‘Recht op de Westoever’

Eind november schreef ik over het ongekend hoge aantal veroordelingen dat de militaire rechtspraak op de Westoever weet te boeken. De Israelische militaire aanklagers, schreef ik,  kunnen bogen op wat vermoedelijk een wereldrecord is in het aantal bereikte veroordelingen. Hun score is namelijk vrijwel 100% (om precies te zijn 99,74% - het scheelt haast niets). Dit blijkt uit het jaarrapport van de militaire rechtbanken op de Westoever over 2010, waarvan de krant Haaretz een exemplaar in handen heeft weten te krijgen. Op het blog van Bernard Avishai (Bernard Avishai dot com) kwam ik een soort vervolg op dit verhaal tegen. Avishai kreeg van de advocaat Michael Sfard, die onder meer de belangrijkste juridische raadsman is van Yesh Din, de gegevens uit een rapport dat Sfard onlangs voor deze organisatie heeft opgesteld. Het gaat erover hoe sinds 2005, het jaar waarin Yesh Din haar werk begon, klachten over criminele vergrijpen werden afgehandeld. Het is geen opwekkende lectuur (mensen die Hebreeuws lzen kunnen het rapport overigens in pdf versie lezen, hier).

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kolonist in hooggerechtshof Israel

Israels hooggerechtshof heeft een nieuwe stap gezet op weg naar irrelevantie als hoeder van het recht, nu voor het eerst in de geschiedenis van zijn  bestaan een lid is benoemd die woont in een nederzetting op de Westoever. De gelukkige is rechter Noam Sohlberg (50, links op de foto), die woont in de  nederzetting Allon Shvut, een onderdeel van het Etzion Blok.
Alle Israelische nederzettingen zijn illegaal volgens het internationaal recht. Israels hooggerechtshof krijgt daarom met de benoeming van Sohlberg een wetsovertreder in zijn midden. Wat dat voor consequenties zou moeten hebben is makkelijk aan te tonen aan de hand van een voorbeeld: De Nederlandse grondwet stelt in artikel 90 dat ons land meehelpt aan het bevorderen van de internationale rechtsorde. Dientengevolge zou Nederland tegen de benoeming moeten protesteren. Ook zou de Nederlandse regering, als zij haar eigen regels naleeft, contacten met deze rechter moeten  mijden.

En zelfs is het – als we consequent zijn – eigenlijk zo dat dat mijden van contact voor het hele hooggerechtshof zou moeten gelden. Want hoewel de hoogste rechters in Israel worden benoemd door een daartoe ingestelde commissie, heeft het hooggerechtshof zich ook zelf over de benoeming van Sohlberg kunnen (en moeten) uitspreken. Zondag verwierp het hof  een bezwaarschrift dat de NGO Yesh Gvul (‘Er is een grens’) had ingesteld op grond van het feit dat Sohlberg een inwoner is van een nederzetting. Het hof, dat overigens al in de jaren zeventig de stichting van nederzettingen als zodanig had goedgekeurd met de aantekening dat het alleen op zogenoemde ‘staatsgrond’ mocht gebeuren en niet op privé-grond, deed dat met een mijn inziens zeer dubieuze redenering: 1) De commissie die over de benoeming van de nieuwe opperrechters ging wist ook van de woonplaats van Sohlberg en had dit geen reden gevonden hem niet te benoemen, 2) In de Israelische Basiswet (die min of meer geldt als een soort grondwet) staat niet dat een woonplaats van een rechter hem zou kunnen belemmeren zijn functie uit te oefenen en 3) Yesh Gvul was niet eerder met dit bezwaar gekomen, terwijl Sohlberg toch al lang als rechter functioneerde.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Barak voorstander teruggeven bezette gebieden?

De minister van defensie van Israël, Ehud Barak begreep eind jaren negentig de noodzaak van het teruggeven van de bezette Westelijke Jordaanoever en van Gaza. Gaat hij dit inzicht ook uitdragen in de regering Nethanyahu, waar hij als beloning voor zijn flexibiliteit opnieuw minister van defensie mag zijn?

Hij verklaarde in 1999 dat elke poging om Israël en de bezette gebieden als één politieke entiteit te beschouwen leidt of tot een ondemocratische staat of tot een niet-Joodse staat. Als de Palestijnen mogen stemmen is dit gebied een gebied met twee nationaliteiten, en als de Palestijnen niet mogen stemmen is het een gebied met apartheid.

De Arabische bevolking van het Heilige Land, ruwweg 5,4 miljoen mensen, zal over niet al te lange tijd groter zijn dan de Joodse bevolking ervan. Dit maakt een twee staten-oplossing noodzakelijk om Israël als Joodse staat te laten blijven bestaan.

Zoals de schrijver van het artikel in de New York Times betoogt knaagt het volharden van de 42-jarige bezetting en het doorgaan met bouwen door niet-Palestijnen op de bezette grond aan de fundamenten van de zionistische droom.

Tot overmaat van ramp verlangt Netanyahu van de Palestijnse leiders op de Westoever, die Israël erkend hebben, dat zij verder gaan en Israël als Joodse staat erkennen, vóórdat hij zich wenst uit te spreken voor een hypothetische Palestijnse staat.

Vorige