Decadentie
ELDERS - Het onderscheid tussen ‘nette armen’ en ‘luie uitvreters’ is niet alleen in de VS diepgeworteld, maar ook in Nederland.
Programma’s in de VS die bedoeld zijn om de armen te helpen, zijn steeds minder gericht op de allerarmsten, zo meldde The Washington Post onlangs. Terwijl werkende families met lage inkomens op steeds meer potjes een beroep kunnen doen (wat overigens bijzonder gunstig uitpakt voor grote bedrijven die hun werknemers graag een zo laag mogelijk minimumloon willen betalen), vallen alleenstaanden en mensen zonder werk in toenemende mate buiten de boot.
Behalve dat deze verandering ook de belangen van grote werkgevers dient, heeft deze tevens een ideologische achtergrond:
Politics in America broadly divide the poor into two groups: those who struggle for reasons beyond their control and those who remain poor because they haven’t tried. The distinction separates the earnest from the lazy, the working class from the welfare queens, the “deserving poor” from those who’d use public assistance as an excuse to avoid getting a job. […]
And, as a result, our welfare system now no longer primarily serves the poor who are most in need of aid, research suggests.
Het onderscheid tussen ‘nette armen’ en ‘luie uitvreters’ is oud. Kern van dit onderscheid is de tegenstelling tussen mensen die met grote tegenzin op andermans zak teren en mensen die schaamteloos de hand ophouden.
Nette armen, of the deserving poor, horen zich te schamen voor hun situatie. En bij schaamte hoort het doen van boete: het zichzelf ontzeggen van iedere mogelijke luxe. Want zolang er sprake is van enige luxe, kan immers geen sprake zijn van echte armoede.