Zomerserie | Passie voor Dickens is niet genoeg

De laatste aflevering van onze zomerserie over kleine literaire musea brengt MB in het Dickens museum in Bronkhorst. Het wordt een verbazingwekkend bezoek, niet echt in positieve zin. Laat ik beginnen met de opmerking dat ik houd van kleine musea. Ik heb veel waardering voor de vaak tomeloze inzet van de vrijwilligers die graag een verhaal vertellen. Ik begrijp dat deze musea het vaak met zeer beperkte middelen en menskracht moeten rooien en heb dan vaak ook snel respect voor het resultaat. Hoe klein het onderwerp soms ook mag zijn, met enthousiasme en een goed verhaal kom je een heel eind. Na een bezoek aan het Dickensmuseum in het piepkleine stadje Bronkhorst heb ik mezelf echter beter leren kennen. Ik had nooit gedacht dat ik op dit vlak een onbewuste ondergrens zou kennen; laat staan dat er musea zijn die die ondergrens bij lange na niet halen.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

Zomerserie | Polemiek, Burgerhart en patriottisme

De heele meer is zeven uuren in zyn omtrek en wy woonen aan een laan die drie uren lang is, beplant met hooge boomen…

In het hart van de Beemster staat de voormalige hervormde pastorie. Ooit woonde hier Elisabeth Wolff, ze was getrouwd met een dominee. Hun huwelijk was een verstandskwestie. Thuis in Vlissingen werd Betje niet gestimuleerd in haar literaire ambities, maar Abraham Wolff was een liefhebber van de letteren. Hij kon haar bevrijden door een huwelijk met haar te sluiten.

Bij binnenkomst valt meteen de grote geografische kaart van de Beemster op. De geschiedenis van het woonhuis begint in 1614, vlak nadat de Beemster is ingepolderd. In de loop der jaren is de woning herbouwd en verbouwd, aangepast aan de smaak en eisen van de tijd. De begane grond heeft drie mooie kamers, een opkamer en een gezellige woonkeuken. De inrichting van het huis is niet in één bepaalde stijl. De kamers vertegenwoordigen de verschillende tijdperken dat het huis als woonhuis in gebruik was. Deze zomer worden de ruimtes in het museum opgefleurd met allerlei kledingstukken en accessoires, want er is een tijdelijke tentoonstelling over textiel. Liefhebbers van oude lapjes kunnen hun hart ophalen. Op de grote zolder is een kort filmpje te zien van een modeshow van ondergoed. Je kunt ook een blik werpen in het spekhok, waar vroeger ‘burgerhart’ werd bewaard, de gedroogde zuiderzeeharing.Aan de achterkant van de zolder is de belangrijkste ruimte van het museum: de voormalige werkkamer van Betje Wolff. Al snel nadat ze in Middenbeemster arriveerde liet ze een kamer op zolder aftimmeren en ze noemde deze ruimte ‘Kipperust’. De werkruimte is in 1959 grondig gerestaureerd. De bibliotheek is er ook onder gebracht en bevat veel werken die de schrijfster ook in haar bezit moet hebben gehad. Met één druk op de knop kun je horen hoe de vriendschap tussen Betje Wolff en Aagje Deken tot stand kwam, een vermakelijke geschiedenis. Kipperust is een schrijfruimte die alle Sargasten graag zouden willen hebben: licht, stil en uitzicht op de boomgaard.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | De ‘crib’ van Dirkje Kuik

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage van Fenna van den Berg, die het Dirkje Kuik Museum in Utrecht bezoekt.

“Ik heb de neiging om een gebouw tot een ruïne te maken. Maar ik laat altijd iets groeien uit het afval. Ik laat het niet alleen kapot gaan. De begroeiing toont een optimisme: ik heb plezier in het verval.” (Dirkje Kuik Volkskrant 21 februari 1970)

Dat we graag bij een ander binnen kijken wordt aangetoond met het succes van televisieprogramma’s als MTV Cribs en Showroom. Die ander moet dan wel bekend zijn, iets bijzonders hebben, of in een uitzonderlijk omgeving leven. Vaak is het een markante persoonlijkheid. Nu doet zich in de oude binnenstad van Utrecht de mogelijkheid voor om bij zo’n markante persoonlijkheid binnen te kijken. Hier staat namelijk het woonhuis van Dirkje Kuik.

Voor diegene die haar niet kennen; Dirkje Kuik debuteerde in 1969 met het boekje Utrechtse notities dat, opvallend genoeg, in Amsterdam bekroond werd met de Prozaprijs. Haar literaire werk werd daarna vaker onderscheiden. In 1974 ontving ze de Vijverbergprijs voor De held van het potspel en in 1997 kreeg ze de Multatuliprijs voor haar roman Broholm.Schrijven deed Dirkje naar eigen zeggen niet alleen met woorden maar ook met beelden. Haar tekeningen vormen dan ook een belangrijk deel van haar werk. Samen met beeldend kunstenaars J.H. Moesman en H. van Maarseveen richtte ze in 1960 Het Grafisch Gezelschap De Luis op. Het doel van het gezelschap was om de vrije grafische kunst te bevorderen en daarbij te opereren als ‘luizen in de pels van de moderne kunst’. Vanwege een sterk voorliefde voor literatuur bij de oprichters van De Luis werden schrijvers als Sontrop, Emmens en Eijkelboom bij het gezelschap betrokken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | Weemoedig kijkt Couperus

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage van Ole van Luyn, die het Couperus museum in Den Haag bezoekt.

In het Louis Couperus Museum staat de man zelve enigszins weemoedig te kijken naar voorbijtrekkende beelden van Nice omstreeks 1900. Hij is gekleed in een crème zomerpak (dat Willem Nijholt ooit op het toneel droeg) en een lichte jas is om zijn schouders geslagen, want van de mistral houdt hij niet. In de bescheiden museumruimte is een tentoonstelling ingericht over Nice, het Carnaval, het fin-de-siècle zoals dat daar beleefd werd door de rijke mensen en de gewone Niçois. Want de tentoonstelling heet ‘Louis Couperus, columnist’ en is ingericht naar aanleiding van zijn krantenstukjes over zijn verblijf aan de Côte d’Azur.

Maar op een ander moment is hij gekleed in het Nederlandse tropenpak, spierwit met de hoge staande gesloten kraag op de jas: de djas toetoep. De tentoonstelling gaat over Nederlands Indië en de twee mannen die het beeld van die archipel in Nederland sterk beïnvloed hebben: Multatuli, die het zijns inziens corrupte bewind wil zuiveren en Couperus die vindt dat de Nederlander daar eigenlijk helemaal niet thuishoort. Maar vaker nog is hij, correct en Haags, in rok gekleed, alsof hij op het punt staat om met zijn vrouw naar een avondfeest te gaan of om voor te lezen uit eigen werk. Hij is een dandy met gemanicuurde nagels en een dure smaak – waarvoor hij echter hard moet werken want rijk zijn ze niet. En soms zit hij in het museum aan zijn bureau – het bureau dat hij kocht van zijn eerste zelfverdiende guldens; het honorarium voor Eline Vere, zijn eerste en zijn meest bekende boek dat jonge meisjes van hun vaders niet mochten lezen omdat het te realistisch was. Geen gelieven die elkaar eeuwig trouw beloofden maar een meisje dat gek wordt en uitzichtloos zelfmoord pleegt – nee, dat was niet comme il faut.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | Met Anton Wachter in Harlingen

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage van G. Drios, die naar Harlingen afreisde naar het Hannemahuis.

Opgroeiend in het Friese Harlingen leest de jonge Anton Wachter/Simon Vestdijk het jeugdboek “Dick en zijn vrienden” van Andrew Home. Vergeleken bij de geromantiseerde fictie die daar in staat vindt hij zijn echte leven in Harlingen maar niets. Nadat zijn beste vriend Murk Tuinstra naar Amsterdam is verhuisd moet Anton op zoek gaan naar een nieuwe vriend, maar de zoektocht verloopt moeizaam. Voor hem is het allemaal niet meer wat het is geweest. Echte vrienden heb je alleen nog in de jeugdboeken. Toch weet hij zich al met al best aardig staande te houden tussen de andere jongens. Althans tot hij naar de eerste klas van de H.B.S. komt, want sinds de recente dood van zijn vader is Anton veranderd en een makkelijk doelwit geworden voor de pesterijen van de anderen.

Maar dat raakt allemaal een beetje op de achtergrond als Anton een jaar later Ina Damman ontmoet, het nieuwe meisje op school dat elke dag met de trein vanuit Franeker komt. Anton raakt hopeloos op haar verliefd. Ina Damman blijft echter enigzins koel en afstandelijk en daarom gebeurt er eigenlijk niet zo veel. Het voornaamste contact tussen beiden is dat Anton haar altijd van school terug naar de trein brengt. Onderweg probeert hij dan moeizaam een gesprek tot stand te brengen, maar dat lukt meestal niet echt. Na een jaar of zo wordt Ina het dan een beetje beu en daardoor komt ook dit contact tot een einde. Dat lijkt allemaal weinig, maar wat er voor Anton achter schuilgaat is enorm en zal bepalend zijn voor zijn verdere leven. Om te beginnen verlaat hij vanwege haar de H.B.S. in Harlingen en gaat hij in Leeuwarden verder. In die tijd krijgt hij dan wel een ander vriendinnetje, Marie van den Boogaard, die wat toegankelijker is. Alles schijnt goed te gaan en het geluk ligt voor het oprapen. Maar bij het minste of geringste komt de herinnering aan de onbereikbare Ina Damman toch weer in alle hevigheid terug en deze laat hem uiteindelijk de relatie met Marie van den Bogaard verbreken, nog voordat hij Harlingen helemaal verlaat om in Amsterdam te gaan studeren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | La maison de Balzac

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage van Suzanne Sanders, die het Balzac museum in Parijs bezocht.

Waar denk jij aan bij het horen van de naam Balzac? En als je leest dat hij tegenover het Hôtel de Lamballe woonde? Schrijver, oja…maar weinig Nederlanders weten meer van Honoré de Balzac (1799-1850) dan zijn naam. In Frankrijk behoort hij echter tot de belangrijkste schrijvers van de negentiende eeuw en is één van de (slechts!) drie literaire musea van Parijs aan hem gewijd. Het Maison de Balzac bevindt zich in het huis waarvan de schrijver tussen 1840 en 1847 de bovenverdieping huurde. Voor een bezoek neem je metro 6 naar halte Passy in het 16e arondissement, even ten westen van de Eiffeltoren. Twee straten en een steile trap verder sta je voor de deur van het museum. Mijn eigen, totaal verregende verblijf in Parijs afgelopen maand heeft mijn geplande museummarathon behoorlijk vertraagd, waardoor –oh anticlimax- ik er zelf niet ben geweest. Desalniettemin had ik al het één en ander uitgezocht en vind ik dat Balzac ook de Nederlandse lezer absoluut niet mag ontgaan.

Dit is het huis waar Balzac werkte aan zijn chef d´oeuvre: La Comédie Humaine. Het is een gigantisch werk dat uit zo’n 100 verhalen bestaat, waarmee hij een beeld wilde schetsen van zijn eigen tijd: Frankrijk, vlak na de val van Napoleon, met aan de ene kant het herstel van de monarchie en aan de andere kant de verschuivingen in de sociale klassen als gevolg van de industriële revolutie. De verhalen zijn geordend in thematische hoofdstukken met titels als Scènes de la vie privée, Scènes de la vie de province, Scènes de la vie Parisienne of Scènes de la vie militaire. Het betreft fictie, maar met zoveel gedetailleerde beschrijvingen uit de werkelijkheid dat Balzac als pionier van het realisme kan worden gezien. Balzac onderscheidt zich bovendien doordat hij een groot aantal van zijn 2,500(!) personages in verschillende verhalen terug laat komen, waardoor La Comédie Humaine één groot geheel wordt.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | Oh Jesus Christ! I’m hit

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage van Nick Vording over Siegfried Sassoon en Wilfred Owens in Edinburgh.

Een gedecoreerde oorlogsheld die zich verzet tegen de oorlog. Dat was het probleem waarmee de Britse legerleiding zich geconfronteerd zag in 1917. De officier Siegfried Sassoon had al enkele malen gevochten in de loopgraven van Frankrijk en voor zijn heldhaftige optreden kreeg hij het “Military Cross”. Maar tijdens zijn verlof in Groot-Brittannië schreef hij een brief tegen de oorlog; “Finished with the War: A Soldier’s Declaration”.

De brief werd gepubliceerd in The Times van 31 juli 1917 en kon moeilijk genegeerd worden met zinnen als:

“I have seen and endured the suffering of the troops, and I can no longer be a party to prolong these sufferings for ends which I believe to be evil and unjust.”

Er werd besloten hem niet te vervolgen voor de krijgsraad, maar hem op te laten nemen in een psychiatrische instelling als patiënt leidend aan “shell-shock”.

Daar ontmoette hij Wilfred Owen, die er ook patiënt was. Sassoon heeft Owen gestimuleerd zijn gedichten te publiceren. Gedichten die de ellende van de loopgraven wist te verbeelden en uiteindelijk de stem van een oorlogsgeneratie zijn geworden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | Op de bres voor het Fries

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage over het Simke Kloostermanhûs door Hanny Wentink.

Aan de doorgaande weg van Leeuwarden naar Buitenpost ligt ter hoogte van het plaatsje Twijzel het huis waar de Friese schrijfster Simke Kloosterman woonde. Het is waarschijnlijk het kleinste literaire museum in Friesland. Simke Kloosterman was de eerste vrouw die een volledige, Friese roman schreef en maakte zich met ‘Jongfryske Mienskip’(geuzennaam: Jongfriezen) sterk voor het behoud en de ontwikkeling van de Friese taal en literatuur.


Wie was Simke Kloosterman?
Simke Kloosterman werd op 25 november 1876 geboren als enig kind van de Friese dichter Jan Ritskes Kloosterman en diens vrouw Trijntje Jans Beintema. Ze kreeg – heel vooruitstrevend in die tijd – een gedegen opleiding. Na de Hofschool in Leeuwarden volgde ze particulier voortgezet onderwijs in Groningen. Haar opleiding voltooide ze op kostschool in Wijk bij Duurstede.

Simke Kloosterman bleef haar hele leven ongehuwd. Het fortuin van haar vader, erfgenaam uit een rijk boerengeslacht, zorgde ervoor dat zij haar leven kon wijden aan het schrijverschap. Schrijver Douwe Kalma (oprichter van de Jongfriezen en korte tijd haar verloofde) en kunstenaar Ids Wiersma kon ze tot haar beste vrienden rekenen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | Poëet in de Provence

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage van Bram Zieck over het Petrarca-museum in Fontaine de Vaucluse.

In een betoverend mooie, goed verborgen vallei in de Provence, iets ten oosten van Avignon, kocht de Italiaanse dichter Francesco Petrarca (1304-1374) in het jaar 1337 een eenvoudig huis, nadat hij de pausen was gevolgd in hun zelfgekozen Franse ballingschap. Om te kunnen ontsnappen aan de drukte van het pauselijk Hof had hij een plek uitgezocht waar hij in alle rust kon werken aan zijn oeuvre.  Het verblijf in de Vaucluse zou één van de meest vruchtbare periodes worden in het leven van de Italiaanse humanist-dichter, die wordt beschouwd als de wegbereider van de Renaissance. De meeste van zijn Latijnstalige traktaten als de Africa en het Bucolicum carmen zagen er het licht, maar ook zijn hoofdwerk in het Italiaans, Il  Canzoniere, kreeg in deze periode vorm.

Onderwerp van veel gedichten in het Canzoniere is Laura, een jonge vrouw die hij in 1327 ontmoette in een kerk in Avignon. Zij zou voor altijd de muze voor zijn poëzie blijven.Nooit, Vrouwe, gaat u ongesluierd uit,

niet ’s avonds, niet bij dag,

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | Die Graue Stadt am Meer


Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage van G. Drios over Das Stormhaus in Husum.

Dichter en schrijver Theodor Storm is de met afstand bekendste telg van de stad Husum, een klein plaatsje in het noorden van Duitsland, nog voorbij Hamburg, direct aan de waddenzee, waar het weer meestal niet zo mooi is en waar verder weinig te beleven valt. Elke bewoner van Husum kan dat beamen. Theodor Storm werd er in 1817 geboren, heeft er zijn jeugd doorgebracht en heeft er ook daarna lange tijd geleefd. Zijn bekendste gedich Die Stadt, ook vaak Die graue Stadt am Meer genoemd, gaat over Husum, over een grijze, donkere en mistige stad, waar je alleen het eentonige geruis van de zee kunt horen en heel soms het geschreeuw van voorbijtrekkende ganzen, maar waar hij toch, of juist daarom van houdt:

Doch hängt mein ganzes Herz an dir,

Du graue Stadt am Meer;

Der Jugend Zauber für und für

Ruht lächelnd doch auf dir, auf dir,

Du graue Stadt am Meer.

En Husum houdt ook van Theodor Storm. Zijn graf is mooi opgemaakt en er staat een buste van hem in het park. Er is een Theodor-Storm-Strasse en een Theodor-Storm-Schule en er is een hele wijk met straten die allemaal zijn benoemd naar figuren uit zijn novellen. Bezoekers kunnen kunnen in de plaatselijke winkels mokken en andere dingen kopen waar het beroemde gedicht op staat en zij kunnen logeren in het Theodor-Storm-Hotel. Bovendien kunnen zij een bezoek brengen aan een vlakbij gelegen stuk ingepolderd land dat de Hauke-Haien-Koog heet, benoemd naar de held uit Theodor Storm’s meest beroemde novelle Der Schimmelreiter.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Volgende