensheid in de islamitische wereld.

Niemand stelt de intellectuele voorsprong van de toenmalige moslims ter discussie. Ze hadden toegang tot oude Indische, Perzische, oosters-christelijke, Grieks-Romeinse en Arabische tradities; ze haalden er het beste uit naar voren; ze combineerden het; ze breidden het uit. De bloei was niet alleen cultureel, maar ook politiek. Zeker, westerse barbaren waren aan het einde van de elfde eeuw de keizer in Constantinopel te hulp geschoten en hadden in de Levant eigen staatjes gesticht, maar deze kruisvaarders waren binnen een eeuw uit Jeruzalem verdreven. De Mongoolse invallen waren schadelijker geweest, maar ook deze barbaren waren uiteindelijk geassimileerd. In de Late Middeleeuwen breidden de legers van de islam het gebied weer uit: de Ottomanen maakten van de Zwarte Zee een islamitische binnenzee en rukten op tot Wenen.

Het eerste millennium van de islam was een bloeiperiode, maar onmiddellijk daarna werd duidelijk dat de zaken niet goed zouden blijven gaan. De Ottomaanse troepen konden in 1683 Wenen niet nemen. Drie jaar later viel Boedapest. Een confederatie van christelijke mogendheden zette de tegenaanval in. In 1696 nam Peter de Grote Azov en in de winter van 1698/1699 tekenden de Ottomanen in Karlowitz een vredesverdrag met de westerse mogendheden: voor het eerst had een sultan een akkoord gesloten op voet van gelijkwaardigheid.

Foto: Post-Atheïst

Post-atheïst | Polarisatie

COLUMN - Afgelopen woensdag, één uur. Ik zit in een café, te vroeg voor een afspraak. Om de tijd te doden kijk ik op mijn telefoon of er nieuws is. Dat is er inderdaad: een aanslag op het kantoor van Charlie Hebdo. Twee of drie daders, minimaal tien doden. Ik kan de reacties al uittekenen. Opiniemakers die zeggen dat de islam nu toch écht haar ware gezicht liet zien. Wilders met Kamervragen. Ingezondenbrievenschrijvers die eisen dat Europese moslims zich van dit geweld distantiëren. Verdedigers van het vrije woord die, alvorens hun eigenlijke punt te maken, nog even zeggen dat zij zelf de cartoons smakeloos achtten, want het mag tenslotte niet lijken dat zij al die grappen over anale verkrachtingen werkelijk leuk vinden. En tot slot: gelovigen die beargumenteren dat dit geweld niet representatief is voor de islam, met Korancitaten om te bewijzen dat de islam vrede is. Allemaal voorspelbaar.

Toen ik ’s avonds thuis kwam, heb ik geprobeerd te schrijven, maar het lukte niet. Ik wilde erop wijzen dat fundamentalisten en anti-islamisten het er doorgaans over eens zijn dat de letterlijkste interpretaties de juiste zijn, en dat ik vreesde dat de redelijke meerderheid, de mensen die hun eigen plan trekken en niet houden van scherpslijperij, tussen radicale moslims en anti-islamisten in het gedrang zou komen. Het moest geen “zij tegen wij” worden, zoals gebeurde na de aanslag op de Twin Towers en na de moorden op Fortuyn en Van Gogh. Op donderdag schreef ik dat stukje alsnog, maar toen ik het later die dag zag doorgeplaatst naar Sargasso, had ik het gevoel dat het al achterhaald was.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Literalisme

letterlijk

OPINIE – Iedereen verkeert in een “state of shock” over wat gisteren is gebeurd in Parijs. Sommigen schrijven geweldige stukken – zoals Miko Flohr, Jeroen Laemers, Cas Mudde, Arthur Goldhammer en Ahmed Aboutaleb – maar bij anderen overheerst het gevoel van ontregeling. En dan komen er minder gelukkige reacties.

De bovenstaande stoorde me. De wortel voor het geweld wordt hierin gelegd bij Mozes, want religieus geweld staat immers in de Bijbel voorgeschreven. Maar ziet de auteur dan [[krachtterm]] niet dat hij zo precies in de val loopt die de fundamentalisten voor hem zetten?!

De drie monotheïstische godsdiensten hebben heilige boeken en de gelovigen ontlenen daaraan in meerdere of mindere mate hun inspiratie. Maar ze erkennen ook allemaal dat de gelovige een persoonlijk geweten heeft. (Zou dat niet zo zijn, dan hadden leerstukken over het Laatste Oordeel en dergelijke immers niet zoveel betekenis.) De gelovige wordt geacht na te denken.

Dat hebben de gelovigen dan ook in overgrote meerderheid gedaan (voorbeeld). Ik denk dat 95% van de gelovigen de voorschriften beschouwt als relicten uit een vervlogen cultuur. Het voorschrift afvalligen te doden is even verouderd als de ideeën van Aristoteles over de zon die draait om de aarde, ideeën van antieke artsen over vochthuishouding of de vanzelfsprekendheid waarmee men tweeduizend jaar geleden vrouwen uit het openbare leven weg hield.

Foto: Rob Dammers (cc)

Nietszeggende cijfers

COLUMN - De winter was zacht en dus reden veel treinen op tijd. “In totaal arriveerde vorige jaar 90,2 procent van de treinen van alle vervoerders met minder dan drie minuten vertraging op de eindbestemming,” meldt nu.nl.

Fijn voor het personeel van de vervoersbedrijven, en dat schrijf ik zonder sarcasme. Voor reizigers maakt het echter weinig uit. Voor hen is niet het percentage vertraagde treinen relevant, maar het percentage gedupeerden. En neem van mij aan: in de dubbeldekker die van Leiden naar Amsterdam rijdt, zitten twintig keer zo veel mensen als in het boemeltje dat Klarenbeek verbindt met Voorst. En laten de lijnen rond Amsterdam nou net behoren tot het deel van het spoorwegnetwerk waar de meeste vertraging is.

Kortom, het naar buiten gebrachte percentage is alleen nuttig voor de bedrijfsvoering maar heeft voor u en mij geen enkele betekenis. Zoals aan de staart van het stuk staat, gaat het om “reizigerspunctualiteit”. Een lelijk woord, maar wel waar het om draait.

Foto: Post-Atheïst

Post-atheïst | Ster van Betlehem

COLUMN - Het zal wel in uw agenda voorgedrukt staan: op 6 januari is het ‘epifanie’. Dat is de antieke naam voor de verschijning van een godheid. In een christelijke context wordt dat doorgaans geassocieerd met de aanbidding van de pasgeboren Jezus door de wijzen uit het oosten. Zij hadden een ster gevolgd die, zoals de evangelist Matteüs het beschrijft, de geboorte van een koning der Joden aankondigde.

Giotto, De aanbidding der wijzen

Giotto, De aanbidding der wijzen

Er wordt al eeuwen gespeculeerd wat dat hemelteken kan zijn geweest. Giotto, die in 1301 de komeet van Halley had gezien, schilderde een staartster in de Scrovegni-kapel; Johannes Kepler meende dat het een drievoudige samenstand was van de planeten Jupiter en Saturnus; in recentere tijden is geopperd dat het een supernova was. Even leek een oplossing in zicht, toen spijkerschriftspecialisten de Mesopotamische voortekencatalogus uitgaven, maar een hemelteken dat de sterrenwichelaars verplichtte af te reizen richting buitenland, zat er niet bij. Kortom, er is nooit een hemelteken gevonden dat werkelijk ‘past’. Een overzicht van de theorieën vindt u hier.

Dat overzicht is gemaakt door mijn vriend Jan Pieter, die er nooit een geheim van heeft gemaakt christen te zijn. Voor hem heeft de Bijbel een speciale status en hoewel hij zeker niet alles letterlijk neemt, gaat hij ervan uit dat er werkelijk iets aan de hemel te zien is geweest. Ik denk van niet, omdat Matteüs het betreffende gedeelte van zijn evangelie zó heeft geconstrueerd dat een reeks voorspellingen in vervulling gaat, waarvan de opvallendste is dat de ‘zoon van David’ afkomstig moet zijn uit Betlehem. Andere profetieën zijn dat geweeklaag zal klinken in Rama, dat God zijn zoon uit Egypte zal roepen en dat de komst van de messias gepaard zal gaan met de verschijning van een ster. Dit geldt als hét messiaanse motief bij uitstek.

Foto: Lorenzoclick (cc)

Slaap en school

ACHTERGROND - Het was een leuk berichtje, dat verschillende media haalde (zoals, zoals): uit een profielwerkstuk van twee middelbare-school-leerlingen, Amy Pieper en Anne Siersema, was gebleken dat schooltijden niet aansluiten bij het bioritme van tieners.

Voor hun schoolprestaties is het beter als leerlingen later mogen beginnen. De Nieuwe Veste in het Overijsselse Hardenberg heeft dat advies ter harte genomen en start vanaf volgend schooljaar een uur later met de lessen.

Het aardige is dat de twee leerlingen dit ontdekten met eigen onderzoek onder hun medescholieren. Ze constateerden dat hoe eerder op een dag leerlingen een proefwerk moeten doen, hoe lager ze scoren. Daarbij geldt dan nog dat kinderen met een vroege biologische klok het beter doen dan kinderen met een latere klok. En dus gaat hun oude school nu experimenteren met latere lessen.

Hartstikke goed en ook goed naar buiten gebracht: de media berichtten allemaal dat het algemene patroon al langer bekend was. Zelf herinnerde ik me dat ik het had gelezen Het innerlijke uurwerk van Till Roenneberg. Het was een van de punten die ik eruit lichtte toen ik het boek twee jaar geleden besprak. Als ik mezelf mag citeren:

Pubers leven extreem laat, en meer dan eens wijst Roenneberg erop dat het veel verstandiger zou zijn als kinderen later naar school zouden gaan. Dat leraren al om half negen kunnen beginnen, wil nog niet zeggen dat leerlingen op dat moment al openstaan voor nieuwe informatie.

Vorige Volgende