Niet snel genoeg

Minister Jet Bussemaker (PvdA) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wil meer vrouwelijke hoogleraren. Ze zet zich in om in totaal 300 extra vrouwelijke professoren te benoemen. Deze maatregel inspireerde me afgelopen maand om een sollicitatieprocedure eens te veranderen. “Het gaat in Nederland domweg niet snel genoeg.” Dat zei Bussemaker op 11 januari in de Volkskrant. Ze doelde op het aandeel vrouwelijke hoogleraren in ons land, nu 17%, dat sneller zou moeten toenemen. Bussemaker laat dit jaar 100 extra vrouwelijke professoren benoemen. De eerste vijf jaar betaalt het rijk; daarna moeten universiteiten ergens geld vinden voor dat extra personeel. Met deze 100 extra vrouwelijke hoogleraren vieren we dat 100 jaar geleden de eerste vrouwelijke hoogleraar in ons land werd aangesteld. De 100 komen bovenop de 200 extra vrouwelijke professoren die de universiteiten over drie jaar moeten hebben gerealiseerd. In totaal dus 300 extra vrouwen in het hooglerarenkorps. Een substantiële verandering, aangezien dat korps ongeveer 3.100 hoogleraren telt.

Steven Pinker over het gebrek aan vrouwelijke hoogleraren

ACHTERGROND - Slechts 17 procent van het aantal hoogleraren in Nederland is vrouw, en daarop trekt minister Jet Bussemaker eenmalig vijf miljoen euro uit zodat honderd vrouwelijke hoofddocenten kunnen worden bevorderd tot hoogleraar.

Maar hoe komt het dat het wetenschapswereldje voornamelijk een mannenbedoening is? Komt dat door een onbewuste samenzwering van mannen onder elkaar? Het welbekende glazen plafond?

Cognitief psycholoog Steven Pinker heeft daar zo zijn eigen ideeën over. Hij had een twee uur durende discussie met ontwikkelingspsycholoog Elizabeth Spelke over de vraag waarom er zo weinig vrouwelijke hoogleraren zijn in de bètawetenschappen.

Mannen- versus vrouwenpopulaties

Om te beginnen is het zo dat als je populaties mannen en vrouwen op tal van terreinen met elkaar vergelijkt, er dan statistisch gezien significante verschillen voordoen, en die verschillen worden groter bij de ‘outliers’. Ook vertonen mannen meer en extremere ‘outliers’; kort gezegd, meer idioten maar ook meer genieën.

Daarnaast blijkt dat als je mannelijke en vrouwelijke deelnemers aan bètatopklasjes in het middelbaar onderwijs bevraagt wat hun doelen in het leven, de mannelijke studenten veel vaker opgeven dat het vergaren van status, geld, succes, een voltijdbaan en iets nieuws uitvinden belangrijk voor hen is. De meisjes daarentegen gaven overwegend aan dat familie en vriendschap, betekenis en zingeving in het leven belangrijk voor ze is en dat ze de voorkeur geven aan een deeltijdbaan.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.