Vrijhandelsakkoord EU-VS: pepmiddel met stevige risico’s

ANALYSE - Deze zomer zijn de onderhandelingen begonnen tussen de EU en de VS over een Trans-Atlantisch vrijhandels- en investeringsakkoord (Transatlantic Trade and Investment Partnership: TTIP). De start van de onderhandelingen werd zowel in de VS als in de EU met breed gejuich ontvangen. Een dergelijk akkoord tussen de twee grootste handelsblokken ter wereld wordt in deze tijden van crisis gezien als een welkome economische stimulans. Maar de voorspellingen omtrent de omvang van de baten zijn niet alleen onzeker, maar gaan ook voorbij aan reële risico’s voor burger en consument in Noord en Zuid, waarschuwt onderzoeker Roeline Knottnerus van SOMO en het Transnational Institute.

De extra concurrentie zal leiden tot economische herstructurering die aanvankelijk kan leiden tot een verlies aan werkgelegenheid. Zeker op korte en middellange termijn kunnen de sociale kosten significant zijn. Bovendien zal meer concurrentie de kloof tussen de kern en de periferie in Europa verder vergroten. De exportbelangen van de VS liggen immers vooral in die sectoren waarin de Europese periferie defensieve belangen heeft, zoals de landbouw.

Daarnaast biedt op belangrijke terreinen de Amerikaanse wet- en regelgeving beduidend minder bescherming dan de Europese. De voorgenomen harmonisering van regelgeving betekent dat het Europese niveau van consumentenbescherming sterk in zal boeten, bijvoorbeeld op het gebied van marktoegang voor genetisch gemodificeerde organismen, hormoonvlees en met chloor ontsmette kip.

Bij een beweging richting een lagere gemene deler komt ook Europees milieubeleid onder druk te staan. Een duurzamer landbouwbeleid verdwijnt verder uit het zicht als Europa haar markt moet openstellen voor Amerikaanse producten die niet gebonden zijn  aan de strengere regels op het gebied van dierenwelzijn, of regels voor het gebruik van schadelijke landbouwbestrijdingsmiddelen waaraan Europese producenten wel gehouden zijn. TTIP vormt tevens een bedreiging voor bestaande opschorting op de omstreden winning van schaliegas.

Privacyschending en het sociale model

Onder TTIP komt verder de privacy van burgers in het geding. Bijna de helft van de handel in diensten en een groot deel van de handel in goederen bestaat nu al uit grensoverschrijdend dataverkeer. In de VS genieten bedrijven een vrijwel ongelimiteerde beschikking over persoonsgegevens van consumenten, waar in Europa nog een zekere privacybescherming geldt. Die komt onder TTIP onder druk te staan.

Daarnaast zet TTIP het Europese sociale model verder onder spanning en komt de bescherming van vakbonds- en arbeidsrechten mogelijk in het geding.  Het recht op vrije vakvereniging en collectief onderhandelen in de VS is beperkt. Ook heeft de VS een aantal van de kernconventies van de internationale arbeidsorganisatie ILO, o.a. inzake het verbod op dwangarbeid en het tegengaan van kinderarbeid, niet ondertekend vanwege strijdigheid met nationale wetgeving.

Ook in de zorgsector zullen de gevolgen merkbaar zijn. Hier dreigen onder invloed van TTIP flinke kostenstijgingen als de Europese en de Amerikaanse regels op intellectueel eigendom naar elkaar toe bewegen. De tendens zal neigen naar verdere commercialisering van publieke diensten en nutsvoorzieningen – die in de VS immers veel meer dan in Europa op commerciële leest zijn geschoeid. Verscherpte patentbescherming betekent dat de beschikbaarheid van goedkope generieke medicijnen sterk onder druk komt te staan. Anderzijds nemen de gezondheidsrisico’s toe. Harmonisering op het gebied van de toelaatbaarheid van chemische stoffen kan leiden tot uitholling van strengere Europese regels ten aanzien van productie, verkoop en gebruik. De Amerikaanse bedrijvenlobby zet hier zwaar op in, maar het aan banden leggen van het gebruik van chemische stoffen met aantoonbare gezondheidseffecten zal hierdoor belemmerd worden.

De Amerikaanse claimcultuur

Dat de beleidsruimte van de overheid krimpt als sectoren eenmaal ondergeschikt zijn gemaakt aan de liberaliserings- en dereguleringsverplichtingen van de handels- en investeringsbijeenkomst is een gegeven. De mogelijkheden voor (her)regulering worden verder ook nog ingeperkt als in TTIP een investeringshoofdstuk wordt opgenomen. Naar standaard gebruik zal dit een geschillenbeslechtingsmechanisme omvatten dat het buitenlandse investeerders eenzijdig (!) mogelijk maakt om overheden rechtstreeks – dus buiten het nationale rechtssysteem om – voor een internationaal tribunaal te dagen als zij beleid voeren met mogelijk schadelijke effecten op de (verwachte) bedrijfsresultaten. Schadevergoedingen in dergelijke investeringsclaims kunnen tientallen (soms zelfs honderden) miljoenen euro’s bedragen.

Tot nu toe hebben Europese investeerders vooral van deze mogelijkheid gebruik gemaakt als eiser in investeringszaken. Europese overheden hebben zich nog zelden in investeringsgeschillen hoeven verdedigen. Dat zal onder TTIP zeker veranderen. Amerikaanse bedrijven zijn gewend aan een claimcultuur en zullen zeker van de nieuwe mogelijkheden gebruikmaken. Het dreigen met claims wordt al steeds meer een effectief lobby-instrument om voorgenomen regelgeving te parkeren. De schadevergoedingen die worden toegekend moeten intussen worden betaald uit publieke middelen.

Effect op Zuidelijke landen

TTIP zal ook een niet te onderschatten impact hebben voor Zuidelijke landen. Een handelsakkoord tussen de VS en de EU zou het grootste vrijhandelsblok ter wereld creëren met verstrekkende implicaties: de kaders van een TTIP-akkoord gaan dan feitelijk de norm stellen voor de mondiale regels op het gebied van handel en investeringen. TTIP vormt zo voor deze twee titanen een middel om de impasse te omzeilen die is ontstaan in de Wereldhandelsorganisatie. Hier zetten de ontwikkelde landen in op meer liberalisering, terwijl ontwikkelingslanden aandringen op hervormingen van oneerlijke handelsregels en meer flexibiliteit om hun eigen ontwikkelingspad te kiezen en opkomende economiën te beschermen. TTIP is bij uitstek een politiek project, gericht op het veiligstellen van de mondiale economische hegemonie van de EU en de VS vis-à-vis opkomende economieën als India, Rusland, China, Brazilië, Zuid-Afrika en de ASEAN-regio. Een ambitieus vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS zal ertoe leiden dat zij hun ruilvoet op de wereldmarkt zien verslechteren.

TTIP versterkt de privileges van transnationale bedrijven en wordt door hen dan ook logischerwijs jubelend omarmd. Het mag duidelijk zijn dat voor de burger als werknemer, consument en belastingbetaler in Noord en Zuid veel minder te juichen valt.

Roeline Knottnerus, Onderzoeker en Beleidsadviseur Handels- & Investeringsbeleid Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en het Transnational Institute.

Via Vice Versa.

Reacties (1)

#1 rj

Goed stuk. Er is maar 1 conclusie mogelijk: Don’t do it! (Ja, die Montano-troep krijgen we dan, en met hormonen jonggehouden vaarzenvlees, waar Argos gisteren over berichtte. Brrr.)